M 886.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 3 MEI.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
Een beminnenswaardig despoot,
ib'.,0.
VOOli
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Wanneer een Nederlandsch historieschrij
ver uit vroeger dagen de eerste vijftien
eeuwen doorworsteld had en aangeland was
in de 16e eeuw bij den laatsten graaf over
de Nederlanden, bij Philips II, tevens Ko
ning van Spanje en Portugal, dan doopte
hij, voor hij verder schreef, zijn pen in den
zwartsten inkt, die hem ten dienste stond,
soms ook wel in gal en ontwierp dan een
beeld, dat nooit naliet afgrijzen op te wek
ken bij de goê gemeente.
Men heeft terecht ingezien, dat een his
torie, op dit doel aangelegd, geen historie
mag heeten. De historieschrijver van onzen
tijd, mag met geen aparten bril gewapend
verschijnen, noch mag voor sommige vorsten
een zeker soort inkt in voorraad houden en
zeer beslist is 't hem verboden de pen in
gal te doopen.
Wat is daarvan 't gevolg? Dat we een heel
anderen kijk op de dingen krijgen, dan in
onze jeugd, dat we veel zien wegredeneeren
van 't geen vroeger onomstootbaar heette,
dat we helden tot gewone menscben ge
degradeerd en sommigen der laatsten tot
helden opgeklommen zien.
»Die alles kent, vergeeft alleszegt een
Fransch spreekwoord. Vergeeft ook, dat we
de onrechtvaardige daden van Floris V,
jegens de edelen den afgod der Keerlen
nooit toegerekend hebben, en aan den wree-
den Franschen Koning Karei, toch den bij
naam den Grooten hebben geschonken.
Zoo is 't ook verklaarbaar, hoe Philips II
voor ons geworden is de type van een
despoot, hoe we ons den Koning van Spanje
niet anders kunnen voorstellen dan als een
heerscher van een duister, bloeddorstig,
tirannisch karakter.
Niet weinig heeft daartoe bijgedragen de
groote dichter Schiller, die in zijn »Don
Carlos«, 's Konings onwaardigen zoon tot
een held verheven heeft, ten koste van de
reputatie des vaders.
Genoeg. Philips II heeft nimmer genade
gevonden, noch bij dichters, noch bij his
torieschrijvers van vroegeren datum. De man,
die met onze bijzondere staatkundige voor
rechten den spot dreef en de vrije Neder
landers den voet op den nek zette, is ons
geworden het inbegrip van al wat stug,
harteloos, heerschzuchtig en boos is.
Toch had diezelfde man een hart vol
liefde voor zijn kinderen. Wanneer men de
brieven leest, in de jaren 1581, '82 en '83
aan zijn dochtertje geschreven, staat men
verbaasd over de vaderlijke bezorgdheid van
dezen koninklijken gebieder. Deze brieven,
vierendertig in getal, zijn door prof. Gachard
van Brussel uit de archieven aan 't licht
gebracht. Men meent daarin een eenvoudig
burgerman aan 't woord te zien, door een
noodzakelijke reis van zijne familie verwij
derd en die zich nu beangst maakt om zijn
lievelingen, zich over al 't geen thuis ge
beurt, laat inlichten en niet karig is met
allerlei welgemeende raadgevingen ten beste
der huisgenocten.
Niet minder vreemd zullen deze brieven
schijnen, wanneer men weet onder welke
omstandigheden ze geschreven zijn.
In het 1578 was Koning Sebastiaan van
Portugal gestorven en werd opgevolgd door
zijn oom. Deze man, een zwakke grijsaard,
en zonder nakomeling hij was kardi
naal werd terstond bestormd door allen,
die maar eenig recht op den Portugeeschen
troon meenden te hebben. Onder dezen be
vond zich ook Philips, die terstond genade
vond in 's Konings oogen. Intusschen wa
ren de Portugeezen.met die keuze minder
ingenomen en achtte Philips het geraden,
militaire toebereidselen te maken. Op 31
Jan. 1580 stierf de oude Koning en spoedig
stond Alva onze Alvamet de armee
midden in 't land om de kandidatuur kracht
bij te zetten. Philips werd door ziekte terug
gehouden. Alva proclameerde op 11 Sep
tember zijn gebieder tot Koning en noo-
digde middelerwijl dezen uit, zoo spoedig
mogelijk over te komen. Philips trok daarom
op 29 Juni 1581 naar Lissabon en ver
toefde daar twee jaren. Hij keerde eerst
terug, nadat de vertegenwoordiging zijn
jongsten zoon tot opvolger aangewezen had.
Midden in al die drukte aan de verove
ring van vijandelijk gebied verbonden, en
bij de hoofdbrekerij die hem de Nederlanden
kostten genoemde jaren waren van groot
gewicht voor ons laad vond Philips nog
tijd lange brieven aan zijne te Madrid ge
bleven dochtertjes te schrijven. De oudste
der prinsessen telde toen 15, de jongste
ruim 13 jaren. Reeds zijn eerste epistels
op reis geschreven, doen zien welk een hooge
waarde hij hecht aan 't kinderlijk schrijven
zijner dochters, 's Avonds laat te Thomar
aangekomen zet hij zich voor 't slapen gaan
neer om haren brief te beantwoorden en
laat daarvoor zijn avondeten in den steek.
Toch had hij volstrekt niets bijzonders te
melden, hij vulde zelfs zijn papier met allerlei
nietigheden. Een bijgevoegd cadeautje is het
eerste van een rij geschenken, die van nu af
over en weer verzonden worden. Presentjes
van ooft spelen daarin de grootste rol, doch
door de groote afstanden vooral voor dien
tijd, kwamen de geschenken aan papa dik
wijls in zulk een toestand over, dat het ge
noegen over de attentie veranderde in rouw.
Zoo schrijft Philips op 10 Juli 1581 uit
Lissabon
»De perziken zijn in zoodanigen staat
aangekomen, dat ik ze niet zou gekend
hebben, indien ge me niet geschreven hadt,
dat 't perziken waren. Ik heb ze alzoo niet
kunnen eten, wat me zeer spijt, want ze
zouden me, omdat ze uit uw tuintje kwamen,
zeker lekker gesmaakt hebben.
Als verstandig vader neemt de koning
elke gelegenheid waar om te informeeren
naar de vorderingen der jongere kinderen.
Zijn zoon zendt hij teekenvoorbeelden en
belooft hem een ruooien inktkoker, indien
hij vlijtig leert. Zelfs zijn oudste, het kroon
prinsesje, wordt een kleine vermaning ge
geven over haar onduidelijk schrift, doch
om 't niet te pijnlijk te maken, voegt de
koning er terstond achter: »gij hebt gewis
den brief in grooten haast geschreven.
Philips bericht aan zijn dochter nauw
keurig iedere ongesteldheid en ontvangt
omgekeerd even nauwgezet bericht van alles
wat den gezondheidstoestand der kinderen,
betreft. Hij is onuitputtelijk in het geven
van voorzorgsmaatregelen. Groote angst
baart hem de koorts der kleinste kinderen
en met meer dan moederlijke deelneming
informeert hij naar alle verschijnselen der
ziekte. Hij is overgelukkig als de kinderen
weer hersteld zijn. Toen hem gemeld was,
dat zijn jongste dochtertje tanden gekregen
had, schreef hij schertsend, dat dit zeker de
tanden waren, die hij reeds verloren had.
Zijne vreugde over de gezondheid en den
groei der beide oudste dochters is vooral
merkbaar in den brief, geschreven na ont
vangst eener tijding van zijn zuster Maria,
weduwe van Keizer Maximiliaan. Deze
vorstin had een bezoek te Madrid gebracht
en haar bericht dat de prinsesjes haar reeds
boven 't hoofd gewassen waren, doet Philips
zeer verwonderd staan en hij verlangt van
zijn dochters dat ze hem opgeven zullen,
hoeveel ze wel sedert zijn heengaan gegroeid
zijn. De bijgevoegde vermaning om zich
toch op die grootte niet te verhoovaardi-
gen, bedekt slechts ten deele de vaderlijke
trots. Philips is in dezen brief precies als
alle vaders, wien de lof over hun kinderen
uitgesproken, de schoonste muziek is.
De zucht van den koning om alles tut
het kleinste toe. zelf na te gaan, spreekt
ook uit deze brieven, vooral wanneer er
sprakeis van huishoudelijke aangelegenheden.
Hij informeert zeer vele malen naar de vor
deringen van begonnen bouwwerken, naar
den toestand der bosschen en de opbrengst
van de jacht. »lk weet niet,« zoo schreef
hij op 16 April '82 of de bron nog water
geeft. Meld me dat. Deel me ook mee of
de kapel reeds in orde en het altaar her
steld is en of de klok goed gaat.«
Op denzelfden datum schrijft hij »wat
ik 't meeste mis, is de zang der nachte
galen, die ik dit jaar nog niet gehoord heb,
omdat het paleis te ver van 't land ligt.
En ik weet niet of ik er op mijn reis nog
wel een te hooren zal krijgen
Voor natuurschoonheden is 't gemoed van
van Philips in geenendeele gesloten. Een
schoon tafereel, een zonnige dag zijn bij
zonderheden,.die hij in 't geheugen bewaart.
In Jan. '82 zendt hij met eenig ooft
ook rozen en oranjebloesems naar Madrid,
opdat de prinsessen zien zouden hoe vroeg
de hoornen in Portugal bloeien. »Wat ik
u in deze kist zend« zoo schrijft hij
»heb ik voor eenige dagen gekregen. De
vruchten moeten zoet smaken, naar men
zegt, maar ik geloof dat het eenvoudig
citroenen zijn. Ik stuur u ook wat rozen
en oranjebloesems, ge kunt er uit zien, hoe
vroeg we hier zijn. Dagelijks krijg ik rui
kers van deze bloemen, en laug reeds heb
ben we viooltjes. Narcissen schijnen hier
niet te groeien, anders had ik ze zeker reeds
gehad. Doch bij dit regenachtige weer zult
ge ze zelf spoedig hebben.
Dit beeld van Philips karakter is niet
volledig zonder een blik op zijn omgeving.
Uit de brieven blijkt duidelijk, hoe afhan
kelijk de koning is van zijn dienaars. Het
is voornamelijk de bestierster van zijn huis
houden, zekere Madaleine, die hem geheel
onder de pantoffel heeft. Meer dan eens
klaagt hij over haren ontevreden aard en
haar zanekerijen. Philips, die veel te lijden
heeft van hare luimen, laat op één plaats
als zijn vermoeden doorschemeren, dat het
gebruik van wijn daaraan niet onschuldig
is. Desniettegenstaande houdt hij haar tegen
over de andere dienstboden de hand boven
't hoofd. Hij schrijft over hare plagerijen
in zi n gewonen, langdradigen stijl, en terwijl
hij schrijft, is hij elk oogenblik in angst
door haar overvallen te worden. Toen Philip's
zuster hem in Portugal een bezoek bracht,
verscheen Madeleine in zijde gedost en met
edelgesteenten getooid voor de keizerin
weduwe, die haar verbazing niet verbergen
kon, doch van de brutale dienares te hooren
kreeg, dat deze ten volle recht had, zich
aldus te kleeden. Philips, die«deze scène bij
woonde, had den moed niet de onbeschaamde
tot zwijgen te brengen, ja verwijt zichzelven
nog, dat hij haar niet het zijden kleed ge
kocht had, waarom ze gevraagd had.
Bij een terugblik op de uit deze brieven
sprekende karaktertrekken vraagt men zich
af, hoe 't mogelijk is dat deze liefdevolle
vader, deze voor zijn dienaren gulle heer
tegelijk de gevreesde despoot zijn kan, die
de geschiedenis ons afmaalt. Een bevredi
gend antwoord daarop is moeilijk te geven.
Men is 't over 't algemeen eens, ofschoon
'o niet bewezen is, dat Philips den dood van
zijn oudsten zoon, den liederlijken, onver-
beterlijken Carlos op zijn geweten heeft.
Wanneer iets ons aan die schuld doet
twijfelen, zijn 't deze brieven, die een liefde
voor kinderen ademen, die maar zelden
overtroffen is.
Doch al ware 't, dat naar Philips oor
deel de dood van Don Carlos te verkiezen
was boven zijn leven, dan geven de brieven
aan zijn overige kinderen aanleiding om
een blik te slaan in het zielelijden van den
vader, die ter wille van den Staat zijn oudsten
zoon heeft moeten opofferen aan het lands
belang.
iaaagocaM«Bag*a3BMMaPTnr»rrmiMiiwiiiiiMiMB
-Öui ten land.
zich dat bericht nog niet bevestigd. Wel
zijn daar nog enkele anarchisten gearresteerd
en huiszoekingen gehouden bij die lieden,
tengevolge waarvan men bij enkelen hunner
tal van voorwerpen vond, van diefstal af
komstig.
Door twee te Versaille gearresteerde
Italianen, zijn in de kazernes een oproeping
onder de soldaten uitgedeeld, waarin dezen
worden gewezen op het algemeene nut van
de beweging van 1 Mei en uitgenoodigd
op dien dag hun officieren niet te gehoor
zamen en desnoods op hen te schieten.
De Italiaansche spion Contini, die reeds
5 weken te Nizza gevangen zit, werd dezer
dagen tot 5 jaren gevangenisstraf, een boete
van 5000 frs. en betaling der kosten ver
oordeeld. De voornaamste beschuldiging
tegen Contini zijnhet zenden van inlich-
tfngen betreffende de oefeningen van het
Fransche Alpenleger aan Italië en het
teekenen van forten te Toulon en verschil
lende punten aan de Fransch-Italiaansche
grens. Contini is in appèl gekomen.
Remy Laumée, als medeplichtige aan den
moord op den Parijschen deurwaarder Gouffé
indertijd in hechtenis genomen, zal bij ge
brek aan bewijs weder in vrijheid worden
gesteld.
De Belgische en Fransche afgevaardigden
der Brusselsche anti-slavernijconferentie heb
ben, tot het tegengaan van den slavenhandel
in plaatsen van oorsprong, voorgesteld, be
halve slavenjagers met dwangarbeid te be
dreigen, maatregelen te nemen tot beperking
van den invoer van wapenen en krijgs
voorraad.
Uit Lyon meldt men, dat Louise Michel
aldaar is gearresteerd. Tot dus ver heeft
In Frankrijk hebben goed geslaagde proef
nemingen plaats gehad met honden die wa
ren afgericht om bij legerbewegingen te
dienen als spionnen, boodschappenloopers
en schildwachts. Bij het vervoer van berichten
wordt een kleine tasch den hond op den
rug gebonden. Als schildwacht kan de hond
een vreemdeling op 100 Eng. ellen afstand
ruiken, waarop hij begint te janken en
andere teekenen van onrust heeft. Om ze
het verspieden te leeren, worden de honden
afgericht, een veld of bosch te doorzoeken,
waarin soldaten met vreemde uniformen in
hinderlaag liggen. Zoodra de dieren deze
mannen bemerken, loopen ze terug naar
hunne bazen en kondigen zoodoende de aan
wezigheid van een vijand aan. In tijd van
oorlog wordt den honden ook geleerd, ge
wone soldaten op te sporen en krijgs- en
mondvoorraad te dragen.
Dezer dagen werd een gelukkig vergeef-
sche poging gedaan om den trein tusschen
Weenen en Presburg te doen ontsporen.
Naar thans blijkt, was het doel van de ver
warring gebruik te maken, om de post te
berooven, die fl 1,500.000 van de Hongaar-
sche schatkist bevatte.
In het district Kolomea, Galicië, open
baart zich een algemeen verzet onder de
veldarbeiders tegen de Poolsche grondbe
zitters. Ook hierin wordt weder een anti-
semietische beweging gezien. Verschillende
standjes tusschen het volk en de gendarmerie
hadden reeds plaats. Er zijn troepen aan
gekomen.
Volgens Duitsche berichten is het thans
eene uitgemaakte zaak, dat in het volgende
jaar eene ZweedschAustralische Zuidpool
expeditie onder Nordenskjöld uit Gothenburg
zal vertrekken. De kosten dezer expeditie,
welke 20,000 pd. st. niet zullen te boven
gaan, worden door Zweden en Australië
gezamenlijk gedragen, en de expeditie wordt
door Nordenskjöld en Oscar Dickson uit
gerust. Het initiatief tot deze onderneming
is uitgegaan van de Geografische Vereeni-
ging te Melbourne.
Uit het kanton Kolomea wordt bericht,
dat in negen dorpen de boeren de huizen
der joden hebben geplunderd en de bewo
ners mishandeld. Daarna hadden zij de
landgoederen en kasteelen der Poolsche
heeren aangevallen. Terstond zijn troepen
derwaarts gezonden.
Volgens een telegram heeft de koning
van Dahomey den 20sten April aan den
kolonel Terrillon doen weten, dat hij den
27steu dier maand Porto Novo zou aan
tasten. De bevelhebber Fournier heeft hem
daarop verwittigd, dat zoo Porto Novo
aangevallen werd, hij Whidah zou bom
bardeeren. En om te toonen dat Whidah
binnen het bereik van de Fransche kanonnen
is, heeft hij met vier stukken geschut kogels
in de vier einden der stad doen werpen.
De Dahomeyanen zijn op 9 kilometer van
Porto Novo bezig de palmboomen om te
hakken, waardoor de oogst van verscheidene
jaren vernield is. De resident verwacht het
antwoord des konings ten opzichte van het
uitwisselen der gevangenen.
Eergisteren nu was te Parijs nog geen
dépêche ontvangen, dat de koning van
Dahomey gevolg had gegeven aan zijn
voornemen.
Ten gevolge der werkstaking onder de
timmermansgezellen te Chicago zijn aldaar
ernstige onlusten uitgebroken. De werk-
stakenden hebben de gebouwen afgebroken,
die door aangeworven werkvolk waren vol
tooid. Zij dreigen deze vernieling te zullen
voortzetten. De politie en de militaire magt
zijn versterkt, doordien de overheid een
ernstig oproer te gemoet ziet.
Een Reuter-telegram meldt, dat al de
studenten, die ten gevolge van de standjes
aan de Russische universiteiten nog in de
gevangenis waren, wegens gebrek aan be
wijzen in vrijheid zijn gesteld.
Te Wilna zijn 16 lijken van pasgeboren
kinderen in een mesthoop gevonden. De
politie doet onderzoek omtrent dien af
schuwelijken vondst.
Te Lissabon is Maandag een lichte aard
beving waargenomen.
De financieele crisis te Buenos Ayres
schijnt haar einde te naderen, althans de
toestand is verbetert.
Ten gevolge eener verkiezings-bjjeenkomst
had er een opstandje plaats. De militaire
macht joeg de muiters uiteen.
Een kunstenmakereen zoogenaamde
»kanonman«, Tock genaamd, is dezer dagen
te Bergen (Henegouwen) op treurige wijze
verongelukt. Terwijl hij zijn groote toer ver
richtte en een geladen kanon op den schou
der droeg, dat onderwijl afgeschoten moest
worden, sprong het te sterk geladen stuk
geschut. De ongelukkige man was onmid
dellijk dood.
Blijkens het geneeskundig raport zal Succi
zijn 40 daagsche vasten zonder nadeel voor
zijn gezondheid te boven komen. Thans is
hij niet zoo zwak en zenuwachtig als om
trent den 30n dag, wat de doktoren hier
aan toeschrijven, dat hjj toen de grens
overschreed, die hij gesteld had bjj zijn
vroegere proef. In de laatste week kwam,
behalve in het verlies aan gewicht, geen
bijzondere verandering in zijn toestand. Den
avond na zijn vasttijd wandelde hij reeds
10 minuten.
en Aftena
angstraat en
Bonunelerwaaii