FEUILLETON. Een modepraatje. «A* 1004. WOENSDAG 24 JUNI. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1 S:l VOOR Dit blad .erschgnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Kent gjj, waarde lezer, de anecdote van de schapen van Panurg? Daar zij afkomstig is van den Franschman Rabelais, die zelfs in zijn eigen vaderland geen schrijver naar de mode is, vermoeden we een ontkennend antwoord en zullen we ze u vertellen. Panurg wil een veehandelaar bestraffen, omdat die hem een schaap aangesmeerd heeft voor veel te hoogen prijs. Hjj pakt, staande in de schuit des koopmans, den gekochten en betaalden ram op en werpt hem over boord. »Op 't zelfde oogenblik begonnen de andere schapen te blaten en stortten zich het een na het ander in zee. Ze drongen elkaar vooruit, wie van hen 't eerst den kameraad naspringen zou. Ze tegenhouden was totaal onmogelijk. De koopman, die tot zjjn niet de schapen trachtte tegen te houden. Toch mogen we den kamp tegen modeziekte niet opgeven. Allicht roept een passend woord over haar een paar volge^ lingen tot de orde, die dikwijls slechts ui gewoonte de andere naloopen. Ofschoon ze hun dwaze handeling inzien. Allicht kom een enkele tot inzicht dat hij, als verstandig mensch, ook steeds aan de zijde der ver- standigen behoort te staan. En de mode is een verstandig mensch even onwaardig als het bijgeloof. Men zou derhalve meenen, dat in onzen tijd van vooruitgang en ontwikkeling, wanneer zich iets nieuws opdeed, ieder verstandig mensch dit nieuws beproeven en beoordeelen zou en daarna aannemen of weigeren. Dat echter doet slechts een klein deel en heden zoowel als vroeger volgen de meesten het of geringe ontzetting zjjn schapen zoo voor geen de overigen doen, het mag goed zjjn oogen te gronde zag gaan en verdrinken, J slecht zjjn, verstandig of onzinnig. Wan- deed alle denkbare moeite om ze tegen te neer men een steentje in 't water werpt, houden, te vergeefs het een na het ander ontwaart men tal van steeds grooter wor- sprong in zee en verdronk.* dende kringen om het punt, waar de water- Dat is de geschiedenis van Panurg's vlakte het eerst beroerd werd. Zoo gaat schapen en ge raadt thans waarom we dit het met de mode; van één punt gaat alles praatje over de mode hiermee beginnen. Tietuit en in steeds zich uitbreidende kringen merkwaardig verschjjnsel, door ons mode j pakt ze de massa. Doch terwijl het werpen genaamd, kan slechts verklaard wordenvan een steen een overlegde handeling is, door een in ons huizende zucht tot navolging, J aangezien het in iedera macht staat, daar of dezelfdej'zucht, die deze arme schapen zoo daar de beweging te beginnen, is ieder uit- ellendig liet omkomen. gangspunt der mode met den sluier van( onzen vernuftigen tijd fier het hoofd bljjftj zelden gelukt het naar willekeur een mode opheffen, vindt dit zjjn verklaring in de in 't leven te roepen. macht der navolgingszucht, die in den regel Het is nu een vijfttien jaren geleden, dat zegetocht door de geheele beschaafde wereld. In Petersburg zoowel als in Madrid, in Rome en Londen, overal heerschte een poos lang kri-kri. Ja, zelfs in Weenen, de stad der kunstenaars, de stad van goeden smaak bij uitnemendheid, hoorde men 't alom langs de straten en liepen zelfs beschaafde men- schen met dit onding in den vestzak. Wan neer nu iets schoons, bevalligs, nuttigs zoo spoedig de wereld overwint, dat laat zich verklaren maar dat een onnut ding, slechts Dat op al deze gebieden de afgod mode staafc er< ge!Ük we ree(L boven zeiden, niet. tirannie uitoefent is het noodig, daarvoor bljjffc slechts éétie hoop: wat in de mode bewijzen bij te halen? komt, gaat er gewis eenmaal weer uit. Zoo Slechts een paar stippen we aan. De hebben we 't vertrouwen dat, wanneer alle Egyptische Koningsdochter van Georgemenschen hun verstand zullen let ren ge- Ebers was jaren lang na de eerste uitgave bruiker, ook de Mode zelf eenmaal uit de een dood ding en de geheele oplage bleef mode geraken zal. onverkocht in den kelder des uitgevers. Plotseling viel ergens een steentje in 't water niemand weet hoe 't er uitzag en waar het geworpen werd. Doch de kringen Buitenland. Eene blijkbaar rechtstreeks uit het depar- tement van buitenlandsche zaken te Berlijn dienstig om het gehoor te krollen, zoon gingen al wijder en w0der en tegenwoordig 'afltomsti?e me(Weelillg j„ do le Weenen is Ebers een van de meest gelezen schrijvers j verEcbijnemte officieusG .Politisclw Corres- verovering maken kan, hoe zal men dit anders verklaren dan door eene dwaze navolgingszucht bij den mensch aan te nemen, die hem tot een papegaai verlaagt? Ofschoon geheele bibliotheken tegen de mode geschreven zijn, is haar bestaan des der beschaafde wereld. Hjj kwam in de mode en dat ze zich over dezen genialen man ont fermd heeft. Dat de mode niet alleen het zwakke, niettemin nog voor eeuwen verzekerd. De maar ook het sterke op haar schild opheft, meerderheid onder 't menschdom volgt na j bewijst de ongehoorde invloed, die Wagner en houdt haar in stand. Daar komt bij, datverworven heeft. Wagner's werken zjjn ïare vijanden zich bijna uitsluitend tegen alleen verstaanbaar voor een kring uitge- de kleedij-mode gericht hebben, in welke lezenen en zijne muziek voor degenen, die de dwaasheid het onniiddellijkst en hetmeer met het hart dan het oor vermogen te driest aan den dag treedt. De mode be- genieten. Desniettegenstaande loopt het bij ïeerscht echter onze geheele leven, en kunst, Wagnervoorstellingen tegenwoordig storm etteren, wetenschap en politiek staan even- en stormen juist zij het hardst, die den zeer onder haren pantoffel als onze kleeding moed missen te verklaren dat Wagner hen en ons meubilair. En dit is van veel meer verveelt. Wagner is nu eenmaal in de mode. gewicht dan de kleine schatting, welke onze j In de wetenschap was 't een tijdlang modedames en -heeren deze inhalige godin mode alles door »ether* te verklarentegen- brengen. Of een dassenfabrikant roode ofwoordig hebben we e?n bacillenmode, waarbij Onze tijd pocht op zjjn ontwikkeling enhet raadselachtige bedekt. Slechts in enkele j witte halsbanden laat vervaardigen, is voor, we ons slechts verwonderen dat 't nog geen wanneer we nu zien dat de mode ook in gevallen kan men het opsporen en uiterst de ontwikkeling der dassenindustrie't zelfde, navorscher gelukt is den modebacil te ont- Wanneer echter in kunst en letteren de dekken. Hoeveel menschen hebben reeds mode zich 't zwakke en slechte uitkiest,aan rnodekuren 't leven verspeeld, en hoe- dan wordt 't goede en schoone in ont-^veel kinderen zullen opgeofferd zjjn, toen alle verstand te boven gaat. Daartegen 't in Parijs een onaanzienljjk instrumentje j wikkeling tegengehouden en wanneer in voor een tijd de onzinnige koude baden in harnas aan te irekken is onbegonnen werk opkwam, waarmee men een afschuweljjken wetenschap of politiek een modestelling de de mode kwamen en men de schapen zelfs, en heeft niet veel beter gevolg dan de be-toon kon voortbrengen. Het kreeg den naam heerschappjj verkrijgt, kan dit de onzaligste in den winter in ijswater dompelde! moeiingsn van den koopman, die zjjne kri-kri en maakte in enkele maanden een gevolgen hebben. pondenz* zegt: »l)e in den loop dezer week niemand zal het haar kwalijk nemen L Ber,ijQ verwachte ambtelijke mededeelin Een radicaal middel tegen de mode be- gen uit Brussel over het tijdstip der opening van de onderhandelingen met België over een handelsverdrag vonden eene vertraging, daar de voorbereiding der Belgische re geering voor de onderhandelingen wat meer tijd in beslag neemt, dan aan vankei jjk verwacht werd. »Mededeelingen in de dagbladen over een tol- en handelsverbond tusschen België en Nederland en eene nauwe aaneensluiting tusschen die beide staten, berusten alleen op combinatiën, die in geenerlei samenhang staan met de onderhandelingen tusschen Duitschland en België. »Het aanstaande bezoek van keizer Wil helm II aan Nederland heeft met vraag stukken van dezen aard, alsmede in het algemeen met politieke overwegingen, zooals van zelf spreekt, niets te maken. Wat dit laatste betreft, bevestigt dit hoog officieus communiqué slechts, dat de begeleiding van den Keizer door den staats secretaris van buitenlandsche zaken, baron von Marschall Bieberstein voor het oogenblik geen actueele politieke beteekenis heeft. 8) J heen en weer geslingerd. Het doffe gerol des donders kwam nader; de pikzwarte wolken werden als vaneen ge reten, het geheele meer werd schitterend verlicht. De golven sloegen onstuimiger I het vaartuig werd naar alle kanten geslin gerd; het water kwam over boord en be sprenkelde een gloeiend en een ijskoud ge laat. Toen brak het losde regen stroomde Luide en wanhopend vervloekte hij zich neder, vermengd met hagelde storm werd zeiven, en smeekend hief hij de handen om- heviger en zweepte de boot voorwaarts over hoog, als wilde hjj de bliksemstralen bidden de hooge, woeste golven, hem te verpletteren. Zelfs in vertwijfeling, in waanzin, in ver- Maar dit gebed werd niet verhoord. Toen dooving denkt de mensch om het behoud dacht hjj aan den ouden man op de hooge van zijn leven. Ambros tastte naar de riemen weide; dien waren zjjne zonden vergevenHjj voerdde een hevigen strijd tegen den in de armen van een engel mocht hij storm; maar wat vermag een mensch tegen sterven. Deze engel lag nu voor Ambros' de geweldige macht der elementen Aan- voeten, en hjj, de arme verlatene, dobberde houdend vlamden de bliksemstralen, en op'8 levens zee zonder troost en vergiffenisvreeseljjk was het gedreun van de rollende Terworpen en verloren. donderslagen en het geloei van den brai ls, wie heeft mij dit net gespannen?* senden storm, riep Ambros plotseling uit. »Oda, zjjt gjj die slang Is het de oude heks Zjjt gjj het zelve, Kunigonde? O hoor mjjik Terzelfder ure lag het huis op den Edel- heb u lief gehad, zie, ik kus uw bloed reif vreedzaam verborgen onder de linden, achhet zjjn tranen, die gjj geweend Zjjne bewoners sliepen of luisterden half hebt. Ik wil ze afdrogen, gjj zult weder bevreesd, half behaaglijk naar het onweder, gelukkig zjjn! Verlaat mjj niet, sta op!dat buiten woedde. De »heer« was niette Laat mjj het afwasschen Wat? Dood? huis. Hjj had waarschijnlijk ergens anders Het meer met roode strepen bedekt? Over een bed besteld; om zjjnentwil verontrustten bloed vaart het bootje? O, help mjj, zjj zich dus niet. Wie had ook kunnen denken, veeg ze uit, gjj vlammende wolken!... dat de jonge eigenaar van dit groote land- Zoo jammerde hij in woeste vertwjjfeling. goed dezen nacht, van elkeen verlaten, op Toen zweeg hjj. Zijn lichaam scheen ont- het meer streed met de elementen Slechts zield. Verstomd, als in een halven sluier, de oudste bewoonster van den Edelreif, een zat hjj naast het lijkhet bootje lag stil moedertje van tachtig jaren, kon volstrekt en werd nauweljjks bewogen. Geen tochtje geen rust vinden op haar bed. Zij stond op, woei; slechts nu en dan werd de veraf stak een kaars aan en bad. Wanneer zijnde bliksem in het luchtruim weerkaatst, men, zoo dacht zij, ten middernacht niet Eindeljjk richtte Ambros het Ijjk op en slapen kan, moet men altjjd biddenwant gaf het eene betere houding. Hij legde zijn I de wereld is groot en op hetzelfde uur hand op de diepe wond aan den slaap en kunnen er menschen in gevaar zijn te land barstte in tranen uit. Plotseling kwam er en te water. een hevige wind opzettenhet bootje werd In het dorp waakte Kunigonde's moeder, Zij deel het gordjju goed dicht tegen de leen boot los en ging er mee op het meer. I Ambros wierp een woesten blik op het felle bliksemstralen en verdiepte er zich in In het begin wilden de golven haar terug- visschersmeisje, dat met hangende haren, of het beneden in Seewald, waar Kunigonde werpen, maar zij spande zich in met boven- bedekt met het schuim der golven, hem, gelijk bij hare tante vertoefde, ook zulk woest menscheljjke kracht. Eerst toen de stroom eeu demon, haastig wilde naderen, daarop weder zou zijn. van het water gekeerd werd, gleed haar wierp hij zich in den vloed. Minder veilig was het in de hut van de boot snel verder. Oda voerde een hevigen strijd met hem oude visschersvrouw. De grond dreunde door de sterke branding van het. meer, en de reeds half vergane vonken aan den haard werden weder aangeblazen door den storm en vlogen dooreen, tot zelfs in het verwarde, grijze haar der oude Afra. in het water; hij sloeg haar in het aange zicht en rukte zich los; maar zij greep opnieuw zijn arm, en zoo streden zij ge- EEN DRIEDUBBEL GRAF. Aldus was het in di n nacht geschied. I geruimen tijd zij om het leven, hij om Toen de morgenstond aanbrak en in het den dood. Langzaam zonken zij. De golven oosten de lichtstrepen verschenen boven den sloegen meer en meer over hunne hoofden; Oda had langen tijd op haar legerstede I wegstervenden rand der onweerswolken, eindelijk weerklonk een akelige angstkreet; het geloei aangehoordnu stond zij op en zwalkte Oda nog onbestemd over bet meer. zij gaven den strijd op. wierp een mantel om hare schouders. Zij stuurde naar iedere schaduw, naar iederen De oude mandenmaker had hen gezien, »Waar wilt gij henen, mijn kind?* riep boomstronk, die op het water dreef; maar had snel een boot gehaald en slaagde er de oude. Hoort gij niet? Het stormt alsof van het bootje, dat zij zocht, was niets te in met een ijzeren haak de beide dren- de wereld zal vergaanontdekken. kelingen te grijpen en in zijn boot te »Kunt gij rust hebben, moeder ant- Een oude mandenmaker kwam bij het lichten, woordde Oda geërgerd; weet ge dan niet, aanbreken van den dag wilgentwijgen snijden - Toen de laatste nevelen waren dat buiten op het meer twee menschen in langs den oever van het meer. Hij zag de opgetrokken en de zonnestralen vriendelijk gevaar ziju?« boot met het meisje en hoorde van haar in het meer weerkaatsten, gleden twee Zottinnetje, die zijn al lang aan de over- dat zij haar liefste zocht. Een tijdlang booten over de watervlakte. De eene was zijdedie hebben in Oberberg een beter keek hij het kleine, onzekere vaartuig na. ledig en werd spoedig opgevangen, de andere dak dan wij beiden. Zie, hoe hier de drop- En Oda tuurde hopend en vertwijfelend boot dreef nog een dag en een nacht rond; pels doorlekken. Bij ons is het dag en nacht over de watervlakte. Daarginds, tusschen eindelijk naderde zij den oever, dicht bij vochtig, ons leven lang; wij zijn maar arme twee wolken, verhief zich klaar en duidelijk het dorp Seewald, en bracht hel lijk eener visschers niemaud bekommert zich om het gebergte; daarheen moesten zij gevaren jonkvrouw, met een diepe wond in het ons.« zijn. Maar over het meer hing nog altijd voorhoofd. Bijna op hetzelfde uur weerklonk 0.1a ijlde naar den oever. Bij het licht een nevel, hoewel de lucht reeds blauw in het dorp Oberberg de doodsklok. Oda van den bliksem tuurde zij over het meeren de zon de bergtoppen bescheen. was reeds eenige uren na dien vreeselijken zij zag slechts de schuimende, bruisende Eensklaps, toen weer een der dichte strijd overleden. Ambros leefde nog een dag golven en daarboven den stroomenden regen, sluiers scheurde, dreef dicht bij Oda de boot, en legde met een berouwvol hart bekentenis Luide riep Oda den naam Ambros en die zij zocht. Geen mensch scheen er in te af van zijne schuld, zonk handenwringend op een steen. Een zijn; aan zich zelve overgelaten, dobberde! Op het kerkhof te Seewald werd hij be- scherpe splinter stak daarbij in haren voet; zij op het water. Met alle kracht roeide graven aan zijne rechterzijde Kunigonde, zij lette er niet op. Deze pijn was bijna het meisje er heen. Een ontzettend schouw- aan zijne linker het visschersmeisje. een weldaad, vergeleken bij den angst harer spel vertoonde zich aan hare oogen. Op den De oude Afra strompelt nog heden langs ziel. bodem lagen, onbeweeglijk en met bloed het strand. Zij ziet het gekabbel en het Lang zat zij op dien steen en bad in bevlekt, twee menschengestalten. lichten van de golven; den afgrond ziet stilte tot Petrus, den schutspersoon van deJ »Ambros!« riep zij met doordringende zij niet, die gelijk de liefde harten schippers. I stem. Daar richtte een der gestalten zich En toen langzamerhand de bliksemstralen half op, staarde met verwilderde oogen in minder, de donder gesmoorder, de golven het rond en bedekte het gelaat met beide kalmer werden, maakte zij op het strand handen, in verrukking kan brengen, maar ook harten kan verslinden. Land van en Alteiia, nelerwaard Franco per post zonder prjjg. Uit het Duitsch.J Slot.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1891 | | pagina 1