In de wouden van Indië.
,M 907.
WOENSDAG 16 JULI.
Uitgever: Ll. J. VEERMAN, Heusden.
lisUO.
VOOR
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Franco per post zonder prjjs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte,
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
(Slot.)
Nu een woord over de Lalangvelden.
Lalang wordt op Java alang-alang genoemd
en is een grassoort, zes voet hoog, hard en
spits en dat in Indië zoo ontzettend snel
groeit, dat het bijna niet uit te roeien is.
Eén middel slechts is er, en dat zijn voet
stappen, m. a. w. begane wegen. Op nieuw-
begane wegen sterft dit gras, maar alleen
daar waar de voetzolen den bodem geraakt
hebben. Rechts en links blijven de halmen
6 voet hoog staan en neigen zich over het
smalle pad samen, zoodat het absoluut on
zichtbaar is. Zulke paden blijven, ook wan
neer ze niet meer gebruikt worden, jaren
lang vrjj van lalang. Wanneer men Deli
van uit de wolken overzien kon, zou men
allen grond buiten 't woud met helgroene
lanlangvelden getooid zien. Alle verlaten
plekken zyn in een oogenblik met dit gras
begroeid, vóórdat hoornen en struiken tijd
hebben op te schieten, 't Is een mistroostig
gezicht zulk een grasveldgeraakt men er
in verdwaald, dan verwondt men zich juist
aan 't hoofd aan de scherpe bladranden en
is de verdwaalde een kind, dan komt dit
er niet levend uit, maar sterft aan zonne
steek en dorst. Telken jare sterft het gras,
doch terstond wordt het door jong lalang
vervangen. Het gestorven gras is een geliefd
verblyf voor wilde zwjjnen, die daarin tunnels
graven. De wortels bedekken den bodem
als turf en verstikken alle plantengroei, zoo-
dat de tabaksplanters in 't eerst deze lalang-
velden voor onvruchtbaar hielden, wat echter
gebleken is onwaar te zjjn. Om nu nog iets
goeds van dit onnutte en lastige gras te
zeggen, vermelden we dat het tot bereiding
r van papier gebruikt wordt en tot bedekking
der jonge tabaksplanten.
En nu waarde lezer, neem al uw voor
stellingsvermogen te zamen en volg ons in
het vol heilige majesteit voor onzen blik
zich uitbreidende oerwoud!
Doch halt, we komen daar zoo gemak
kelijk niet inIn de kustvlakte vindt men
geen oerwouden, daar heeft de kleine tabaks
plant de overwinning behaald over den
woudreus. Deze heeft zich teruggetrokken
naar de dalen en hellingen van het Batta-
gebergte en lang zal hij ook daar niet meer
rustig staan, want reeds wordt een aanvang
gemaakt met het uitroeien der wouden en
spoedig zal het maagdelijk woud in Deli
tot de legenden behooren.
We moeten nu om dit te vinden, de streek
doorworstelen, waar pas gevelde stammen
by duizenden huizenhoog opgestapeld liggen
en slechts enkele reuzen, welker geweldige
lichamen met eiken bijl spotten, trots boven
den warboel uitsteken. Ook voor hen is
echter een kruidje gewassenhet vuur. In
de holte tusschen stam en steunwortels aan
gebracht, vreet het langzaam in den mach
tigen stam tot in den kern, dikwjjls zonder
dat men 't van buiten zou waarnemen, als
niet een klein wolkje heel in de hoogte uit
een spleet te voorschijn kwam om te ver
klappen hoe wjjd het verderf reeds inge
slopen is. Dertig dagen en nachten brandt
dikwjjls zoo'n woudreus, eer hjj met don
deren slag neerstort. Duister en somber
staart het groote woud op deze vernieling
die in 't volgend jaar ook zjjn reuzen vellen
zal, ter neer.
Wij kunnen het door dit veld der ver
woesting, onmogelijk bereiken en wenden
ons van dit beeld, dat den natuurvriend de
tranen in de oogen brengt, af naar een
betere plaats, een verlaten tabaksveld. Wel
hebben we daar het hakmes van noode om
ons een weg te banen, doch we komen er
zoo strijdende door. Merk op deze boomen,
die ge in groote groepen aantreft, het is de
Tambang, die in minder dan één jaar tot
een armdikte en twintig voet hoog gegroeit,
en spoedig een loofdak vormt, waaronder
alle overgebleven wortelen welig uitloopen.
Ook hier toont zich de ongeloofelij ke levens
kracht der planten in heete landen wor
telstokken, aan eene zijde door het vuur
zwart verkoold en een half jaar blootgesteld
aan de gloeiende stralen der tropische zon,
beginnen weder uit te loopen, zoo spoedig
de weldoende schaduw der Tambang zich
over haar uitbreidt.
We hebben ons nu door dit braakveld
heen gewerkt en staan aan den zoom van
't woud. Een dichte haag van gras en rot
ting, die zich tot 10 voet hoog in de boomen
verheft, belet ons echter door te gaan. We
mogen blij zjjn, zoo we een opening vinden,
waardoor we binnensluipen kunnen. Laat
ons echter eerst het woud van buiten be
zien. Vijftig voet boven den bodem welft
zich het groene looverdak en daarboven ver
heffen zich een tweede woud boven het
woud de enkele koepeldaken van de
echte woudreuzen, die reeds in de verte onze
verbazing en bewondering wekten.
»Wie telt de volken, kent de namenc
aller soorten, die hier samenwonen Slechts
weinig soorten staan hier in gezelschap bjjeen,
gelijk in Europa, waar men van een eiken-,
beuken- of dennenbosch spreken kan. Hier
staat alles door een, de meest verscheiden
vormen naast elkaar, juist zooals moeder
Natuur het beliefde hare zaden uit te strooien.
Bjj het betreden van zulk een woud valt
terstond iéts op, dat men, vervoerd door
onware berichten van reizigers, eigenlijk
niet verwacht hadhet is het bijna geheel
ontbreken van onderhout. Het dichte, on
doordringbare loofdak veroorzaakt een be
stendig halfduister en laat geen gras of kruid
gedijende bodem is naakt en kaal, alleen
met afgevallen bladeren, en rottende boom
stammen bedekt, die den wandelaar volstrekt
niet hinderen, zoodat hij de by 1 over den
schouder kan hangen. Alles dringt naar
boven, naar 't licht, zij 't op eigen beenen,
zjj 't zich steunende aan anderen. Wie dat
niet vermag, gaat ten gronde. Een zwijgende,
maar niettemin ernstige strijd om 't bestaan.
Het is hoogst bezwaarlijk voorden natuur-
vorscher in zulk een woud op te klimmen
tot de bloemendragende twjjgen, het eenige
middel om de boomen in soorten te rang
schikken.
We bepalen ons dus tot enkele merk
waardige exemplaren.
Tal van boomen leveren uitstekend tim
merhout, waardoor aan de kust een stoom
zagerij volop werk heeft.
Een dezer heeft een vast, bruinachtig
hout, maar stinkt zoo geweldig, dat ieder
zich met afschuw afwendt. Stinkboom noemen
hem de inlanders. Het onaangenaamste is,
dat het hout, pas gezaagd, volstrekt geen
geur afgeeft; de laatste ontwikkelt zich
eerst, wanneer 't eenigen tijd aan de lucht
is blootgesteld. Oningewijden komen er zoo
toe zich daarvan huizen te bouwen. Een
van Dr. Hagen's bekenden had bij den
bouw zjjner woning een balk van dat stink
hout gebezigd. Dagen lang zocht men naar
de oorzaak van den verschrikkelijken stank,
die zich spoedig bemerken liet en bij vochtig
weer vooral erg was. Eindelijk ontdekte
een oude Maleier den boosdoener en na
verwijdering van den balk was ook het kwaad
totaal verholpen. Spanen van dit hout ge
bruikt men om de motten te verdrijven
een middel erger dan de kwaal en vele
inlanders zijn zoo met den geur van dit
hout ingenomen, dat ze 't bezigen tot be
reiding van parfumerieën! Zoo kunnen de
smaken verschillen
Een statige boom is de Bezoëdie het
bekende welriekende harts oplevert, dat in
de apotheek en ook als wierook gebruikt
wordt. Het wordt bij groote massa's uit
Deli uitgevoerd en bij verschillende ziekten
wordt het gebrand, vóór men medicinale
hulp inroept, wat bij de ten hemel schreiende
onzindelijkheid der dompige, duistere hokken,
waarin de Chineezen leven, een ware wel
daad voor den neus is.
Het woud bevat tal van Getah-(gom)-
boomen. Van elke drie boomen is er zeker
één, die na insnijding een dik sap laat
vloeien. Vakmannen konden hier nog veel
bruikbaars vinden.
Wat geeft nu echter aan zulk een boo-
men-verzameling het tropisch, phantastisch
karakter?
Dat doen niet de stammen, ook niet het
looverdak, dat doen de massa's woeker
planten, die zich om de woudreuzen slingeren.
Waar een oude, hooge reus met wijduit-
gespreide takken en ruwe, raspachtige bast
zijn omvangrijk hoofd verheft, daar is het
paradijs der woekerplanten, aan dezen klem
men zij zich vast, dat de takken bijna
breken en geen plekje van den bast meer
zichtbaar blijft. Uren lang kan men be
wonderend voor zulk een samenweefsel
staan, en altijd weer zal het oog iets interes
sants, nieuws, schilderachtigs ontdekken.
Lange draperieën en vaandels van smalle,
langbladerige varenkruiden hangen tusschen
andere houtige stengels af), reusachtige,
verscheidene voeten breede bladrosetten sie
ren de openingen in stam en takken, of
hangen aan dunne stengels vrij in de lucht,
als kroonluchters; prachtvolle guirlandes
omslingeren den stam, en weder andere
slingerplanten sieren hem met vlinder
bloemen van de schoonste kleuren.
Ook lianen behooren tot een tropisch
woud. Zij komen in twee vormen voor,
n.l. die zich slingerend om andere boomen
omhoog werken en andere, die slechts hier
en daar een steunpunt noodig hebben, om
zich van boom tot boom te slingeren en
geheele afstanden te verbinden. Een dezer
kruipt ook wel over den grond als een
kurketrekker en bemoeielijkt het voortgaan.
Toch is de wandelaar blijde haar te ont
moeten, vooral wanneer hij dorstig is, want
zij bevatten een massa zuiver water, op 1
meter wel l/2 liter, dat er by doorsnijding
uit sijpelt. Welk een heerlijkheid zulk een
vondst is, weet slechts by te schatten, die
dagen lang in 't woud gezworven heeft,
b.v. achter een aangeschoten olifant.
Op andere, eenigszins vochtige plaatsen,
groeit de Rotanliane. Deze elegante plant
is een waar sieraad der wouden; men moet
echter op zijn hoede voor haar zijn. Sierlijk
slingeren zich zijn vingerdikke ranken, die
dikwijls honderd voet lang en met fijn ge
vederde bladeren bezet zijn, van boom tot
boom. Een eind verder liggen ze een eindj
weegs over den grond, werken zich weer
zonder merkbaar aanhechtingspunt hoog in
de lucht en hare schilderachtige stengels
verheffen zich boven de hoogste boomen,
die ze geheel met hunne ranken doorwerken.
De Rotan is een gezellig levende plant,
zoo algemeen dat men ze bij elke boomgroep
ontmoet, hier en daar zelfs saamgeweven
tot een ondoordringbaar bosch, want haar
stam, bladeren en twijgen staan vol naald-
fijne stekels, die geen nadering dulden.
Wie zou wel zoo'n boozen, stekeligen
kameraad, met wien geen mensch in het
woud gaarne te doen heeft, zoeken achter
het schoone, gladde, nuttige »riet« onzer
stoelen? Want dat de Rotan een der nuttigste
planten is, is overbekender is zelfs in
Europa geen huis, waarin ze niet in eenigen
vorm in gebruik is. Voor den Maleier isj
hij onontbeerlijk: spijkers, touw, draad, dat
alles geeft hem de Rotan. Met deze bindt
hij zijn huizen te zaam, bevestigt hij de
atap op het dak, maakt hengsels voor deuren
én ramen, vlecht korven en stoelen, maakt
jachtgereedschap en muziekinstrumenten
kortom het gebruik van Rotan (onze rot
ting) is duizendvoudig.
De Maleiers onderscheiden 12 soorten, die
ook botanisch verschillen. De fijnste en meest
gezochte heeft dc dikte van een pink; de
dikste, eveneens zeer gezocht, is een duim
dik. Uit deze maakt men wandelstokken.
Daarin mogen geen knoopen voorkomen.
Zulke stokken zijn zeer zeldzaam. Hun
schoone, goudbruine kleur krijgen ze daar
door, dat de Maleiers, nadat ze het hout
van de stekels ontdaan hebben, in olie leggen
en boven 't vuur rooken.
Buitenland.
den van te Londen gedrukte geschriften,
waarin aangespoord wordt tot het vermoor
den van den Keizer en tot gewelddadige
omverwerping van de Daitsche Rijksregee-
ring. In de woning der beschuldigden, allen
omstreeks 30 jaar oud, werden herhaaldelijk
bijeenkomsten van anarchisten gehouden,
waarin vooral vrouw Reinboldt het woord
voerde. Uit het verhoor bleek, dat de be
schuldigden sedert geruimen tijd reeds in
betrekking gestaan hebben met anarchisten
te Londen, Petersburg, Parijs en in Amerika.
Het Openbaar Ministerie eischte tegen de
beschuldigden van 6 tot 8 jaar tuchthuis
straf.
Een later bericht meldt:
Alleen vrouw Reinbolt, die schuld be
kende, is tot 6 jaren dwangarbeid en 6
jaren verlies van burgerrechten veroordeeld.
Hetgeen tegen de andere beschuldigden werd
ingebracht, werd echter door de rechtbank
onvoldoende geacht, zoodat allen in vrijheid
gesteld werden.
Na de confrontatie met Eyraud kreeg
Gabrielle Bompard de koorts's nachts ylde
ze zelfs en ze is thans in de infermerie.
Eyraud is, als gewoonlijk, kalm.
Een wonder der wetenschap wordt in
de »La France* medegedeeld. Naar Emile
Goudeau in dat blad verhaalt, heeft onlangs
de »craniotorm« Lannelongue den schedel
van een driejarig meisje in het gesticht te
Bicêtre, welk kind door een te kleinen vorm
van hoofd tot idiotisme gedoemd was (mi
crocephalic), den schedel verwijd, en tot
ontwikkeling in staat gesteld. Zoo heeft hij
met zijn instrumenten den armen kleinen
geest bevrjjd uit de gevangenschap, waartoe
die door de enge beenderwanden veroor
deeld scheen.
Een 20-jarig meisje te Berlijn heeft op
verschrikkelijke wijze een einde aan haar
leven gemaakt. De ongelukkige had reeds
sedert eenigen tijd blijken gegeven van
zwaarmoedigheid. Op den bewusten dag stak
zij het bed in brand waarin zjj lag. Toen
de hitte ondragelijk werd, sneed zij zich
een slagader door en sprong daarop van
een hoogte van drie verdiepingen naar be
neden. Men vond het arme schepsel nog
levend in den tuin liggen. Haar lijden is
slechts kort geweest. Na eenige uren over
leed zij in het stadsziekenhuis.
Dr. Hartlaub te Bremen heeft een schrijven
ontvangen van Emin Pacha, dat met de
volgende woorden besluit: »Als ik ditmaal
veilig terugkeer, zal het tijd zjjn, God niet
langer teverzoeken, maar liever uit te zien
naar een rustplaats, en het veld aan jongere
krachten over te laten. Ik beschouw dit
daarom als mijn laatste onderneming als
Afrika-reizigerc. Emin schrijft, dat het
langen tjjd zal duren voor verdere berichten
van hem ontvangen worden.
Een bankier te Parjjs, wonende rue
Chateaudum, is op den loop. Hjj liet een
brief achter, waarin hy schreef dat hy door
ongelukkige speculaties het geld van zijn
cliëenten had opgemaakt en besloten was
zich dood te schieten in het bosch van
Saint-Cloud. Hy had zyn revolver meege
nomen, maar tot hiertoe is het lijk niet
gevonden, zoodat men denkt, dat hij een
voudig er van door is en den brief schreef
om de justitie op een verkeerd spoor te
brengen. Hjj heeft meer dan 1/3 milioen frs.
verduisterd.
Voor het Ryksgerechtshof te Leipzig is
het proces begonnen tegen de anarchisten
Reinboldt, kleedermaker, en echtgenoote,
Behr, schilder, en Wagenknecht, slotenma
ker, beschuldigd van het te Berljjn versprei
Door de geneesheeren, die op last van
het parket van Napels, den geestestoestand
van Caporali hebben onderzocht, is verklaard
dat de ongelukkige, gearresteerd wegens het
werpen van een steen naar Crispi niet
toerekenbaar is. Niettemin is hjj nog niet
van rechtsvervolging ontslagen; een nieuw
medisch onderzoek wordt ingesteld.
Dat het janhagel by de politiestaudjes te
Londen zich reeds meester van het terrein
achtte, bljjkt o. a. uit het volgende:
Het rijtuig der gravin-weduwe van Shrews
bury, die van het Covent Garden Theater
naar huis reed, werd door een hoop volk
tot stilstand gebracht. De koetsier werd be
dreigd, de portieren opengerukt en een stem
riepsleep er haar uit, pak de diamanten*.
Gelukkig had zjj een Amerikaanschen be
kende uitgenoodigd bjj haar plaats te nemen,
om hem aan zyn hotel af te zetten. Deze,
die een forsche man moet geweest zjjn, begon
terstond met gezwindheid rechts en links
klappen uit te deelen, die lang niet malsch
waren, want hij sloeg na elkander drie kerels
tegen den grond. Een der portieren van de
koets werd afgerukt, maar nu kwam eindeljjk
een politie-agent opzetten, en de koetsier,
zijn paarden aanzettend, maakte van dit
gunstig oogenblik gebruik om te ontkomen.
NIEUWSBLAD
Het Land van flensden
en iltena.
He Langstraat en de