vier FEUILLETON. WOENSDaü IT SEPTEMBER. Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. Past op uwe zakken. VOOB Dit Wad Yerschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjs: per 8 maanden f l.OO. verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct, Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. >Is meneer thuis?* >Ja, de baas zit aan de koffie. Wil u hem spreken, wie moet ik zeggen dat er is?« ►Mjjn naam is Meier, vraag of ik even binnen mag komen. De meid schiet uit de klompen en in de muilen en sloft nuar binnen. Met on vriendelijk gebrom van »nooit rust« geeft de baas het sein dien meneer uit de stad |j 'binnen te laten, doch neemt de moeite niet op te staan en de pjjp uit den mond te [nemen, wanneer deze met een sierljjke buiging en een zwaai met den hoed, de kamer inscheert en plaats neemt op een stoel naast het raam. De vrouw presenteert den vriendelijken heer een bakje koffie; ze is in den regel medelijdend met stadslui, overtuigd als ze is, dat men daar voortdurend honger en dorst lgdt. Meier acht dit een gunstig voorteeken en begint met de vrouw des huizes een praatje over 't weer, ten einde 't terrein te verkennen. Gunstig lijkt het hem niet, want binnen enkele minuten hoort hij een massa klachten over den oogst, 't weer, de aard appelen, de bieten enz. De baas moeit zich oogenschijnljjk alleen met zijn neuswarmer doch heeft dien vreemden meneer in de gaten, en vraagt, zoo spoedig hem dat dienstig schijnt: >Enne, wat is er nu van uw dienst?* »Ja, ziet u, meneer, ik heb een prachtig zaakje, dat mijn firma nu eens met kracht aanvat, omdat 't in den boerenstand niet Ljjzonder voordeelig gaat. Als 't slechte weer begint, bepalen we ons tot de steden en 't is ons nu een waar genoegen het platte land het eerst te kunnen helpen. p Zeker linnen te koop of laken* valt de vrouw in, die met schrik denkt aan vroegere koopjes, die ongeveer eveneens werden in geleid. Of een loterij* vervolgt haar man. Beste vrienden, noch het een, noch het ander. Zie me nu niet aan voor een schache- laar in katoen, dat linnen moet verbeelden, of in lootjes, tegen een kwartje het stuk, Een stille winteravond. Grootmoeder is in haar gezellige woonkamer, die van de gewone vertrekken van 't huisgezin ver- wjjderd is. Verscheidene dagen was ze bed legerig geweest, en toen hadden de kinderen niet bjj haar mogen komen. Voor 't eerst waren alle huisgenooten weer bijeen in 't vriendelijk vertrek, dat door een groote nglamp was verlicht. De grootmoeder met eur sneeuwwit haar, zat in den gemak eljjken leunstoel in een vensternis en had laar jongste kleinkind, de zesjarige Emmy, op den schoot. Naast haar stoel stond de oudste knaap, de twaalfjarige Frits, en aan ie voeten van de oude hurkte op een voet bankje de blonde, achtjarige Max, die om sjjn grappige snaakschheid den bijnaam van ►professor* had. Vader en moeder hadden am de ronde tafel onder de lamp plaats genomen. ►Grootmoeder*, begon de kleine »nu noest u weer iets vertellen.* ►Ja, ja, niet waar?* Emmy streelde de ileeke wangen der oude vrouw. Van de tafel klonk moeders stem►Kin eren, plaagt grootmoeder niet. Ze is nog ermoeid.* om een zilveren sigarenpijpje te kunnen trekken ik heb een eerlijke zaak, waarin 't heele jaar door gehandeld wordt op de beurs. Maar wat is de geschiedenisbuiten- menschen komen niet op de beurs, ze zijn er zelfs bang voor. En wat is 't gevolg ze worden nooit rjjk. Zie je buiten ooit een eenvoudigen boer tot een staat komen dat hij met de vier rjjdt? Neen, niet waar, zoover brengen het alleen de stadslui en waardoor? Omdat zij de beurs bezoeken. Nu kom ik met een beurszaak bij u waarbij absoluut niets te verliezen valt. Ge kunt er in mee doen of niet ik zal het u niet kwalijk nemen, maar hoor nu even toe en schik eens bij. Ik verkoop u één certificaat f100 Ned. Werk. Schuld en één ter goeder naam en faam bekend staand üarletta lot, dat uit loten moet met f 48 en die f 148 betaalt 5e in 25 maanden, elke maand f 6. Dat is duur zult ge zeggen en ik stem het toe: het is 2 gulden te veel. Dat zou dan ook geen zaak worden om wat te verdienen want het certificaat geeft niet meer dan 3°/0 rente en het lot in het geheel niets. Maar zie eens hier. Ik heb hier 2 loten Oostenrjjksch Bodenkrediet, met een hoofd prijs van een halve ton2 loten van de stad Antwerpen, leening 1887, hoofdprijs idem2 andere Oostenrijksche loten, door den Staat gcgarangeerd meneer, hoofdprijs f 75000; verder 2 loten Amsterdam, u wel rekend, met tal van schoone prijzen; einde- ijk 1 Weener lot, leening 1874 met den kolossalen hoofdprijs van 2 ton. Wat doe ik nu? Ik geef u al de maanden, die ge noodig hebt om de f 150 af te be talen, een kans op Y20 deel van de PrSzen» die op al deze loten vallen kunnen, en mijn firma verbindt zich bij contract u dien uit te betalen. Hebt ge dat begrepen ►Ja wel, ja wel* is 't antwoord, »maar weet je, loterijen, daar heb ik het nu een maal niet op.« Ik evenmin, mijn beste vriend,* ant woordt de heer Meier, »en ik zou dan ook wel oppassen om u met loten aan boord te komen voor uw goede geld.* De professor stond van 't voetbankje op en ging in een snaaksche, bevelende hou ding voor zijn moeder staan: »Mama, u is grappig! Vertellen is voor Grootje niks lastig; oude vrouwen praten heel graag.* Toen keerde hij zich om, ging weer zitten en zei: »nu kan u beginnen, Grootmoeder.* Lachend zag de oude naar haar blonden lieveling. «Goed danik wil u een ge schiedenis vertellen, die ge nog niet gehoord hebt; van de drie Hemelvensters.* Zijn er vensters in den hemelvroeg Emmy en zag de oude vrouw met groote oogen aan. Vraag toch niet zoo dom!* zei Max. Hoe zouden anders de engeltjes naar buiten kunnen kijken? Maar wees nu stil.* Zeker, heeft de hemel vensters,* zei de oude vrouw, »maar niet ieder mensch ziet ze. Luistert maar. Ik was eens buiten, in een mooie streek. In 't huis waar ik woonde was ook een knaap.* Hoe heette hij?* vroeg de kleine woel water. Dat zal je wel hoorenlaat me maar voort vertellen. Het was een jongen met blond haar en groote, blauwe oogen. 't was een liefdevol, gehoorzaam kind, en daarbij altijd vrooljjk en goed. Als ik 's morgens naar buiten ging, om in den tuin 't ontbijt klaar te zetten, hoorde ik reeds bier of daar de vroolijke stem van den kleinen Karei, en dan kwam hij ook dadelijk naar mij toe snellen om me goe'ndag te zeggen en van Ik lever u echter voor uw f 150 twee echte stukken, die eiken dag 't zelfde geld waard zijn. Over de Ned. Werk. Schuld be hoef ik niet uitvoerig te zijn, want die is te zeer bekend en de twee Barletta-loten ja, die heeten loten, omdat jaarlijks een zeker getal wordt uitgeloot ter afbetaling, maar prijzen blijven daar buitengesloten. Ge kunt hierover desgevorderd informatiën inwinnen, en iedereen zal u zeggen dat een certificaat 3°/0 N. W. S. eiken dag f 100 waard is, een Barletta-lot met f 48 uitko men moet. Mijn firma begrijpt echter dat bjj wijze van intrest voor de telken maand gezonden f 6 iets moet gegeven worden. En nu schenkt ze daarvoor 2 jaren en 1 maand lang de kans om in 5 hoogsoliede en door staat of stad gegarandeerde loterjjen een enormen prijs te trekken. Dat is maar een bijzaak, let wel, maar een, die al duizenden te paard geholpen heeft. Ik zal al deze dingen hier laten, spreek er dan eens samen over en de volgende week wip ik nog even aan. »Apropos« roept hij nog bij 't heen gaan »spreek er maar niet over met uw buurman Vcrkouw, die heeft al duiten ge noeg.* De heer Meier af. Den volgenden dag zei de vrouwbaas, je moet er toch maar eerst Verkouw over spreken, 't is een mooi zaakje, maar te mooi om 't te kunnen vertrouwen. En zoo ging baas Jansen naar buurman Verkouw. Wat ik er van zeg,« zei deze, »niet doen, jongen, want je loopt er in. Dezelfde Meier is een paar jaar geleden ook bij mij geweest en ik ben er ingeloopen. Wees jij nu wijzer en hou je buiten schot.»Maar ik begrijp het niet, daar kan van inloopen geen sprake zijn, men krijgt toch voor f 150 een vaste waarde van f 148 Zoo schijnt het, maar het is zoo niet! Die N. W. S. die is soliede, daar kan men op aan, maar dat Barlettalot, dat doet 't m. 't Is wel waar, het wordt uitbetaald met 100 frs., maar vooreerst gaan er 15 percent onkosten af, blijft 85 frs. of f 41,50. En alles voor te babbelen. Ging ik zitten, dan knielde tij voor me, met zijn armpjes op op knieën en vertelde van zijn speelmakkers en onderwijzers.... Ging hjj dan al op school?* viel Emmy in. De blonde zag zijn zusje met een mee lijdend lachje aan »Emmy, hoe dwaas praat je tochAls iemand van zijn onderwjjzers vertelt, dan moet hij toch op school gaan. Stoor ons toch niet zoo, dat past niet. Nu, en toen?* ...van zijn boeken en bloemen, van de kapellen en de vogels. Terwijl zag hij me dan met zjjn groote, goedige oogen aan en ik moest altijd weer in die oogen staren; ziet: dat was 'teerste Hemelvenster.* Verbaasd staarden de kinderen hun groot moeder aan, terwijl de moeder haar zachtkens toeknikte. De oude vrouw ging voort: »alle goede kinderen, en ook gij, als ge braaf, goed en oprecht zijt, dragen in hun hart een stukje hemel, en door de oogen kunnen wij, groote menschen, naar binnen zien, en dat is voor ons een groote, groote vreugde.* De kleine Emmy gleed van den schoot der oude vrouw, ging voor heur vader op de teenen staan en zette haar onschuldige kinderoogjes wijd open: »Papa, kijk, kan u bij mij-ook in den hemel zien?* De vader tilde het kind op zijn knie en streek haar de verwarde lokken van 't voor hoofd Ja, lieveling, ik zie daar binnen een engel, en heel, heel diep in uw hartje ten tweede de leening loopt tot 1944. Het kan dus gebeuren dat men tot dit jaar op zijn f 41,50 blijft wachten. Dat geld kan in dien tijd verdriedubbelen als men het op intrest zet. Weetje, wat tegenwoordig zoo'n lot waard is? Niet meer dan f 18,50, daarvoor kunt ge het aan de beurs grif koopen. Ge ontvangt dus voor uw 25 stortingen van f 6 de somma van f 118,50. Nu zult ge zeggenmaar voor dat te kort heb ik ook 2 jaar kans op hooge prijzen. Beste vriend, die kans kunt ge ook al aan de beurs koopen. Ge kunt daar die loten voor een zekeren tijd huren en ik be loof je dat je dan voor Y2Q kans op al die mooie winsten geen f 10 zult betalen. Zeg gen we f 10, dan wordt het bedrag f 128,50. Maar nu komt het mooiste nog aan. Als ge nu prompt uw 27 termijnen af gedaan hebt. wat u per postwissel op 25 stuivers komt te staan, dan schrijft ge: zend me nu mijn certificaat en mijn lot. Doch haast je maar niet, want Meier en C°. zijn uitgeslapen en verrassen u eerst nog met een briefje. Volgens een artikel in het contract, dat zelden goed gelezen wordt ik beken je dat ik het ook niet gezien had heeft de firma recht op 1/2 percent per maand van de f 148, die de papieren waard heeten te zijndat is voor administratie-kosten. En bovendien nog 3 perc. als provisie. En reken nu maar na: per jaar 3 perc. is Y< perc. in de maand, 1/2 en Y« *s s/i perc. onkosten. Dat 25-maal bedraagt 18Y* percent over f 148, maakt f 27,75. Als ge nu die f 27,75 overzendt, ont vangt ge per omgaande uw certificaat en uw lot. Dat heeft Meier u zeker niet verteld, hè? Het zaakje komt dus zoo te staan: 25 termijnen van f6, f 150. Onkosten - 27,75 Porto's - 1,30 Te zamen f 179,05. Voor die f 179,05 ontvangt ge een waarde van f 128,50, zoodat de firma aan u profi teert het niet onbelangrijk bedrag van f 50,55 zie ik den goeden God. Maar luister nu weerGrootmoeder zal van het tweede venster vertellen.* En de oude vrouw begon weerHet eerste venster heet dushet venster der kindsheid. Het tweede maar luistert ver der. Kent ge den goeden oude, die in 't voorjaar de boomen in onzen tuin snoeit en de paden schoon maakt?* De jongens knikten. »De oude Frohmann heeft geen huis en geen tuin; hij bezit niets dan zijn vlijt. En hij heeft veel treurigs beleefd. Twee zijner zonen zijn bij Vionville gevallen in den grooten strijd tegen de Franschenzijn dochter en vrouw zjjn ook al dood. Hij heeft ze allen lief gehad en lang moeten strijden, eer hij er aan gewend was zoo geheel alleen voort te leven. Maar trots al zijn rampspoed heeft hij niet opgehouden een goed mensch te zijn. Toen eens heel arme menschen, die naast hem woonden, stierven en een klein meisje van zes jaar achterlieten, toen nam hij 't verlaten kind tot zich en heeft het trouw verpleegd, toen 't ziek was. Eens was ik bij hem in zijn klein, eenvoudig kamertje, om te zien hoe 't met de kleine Martha ging. Toen zag ik den ouden Frohmann aan 't bedje zitten met gevouwen handen en hij staarde naar 't bleeke, slapende kind. Zijn gelaat was afgemat, want hij had bij 't zieke kind den ganschen nacht gewaakt en 't door zijn zorg in 't leven gehouden. Toen ik nader trad, hief hij 't hoofd op en zag mij aan. Hij heeft geen mooie oogen, maar zoo ge daar nu zin in hebt, ga dan je gang.* Niet noodig te zeggen dat Jansen op dit zaakje niet inging. Maar er zijn elk jaar honderden Jansens, die hun zuur verdiende spaarpenningen ver morsen, omdat ze geen buurman hebben, die hen waarschuwt. Zij, die dit met aandacht gelezen hebben, zijn thans gewaarschuwd en zullen zich voor schade wachten Buitenland. Een ergerlijk schandaal is dezer dagen te Brussel aan het licht gekomen en vormt het onderwerp van veler gesprekken. In den afgeloopen zomer is algemeen betreurd over leden en met groote eerbewijzen begraven de heer Leopold Ketels, sedert lange jaren een hooggeacht magistraatspersoon en om zijne kunde en scherpzinnigheid een zeer gewaardeerd rechter van instructie, o.a. zoo als men zich misschien herinneren zal in het geruchtmakende proces tegen de gebroe ders Peltzer. Thans is gebleken dat deze geachte man een laaghartige dief en oplichter geweest is. Eene erfenis van omstreeks 100,000 fr., waarvan bij bewindvoerder was, heeft hij verduisterd, herhaaldelijk heeft hij van zjjne ambtelijke betrekking misbruik gemaakt, om goedgeloovige personen geld afhandig te maken, meestentijds door plaat sing tegen eene flinke rente te beloven, en van al de aan derden toebehoorende gelden is in zijne nalatenschap niets gevonden. Onder de slachtoffers is eene bemiddelde weduwe, wier zoon voor eenige jaren haar bestolen had, en daardoor met den rechter van instructie, den heer Ketels, in aanraking gekomen, zeide deze haar op eenigszins ver wijtenden toon: »maar hoe kunt gij uw geld ook zoo weinig veilig binnen het be reik van anderen leggengij brengt de menschen daardoor in verzoeking,* waarop de weduwe, in vol vertrouwen op den al gemeen geachten magistraatspersoon, het den heer Ketels in bewaring gaf, om thans van alles beroofd te zijn. Een rechter van instructie zelf dief en oplichter! erger kan het wel niet. toen ze mij aanzagen, vol vreugde over de redding van 't meisje, toen las ik er oneindige goedheid in; en toen, lieve kinderen, heb ik het tweede hemelvenster ontdekt. Het heet: het venster der waarachtige goedheid.* ►Nu, en 't derde?* vroeg de oudste knaap, aan wiens oogen men zien kon, dat hij zjjn grootmoeder begon te begrijpen. En 't derde?* herhaalde de oude vrouw nadenkend, en liet den blik dwalen naar haar zoon en schoondochter. »Er was eens een jonge manhij had altijd vlijtig ge werkt, stond alom goed bekend en kende uitmuntend zjjn beroep. Toch was hjj niet rjjk en won zjjn dageljjksch brood met moeiteook moest hij nog voor zjjn moeder zorgen. Eindeljjk kreeg hij een betere betrekking. Deze man, welke Wolfgang heette,* haar blik ontmoette dien haars zoons, die opmerkzamer begon te luiste ren »had een jong meisje zoo lief, dat hjj 't 0 zoo gaarne tot vrouw had willen vragen. Maar hij waagde 't niet, want hjj vond zich te arm en wist dat een rjjk, aan- zienljjk heer ook naar de hand van 't meisje stond. Dit meisje, het heette Emilie De blonde hief zjjn kopje op: >Kjjk, dat 's vreemd, de man heette net als vader en 't meisje als moeder!* »Ja,« zei de oude vrouw, als ware zij ook verwonderd, »dat is vreemd! Luister nu maar: (Slot volgt.) 1 'jfö 925. Land van en Alteua Pe Langstraat en de Bomnielerwaard. Franco per post zonder prjjs-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1890 | | pagina 1