*7 836. 7 ATE F If AG 9 NOVEMBER. 1889. Al 1 *lfU| II ft I Lull u Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Yeeuitvoer naar Amerika. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonne mentsprijs: per 3 maanden 1.00. verhooging. Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. zij, die zich nog op dit blad "wen.se lien te abonneeren ontvangen de verschenen nommers van het Feuille ton gratis. 33ovendien wordt lmn de Courant slechts van af 15 Nov. in rekening {gebracht. Heden wordt het 2e nummer van het ^Feuilleton aan onze lezers verzonden. Wij maken er hen nogmaals attent op, dat zij, door deze nummers te bewaren, gratis een zeer boeienden roman bekomen. DE UITGEVER. Reeds sedert eenige jaren beeft de uit voer van fokvee naar Amerika in ons land de aandacht getrokken en vele landbou wers, vooral in Friesland en Noord-Holland, hebben er hunne beste krachlen nangewijd om eene uitvoermaatschappij in bet leven te roepen. De belangrijkheid van den vee- uitvoer naar Amerika wordt dan ook met den dag grooter. Amerika heeft, wat vee aangaat, in zijne verschillende streken ook verschillend vee noodig. In de meer wes telijk gelegen Staten heeft het groote be hoefte aan de verbetering zijner inheemsche runderrassen, zoodat reeds daar tal van kruisingen hebben plaats gehad. De eerste proeven, welke men in Amerika nam om het vee te verbeteren, geschiedden door den invoer van Engelsche rassen en wel met Shorthorns en Herefords. De kruisingspro ducten hierdoor verkregen, waren echter niet voor al de verschillende toestanden van bodem en klimaat geschikt en vooral niet j in overeenstemming met de behoeften in sommige streken. De oorzaak hiervan was gelegen in de eigenschappen van het inge voerde vee. De Shorthorns en Herefords bezitten bo venal de eigenschap, dat ze zeer geschikt zijn voor vetmesting, maar minder doelma tig voor melkopbrengst. Geen wonder, dat men later sterk verlangde naar den invoer van goed melkvee. Amerika yraagt in zijne verschillende strekenle. koeien met groote boteropbrengst; 2e. koeien met groote melk opbrengst; 3e. vee voor 't vetmesten op opene weilanden van het westen; 4e. vee voor 't vetmesten in de reeds beteelde stre ken, waar men wintervoedering kan heb ben. Wat de koeien betreft met groote boteropbrengst, hebben de Jersey's, uit En geland in Amerika ingevoerd, een goeden naam. Wil men dus van uit ons land koeien invoeren met groote boteropbrengst, dan moeten zij minstens gelijk zijn aan de Jersey's. Er zijn er van dit Engelsche ras ook in ons land ingevoerd en er zijn voorbeelden van, dat men op stallen met zulke koeien niet minder dan 1 kilogram boter uit 16 liter melk bereidde en dat nog wel bij eene gewone voedering. Men bedenke dus wel, als men in dit opzicht vee naar Amerika wil uitvoeren, of het werkelijk in staat is met de Jersey's te wedijveren. Ons vee Lan echter, wat melkrijkheid aangaat, zon der op het vetgehalte te letten, zeer goed in aanmerking komen voor den uitvoer naar Amerika. En dat dit werkelijk het geval h, bewijzen de vele inkoopen, die de Ameri kanen reeds jaren lang hebben gedaan in Noord-Holland. Het Friesche vee vooral vindt onder den naam van »Holsteinsch vee nit Hollandin Amerika veel aftrek. Wat het vee voor vetvorming aangaat is voor ons van weinig belang, omdat ons vee in dit opzicht voor ander vee verre moet onderdoen. Het komt er nu maar op aan afzet van zijn vee te krijgen, en hiertoe moet men de han den iueen slaan. Eendracht maakt macht. Veefokkers en fokvereenigingen moeten hun best doen om op tentoonstellingen de aan dacht te doen vestigen. Onbekend maakt onbeminddaarom geen kosten ontzien om vee naar tentoonstellingen te voeren en ook afbeeldingen, alsmede eene beschrijving van het ras moeten opgenomen worden in de voornaamste Landbouwbladen in Amerika. Daardoor zal de aandacht op ons vee vallen en weldra zal bet koopers vinden. Maar, zal iemand mij misschien zeggen, het vee in onze omgeving is waarschijnlijk niet geschikt, omdat het niet aan de strenge eischen vol doet, en wij kunnen toch niet tegen het vee uit het Noorden van ons land op. Misschien hebt gij gelijkmaar toch ook maar mis schien. Hoe is, zoo vraag ik, het vee in Friesland en Noord-Holland geworden, wat het is? Dat heeft in de eerste plaats goede verpleging en een verstandige aanfok gedaan. Wat toch is in den regel het geval. De veehouder tracht zijn vee door paring te vermenigvuldigen, maar verliest daarbij door gaans uit het oog, dat hij zijn veestapel ook moet trachten te veredelen. Deze ver edeling mag het allerminst uit het oog wor den verloren, wanneer men niet voor eigen gebruik, maar tevens voor den handel aan- fokt. Om zijn vee te kunnen veredelen, is in de allereerste plaats noodig dat de fokker zorgvuldig kiest, indien hij dieren met el kander wil laten paren. In de meeste ge vallen is de landbouwer in de keuze zijner fokdieren beperkt tot de dieren van dezelfde soort, dat zijn zulke dieren, die, met elkan der parende, jongen voortbrengen, welke onderling ook weder voortteelen. De dieren van dezelfde soort kunnen echter onderling zeer van elkander verschillen. Vergelijkt daartoe slechts een Drentsche en een Gro ninger koe. Brengt men een Groninger koe naar elders, dan zal het dier geheel het karakter aannemen van het vee, dat daar gevonden wordt, kleur, enz. uitgezonderd. Brengt men een Veluwsch schaap naar anderen over, dan zal het ook wel veran deren, maar toch zijn langen staart niet tegen den korten verwisselen. Zulke dieren die in hun bouw van elkander verschil len en dit verschil behouden, al worden ze in eene andere luchtstreek geplaatsl, behoo- ren tot de verschillende natuurlijke rassen. Nu heeft de mensch door bizondere leidin^ O naast en uit deze natuurlijke rassen de fok- rassen doen ontstaan. Wordt nu een fokras naar elders overgebracht, dan kan het ook wel veranderen, maar als men het op on geveer gelijke wijze voedt en verpleegt als in zijn geboorteland, dan behoudt het zijne kenmerken vrij goed. Bezit men nu een ras of een slag van vee, dat wat melkrijkheid of andere eigenschappen aangaat, voor ver betering vatbaar is, dan moet men kruisen, d. i. zijn vee laten paren met vee van een ander ras, dat genoemde ot begeerde eigen schappen in hooge mate bezit. Door kruisen heeft men das ten doel ;n dit geval althans eigenschappen in het te verbeteren ras over In Engeland laat men by den aanfok van het Durham vee steeds de verschillende krui singsproducten, dus dieren van gemengd bloed, met elkander paren en men kiest daarbij de beste dieren uit de verschillende stammen of familiën van dit ras uit., 't Ge makkelijkst is het aanfokken in zuiver ras en tevens is men daarbij het meest verzekerd, dat de nakomelingen de meest gewaardeerde eigenschappen bezitten van de ouders. Bij de kruising gaan de eigenschappen van de ouders minder zeker op de nakomelingen over, zoo dat er veel kennis en overleg noodig is om datgene te verkrijgen, wat men wenscht, namelijk overeenkomst tusschen de aange- fokte dieren en een zekere standvastigheid in de overerving der eigenschappen. Om een be staand ras te verbeteren voert men telkens nieuwe mannelijke dieren in. Heeft men een stier van een vreemd ras ter veredeling van zijn vee ingevoerd, dan kan men dezen stier ook ais dekstier gebruiken voor de vrouwe lijke runderen uit de paring geboren, of men kan een springstier aanhouden uit de eerste kruising. In dit geval zijn de dieren na aan elkander verwant en uien spreekt van eene paring in bloedverwantschap. Op deze wijze bereikt men het spoedigst zijn doel zooals de gebroeders Colling in Engeland met hun vee hebben bewezen. Er zijn echter aan eene der gelijke wijze van fokken nadeelen verbonden, vooral als de verwantschap zeer nauw is. Een ziekelijk gestel, zwakke ademhalings-werk- tuigen, onvruchtbaarheid zijn geen ongewone verschijnselen bij de paring in bloedverwant schap. Vermijdt men echter de familieteelt, dan is zulk eene wijze van fokken zeer aan te raden. Daarom moet men van tijd tot tijd een mannelijk fokdier aankoopen, opdat er bloedverversching plaats hebbe. Bij het aan fokken zorge men er zooveel mogelijk voor dat de dieren, welke men laat paren, zonder, gebreken zjjn. Daarom moet men niet alleen het uiterlijk aanzien raadplegen, maar ook letten op de afkomst der dieren. Het aan leggen van een stamboek zou hier zeer nuttig zijn. Let de fokker nu op het een en ander, dat wjj hier hebben aangegeven, dan kan hij zijn veestapel wel degelijk veredelen; en waarom zouden wij dan ook hier geen dieren kunnen fokken, die voor Amerika dienst konden doen? Reeds is er hier en daar ook in onze waard een verandering ten goede zicht baar, maar toch wordt er bij den aanfok niet genoeg gelet op de eischen voor eene voor- deelige en doelmatige voortteeling. A. KARS. IS ia i tenia lid. Te Brussel is verschenen een brochure van den professor aan de krijgsschool Girard »La Belgique et la guerre prochaine,« waarin hij betoogt dat de werken aan de Maas veeleer een gevaar dan een waarborg zijn voor België. Krachtens het militair protocol van Mei van Nov. 1818, waarvan de be palingen werden overgenomen in het geheim artikel van de conventie van 1831, heeft Pruisen het recht, in geval van oorlog, Hoey, Dinant en Namen te bezetten, zoodat de nieuwe versterkingen juist zouden strekken ten voordeele van Pruisen. Maandag was de dag, waarop volgens de vroeger getroffen schikking voor de sjouwers in de Londenschc dokken de loonsverhooging met eenea stuiver per uur is Ingegaan. Ter stond echter werden er door het volk weder East India Doek verkozen de leden der »Union« niet gezamenlijk aan het werk te gaan met de niet-ledenzij staakten dus den arbeid, doch keerden in den namiddag terug. Verder ontstond er ook geschil over het nachtwerk, doordien namelijk het volk op de lichters eene karrewei betaald wilde hebben voor eenen ganschen nacht. Lord Brassey, die zich verdienstelijk maakte als bemiddelaar, verklaarde dat hij de patroons tot deze voorwaarde niet kon binden. Hierop gaven de arbeiders hunne sleutels af, als een eerste stap tot eene nieuwe werkstaking, naar men vreest. Gelijk reeds met een enkel woord is ge meld, heeft in 't noorden van Engeland en in Schotland Vrijdag een hevige storm gewoed. Te Glasgow stortte daardoor de weverij in van de heeren Templeton, welke in aanbouw was, met dit gevolg, dat de puinhoopen neervielen op een aangrenzende werkplaats, waarin 150 vrouwen aan den arbeid waren. De meeste metselaars, die aan het gebouw werkten, waren juist naar huis gegaan, toen de muren bezweken, maar de werksters kon den zich allen niet meer redden. De brand weer was spoedig ter plaatse en ruimde het puin op, terwijl het geheele terrein elec- trisch verlich werd verlicht. Zoo gelukte het nog eenigen der werksters levend te voor schijn te brengen. Velen echter waren er in geslaagd bij het eerste alarm buiten het gebouw te komen, maar toch waren er nog minstens vijftig, die door de invallende mu ren waren bedolven. Ondanks de spoedig verleende hulp zijn deze vijftig vrouwen bijna allen omgekomen. Natuurlijk verspreidde de tijding van het ongeluk groote ontsteltenis in de geheele stad. Een talrijke menigte verzamelde zich terstond in de nabijheid der fabriek, maar de politie zorgde, dat de nieuwsgierigen op behoorlijken afstand werden gehouden. Wat eigenlijk de oorzaak is van het ongeluk, is nog niet uitgemaakt. Er woei een vrij hevige storm, maar men beweert, dat het ongeluk niet zou geschied zijn, indien de noodige voorzorgsmaatregelen, welke noodig zijn bij het oprichten van groote gebouwen, behoor lijk in acht waren genomen. Ook wordt het ongeluk toegeschreven aan de zwakke fondamenten, doch, wat de oorzaak ook zijn moge, weer zijn daardoor vijftig menschenlevens verloren gegaan. Vol gens de laatste berichten zijn reeds 20 lijken gevonden, maar er bestaat niet de minste hoop, dat de overige werksters, die nog ver mist worden, levend uit de puinhoopen zul len worden te voorschijn gebracht. De scheepstimmerlieden te Hamburg heb ben den arbeid gestaakt. Zij vragen voor den winterdag hetzelfde dagloon als des zomers. De patroons wilden dezen eisch niet inwilligen, en daarop weigerden ongeveer duizend scheepstimmerlieden den arbeid voort te zetten. De patroons zouden wel geneigd zijn des winters hooger dagloon te betalen, indien de timmerlieden daarvoor even lang willen werken als des zomers. Aan het Duitsche ministerie van oorlog heerst een groote drukte. De minister van oorlog heeft gelast, dat alles in gereedheid gebracht moest worden voor de nieuwe 'legerorganisatie, met dien verstande, dat, /„oodra de Rijksdag de wijzigingen in de militaire wetten heeft goedgekeurd, die noemingen en verplaatsingen direct in wer king kunnen treden. Een bekwaam machinist in Duitschland lijdt aan een hoogst zeldzaam voorkomende ziekte, die door Engelsche geneeskundigen spoorwegruggemergtering genoemd wordt. Deze gevaarlijke ziekte had bij den bedoelden persoon de volgende >ï>orzaak Toen hij op 23 November van het vorige jaar op een trein een bocht omreed, be merkte hij plotseling 50 meter voor zich uit de roode lichten van een trein, die in het station stond. De man had de tegen woordigheid van geest, dadelyk te remmen, zoodat een botsing vermeden en het leven van een groot aantal reizigers gered werd. In deze oogenblikken echter overmees terden hem een ontzettenden ontroering en schrik, daar hij, met den dood voor oogen de ontzaglijke verantwoordelijkheid gevoelde, die op hem rustte. Al deze gewaarwordin gen van schrik, ontroering, vrees en plichts gevoel werkten in deze oogenblikken samen, maar toch kon hij zijn werk voortzetten en ondervond voorloopig niets dan sterke sid dering in de beenen. Nog omstreeks vijf dagen bleef hij op zijn post tot zich lang zamerhand alle kenteekenen der bovenge noemde ziekte vertoonde. De machinist, die in zijn 15-jarigen dienst tijd misschien geen 10 dagen ziek was, is thans geheel in de war, niet tot eenig werk in staat en voor zijn beroep geheel verlo ren. Hij is sterk vermagerd, sleept zich niet dan met moeite voort en spreekt lastig en stotterend. Behalve een reeks van andere storingen in de voeding, het geheugen en den slaap is overal eene sterke verminde ring der gevoeligheid opmerkelijk. De beenen zijn tot de knieën gevoelloos en de eenmaal krachtige man is hulpeloos als een kind. Omtrent de samenkomst van den rijks kanselier von Bismarck met den Oosten- rijkschen minister van buitenl. zaken Graaf Kalnoky, beweert men te weten dat von Bismarck aan zijnen gast heeft verzekerd dat de Czaar blijk heeft gegeven van de meest vredelievende bedoelingen, maar dat hij zich, wat de Bulgaarsche quaestie betreft, niet tot toenadering heeft bereid verklaard. Eene erkenning van prins Ferdinand als vorst van Bulgarije zou dus voor het oogen- blik onmogelijk zjjn. Von Bismarck moet daarom den wensch hebben uitgesproken dat Oostenrijks staatkunde, ten opzichte van het Oosten, minder handelend ware. Voorts zou von Bismarck de organisatie van het Oostenrijksche leger in de bijzonderheden zijn nagegaan en er op hebben aangedrongen dat die geheel als bij het Duitsche leger werd ingericht. Ook zouden besprekingen hebben plaats gehad ten aanzien der weder- zydsche douane-tarieven. Twee gevangenen in de Fransche straf kolonie in Australië zijn ter dood gebracht, wegens moord op een medegevangene, zeke ren Menesson. Zjj hadden den man beetge pakt en vastgebonden en, terwijl de een Menessods hoofd tegen een steen aandrukte, had de ander hem het hoofd afgezaagd met het scherpe deksel van een inmaakpot. De gruweldaad duurde een kwartier en werd gepleegd ten aanzien van een aantal ge vangenen. Ten einde tegemoet te komen aan den lijdenden toestand der nij verheid in Hongarije, VOOR cii lie Franco per post zonder prjjs- Kï-rvn nf ic,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1