115 een woord van dank voor uw bescherming zou brengen, die ge thans zoo zwaar boet, Mijnheer Landry Oprecht gesproken, neen«, antwoordde hij, en een harde trek vloog over zijn gezicht en verdiepte den mondhoek. Dankbaarheid kennen de menschen niet, en dat gij ze toont, Mademoiselle, bewijst al weer dat gij anders zijt.« Met een ridderlijke beweging bood hij haar de eenige houten stoel aan en bleef in eerbiedige houding naast haar staan. »Ik heb veel aan u gedacht en mijzelve harde verwijtingen gedaan«, zei ze ernstig. »Als ik iets voor u kan doen ik bid u, zeg me, waarmee ik u kan nuttig zijn.« Hij zag haar aande uitdrukking in zijn oogen werd zeer zacht. »Mademoiselle«, antwoorde hij, »gij zijt, zonder 't te weten, meer voor mij ge weest, dan ik u ooit kan vergelden. Ge hebt me 't geloof aan 't goede, edele, reino in 't leven weergegeven, dat ik verdwenen waande van den aardbodem. In den nacht, waarin ik gedoemd was rond te zwerven, zijt gij me een ster geweest, die me op lichte paden voerde. O, hoe dank ik u daarvoor, MademoiselleOp mijn knieën wil ik u vereeren, als een heilige aanbidden, want uw hand was 't, die me van den afgrond terugtrok. Mijn leven behoort u, ik geef 't gaarne, als ik u daarmee kan dienen.c »Ik begrijp u niet«, zei Wanda verward en blikte in zijn bewogen gezicht. »Om mijnentwil hebt ge uw betrekking verloren, en ge spreekt van dank? Weet ge niet, dat Coriolo u ontslagen heeft? Wat zult ge beginnen, als ge vrij zyt?« »Door de wereld trekken met mijn viool onder den arm. 's Daags de borst baden in reine lucht, 's nachts onder de sterren slapen. »En als 't regent vroeg ze, om zijn dweperij lachend. Juist; er komt ook regen. Daaraan had ik waarlijk niet gedacht. Nu, dan neem ik kosteloos een bad en eindelijk »Ge moogt niet zoo schertsen«, zei ze weer ernstig. >Maar misschien doet ge 't slechts om mij gerust te stellen. Dat is wel zeer edel, maar niet verstandig. Waar schijnlijk weet ik niet eens al wat er noodig is om te kunnen leven, en ik kon de zaak zoodoende lichter opnemen dan ze is. Ik heb hier iets voor u meegebracht 't is wel weinig, maar 't is toch altijd iets om mee te beginnen. Ook ik ben ontslagen Voorzichtig schoof ze een klein groenzijden beursje onder 't papier, dat op tafel lag, maar hij greep er naar met fonkelende oogen en kneep 't hevig in zijn hand. »Goud!« riep hjj verachtelijk. »Ook gij geeft me goud? Mademoiselle, laat dat aan de rijken over, die met goud alles meenen te kunnen koopen. tk ben een mensch behandel me als zoodanig. Heb ik u gediend, of kan ik u dienen, geef me dan de hand en zeg me een vriendelijk woord, maar laat het goud er buiten blij ven. Met kracht wierp hij de beurs op tafel en wendde zich om. Wanda zag dat zijn vaal, bleek gelaat smaller en nog kleurloozer geworden was, dat er roode vlekken op zijn wangen gloeiden, en ze had wel willen weenen. »Nu dan«, zei ze, een plotseling opwellenden aandrift van medelijden volgend, en hem de rechterhand toestekend, »ik dank u, Mijnheer Landry«. Hij greep haar f

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1890 | | pagina 11