LEZEN.
WOENSDAG 6 NOVEMBER
Uitgever: L. J. YEEEMAH, Heusden.
„Jack the Ripper" ontdekt
%M 835.
1889.
01)11
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
A bonnementsprjjs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
»De woorden der wijzen zijn gelijk prik
kels en gelijk nagels, diep ingeslagen
en wat buiten dezelve is, mijn zoon wees
gewaarschuwdvan vele boeken te maken
is geen einde, en veel lezen is vermoeiing
[t des lichaams.<
Men kan deze woorden vinden aan het
slot van de zeer merkwaardige verzameling
P waarschuwingen en leeringen des Predikers.
Zoo er reeds in diens tjjd oorzaak was
tot dergeljjke vermaning, hoeveel te meer
dan in onze dagen, nu het eene boek het
andere verdringt, nu tal van boeken een
kleine poos na de uitgaaf als 't ware ver
dwijnen om een weinig later weer op te
doemen en voor zooveel stuivers aan den
man trachten te komen als ze vroeger gul
dens gekost hebben; nu naast deze lectuur
een lectuur van den dag is opgekomen, die
als een lawine aangroeit; nu onze dagbla
den met persen die twintig-duizend num
mers gedrukt, gesneden en gevouwen per
uur afleveren, ter nauwernood toekomen.
»Van vele boeken te maken is geen einde
en veel lezen is vermoeienis des lichaams«,
zegt de Prediker, ook nog voor onze dagen.
Het is dus zaak, indien we lezen zullen,
uit den overrijken voorraad een keuze te
doen. Of zou 't beter zijn, gelijk zooveel
duizenden doen, 't lezen na te laten en de
boeken de boeken te laten? Maar dan zou
men al zeer slecht de bedoeling van de
wjjze vatten, die alleen zegt, dat veel lezen
kwaad sticht en er aan laat voorafgaan de
schoone vergelijking tusschen 't woord der
wjjzen met prikkels en nagels, die diep in
geslagen worden.
't Is waar, dat conversatie met gelijk-
1 gezinden of met andersgezin den nuttig, ja
onontbeerlijk voor den denkenden mensch
ismaar 't is slechts weinigen gegund onder
zijn kennissen dezulken aan te treffen, van
wie men zeggen kan, dat hun woorden
gelijk prikkels en nagels ons in hart en
hoofd dringen.
Zoo we die hooren willen dan grijpen we
naar de boeken. Daarin hebben de wijste
en vernuftige geesten van alle eeuwen de
uitkomsten van hunne kennis en wijsheid
neergelegd. Zelfs de Prediker zou de ken
nismaking met zulke boeken niet ontraden;
bij zou alleen herinneren dat veel lezen den
geest vermoeit en ons waarschuwen niet
alles te verslinden.
Er is een spreekwoord, dat zegtmen
wordt geëerd, al naarmate zij geërd worden,
met wie men omgaat. Zoo is 't ook met
- den lezer. Zeg óns wat ge 't liefst leest en
we slaan daardoor een dieperen blik in uw
karakter, dan ons mogelijk zou zijn na
persoonlijke kennismaking. Die met gemeen
volk omgaat, staat zelf niet hoog; die ge-
meene lectuiir zoekt, bezoedelt zich reeds
doof dat zoeken.
't Ware te wenschen dat ons volkson
derwijs overal dermate gegeven werd, dat
een leerling smaak leerde vinden in de
vakken, die bij op school doorloopen moet;
zoodat, ook wanneer de schooljaren achter
den rug zijn, de lust om te lezen wakker
in hem bleef. We bedoelen niet de lust
naar romantische lectuur, die een zeer goed
tijdverdrijf is, maar wier wezenlijk nut men
niet te hoog aanslaan moet, maar de last
om iets uit boeken te leeren, om degelijke,
nuttiee lectuur te kiezen boven vertellingen,
die weinig om 't lijf hebben.
Er is al jaren geleden sprake van geweest
om op de scholen eenig begrip te geven
van 't landsbestuur, onze staatsinstellingen
en de huishouding van den staat. Dat zijn
allemaal fraaie zaken doch niet voor kin-
derhersenen. We vermoeden dat 't bij een
plan gebleven is, althans de.tegenwoordige
kiezers hebben nog weinig blijken gegeven
dat 't onderwijs, zoo 't hun gegeven is,
vruchten, gedragen heeft.
Deze kennis te verwerven is, dunkt ons
't doel van eiken staatsburger, kiezer of
niet. Aan lectuur over deze wetenschap
ontbreekt het tegenwoordig niet. De min
der ontwikkelde vindt hier even goed iets
van zjjn gading als de meer ontwikkelde.
Het zou van groot belang zijn, zoo ver-
eenigingen daarop eens wilden letten. De
neiging tot lezen is aangewakkerd't is
nu maar de vraag wat zullen de honder
den, die in de winteravonden om lectuur
vragen, verkrijgen? Novellen en romans, ze
kunnen, met oerdeel gekozen, geen kwaad,
zelfs goed doen, maar vast voedsel bieden
ze weinig, 't Zijn in den regel vlinders
van één dag. Over eenige jaren kent men
ze niet meer.
Onze letterkunde heeft van deze tijdpas-
seering overvloed van kostelijke werken.
We herinneren aan Yan Lennep, mevr.
Bosboom en Cremer, zonder daarom ande
ren bij dezen achter te stellen. Zij hebben
werken geschreven, die men niet moe wordt
herhaaldelijk te lezen. Dat is hun grootste
verdienste. Boeken, die men, na ze eens
gelezen te hebben, niet ïneér tërügwehscht,
zijn de ware broeders niet. Zij moeten huis
vrienden worden. Tegenwoordig gaat dit
niet minder bezwaren gepaard, dan een 20,
30 jaren geleden. Onze beste auteurs zijn
tegen een derde van den prijs te koop,
dien ze vroeger deden. Die een stuiver per
week bespaart, kan op 't eind van 't jaar
zich vier a vijf schoone boekwerken aan
schaffen.
Als we 't wel hebben, wordt in ons land
slechts door één onzer politieke partijen
eenige werkzaamheid waargenomen in het
bèzighouden van jongelieden. Jongelingen
en jongedochters-vereenigingen treft men
alleen aan onder de anti-revolutionairen.
Ons komt het voor dat het zijn nut heb
ben kon, indien andersgezinden dit voorbeeld
eens ter harte namen. Er zijn in iedere ge
meente tal van jongelieden, die met hun
tijd geen raad weten gedurende de winter
maanden. Wanneer mén die eens kon ver
eenigen om samen te lezen öf iets te hooren
lezen, niet eens in de maand, maar weke
lijks, zou men een nuttig werk verrichten.
We bedoelen hiermee niet propaganda te
maken voor een of andere partij op staat
kundig of godsdienstig gebied. We hebben
alleen de jongelingsvereenigingen aangehaald
als een voorbeeld, hoe men werkzaam zijn
kan de jongelieden aangenaam en nuttig
bezig te houden. Ze hadden dan gelegen
heid zich in 't lezen van verschillende stuk
ken te oefenen, konden, wanneer de leiding
in bekwame hand gegeven werd, tusschen-
beide eenige nuttige kennis opdoen, en op
onze nutsavonden zou men wat meer variatie
hebben dan nu 't geval is, daar velen zeer
moeielijk te bewegen zijn den katheder te
bestijgen.
Lezen is een macht, die niet te hoog kan
worden geschat. Doch 't is er mee als met
vele zaken, men moet er niet aan ontwennen
of alle lust er toe raakt verloren.
Veel lezen is vermoeiing des lichaams,
maar het lezen van de woorden eens wijzen
dringt in ons gemoed als prikkels en nagels
in 'tvleesch en laat onüitwischbare sporen na.
En juist daarom is 't goed dat men, al
vorens zich aan 't lezen te zetten, voor
lichting vraagt van meer ontwikkelden, op
dat men niet het woord eens dwazen voor
dat van een wijsgeer aanzie en zijn koste-
lijken tijd te grabbelen werpt.
Buitenland.
De brieven van dr. Forbes Winslow, den
bekenden Engelschen psychiater, die steeds
heeft volgehouden dat »Jack the Ripper«
een aan godsdienstwaanzin lijdend mensch
moet zijn, die zich geroepen meent om de
wereldstad te verlossen van zedelooze vrou
wen, van tijd tot tijd in de »Tiiues« en
andere Londensche bladen verschenen,
hebben aanleiding gegeven tot zekere ont
dekkingen, welke de geheime politie van
groot gewicht beschouwt bij het vervolgen
van het onderzoek naar den geduchten
vrouwenmoordenaar.
Een heer, in het Noorden van Londen,
bij Finsbury-park wonende, heeft n.l. het
vólgende aan de politie meegedeeld»Ik
verhuur de bovenverdieping mijner woning
aan »enkele heeren«. In April 1888 huurde
een heer een groote slaapkamer èh beweerde
dat hij voor zaken uit Canada gekomen
was om éenigè maanden, misschien een vol
jaar, in Londen te blijven. Hij scheen rijk
te zijn. Hij werkte, tehuis zijnde, steeds
hij schreef over godsdienstige onderwerpen
en over openbare zedelijkheidsoms vulde
60 pagina's per dag. Als hij uitging
droeg hij nooit hetzelfde costuum van den
vorigen dag; hij had dan ook 9 pakken en
9 verschillende hoéden. Hij keerde 's nachts
laat in huis terug en maakte zeer weinig
gedruischzijn drie paar schoenen hadden
elastieke zolen, zoodat mén zijn vóetstappeü
niet kon hooren.
Den 7n Aug. j.l., (zoo ging de heer voort)
den dag waarop in Whitechapel een moord
plaats had, was mijn vrouw naar buiten
gegaan haar zuster voerde de huishouding.
Daar we mijn vrouw terug verwachtten en
en zij niet kwam, bleven we tot 's nachts
4 uur op toen we de huisdeur op dit uur
hoorden dichtslaan, gingen We haar, zooals
wjj meènden, tegemoet, maar we troffen
onzen huurder in dé gang, bleek, opge
wonden, omdat hij, volgens zijn zeggen, in
Bishopsgate aangevallen en van zijn horloge
beroofd was. Dit bleek échter onwaarheid
want den volgenden morgen lagen horloge
en ketting op zijn tafel. Zijn overhemd hing
voor den haard en blijkbaar had hij de
manchetten üitgewasséhenaan zijn zak
doek waren bloedvlekken te zien.
Eenige dagen daarna ging hij weg. Hij
moest terstond naar Canada terug, beweerde
hijeen leugen, want twee maanden later
was hij nog te Londen gezien.
In huis werd hij door iedereen als krank
zinnig beschouwd; vooral omdat hij over
vróuwen van verdracht allooi sprekende,
steeds beweerde, dat deze allen moesten
worden verdronken. Hij was steeds vol van
de zedeloosheid te Londen, vooral in de
East-end. Hij stond 's nachts dikwijls op,
liep dan heen en weer en zuchte en jam
mei de luid. Soms kwam hij 's nachts thuis
en wierp zich op een canapé, waar hij dan
kreunend en kermend bleef liggen. In de
lade van zijn linnenkast had hij drie ge
laden revolvers liggen. Als iemand onver
wacht zijn kamer betrad, liep hij steeds
angstig naar die kast en plaatste zich rug
waarts tegen de deuren.
Eenmaal zeide hij tot een der huisgenoo-
tenIk ben physiek zwak, maar mijn wils
kracht laat me nu en dan wonderen doen
en maakt 't mogelijk dat ik velen misleid.
Hij ontving eens een briefkaart, geteekend
Speurhond, waarin gezegd werd; Wij kun
nen het niet alleen af; wij wachten uw
hulp.«
Tot zoover de verhuurder, wiens laatste
mededeeling dr. Winslow's beweren schijnt
te bevestigen, dat de krankzinnige, indien
een zoodanige in 't spel is, waarschijnlijk
handlangers heeft.
Wat is nu verder omtrent den onbekenden
huurder gebleken In stede van naar Canada
te vertrekken, huurde hij in Woodgreen,
bij het Alexandra-paleis, kamers in een
kleine villa. Ook daar trok hij de aandacht,
schreef veel, ging nooit twee dagen na el
kander eender gekleed uit en kwam steeds
in 't holle van den nacht tehuis. In een der
moordnachten werd opgemerkt dat hij 's mor
gens pas te 5 uren in zijn woning terug
keerde, dat zjjn kleeding verward, zjjn jas
met bloed bevlekt was. Ook toen verhaalde
hij aan zijn mede-bewoners dat hij aange
rand en beroofd was. En opnieuw volgde,
na deze gebeurtenis, nog denzelfden dag,
zijn verhuizing.
Na zijn vertrek vond men in een lade
eenige tuiltjes verwelkte bloemen en zeer
eenvoudige vrouwelijke sieraden.
Waar is hij thans en wie is de onbe
kende? Men weet het niet. Naar zijn sig
nalement te oordeelen moet hij, den 30en
Aug. jl. in Bithoijsgate, bij Whitechapel,
een vrouw hebben aangesprokenhij bood
haar eerst één, daarna twee souvereigns,
als ze hem vergezellen wilde; zij weigerde,
omdat ze de zaak niet vertrouwde; zij meende
toch in den heer die haar aansprak den
man te herkennen die ze, na een der vorige
Whitechapel-moorden, 's morgens te 4 uur
op de binnenplaats van haar blokwoning
had gezien, in hemdsmouwen aan de wa
terkraan de handen wasschehde. De vrouw
had toen een heer, die voorbijging, haar
vermoeden geopenbaard, maar de vreemde
vogel was middelerwijl gevlogen!
Al heeft men, door al deze, inderdaad
zeer belangrijke aanwijzingen, dern verdachte
nog niet gevonden, de hoop dat hij ont
dekt zal worden is nu toch weer verleven
digd. En dat te meer, wijl >Jack the Ripperc
nog niet aan 't einde schijnt te zijn van de
taak die hij zich heeft gesteld.
Immers, gelijk vroeger gemeld is, ontving
eenigen tijd geleden de voorzitter van hét
Whitechapelvëiligheids-comité een brief van
Jack the Ripper, waarin deze meldde dat
hij den 18n October weder een misdrijf zou
begaan, wat evenwel niet gebeurd is. Die
zelfde voorzitter heeft nu evenwel het vol
gende schrijven ontvangen.
Waarde Boss! Gij zijt mij tegenwoor
dig in den weg. Whitechapel is al te veel
bewaakt. Ik kon den 18n geen karre weitje
waarnemen. Met dat al, ik zal het nu maar
binnenshuis opknappen. De uwe in haast.
Jack the Ripper.
Ook dr. Forbes Winslow ontving een
brief van denzelfden raadselachtigen persoon,
waarbij deze zegt
»Sir! Ik tart n, uit te vinden wie dé
moorden in Whitechapel dezen zomer be
dreven heeft niet de laatste. Gij hadt
beter gedaan naar uzelf te kijken, anders
kon Jack the Ripper u wel iets doen in
uw huis, voor het einde van December.
Bedenk nu wel, den 9n November zal er
een andere moord gesohieden, dus kijk maar
goed uit. Vertel maar aan heel Londen dat
den 8n of 9n e. k. weer een nieuwe ontr-
wijding zal plaats hebben, niet in Wbite^
chapel, maar toch in Londen Chapham
of het West-end. Schrijf poste restante,
Charing Cross aan P. S. R. Lunigi.«
Hij kondigde verder vóór Kerstmis een
persoonljjk bezoek aan dr. W. aan.
(Vad.)
De met het rooklooze kruid van den
Oostenrijkschen majoor der artillerie Schwab
genomen proeven hebben eene bevredigende
uitkomst opgeleverd. Naar gezegd wordt,
onderhandelt Duitschland over den aankoop
van het geheim der vervaardiging.
De proeven, in Oostenrijk met ecrasiet
genomen, zijn zoo goed geslaagd, dat de
nieuwe stof voor oorlogsgebruik is aange
kocht.
Gedurende een hevigen storm is Vrijdag-
avond te Glasgow een groote tapijtfabriek
ingestort, terwijl 140 vrouwen er binnen,
waren. Ongeveer 50 ontkwamende overi
gen werden onder het puin bedolven.
Officiëel wordt uit München de verloving
van Vorst Ferdinand met Prinses Amalia
van Beieren gemeld.
In de Fransche Academie van Genees
kunde is door prof. Proust mededeeling
gedaan van zijne zienswijze, aangaande het
gevaar, dat Europa te duchten heeft van
de in Klein-Azië voorkomende en zich in
Perzië uitbreidende cholera. Hij meent, dat
dit gevaar gering is van de zijde der Mid-
dellandsche en Zwarte zee, wegens de lang
zaamheid van het verkeer, maar ernstiger
van de Perzische grenzen en van de zjjdé
der Kaspische zee.
Hij wees op den ernstigen plicht, welke
op de Russische Regeering rust, om geen
middel onbeproefd te laten, dat de over
brenging dér ziekte in Rusland kan voor
komen.
De berichten over de cholera in Perzië
luiden ongunstig. De epidemie breidt zich in
het zuidwestén uit en nadert reeds Teheran,
ondanks alle pogingen door de overheid aan
gewend, om haar tot staan te brengen. Men
is bevreesd, dat reizigers en pelgrims de
cholera naar Rusland zullen overbrengen en
dringt daarom aan op het instellen eener
scherpe bewaking van de grenzen.
Tengevolge van on afgebroken regens vreest
men in Noord-Italië voor overstroomingen,
De Etch wast snel en Verona wordt weder
bedreigd; reeds staan de lagere wijken on
der water. - Ook de Po te Ferrara stijgt,
terwijl de regen aanhoudtop verscheidene
plaatsen zijn de dijken zeer beschadigd. -
Door een aardstorting is het spoorwegver
keer tusschen Genua en Turijn gedeeltelijk
gestremd. - Een begin van brand had plaats
in de Belgische afdeeling van Fraaie Kun
sten op de Parijsehe tentoonstelling. Drie
doeken werden door den rook beschadigd.
T
on Alteiia,
Langstraat en dc
lioiiiinelerwaaii
i
V4 VMfQI