M 881.
WOENSDAG 16 APRIL
Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden.
1890,
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Door den beer Henry Tindal een militaire
specialiteit en schrijver van eenige op dit
gebied belangrijke brochures, is onderstaand
adres aan de Tweede Kamer verzonden, bet
geen we op verzoek gaarne in zijn geheel
laten volgen.
Geeft met versehuldigden eerbied te ken
nen, Henry Tindal wonende te Amsterdam
(No. 12 Sarpbatikade);
dat bij voortdurend op verschillende wijze
de aandacht van de Regeering, de volks
vertegenwoordiging en van geheel bet volk
heeft trachten te vestigen op het groote
gevaar dat onze onafhankelijkheid onder de
tegenwoordige omstandigheden moet loopen
bij het uitbreken van een oorlog.
Wanneer men alleen nagaat welke mid
delen Adressant hiertoe te baat nam in de
laatste jaren, de jaren 18881889 en 1890,
dan ziet men dat hij geschriften deed toe
komen aan de Regeering en Volksvertegen
woordiging, dat hij tal van geschriften
openbaar maakte, een memorie zond aan
Z. M. den Koning, requesten aan beide
Kamers der Staten-Generaal, dat hij tal van
openbare lezingen hield, enz. enz.
Bij al deze gelegenheden deed hij opmer
ken hoezeer de residentie, de zetel van het
kiijgsbestuur, blootstaat aan een bombar
dement.
Hij wees er op welke treurige gevolgen
het hebben zoude als een eventueele vijarid,
bij den aanvang van den oorlog, hiertoe
overging.
Het is hem tot nu toe niet mogen ge
lukken gedaan te krijgen dat in dezen ge
vaarvollen toestand eenige verandering werd
gebracht. Al hetgeen hij in het belang van
het vaderland ten berde bracht, gaf zelfs
nog niet aanleiding tot eene ernstige be
spreking. Alleen vernam hij, dat naar het
oordeel van de Regeering, eene dergelijke
beschieting van den Haag nooit zoude plaats
hebben, daar dit, volgens de Regeering, ge
heel in strijd zouden zijn met het volkenrecht.
Deze opvatting van het volkenrecht werd
door Adressant met nadruk bestreden en
wel voornamelijk op de volgende gronden
lo. Den Haag is de zetel van de Regee
ring, al de bureaux van het Departement
van Oorlog en van het Departement van
Marine zijn daar gevestigd. Van uit den
Haag worden de bevelen gegeven tot mo
bilisatie van het leger, concentratie der
troepen, enz., in een woord, alle bevelen die
noodzakelijk zijn voor de verdediging des
vaderlands. Voor de mogendheid waarmede
wij in oorlog zijn is dus den Haag, bij het
uitbreken van den oorlog, de plaats waar
het hoofdkwartier van het vjjandelijke leger
gevestigd is.
2o. In den Haag ligt garnizoen. Het is
de grootste garnizoensplaats van Nederland.
Dit garnizoen wordt bij het uitbreken van
den oorlog in den Haag gemobiliseerd. Het
is dus voor onzen tegenstander eene stad
waar zich een groot aantal vijandelijke troe
pen bevinden, die aldaar gemobiliseerd wor
den of anders gezegd, die bezig zijn zich
slagvaardig te maken.
3o. Bevindt zich in den Haag onze ge
schutgieterij. In tijd van oorlog is het dus
voor de tegenpartij eene stad waar zich
militaire etablissementen van den vijand be
vinden.
Door dit een en ander kunnen groote
militaire voordeelen behaald worden door
eene beschieting van den Haag bij het uit
breken van een oorlog. Zoolang dit alles
blijft bestaan, zou dit bombardement dus
geenszins een onnoodige wreedheid zijn, het
is derhalve alsdan niet in strijd met het
volkenrecht.
Maar gaat men verder en stelt men dat
een of meer uren na het verklaren van den
oorlog eene vijandelijke vloot voor den Haag
komt. Wat zal onze regeering moeten doen,
als deze vloot hare landingsdivisie aan wal
laat zetten?
Moet men deze landingsdivisie kalmweg
den Haag laten binnentrekken, de regee-
ringsbureanx, telegraafkantoren, spoorweg
stations enz. enz. laten bezetten? Moet het
garnizoen overhaast wegtrekken, of zich
laten ontwapenen Moeten de Minister van
Oorlog, de Chef van den Staf en al de in
den Haag aanwezige stafofficieren vluchten,
of zich krijgsgevangen laten maken? Kortom
moet men toezien dat de voortzetting van
oorlog ons onmogelijk wordt gemaakt, öf
wel zal men aan het garnizoen last geven
zich tegen de landingsdivisie te verzetten?
Zoo ja, hoe zal men dan nog kunnen zeg
gen dat het bombardement van den Haag
zoude strijden met het volkenrecht
Het is onder die omstandigheden voor
onzen tegenstander eene stad waar zich
vijandelijke troepen bevinden die tegenstand
bieden. Dit geval is reeds menigmaal uit
gemaakt (laatst nog bij scheidsgerecht, toen
Z. M. de Keizer van Brazilië scheidsrechter
was in eenige geschillen na den Chileensch-
Peruaanschen oorlog) een ieder kan het dus
weten, een bombardement van zulke eene
stad is niet in strijd met het volkenrecht.
Men zal dus slechts te kiezen hebben.
Of wel men verzette zich niet van af het
oogenblik der oorlogsverklaring tegen eeni-
gen vrjandelijken troep die den Haag, met
alles wat het bevat, wil bezetten. In dit ge
val is de oorlog voor ons niet vol te houden,
de verdediging is uls het ware verlamd. Of
wel men verzette zich wel tegen de vijan
delijke troepen en dan zal de vijand door
een bombardement in korten tijd hetzelfde
resultaat bereikt hebben.
Daar waar het verschil van gevoelen
tusschen de Regeering en adressant een zóó
gewichtig punt betrof, waarmee 's lands on
afhankelijkheid gemoeid kan zijn, was het
van het grootste belang te weten wie in
deze aangelegenheid gelijk heeft. De vraag
eenmaal gesteld, moest opgelost worden vóór
een oorlog uitbreekt, want dan zou het te
laat zijn.
Ziende dat de Regeering ten deze opzichte
niets deed, achtte de ondergeteekende zich
verplicht geen moeite te ontzien om de zaak
tot klaarheid te brengen.
Ten einde dit belangrijke vraagpunt
voorgoed te doen uitmaken besloot hij
het te onderwerpen aan het oordeel van
de meest bekende deskundigen van Europa.
Hij begaf zich op reis en had het voor
recht vele van de meest bekende autoritei
ten op gebied van volkenrecht en öp militair
gebied van België, Duitschlantl, Engeland,
Frankrijk, Rusland en Zwitserland te spreken.
Adressent verklaart thans bij dezen, dat
hij onder alle deskundigen, die hem de eer
hebben aangedaan met hem van gedachten
te wisselen, niet één hoeft aangetroffen, die
ten deze opzichte het gevoelen van onze
regeering deelt.
Bovendien hebben de volgende algemeen
bekende mannen van gezag hem gemachtigd
namens hen te verklaren:
De deskundigen die adressant tot deze
verklaring machtigden zijn
Zijne Excellentie de Luit.-Generaal Brial-
mont, Inspecteur-Generaal der Forticatiën
enz. enz., België.
Zijne Excellentie Ch. Calvo, gevolmach
tigd Minister, enz., lid van het Istitut de
Droit International, Argentijnsche Republiek.
Professor C. Demangeat, Hoogleeraar enz.,
lid van het Inst. de Droit Intern., Frankrijk.
Zijne Excellentie Ed. Engelhardt, gevol
machtigd Minster, enz., lid van het Inst.
de Droit Intern., Frankrijk.
L. Gessner, Gezantschapsraad, enz. lid
v. h. Inst. de Droit int., Duitschland.
Professor L. Goldschmidt, Hoogleeraar,
enz. lid van het Inst. de Droit Intern.,
Duitschland.
W. E. Hall, Rechtsgeleerde, lid van het
Inst. de Droit, Intern., Engeland.
Professor Ch. Lyon-Caen, Hoogleeraar,
enz. lid van het Inst. de Droit Int., Frankrijk.
Zijne Excellentie de Generaal-Veldmaar
schalk Graaf Von Moltke, President van
de Commissie van Landsverdediging enz. enz.,
Duitschland.
Professor Nys, Hoogleeraar, enz. lid van
het Inst. de Droit Intern., België.
E. de Parieu, lid van het Inst. de France,
eerelid en oud-president van hat Inst. de
Droit intern., Frankrijk.
Professor L. Renault, Hoogleeraar, enz.
vice-president van het Inst. de Droit Intern.
Frankrijk.
Professor Alph. Rivier, Hoogleeraar, enz.,
president van het Inst. de Droit. Intern.,
Zwitserland.
Professor G. Rolin-Jacquemyns, Oud-
Minister, Secret.-Generaal en oud-president
van het Inst. de Droit Intern., België.
Professor John Westerlake, Hoogleeraar,
oud vice-president van het Inst. de Droit
Intern., Engeland.
Het moet een ieder die maar eenigszins
op de hoogte is van wat over het volken
recht is geschreven opvallen, dat men onder
bovenstaande namen ook die aantreft van
mannen, die zich steeds afkeerig hebben ge
toond van bombardementen. Enkele van
hen hebben kort geleden nog de manoeuvres
van de Engelsche vloot, waarbij verschil
lende kustplaatsen beschoten werden, hevig
gecritiseerd. Een van hen heeft zelfs boven
genoemde arbitrage van Z. M. den Keizer
van Brazilië aan scherpe critiek onderwor
pen, nochthans zag Zijne Excellentie er geen
bezwaar in adressanten te machtigen na
mens hem te verklaren, dat een bombarde
ment van den Haag, onder gegeven om
standigheden, in het geheel niet in strijd
zoude zijn met het volkenrecht.
Het gewicht van deze verklaringen kan
en mag door niemand onderschat worden.
Van nu af aan kan elke mogendheid, die
met ons in oorlog komt, als het ware van
af het oogenblik der oorlogsverklaring den
Haag bombardeeren, of wel het bezetten,
waardoor verdere tegenstand onmogelijk
worut. Een bombardement van den Haag
zal, onder de tegenwoordige omstandighe
den, niet strijden met het volkenrecht.
Diegene, die zulk een bombardement onder
De zaak is thans voorgoed uitgemaakt,
de quaestie is beslist. Verdere aarzeling van
onze zjjde zoude eene onvergeeflijke roe
keloosheidzijn. Deze uitdrukking is niet
van adressant afkomstig, hoewel hjj haar
gaarne onderschrijft. Ze heeft hem echter
in de laatste weken menigmaal in de ooren
geklonken.
Men zette nu alle mogelijke andere con-
sideratiën ter zijde. Overal in het buitenland
is men overtuigd van het groote gewicht
van de verschillende punten, door adressant
ter sprake gebracht. Met groote belang
stelling wordt de loop der zaken bij ons
gevolgd.
De vriendelijke, ja, hij zoude haast zeggen
de hartelijke ontvangst, hem overal bereid,
bewezen hem weder dat vaderlandsliefde ge
lukkig door alle volken op prijs wordt gesteld.
Het spreekt vanzelf, dat adressant, boven
dien nog in de gelegenheid is geweest van
gedachten te wisselen met tal van andere
autoriteiten. Velen vonden het beter, met
het oog op de hooge militaire of staatsbe
trekking die zij bekleeden, ter voorkoming
van misverstand, den ondergeteekende geen
machtiging te geven namens hen eenige
verklaring af te leggen. Zij vreesden dat
men al licht geneigd zoude zijn te vergeten,
dat het hun persoonlijk oordeel was, en dat
zij geen vrijheid hadden het oordeel der
buiten'andsche regeeringen te verkondigen.
Adressant mag echter wel zeggen, dat
geen een der vele deskundigen, die hem hun
persoonlijk oordeel mededeelden, het in deze
eens is met onze regeering. Ook ontmoette
hij niemand die onze aarzeling, om thans
nu het nog tijd is, te handelen, niet ver
schrikkelijk roekeloos vond. Enkele van bo
venbedoelde autoriteiten machtigden adres
sant hun persoonlijk gevoelen mondeling
aan onze regeering bekend te maken en
waren zeer genegen hetzelfde te verklaren
aan den Nederlandschen gezant, wanneer
deze namens de regeering met die vraag
tot hen kwam.
Hoe vriendelijk, en door ons volk niet
genoeg te waardeeren, deze toezeggingen
ook zijn, zoo gelooft de ondergeteekende
dat het van nu af aan noodeloos zoude zijn
nogmaals andere personen met deze onze
levensquaestie lastig te vallen. De boven
staande verklaring moet niet alleen voor
ons voldoende zijn, maar zij zal voldoende
zijn voor de geheele wereld. De quaestie
Het zoude roekeloos, ja, zelfs misdadig
tegenover het vaderland zijn langer te aar
zelen.
Adressant heeft natuurlijk ook ruim
schoots gelegenheid gehad onze verdere
militaire aangelegenheden te bespreken en
dat wel met deskundigen, waaronder de be-
roemdsten van Europa. Dergelijke bespre
kingen kunnen en mogen geene aanleiding
geven tot openbare verklaringen, maar op
grond van die besprekingen waarschuwt de
ondergeteekende zijne landgenooten nog
maals ernstig. De organisatie, de mobilisatie
voorschriften en de vredes-dislocatie van
het leger zijn, zooals hij meermalen aan
toonde, zoodanig dat het ons, onder nor
male omstandigheden, altijd onmogeljjk zal
zijn onze onafhankelijkheid te verdedigen,
of wel de plichten te vervullen, die op een
neutrale mogendheid rusten, als wij onzijdig
weDschen te blijven bij een oorlog tusschen
andere mogendheden.
Het blijkt meer en meer dat de regeering
niet schijnt in te zien hoe men spoedig,
met verandering van het bestaande, tot den
gewenschten toestand kan komen. Adres
sant zeide het meermalen en herhaalt het
weder, dat hij steeds bereid is mede te wer
ken met elke regeering die zich ten doel
stelt, te maken dat onze onafhankelijkheid
zoo goed mogelijk gewaarborgd is. Men
zal hem altijd bereid vinden gedetailleerd
de middelen aan te geven, die hij hiertoe
noodzakelijk acht en hij wenscht alleen hier
nog bij aan te teekenen, dat de deskundi
gen, die zijn inzichten kennen, ze verklaren
juist te zijn.
De ondergeteekende doet hierbij een be
roep op de vaderlandsliefde van de vertegen
woordigers van het Nederlandsche volk in
de Tweede Kamer der Staten-Generaalhij
bezweert hen thans alle partyschap ter zijde
te stellen, en over alle andere consideratiën
heen te stappen. Hij verzoekt dat het hun
moge behagen deze aangelegenheid onmid
dellijk vóór iets anders ernstig ter sprake
te brengen, en aan te dringen bij de regee
ring om onverwijld zoodanige maatregelen
te nemen, waardoor het bombardement van
den Haag, bij den aanvang van een even-
tueelen oorlog, niet meer de meergenoemde
noodlottige gevolgen kan hebben en daar
door ophoude eene gerechte oorlogshandeling
te zijn. Blijft de tegenwoordige toestand
voortbestaan dan blijft de onafhankelijkheid
des vaderlands steeds in gevaar verkeeren.
't Welk doende, enz.
HENRY TINDAL.
Jt3 ui ten 1 an cl
Dezer dagen hoorde een politie-agent,
nabij de Halles te Parijs, des ochtends te
4 uren een wanhopig hulpgeroep. Daar zat
een vrouw, met een kind op den schoot,
hetwelk zij weenend met kussen overdekte.
Het kind, een knaapje van 10 jaren, lag
onbeweeglijk in haar armen; het hield zijn
handjes tegen zijn verwrongen gezicht ge
drukt. Toen zij den agent zag komen, riep
de moeder: »Red mijn kind, het sterft
De agent nam den knaap in zijn armen en
droeg hem naar een nabijzijnd polifciebureeel,
waar men hem vruchteloos trachtte bij te
i brengen; hij was dood. De moeder verklaarde
Mariette Saulier te heeten, dertig jaar oud.
Zonder werk, zonder brood, zonder woon
plaats liep zij reeds verscheidene dagen en
nachten rond, zich alleen voedende met den
afval dien zij in de Halles vond. De kleine
jongen was ziek geweest en vruchteloos had
zij hem in een hospitaal trachten te doen
opnemen.
Een vreeslijke brand is te Parijs in den
Faubourg Saint-Honoré uitgebroken. Hulp
kwam eerst een half uur, nadat de brand
ontdekt was. Drie huizen, een manége en
een deel van den koepel en verscheidene
vensters der fraaie Russische kerk in de rue-
Daru zijn vernield; naar het schijnt zijn
vier personen bij ramp omgekomen.
De eigenaars der weverijen en spinnerijen
te Görlitz hebben een contract gesloten,
waarbij zij zich op straffe eener zeer hooge
boete verbinden om alle werklieden, die den
1 Mei tot eeti vrijen dag maken, uit hun
dienst te ontslaan en niet weder aan te nemen.
In tusschen kunnen de socialistische aan-
VOOR
en Alteiia.
Langstraat en de
Bominelerwaard.
Franco per post zonder prijs-
Aan
de Tweede Kamer der Staten- Generaal
tdat wanneer onder de tegenwoordige 'bo
vengenoemdeomstandigheden den Haag m
tijd van oorlog gebombardeerd werddit bom
bardement volgens hun gevoelen niet in strijd
zoude zijn met het volkenrecht.
neemt, kan zich beroepen op het gevoelen van
de meest gezaghebbende deskundigen op ge
bied van volkenrecht van geheel de wereldi
is thans duidelijk uitgemaakt.
Amsterdam, 10 April 1890.