WOENSDAG 21 OCTOBEÏ? i s'.n. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. Jo; 8. VOOR Dit blad versehjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Sport is een Engelsch woordslaat men en woordenboek op dan leest mensport •pel, vermaak, tijdverdrijf, scherts, speeltuig, eelgoed, speelpop, jachtvermaak, vogei- agsteen sportman is een jachtliefhebber, j visscher, een speler. Welke dier be tekenissen wordt door ons nu in het woord iport gelegd? Engeland is het land van sport bij uit- emendheid, en veel wat daar voor sport oorgaat zou hier niet geduld worden of 'iet uitvoerbaar zijn. Hanengevechten met groote wedding happen, boksen en wat dies meer zij, het oden van duiven by menigte om zjjn be- jjaauiheid als schutter te toonen, zijn van I dingen, waartegen hier ernstig verzet u aangeteekend worden, dat is geen Neder- andsche sport! Toch heeft het woord ook hier in de laatste tijden beteekenis gekregen, ook hier wordt thans veel aan sport ge daan. Hoevele wedrennen en harddraverijen ^gn dezeD zomer niet gehouden, hoeveel weddingschappen zjjn niet aangegaan, hoe- vele sommen zjjn niet gewonnen en verloren, verwed op de meerdere of mindere vlugheid van een paard, op de meerdere of mindere bekwaamheid van den berijder Roei- en zeilwedstrijden zijn in ons water land aan de orde van den dag, en dat wij daarin bjj anderen niet achterstaan is dezer dagen gebleken toen een Amsterdammer de rste prjjs te Parjjs behaalde; wielerwed- ,rjjden, al weder sport, die in deze dagen zeer in den smaak scbjjnt te vallenkaatsen, kolven, billarten, kegelen, alles sport! En dan nog die Engelsche spelen law-tennis, enz., hoe aardig hebben wij de Engelschen in een en ander nagevolgd! Wat wij nu door sport verstaan? Op den voorgrond zal wel staanlichaamsbeweging tot uitspanning, zoo nu en dan vergezeld van wedstrijden, om de bazen te leeren kennen, en daarbjj - mogen dan echt op zgn Engelsch de wedding schappen niet ontbreken, die toch verhoogen de belangstelling, en doen de wedders mede leven in het wel en wee der strjjders! Er is een tjjd geweest, dat hier te lande weinig of niets aan sport gedaan werd. Langzamerhand is de belangstelling en lichaams-oefening toegenomen. De oude kolf-, kaats- en kegelbanen, waarin onze vaderen hun genot zochten, waren vervallen, het eenige, wat nog was overgebleven, waren des winters de hardrijderijen op schaatsen, wat men met de roei- en zeilwedstrijden de echt nationale sport zou kunnen noemen. Het oude wordt weer in eere hersteld, en weinig groote bladen neemt men in handen of de sport wordt behandeld. Zelfs verschjjnt geregeld een blad, alleen aan sport gewjjd. Moeten wjj ons verheugen in die her leving Wanneer men erkent dat een gezonde geest alleen in een gezond lichaam tot vol komen ontwikkeling kan komen, dan zal men die lichaamsoefeningen moeten toe- juchen, maar met veel goeds, zeer veel goeds, het moet erkend worden, is ook vrjj wat verkeerds in de mode gebracht. Het hoofddoel van sport moet zgn de oefening der lichaamskrachten, opdat deze in evenwicht bljjven met de ontwikkeling van den geest. Wordt veel van de hersenen gevorderd, de spieren mogen niet achter staan, naast de gymnastiek des geestes ook gymnastiek van het lichaam want anders is een harmonische ontwikkeling niet mogelijk. Klaagde men vroeger en niet ten on rechte dat het lichaam werd opgeofferd aan den geest, nu wordt het anders en de echte sportman heeft geen oogen dan voor een uitmuntenden wieier, roeiboot of rjjpaard, niets interesseert hem dan de taal bij sport in gebruik die voor een gewoon Nederlander niet zelden onverstaanbaar is; zoo vervallen wij zoetjes aan in een ander uiterste. Winstbejag mag nooit het doel zjjn dat men bij zgn lichaamsoefeningen beoogt, het wedden en de knoeiergen daaraan ver bonden kunnen wij gerust weer over zee sturen, want juist die weddingschappen maken sport hoogst gevaarlijk. Las men niet onlangs dat een jongeling in bezwjjmdeu toestand van zijn wieier werd genomen en spoedig daarna overleden is? Hoeveel wiel- rjjders winnen twee of driemalen achter elkander eerste prijzen Hoelang kan een schaatsenrijder mededoen als hij het geluk of het ongeluk gehad heeft een paar eerste prijzen te behalen. En is die inspanning op zichzelf hoogst gevaarlijk voor de ge zondheid, hoeveel kostbare tijd gaat niet verloren met de voorbeieiding tot het ge wichtige werk Sport moet uitspanning blgven, het mag geen hoofdzaak worden en nimmer mag men te veel van zgn krachten vergen daar dan de lichaamsoefening schadeljjk, ja zelfs levensgevaarlijk kan worden. Te veel wordt dit over het hoofd gezien. Is te groote in spanning van den geest gevaarlijk, niet minder gevaarlijk is te groote inspanning der spieren, vele sportsmen zullen daarvan kunnen getuigen. Nooit mag sport de geestelijke ontwik keling benadeelen, en dat dit nog al eens] voorkomt zullen de leeraren en hoogleeraren kunnen getuigen die jongelieden onder hun gehoor hebben, die zich te veel met sport inlaten. Is voor volwassen personen te groote in spanning schadelijk, voor jongelieden die nog in hun groei zgn, kan te groote in spanning de nadeeligste gevolgen hebben, en het leven verkorten. Lichaamsoefeningen vroeger te veel verzuimd, zgn uitstekend, maar ook dit te veel kan groot nadeel ver oorzaken en daarom zijn wedstrijden op dit gebied zeer af te keuren, ook al onthoudt men zich van die weddingschappen om steeds hoogere sommen. Wij zjjn thans weder op den goeden weg nu door de beoefening der gymnastiek de spieren even goed geoefend werden als de geest, doch nu moet gewacht worden tegen overdrijving. Het is zeker aardig een medaille te be halen, toegejuicht te worden, naam te maken, ïuaar men vergete niet dat dit dik- wjjls geschiedt ten koste der gezondheid of ten koste van zoovele uren die aan de ont wikkeling van den geest onttrokken worden. Ieder voor zich moge toezien dat hg alleen de voordeelen deelachtig wordt van de herleving der lichaamsoefeningen zonder de nadeelen te ondervinden die het onver mijdelijk gevolg zijn van overdrijving, en nooit geve men zich aan sport over die groote krachtsinspanning vordert zonder een ervaren geneesheer over de gevolgen geraadpleegd te hebben. Ieder van zich zorge dat het goede geen kwaad wordt! Het Bestuur van dat Waterschap heeft een voorstel bij Ingelanden aanhangig ge maakt om den schuldenlast, die op 1 Januari 1892 zal bedragen f 119000, af te lossen. In die schuld moeten betalen Dit voorstel van het Bestuur is op de laatst gehouden vergadering van Ingelanden aangehouden, omdat door de meeste, van de evengenoemde waterschappen, nog geen besluit was genomen omtrent de al of niet overname van hun aandeel in die schuld, j Het voorstel schijnt niet goed begrepen te worden door Ingelanden, ten minste ik heb verschillende malen hooren zeggen: »er komt toch niets van de aflossing der schuld, omdat de polders die niet willen overnemen. Het is daarom, dat ik door deze regelen mijne gedachten over het voorstel bekend wil maken. Ik juich ten zeerste het voorstel toe, omdat bjj aanneming daarvan groote moeielijk- heden, die in de toekomst zijn te verwachten, zullen worden voorkomen. Immers zullen de waterschappenHerpt, Heesbeen, Aal- burg, Doeveren en Drongelen, na de aan- neming van het voorstel, met den Staat tot afrekening kunnen komen en betaling kunnen vragen van de schuld, welke op de ont- eigende gronden rust. Deze waterschappen kunnen na de af lossing der schuld vragen evenredige ver-1 mindering van de quota naar gelang door den Staat van die waterschappen meer of minder is onteigend. Zeer zeker een billy k verzoek, dat zonder twijfel moet worden toegestaan, wijl de Staat, zoodra deze den door hem onteigenden grond door eigen dijken beschermt, niet meer zal kunnen worden aangeslagen in de kosten van onder houd der dijken, die onze gronden moeten beschermen. De dijken, die door den Staat worden gemaakt, zullen weldra zgn doorgetrokken I tot aan den Doeverenschen en Drongelen- j schen Zeedgk, waardoor het Waterschap van den Hoogen Maasdijk zal gesplitst zgn i in drie gedeelten, welker belangen niet meer dezelfde zgn. Is nu de schuil afgelost, dan: kan ontegenzeggelijk zeer gemakkelijk wor-j den overgegaan tot scheiding van het groote Waterschap en het vormen van drie klei nere Waterschappen; n.l. één Waterschap van af Vlijmen tot den Nieuwen Zuider Maasdijk, één van het afgescheiden ge deelte van den polder van Herpt en Bern en één van het gedeelte van het Water schap van den Hoogen Maasdijk, dat is gelegen ten noorden van den Nieuwen Noorder Maasdijk, welke loopt van den Aalburgschen dijk tot den Drongelenschen Zeedgk. Ik hoorde laatst de opmerking maken, dat laatstgenoemd gedeelte zal moeten wor den gevoegd bij het Waterschap van Altena, waarom wist men niet. Als ingelande zou ik mg tegen die voe ging ten zeerste verzetten, omdat deze niet met onze belangen strookt. Dat gedeelte van het Waterschap is groot genoeg om een afzonderlijk Waterschap te worden. Men denke slechts aan de Waterschappen: »Hei- of Meerdijk van Nieuwkujjk en Drunen en Zeedgk van Eethen en Meeuwen. »Om dit alles tot stand te zien komen is het dus noodig, dat het voorstel wordt aange nomen, en de Polders alle tot de uitvoering daarvan medewerken door het overnemen van hunne aandeelen in de schuld. Nu het belang, dat de Ingelanden er persoonlijk bij hebben, als de schuld door de Polders wordt overgenomen. Het Polderbestuur zal eene geldleening uitschrjjven tot het bedrag, dat moet worden betaald aan het Waterschap van den Hoogen Maasdijk en het zal die gelden zeker tegen eene ïente van ruim 3% kunnen leenen. (Door het Waterschap van den Hoogen Maasdjjk wordt thans 4 °/0 betaald.) Het Polderbestuur, dat dan zelf de schul den beheert, kan, in overleg met zijne In- gelvnden, de lasten, die thans voor velen drukkend zijn, verminderen en de aflossing j der aangegane geldleening over een langeren termijn stellen. Men ziet derhalve, dat het voorstel van het Dijkbestuur wel doordacht, van over- wegend belang voor de Ingelanden en ernstig genoeg is om niet met onverschil ligheid te worden behandeld. (Ingezonden.) Ouitenland. Dat zelfopoffering soms op vernederende wijze beloond wordt, blijkt uit het volgende: Madlle. Louise de Beaulieu heeft van de Parijsche autoriteiten vergunning gekregen lucifers op straat te verkoopen (te bedelen?), omdat zij in 1870 haar arm in een slag verloor en de medaille voor heldenmoed ontving. De Daily News-correspondent te Parijs meldt, dat deze thans gebrekkige vrouw sedert jaren een armoedig stuk brood verdiende als porster. Toch was zij in 1870 een jong meisje van deftigen huize en ge- gefortuneerd. Zij woonde acht veldslagen bij en waagde zich honderden malen om gewonden te redden. Door een vergissing werd zij als spion opgepakt en door den krijgsraad ter dood veroordeeld, maar door een officier, die haar bewonderde, gered. Op het slagveld van Champigny kreeg zjj een kogel in den arm, terwijl zij een gewonde droeg. Ondanks haar hevig lijden bleef het jonge meisje onvermoeid in haar zorgen voor de gewonden. By het beleg van Parijs was zij onuitputtelijk in toewijding en zelf verloochening en gaf ook een f 10.000 uit om het ljjden der gewonden te verzachten. Het dankbaar vaderland laat haar thans lucifers verkoopen. In een door het Socialistencongres te Erfurt gehouden zitting werd de oppositie heftig aangevallen. De meeste redenaars ver langden, dat de oppositie zou worden uit gesloten. Liebknecht kwam terug op zijn strjjd met Domela Nieuwenhuis en zeide, dat de denkbeelden, in diens program uit gedrukt, niet dan droomerjjen waren. De storm heeft de laatste dagen in Enge land en Schotland groote schade aangericht tal van schepen zgn gestrand, maar menschen- levens gingen gelukkig niet verloren. De Standards ontving bericht uit Odessa, dat daar een bevel van de hooge regeering was ingekomen om in Zuid-Rusland de jodenvervolging te staken. Naar aanleiding van het stormweer der laatste dagen, dat vooral op en om de Britsche eilanden woedde, brengt de heer Alfred J. Péarce in de Pall Mall Gazette in herinnering, dat hij dit reeds meer dan een jaar geleden voorspelde en wel in het nummer van dat blad van den 26n Juli 1890. Hij vestigde er toen de aandacht op, dat de planeten Mars en Saturnus den 12n October van dit jaar in conjunctie zouden treden en dat er dan een geweldige storm zou woeden. Op den lln dezer was er nog al veel wind in verschillende deelen van het land, maar het Meteorologisch bureau waarschuwde niet dat er een geweldige storm op handen was, die den 13n over nagenoeg het gansche land woei. Vreeseljjk weer werd ook op den Atlantischen Oceaan waargenomen. Dit is, z^gt de heer Péarce, de twaalfde storm, ver oorzaakt door conjunctie van planeten en maanden te voren door mij voorspeld. De Britsche meteorologen gaan echter voort planetarische invloeden op de atmosfeer te ontkennen en daarom vorderen zjj niet in waarschuwende weerkennis. De waar schuwingen of voorspellingen, die tegen woordig uit het bureau komen, zjjn zeer gebrekkig en het is hoog tjjd, dat eindelijk eens een onpartijdig onderzoek plaats grjjpe betreffende de planetarische invloeden. Het benoodigde kapitaal voor de Zuid- pool-expeditie van baron Nördenskjöld is ongeveer bijeen en jn Australië is het plan met bijval ontvangen, zoodat het wel spoedig tot uitvoering zal komen. Uit Samara ontving de Czaar te Kopen hagen een adres, luidende o.a.: »W|j ljjden honger en de Regeering doet niets voor ons. Onze eenige hoop is op U, onzen Vader en Czaar. Laat ons niet sterven van gebrek. Uit Sydney wordt gemeld, dat daar nu voor de derde maal een patiënt in het Zieken huis met Koch's middel behandeld en vol komen hersteld ontslagen is. De kamer, waarin de juweelen van den Shah van Perzië worden bewaard, is 20 voet lang en 14 voet breed. De daar ge borgen kleinodiën worden op een waarde van 80 a 85 millioen gulden geschat. Men vindt er groote schalen, gevuld met paarlen, robgnen en smaragden. Vooral merkwaardig is de oude Perzische kroon, waarvan de uiterste versiering een robjjn is ter grootte van een kippenei. Ook een gordel met edel gesteenten, van een gewicht van 18 pond en twee sabelscheden, elk van drie millioen gulden waarde, trekken de aandacht. Er is voorts een derde schede, geheel met edel gesteenten bedekt, die alle de grootte hebben van een vingertop. Een turquose van 3 a 4 centimeter doorsnede, een 100-tal smaragden met een bovenvlak van ls/4 centimeter, een andere, die de grootte heeft van een wal noot, waarop de namen van al de Vorsten zjjn gegraveerd, in wier bezit de steen is geweest, zijn hoogst merkwaardig. Men vindt in de schatkamer van den Shah één parel van zeldzame grootte, die alleen 7 ton gouds waard wordt geacht. Eenige bladen geven berichten uit Reichen- berg, volgens welke men onder den boven bouw van een viaduct bjj die stad, een klein kistje met een dynamietpatroon heeft ge vonden bovendien zou men op dezelfde plaats nog twee andere patronen gevonden hebben. De bevolking is zeer ontstemd en ziet er een bewjjs in van een anarchistisch complot, dat een vervolg is op den aanslag bij Rosenthal. Van de schuldigen is geen spoor te vinden. Volgens den correspondent der Daily News te Petersburg hebben verschillende gouver- nementsbesturen troepen aangevraagd. De garnizoens te Kovno, Wilna en Warschau zgn met regimenten cavallerie versterkt, met het oog op mogeljjke wanordelijkheden, ten gevolge van den hongersnood. van Heiisileu en Altena, Franco per post zonder prjjs- T Aflossing der schuld van het Waterschap »Den Iloogen Maasdijk van Stad en Lande van Heusden,vercenigd met den Oud- heusdenschen, Doeverenschen en Drongélen- schen Zeedijk. Waterschappen. Quotas. Bedrag. Binnenpolder van Vlijmen 462 f 18397 08 v Hedik- huizeu 353.12.35 - 10239 87 Polder van Herpt 572 - 16586 86 u Heesbeen 240 - «959 53 Aalburg 300 - 8699 40 Wijk 550 15948 90 i, i, Veen 363 - 10526 28 Oud- en Nieuwland van Ba- biloniënbroek 163.87.38 - 4737 48 Polder van Oudheusden c.a, 789 22879 48 Binnenpolder van Doeveren 136 - 8943 74 b Drongelen 175.28.37 - 5081 43 4103.78,00 f119000 00 Een belanghebbend Ingeland.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1891 | | pagina 1