ZATERDAG 30 NOVEMBER.
1889.
Hl
||j s&gga
Pt lllf
m lllf
VOÜB
Uitgever: L. J. YEEBMAH, Heusden.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
CJ.O
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
Ten einde vooruit te bepalen hoe 't weer
zijn zal, hebben de menschen eeuwen lang
zich gewend tot de meest verschillende voor
werpen op aarde en aan 't hemelgewelf,
't Is alsof ze meenen dat de dieren des
velds, die in weer en wind steeds buiten
zijn, daarvan beter op de hoogte kunnen
wezen dan wij, of dat de sterren aan den
hemel, die op ons neerzien, het weer ook
wel vooruit zien aankomen of dat althans
de maan er meer van weet dan men haar
zoo op het eerste gezicht aanzeggen zou.
Kort geleden kon men als het oordeel van
een buitenman in een onzer groote bladen
lezen, dat de winter weldra met groote
Strengheid zijn intocht zou houden, omdat
de muizen in hunne holen zich teruhtrok-
ken. Die man vertrouwde op de voorzeg
gingskunst der onnoozele muizen, de stads
bewoners eten alles, wat een buitenman van
't komende weer belieft te voorspellen, als
zoete koek op en zoo zijn er op aarde tal
van menschen, dieren en dingen, die als
specialiteiten in de weervoorspellingskunst
gelden.
We behoeven bijna niet te zeggen, dat
we aan deze kunst absoluut geen geloof
hechtendat we aan de dieren in dat op
zicht zoomin vertrouwen schenken als aan
de menschen, dat we noch aan de weten
schap der muizen, spinnen of kikvorschen,
noch aan die van schaapherders, koewach
ters, matrozen of visschers gelooven. Ieder
die behoorlijk nota houdt van hetgeen hem
deze specialiteiten omtrent het weer voor
spellen, zal na een vol jaar zijn geloof zien
wankelen en verdwijnen.
We moeten de kunst dus hooger opha
len, en komen zoo van zelf op de maan.
De zachte lieve maan, die zoo vertrouwe
lijk gedurende de lange winternachten op
ons neerblikt, die als 't ware alles hoort en
ziet wat er op onzen aardbol plaats heeft,
als we die eens vroegen wat ze van 't weer
denkt?
Die vraag is zoo natuurlijk als eenvou
dig. Men heeft ze reeds eeuwen geleden
gedaan en sinds onheugelijke tijden is de
maan een weerprofetes voor ons aardlingen.
In de vorige eeuw is door een Italiaansch
geleerde een werk geschreven over dat on
derwerp en deze kwam tot het resultaat,
dat van elke zeven nieuwe manen zes, en
ran elke zes volle manen, vijf met weers
veranderingen gepaard gaan. Ieder, die
echter tracht nauwkeurig te bepalen wat
men door de vage uitdrukking weersver
andering te verstaan hebbe, zal spoedig
inzien, dat zulk een resultaat bedroefd wei
nig beteekent.
De Genestet schreef: »straks komt een
wijzer die 't wegredeneert*. En zoo zijn er
ook later wijzen gekomen, die deze maan-
profetie niet alleen weg-, maar doodgerede-
neerd hebben.
Een van de betrouwbaarsten is de En-
gelschman Streinz, die twintig jaren lang
op de sterrenwacht te Greenwich de
beste van Europa de maan bespied en
kend heeft. Zijn slotsom is deze: »De maan
oefent op de verandering van den barometer
van regen en wind niet zulken invloed,
dat wij dien met onze instrumenten kun
nen nagaan. Mocht ze derhalve invloed op
onze weersgesteldheid hebben, dan is deze
zoo uiterst gering, dat hij als niet beschouwd
kan worden.
Deze uitspraak van een nauwgezet waar
nemer, verwijst al wat van de maan ver
haald wordt, naar de afdeeling sprookjes
en bakergeschiedenissen.
Naar onze meening echter doet een een
voudige redeneering reeds hetzelfde. Zoo ge
een ouderwetschen Enkhuizer almanak bij
de hand hebt, vindt ge daarin bij elke maans-
verandering tevens een weervoorspelling naar
vaste regelen door zekeren sterrenkundigen
Hollowy neergeschreven. Leg nu deze voor
spelling naast het weerbericht dat per tele
graaf op Zaterdag 23 Nov. uit alle oorden
van Europa in de dagbladen gepubliceerd
werd, juist op een morgen toen 't nieuwe
maan was en ge zult terstond de onmoge
lijkheid inzien daaromtrent iets te voorspellen.
Men vindt er toch, dat de lucht hier helder
ginds licht bewolkt, elders zwaar bewolkt
was, dat 't op de eene plaats mooi weer,
op de andere mistig weer was, terwijl 't op
weer andere regende.
Laat ons dus de maan met rust laten en
eerst vragen waarvan eigenlijk 't weer af
hangt om daarna te komen tot de weervoor
spellingen gelijk ze thans gegeven worden.
En dan wenden we ons tot een heel andere
bron, een bron, die door alle volken in den
eersten tijd van hun bestaan, als de moeder
van al 't geen is, werd beschouwd, vereerd
en aangebeden. Die bron is de zon van welke
we licht en warmte ontvangen. Het is uit
sluitend de zonnewarmte, die den wind regelt,
die regen uitdeelt en droogte veroorzaakt.
Wanneer op aarde land en water regelma
tig verdeeld was, wanneer hoogten en laagten
regelmatig elkaar afwisselden, zou het de
wetensschap niet moeilijk vallen de regelen
op te sporen, volgens welke de verschillende
winden waaien. Dan zouden ook alle landen
hunne natte en droge jaargetijden hebben,
gelijk dat het geval is met onze bezittin
gen in Oost-Indië. Nu evenwel dat alles,
althans naar ons begrip, zeer onregelmatig
verdeeld is, nu zijn de wetten, volgens welke
winden waaien en de regentijd afwisselt met
droogte, zóó moeilijk te vinden, dat alleen
door samenwerking van alle belangstellenden
over de geheele aarde, 't mogelijk zal zijn
die wetten op te sporen.
De twee voornaamste hulpmiddelen daarbij
zijn de barometer en de telegraaf. De baro
meter, in den regel ook al als weervoor-
speller misbruikt, is een werktuig dat alleen
aangeeft, de drukking der lucht. Eiken dag
ontvangt het weerkundig instituut te Utrecht
uit de meest verspreide plaatsen opgaven
omtrent de hoogte van den barometerstand,
de richting van den wind, den toestand der
lucht, de temperatuur en van vele ook de
hoeveelheid gevallen regen.
De hoogte van den barometer varieert
tusschen 760 en 780 rnM. Zoo was het
althans op bovengemelden dag. Wat doet
men nu op het instituut? Men neemt een
kaart van Europa, waarop alleen de weer
kundige stations geteekend zijn en schrijft
bij elk de hoogte van den barometer. Ver
volgens trekt men lijnen over de getallen
die gelijk of ongeveer gelijk zijn en aldus
lucht in ons werelddeel. Men vindt dan be
paalde gedeelten waar de drukking licht,
andere waar ze zwaar was. Op 23 Nov.
vond men b.v. lager stand boven Enge
land, Noorwegen en Zweden.
Daar nu telken dage zoo'n kaart kan
geteekend worden, is men in staat na te
gaan hoe zich de gebieden van hoogen en
lagen stand verplaatsen en is men tot de
wetenschap gekomen dat het gebied van
lagen stand in den regel uit den Atlanti-
schen Oceaan komt en in oostellijke of
noordoostelijke richting over Europa heen
trekt. Slechts een enkele maal is de bewe
ging van het noorden naar het zuiden en
nog zeldzamer van het Z. O. naar het N.,
dat zijn echter uitzonderingen. Zeker is het
dat de Oceaan tusschen ons werelddeel en
Amerika de moeder van onze weersgesteld
heid is.
En dan staat ook het volgende vast
Wanneer men volgens de telegrafische op
gaven van het weerkundig instituut over
Europa lijnen en cirkels trekt die de ge
bieden van hoogen en lagen barometerstand
aangeven en men legt een horloge op het
gebied van lagen stand of met andere woorden
op de streek waar een depressie heerscht,
dan zal om die streek de wind waaien juist
tegengesteld aan den weg dien de wijzers
van het horloge volgen, dus van het westen
door het zuiden en oosten naar het noorden.
Dat is een zeer gewichtige ontdekking
want dewijl het gebied van lagen barome
terstand voortschrijdt, kan men thans met
zeer groote kans van zekerheid voorspellen
uit welken hoek de wind waaien zal op de
volgende dagen.
Van een groote waarde is ook 't geen
men omtrent den wind heeft opgemerkt op
het gebied van hoogen stand. Daaromheen
n.l. waait de wind in dezelfde richting als
de wijzers van het uurwerk dus van het
westen door noord en oost naar het zuiden.
En eindelijk nog dit, dat de wind het
hevigst is op de streken waar de gebieden
van hoogen en lagen stand elkaar naderen
en het zwakst waar deze het verst van
elkaar verwijderd zijn.
Laat ons eens vooronderstellen dat te Parijs,
Bayonne, Lissabon, Algiers, Sicilië, Rome en
Genua de barometer op zekeren morgen
760 mM. hoog staat, dan vormt de lijn
over deze plaatsen getrokkeu, een cirkel,
die het gebied van lagen barometerstand
aangeeft, een depressie.
Verder dat te Amsterdam, Londen, Dublin,
IJsland, Bergen, Stockholm en Bremen de
barometer 778 mM. wijst, dan vormt de
cirkel over deze plaatsen getrokken, het ge
bied van hooge drukking.
Zoo men dit heeft aangeteekend, weet
men daaruit reeds hoe op bovenstaande
plaatsen de wind waait. Op de grenzen van
het eerste gebied n.l. tegen den uurwijzer
in, op die van 't laatste met dezen mee.
De wind is dan te Parijs Z.O., te Lissa
bon N.O., te Rome Z.; te Amsterdam O.N.O.,
enz. De plaatsen waar de cirkels elkaar
't meest naderen, zijn Parijs en Amsterdam,
daar zal de wind op z'n hoogst zijn, ter
wijl deze te Algiers en Stockholm het zwakst
wezen zal.
Eindelijk zal men in de plaatsen rond en
in het gebied van hooge drukking een hel
deren hemel aantreffen, daarentegen in het
oord van lage drukking een bewolkten,
regenachtigen. Die heldere hemel is in den
"winter van strenge vorst en de waterdamp
in het gebied der bewolkte lucht, brengt in
den winter warmte aan, terwijl hij in den
zomer de zonnewarmte verhindert door te
dringen en dus koude veroorzaakt.
Uit het voorgaande bljjkt dat men dus
tameljjk zeker weer en wind voorspellen
kan indien men dag op dag de gebieden
van hoogen en lagen druk nagaat. Wij
zeggen met opzettamelijk zeker, want niet
altijd geschiedt het verplaatsen der depres
sies zoo eenvoudig als we 't hier voorstel
den. Integendeel komen dikwijls onverwachte
storingen voor, slaat de depressies een an
deren weg in dan men vermoedde, wordt
de wind heviger dan men verwacht had en
komt dikwijls regen voor in streken waar
men dien niet voorzag. De nieuwe methode
om 't weer te voorspellen toch is nog jong
en 't aantal stations tamelijk klein. In
Amerika is men daarin Europa ver vooruit;
daar is dit alles staatszorg en worden de
stations dooi militairen bediend. Dat ons
land op dit gebied een goeden naam heeft,
dunken we voornamelijk aan prof. Buijs
Ballot, wiens naam een Europeesche ver
maardheid bezit.
De correctioneele rechtbank te Antwer-
werpen deed uitspraak in het proces tegen
Corvilain, den eigenaar, en De Launay, den
ingenieur-directeur van de door ontploffing
verwoeste patronen-werkplaatsen. De eerste
werd veroordeeld tot een gevangenisstraf
van 4 jaar en 6 maanden, de laatste tot
een schadevergoeding van 12,000 frs. en in
de kosten.
In de Westfaalsche kolendistricten wordt
opnieuw voor een werkstaking gevreesd.
In het geval dat zij werkelijk doorgaat,
zal de bepaling, dat het werk 14 daag van
te voren opgezegd moet worden, streng ge
handhaafd worden. De hoofdoorzaken dezer
nieuwe werkstaking zijnde uiterst druk
kende bepaling, omtrent den werkman, die
buiten dienst is geraakt, en de slechte na
koming der beloften, welke door de werk
gevers, bij het einde der eerste werkstaking,
gedaan zijn.
In officiëele kringen wordt veel gespro
ken over het plan van den Duitschen Keizer
om zich te Frankfort te laten kroonen. Den
19en Januari van het volgend jaar zal de
plechtigheid dan in den Römer plaats heb
ben, op dezelfde plaats dus, waar vroeger
de Keizers van het Heilige Roomsche Rijk
zich lieten kroonen. Alle Duitsche vorsten
zullen daarbij tegenwoordig moeten zijn.
Bij de begrooting der Duitsche Koloniale
politiek werd de staatssecretaris heftig aan
gevallen door de afgevaardigden der Vrij
zinnigen. Deze verklaarden zich voor totale
opheffing dezer buitenlandsche politiek. Graaf
Bismarck antwoordde ten opzichte der Duit
sche nederzettingen in Zuidwest Afrika:
Ware ons landbezit daar volkomen waar
deloos, de Kapenaars zouden niet zooveel
ijver toonen om er zich te nestelen. Ik
hoop dat de Kaapsche avonturiers, zoodra
de Duitsche beschermingstroepen er maar
eerst versterkt zullen zijn, ons er niet meer
lustig zullen vallen. Voor het overige herin
ner ik, tegenover de geringe waardeering
van dit land, welke waarde men in vroeger
ge veer 150 jaar na zijne ontdekking lag
dit nog nagenoeg geheel braak, en ondanks
de treurige ervaring van jaren achtereen
hebben de Hollanders daar volhard en het
land, dat vroeger eene woestenjj was, is
thans, hoofdzakelijk door de vlijt der Hol-
landsche Boeren, een bloeiende kolonie ge
worden. Later zijn die Hollandsche Boeren
naar de Transvaal verdrongen, en dit ge
bied, dat indertijd door een Engelschen gou
verneur ook volstrekt waardeloos werd ge
noemd, is thans een snel in welvaart toe
nemend land, waar ook vele Duitschers een
bestaan vinden. Hetzelfde zou men van
vele andere landstreken kunnen zeggen, die
vroeger als eene soort van Sahara-woestijn
werden beschouwd, doch door vljjt en vol
harding een vruchtbare bodem geworden
zijn. De langzame ontwikkeling onzer ko
loniën moet er dus de heeren afgevaardigen
niet toe brengen,- terstond een ongunstig
oordeel over onze koloniale beweging te
vellen.»
Men zegt, dat de hertog van Edinburg,
te Coburg op de jacht zijnde, een der gasten
gewond heeft; de hertog verkeerde, wat hem
wel meer overkomt, in een toestand van
overspanning, die het ongeluk leidde.
Uit Belgrado wordt bericht, dat roovers
een trein aanvielen, die 10 millioen aan
goud, bestemd voor de regeling der Bul-
gaarsche schuld, bevatte. Na een gevecht
tusschen het personeel van den trein en de
roovers, namen dezen de vlucht.
Terwijl de Brazilaansche republiek door
eenige Staten erkend wordt, is dit bij En
geland niet het geval; immers toen een te
Plymouth gelegen Braziliaansch oorlogschip,
bij gelegenheid der verwisseling der oude
in de nieuwe vlag, eenige saluutschoten
loste, beantwoordde de Engelsche marine
autoriteit deze niet, en verzocht zelfs de
vlag neer te halen.
In Afrika worden jaarlijks minstens 65000
olifanten geslacht, die een kwantiteit ivoor
opleveren tot een waarde van 10,200.000
gulden.
Buiten Afrika wordt weinig ivoor ver
schaft.
De nadering der cholera naar de Turksche
grenzen, bakrt in het Oosten onrust, of
schoon de ziekte in Mesopotamië afneemt
en ook in Perzië niet bijzonder snel toeneemt.
Te Konstantinopol is bericht ontvangen
dat de stoomboot India,* met 500 Maho-
medaansche pelgrims aan boord, in de
Aegeische zee is gezonken. Alleen de kapi
tein en twee passagiers konden zich redden.
Volgens de »Vossische Zei tg.zal met
1 Mei van het volgende jaar eene algemeene
werkstaking in het gansche Duitsche rijk
uitbreken, ten einde op die wijze tot de
invoering van een normalen arbeidsdag van
acht uren te geraken.
De vermaarde verzameling pijnbankwerk
tuigen te Neurenberg zal weldra de oude
speelgoedstad verlaten. Eenige Engelsche
geldmannen hebben de merkwaardige collectie
gekocht. Zij zullen haar in de voornaamste
steden van Europa laten zien en haar daarna
verkoopen, misschien ook een museum er
voor inrichten. Er werden uit Berlijn on
derhandelingen gevoerd over den aankoop
van de verzameling; maar de Engelschen
zijn de Duitschers vóór gfisjeast
en Altoiiii.
lie
en de
Doiiuuelerwaail
Franco per post zonder prijs -
-Buitenland.