IMaatselijb: Nieuws.
Binnenland.
Aanbestedingen.
Neêrlandsch Inclië.
Gemengd en Allerlei.
Een model-echtgenoot volgens tante Hetty.
Te Reni, in Bessarabië, zijn door het
springen van een met kruit geladen pro
jectiel, die in den vragen van een militair
transport vervoerd werd, tien Russische
soldaten gedood en zes zwaar gewond.
Te Lemberg zijn duizenden inwoners
weder door de influenza aangetast.
Een Ier, genaamd Koegh, zat Vrijdag
in een tram van Blessingham naar Dublin
en wist bij wijze van aardigheid een zijner
medepassagiers eene flesch uit een jaszak
te ontfutselen. Hij dacht, dat er whiski in
was en nam een goeden slok. Daarop bracht
hij de flesch weer heel behendig in den zak
terug en zeide niets. Maar na eenigen tijd
begon hij ernstig ongesteld te worden en
deelde mede wat hij gedaan had. Het bleek
toen, dat hij geen wiskj, maar een vergift
had gedronken. Zoo spoedig mogelijk werd
geneeskundige hulp ingeroepen, maar het
was reeds te laat. Na korten tijd stierf
de man.
De rondreis van generaal Booth door
Zuid-Afrika, Tasmania, Victoria en Nieuw
Zuid-Wales schijnt een ware triomftocht
te zijn.
De opbrengst van de offerweek wordt
geschat op 50,000 ponden sterling tegen
30,000 pd. st. in 1890 en 20,000 pd. st.
in 1889.
Onderhandelingen zijn gaande over den
aankoop van een stuk grond aan de Theems
te Londen, voor het stichten van een groot
Centra al Citadel*.
Volgens een ontvangen particulier bericht,
dd. 22 October, heeft het te Petersburg 5o
R. gevroren en is er te Hernösand reeds
zeer veel sneeuw gevallen.
Omtrent de nood in Rusland worden de
volgende staaltjes van menschelijk lijden
meegedeeldTe Ratchino, Orenberg, kwam
een weduwe uit een naburig dorpje om
brood bedelen voor haar kinderen. Zij kreeg
wat voedsel en haastte zich daarmede terug,
maar vond, thuis komende, haar kinderen
dood. Bij de lijkopening bleken de magen
niets te bevatten dan schillen en zand.
Te Ekaterinaburg biechtte een vrouw aan
een priester haar voornemen om haar kin
deren te vermoorden, ten einde hen voor
langer lijden en erger dood te behoeden.
De priester ging met haar, voorzien van
voedsel, naar haar woning, waar de kinderen
als wilden op het brood aanvielen. Kort
daarna stierven de kleinen. Een dienst
meisje, dat bij haar familie op het land was
geweest, verklaarde dat mannen en vrouwen
aan het vee in de stallen het voedsel be
twisten. Kooplieden trekken het land
rond, alles tot spotprijzen van de nood
lijdenden opkoopende. Ofschoon 't voor een
Russische een schande is kort haar te dragen,
laten de arme vrouwen zich kaal scheren.
Voor den rijksten haardos wordt nauwelijks
2 roebel betaald.
De Regeering heeft verboden groote hoe
veelheden graan aan graankoopers te ver-
koopen, ten einde speculatie tegen te gaan.
De Amerikanen vinden, dat zij er zich
mee moeten gaan bemoeien. Een adres aan
den Czaar, geteekend door 10.000 Yankees,
zal worden gezonden aan het Vrede-
congres te Rome.
Intusschen, en dat is praktischer, zijn in
Amerika fondsen bijeengebracht, waarvoor
granen gekocht zjjn, die naar Rusland zullen
worden gevoerd. Als de Russische Regeering
nu maar de schepen niet terug zendt zooals
zjj aankomen, met de boodschap Rusland
is groot, goed en machtig genoeg om zich
zelf te helpen.
Russische vlotters, die in Oost-Pruisen
zjjn aangekomen, hangen hartverscheurende
tafereelen op van den in Rusland heerschen-
den nood. In het bovenstroomgebied van
Don, Wolga, Wetluga, Sura, enz., sterven
duizenden den hongerdood. In groote troepen
trachten de noodlijdenden die streeken te
verlaten maar velen sterven onderweg.
Kasan en Astrakan worden door vluchte
lingen overstroomd, die tot naar den
Kaukasus trachten te ontkomen. Uit de
noodlijdende districten zijn nagenoeg alle
militairen teruggetrokken.
HEUSDEN, 26 Oct.
De heer Hoogendorp, eerlang adsistent
a/h. Post- en Telegraafkantoor alhier en
daarna als zoodanig te Woerden werkzaam,
is benoemd tot Directeur v/h. Post-Tele-
graafkantoor te Oostburg (Zeeland.)
Gisteren avond circa 9 uur, keerden
twee dienstmeisjes, die den dag bij hare
familie hadden doorgebracht, over den Aal-
burgschen dijk huiswaarts, toen zjj onver
wachts door een persoon werden aange
vallen, die zich vooraf in hinderlaag had
neergelegd. Een van beide meisjes wist te
ontsnappen, doch de andere werd inmid-
1 dels vreeselijk mishandeld, tot zij weldra
door twee personen, door de voortvluchtige
daartoe aangezet, werd ontzet.
De Commandant der Maréchaussee alhier,
hiermede in kennis gesteld, liet nog den
zelfden nacht den booswicht (een polder
werker) uit zijn keet oplichten en in arrest
brengen, zoodat hij voorzeker zijn straf
niet zal ontgaan.
WTJK (bij Heusden). Het kantoor eener
bjjzondere telephoononderneming alhier zal,
te rekenen van 26 dezer, op werkdagen
open zijn: van 9 tot 12 uren voor- en van
2 tot 41/J en 6 tot 7*/s uur namiddags.
De diensturen op Zon- en feestdagen
blijven onveranderd.
HAARSTEEG, 23 Oct. Dat lust tot
reizen soms vroegtijdig ontwaakt, bleek
dezer dagen in het naburige Vlijmen.
Het driejarig zoontje van den manden
maker A. v. d. L. had ongemerkt plaats
genomen in een spoortrein-coupé, met het
gevolg, dat men hem eerst in Zwaluwe
ontdekte. Niet in staat zijn identiteit te
kunnen constateeren, zond men draadbe-
richt naar Vlijmen, zoodat de ouders die
hun lieveling reeds verloren waanden
spoedig wisten waarheen hij was verzeild
geraakt; van welke plaats hij weder bij de
eerste gelegenheid (goed voorzien van boter
hammen enz.) naar Vljjmen werd terug
gezonden.
WAALWIJK, 24 Oct. De burgemeester
heeft eene bekendmaking doen verspreiden,
waarin hjj de ingezetenen dezer gemeente
uitnoodigt, geene aalmoezen meer te geven
aan bedelaars of landloopers elders woon
achtig, die nog altjjd, vooral op Vrjjdagen
en Zaterdagen, onze gemeente bljjven be
zoeken, komende o. a. uit 's Bosch, Heus
den en Kaatsheuvel.
»Het armbestuur alhier,* zegt ZEd.
verder, »is bij gebreke van de noodige
middelen in verre na niet in staat, het
groote aantal armen, in deze gemeente
woonachtig, te ondersteunen, zoodat binnen
kort een beroep zal moeten worden ge
daan op de bekende mildadigheid der
gemeentenaren.
Ook uit aanmerking hiervan, verdient
het ten zeerste aanbeveling aan boven
bedoelde vreemdelingen eiken onderstand te
weigeren, waardoor het bezoek van die
menschen aan onze gemeente van zelf zal
ophouden.*
De handel in kalf koeien en dito vaar
zen in de Langstraat was sedert ons vorig
bericht weder zeer goed geanimeerd en de
hooge prijzen hielden zich naar qualiteit
goed staande. Kalf koeien van prima qual.
f 280 a 315, 2e pual. f 180 a 225, kalf-
vaarzen f150 a 200 stalvee f 100 a 175,
slachtvee le qual. 67 a 68 ct., 2e qual.
60 a 64 ct. per K.G., jarige kalveren en
hokkelingen f 30 a 50, vette varkens 50
a 52 ct. per K.G. schoon jonge dito f 3 a 7.
Hooi. Bij weinig handel bleven de prijzen
in ééndoen. Naar qual. wordt f 15 a L9
per 500 K.G. besteed, terwijl schraal hooi
f 12 a 14 kon afdoen.
Stroo f 10.— a 11.50 per 500 K.G.
WOUDRICHEM. Van 12 tot 18 Oct.
werden in het vischwater dezer gemeente
gevangen en aan den afslag verkocht:
1 zalm, voor f 1.35 per half K.G. en 700
stuks houting voor 13 ct. het stuk.
Nog werd aangevoerd een partij snoek,
voor 25 a 30 et, paling voor 55 ct. en
diverse voor 6 a 10 ct. per half K.G.
DALEM. Woensdag 1.1. zijn de Rijs-
hewassen (3- en 4-jorig hout) in den polder
Dalem verkocht. De opbrengst was ruim
f 400 per H.A. tegen ruim f 150 vóór 4
jaren. In den polder Heukelum bedroeg dit
verschil nog meer. Het 3-jarig houtgewas
aldaar bracht althans dooreen circa f 500
per H.A. op.
De beetwortelen geven ook hier een
zeer slecht beschot. De prijs, f 9.50 per
1000 K.G. is bovendien zeer laag, zoodat
er boeren zijn, die geen f 100 per H.A.
maken; in het gunstigste geval zal het de
f 200 niet te boven gaan.
In het polderdistr. Tielerwaard zijn
voor den winter 1891/92 door den Dijkstoel
tot noodheemraden benoemd: te Vuren de
heer G. de Bruijn, te Dalem de heer G.
van Willigen.
Onze staatsschuld
Het bedrag der staatsschuld, voor een
klein land als het onze zeker niet gering,
vordert voor 1892 nog zonder de lasten
der aanstaande leening eene uitgaaf van
bijna 35 millioen gulden (waarvan 32
millioen voor intrest en bijna 3 voor af
lossing), tegenover een bedrag van 1271/3
millioen aan geraamde ontvangsten. Meer
dan een kwart van de landinkomsten wordt
dus vereischt tot betaling van rente en tot
geregelde schulddelging.
Hoe groot intusschen onze schuldenlast
zij 't is een merkwaardig verschijnsel,
dat, zooals het Handelsblad* opmerkt,
die last in de laatste veertig jaren ont
zaglijk veel lichter geworden is. In 1850
was voor rente alleen nog iy2 millioen
meer dan thans noodig, en de staatsschuld
nam toen meer dan de helft van de in
komsten des rijks in beslag. Per hoofd der
bevolking moest in dat jaar f 11.60 enkel
voor rentebetaling worden opgebracht. Thans
bedraagt het gemiddelde niet meer dan
f 7.70 en het is eigenlijk nog f 1 minder,
omdat men dient at te trekken wat het
land uit de staaispuurwegen waarvoor
een groot deel der schuld is aangegaan
als inkomst trekt en dus niet aan belasting
heeft te dragen. De vei mindering van druk
O
bedraagt dus meer dan 40 pCt., vergeleken
met jaren herwaarts.
Verder rekent het blad uit, dat in die
40 jaar 338 millioen zijn geamortiseerd.
Deze zijn natuurlijk niet tot dat volle
bedrag betaald; de werkelijke uitgaven
daarvoor bedroegen 262 millioen. Het
grootste deel daarvan, ongeveer 180 mil
lioen, werd uit de Indische overschotten
verkregen, uit den tijd toen in de behoeften
der kolonie nog op zeer karige wijze werd
voorzien.
Gelukkig,* zegt het Handelsblad*
»heeft Nederland zich onafhankelijk weten
te maken van deze baten en kan het, met
een veel minder drukkenden schuldenlast,
nu al zijne gewone en een groot deel ook
der buitengewone uitgaven uit eigen in
komsten bestrijden. Voor de algemeene
behoeften blijft thans niet, als in 1850,
slechts de kleinste helft, maar bijna s/i dier
inkomsten beschikbaar. Zonder groote be
zorgdheid kan daarom eene kleine ver
meerdering van schuld worden tegemoet
gezien.*
Naar men verneemt, is bjj de Regeering
in overweging het overbrengen van de aan
gelegenheden van den landbouw, thans
grootendeels behandeld aan het Departement
van Waterstaat, naar de Ministeriën van
Binnenl. Zaken en Financiën.
De heer S., vischhandelaar te 's Bosch,
werd Dinsdag door een snoek in den vinger
gebeten en reeds Woensdagavond overleed
hij aan bloedvergiftiging.
Zaterdagavond, te ongeveer 9 uur, werd
er aan de boerenwoning, bewoond door de
70-jarige weduwe Moens en haar dienstbode,
de 32-jarige Marie Johanna de Witte, onder
de gemeente Meliskerke, herhaalde malen
op het venster geklopt en verzocht open te
doen.
De meid ging daarop naar de achterdeur
en opende die.
Vermoedelijk onmiddellijk daarop werd
zij aangevallen en werd haar den hals half
doorgesneden.
Daarop werd het slachtoffer naar den
boomgaard gesleept, welke in de nabijheid
van de woning gelegen is.
De Weduwe Moens, welke een gil hoorde,
liep daarop door de voordeur den weg op,
naar de hoeve van haar schoonzoon, De
Korte, welke oogenblikkelijk met haar mede
ging-
Toen de weduwe de voordeur uitliep,
hoorde zij de klink van de achterdeur op
lichten, zoodat men alle redenen heeft te
vermoeden, dat de moordenaar kwam met
het doel om te stelen, maar door het loopen
der weduwe verschrikt, de vlucht heeft ge
nomen.
De arme meid heeft nog een half uur
geleefd, doch geen enkele aanwijzing kunnen
geven, en is toen onder de hevigste pijnen
gestorven.
De officier van Justitie van Middelburg
heeft zich met den rechter van instructie
en twee geneeskundigen naar de plaats
van den moord begeven.
De Rechtbank te Heerenveen heeft uit
spraak gedaan in de onlangs vermelde zaak
van Zwart, die bij advertentie aan >stroopers«
hazenstrikkendraad te koop had aangeboden,
en hem veroordeeld tot de buitengewoon
hooge straf van f 150 boete, subsidiair 30
dagen gevangenis.
Aangaande den geheimzinnigen dood van
den heer K. Benus en zijn echtgenoote te
Zuid-Eksloërmond, wordt nog gemeld, dat
het gerechtelijk onderzoek niets verdachts
heeft aan het licht gebracht., zoodat men
mag aannemen, dat de overledenen een
natuurlijken dood gestorven zijn. De lijken
zijn weder ter aarde besteld.
Een paar kleine jongens, die op den steiger
van de Amsterdamsche booten aan het spelen
waren, vonden een patroon. Niet weinig
in hun schik met deze vondst, gingen zij
er mee naar huis, waar zij het gevaarlijk
speelgoed in het vuur wierpen. Een hevige
ontploffing volgde; de kachel werd uit
elkander geslagen, terwijl de ruiten werden
verbrijzeld. Gelukkig had het geval geen
ernstiger gevolgen en kwamen de jongens
er met den schrik af.
Het »Vad.« meldt: Zondagmiddag waren
bijna alle publieke vermakelijkheden te
Amsterdam gesloten. In de cafés-chantants
werd niet gezongen, de dameskapel in het
Panopticum 'iet te vergeefs op zich wachten,
in de »caté=:« in de Nes werd geen muziek
gemaakt.
De houd rs van publieke vermakelijk
heden kregen Vrijdag 1.1. een aanschrijving
van den burgemeester, in 't vervolg 's Zon
dagmiddags hun inrichtiugen gesloten te
houden. Enkele directeuren gaven geen ge
hoor aan dit bevel, dat op de Zondagswet
gegrond is. Tegen hen werd echter proces
verbaal opgemaakt.
Naar het >Utr. Dagbl.* verneemt, is het
zelfde bevel reeds lang geleden te Rotterdam
gegeven, door den heer Vening Meinesz.
De meeste publi ke vermakelijkheden zijn
daar echter in »societeiten« veranderd,
waarop de bepaling van geen kracht is.
Groote en kleine diefstallen, zelfs ook
nachtelijke aanrandingen, zijn indenlaatsten
tijd te Rotterdam weder aan de orde,
zoodat niet alleen van de zijde der inge
zetenen luide klachten worden aangeheven,
maar ook reeds van de zijde der politie
zelve buitengewone maatregelen zijn voorge
schreven.
Zoo heeft de commissaris van politie in
de 2e afdeeling gelast, dat alle personen
en jongens, die des nachts zwervende langs
de straten gevonden worden en verdacht
voorkomen, moeten worden overgebracht
naar het polititiebureau, om daar den nacht
verder door te brengen.
Ter bevordering van de veiligheid op
straat raadt een inzender aan, de nacht-
politie voortaan in versnelden pas hun
wijken te laten doorloopen, hen van over
schoenen te voorzien, opdat men hen niet
reeds in de verte hoort aankomen en ook
alle blinkende versieringen van de uniformen
te verwijderen.
Een vermakelijk voorval had te Wedde
in het laatst der vorige week plaats. De
heer H. van Oudepekela heeft te Wedde
nl. een jachtveld en geeft den rijksveld
wachter voor elke bekeuring, welke daarop
door hem wordt ingesteld, eene premie van
f 5. Nu was de heer H. zelf met een
ander persoon op dit veld te jagen en wel
op een verboden dag, terwijl het geval wil,
dat ook de rijksveldwachter aldaar verschijnt,
die den jager onder het oog bracht, dat
het thans een verboden dag was om te
jagen en deswege tegen hem bekeuring
moest instellen. De heer H. ziet zich dus be
keuren op zijn eigen jachtveld en moet
bovendien des rijksveldwachters premie be
talen
Naar men verneemt, is uit door de
Duitsche regeering gevraagde en door onze
regeering haar te verstrekken opgave ge
bleken, dat zich hier te lande 26,000
Duitschers bevinden.
Uit Amsterdam meldt men aan deN. R. Ct.:
De hoop dat Sequah's afscheid zonder
straatschandaal zou eindigen, is niet be
waarheid. Hoewel de middag zich doorgaans
slecht leent voor herrie, heeft onze stad toch
op klaarlichten dag een hevig staaltje van
opwinding gezien. Sequah zelf had tegen
Maandagavond zin gehad in eene groote
manifestatie, maar gelijk hij zelf mededeelde,
de politie wilde dat niet hebben.
De seance van heden middag verliep op
de gewone wijze.
De eigenaar van een der grootste manu
factuurwinkels werd behandeld en genezen,
en talrijke patiënten getuigden van hun
herstel. Daaronder een die naar hij ver
klaarde aan hydromatische ziekte had
geleden.
Het afscheid van Sequah en het publiek
was natuurlijk hartelijk. O.a. ontving hjj
een prachtexemplaar van een afscheidslied,
waarvan het eerste couplet luidt:
O, vaart dan wel, O vaart dan wel,
Vergeet, vergeet ons niet,
Daar gij ons nu gaat verlaten,
En een traan ons niet kan baten,
Och, ons noodlot is verdriet.
O, vaart dan wel, O vaart dan wel,
Vergeet, vergeet ons niet.
Het prachtexemplaar was op goud papier
gedrukt en met opgeplakte bloemetjes ver
sierd.
Terwijl een honderd menschen gelukkig
werden gemaakt met even zooveel fleschjes
olie, begonnen in den tuin de aanstalten
voor het pretje. Twee politie-agenten poogden
de paarden van Sequah's coupé te bescher
men, maar noch zij, noch de zweepslagen
van den koetsier konden het publiek op een
afstand houden. De koetsier, die kennelijk
op krachtiger hulp der politie had gerekend,
koos, toen deze wegbleef, de wijste partij,
en ging zelf helpen. Maar toch dreigde het
pretje in het water te vallen. Sequah zelf
wilde niets van de ovatie weten. Op zijn
bevel werden de paarden teruggebracht,
maar daarvan was Jan Rap niet gediend.
De paarden moesten weg. Tot driemaal toe
soldë men de paarden van het kastje naar
den muur, tot de beesten zoo schichtig
waren, dat het gevaarlijk begon te worden.
Eindelijk kreeg Sequah een inval. Hij iiefc
het publiek in de zaal roepen. Maar jawel.
Neen, dan rijdt hij stil weg; hier blijven,
riep men algemeen. Toch ging een gedeelte
naar de zaal, waar Sequah de menigte toe
sprak, en eene overeenkomst sloot. Hij zou
in het rijtuig stappen als de paarden er
voor waren, en als men kalm bleef, zou hij
stapvoets naar het hotel rijden. Deze concessie
bevredigde de gemoederen. Men kon dan
toch een lolletje hebben, en men kreeg dit
onder het zingen van toepasselijke en niet-
toepasselijke liederen, van Oranje en socia
listische deuntjes trok men op. Natuurlijk
nam de stoet steeds in omvang toe, want
op straat was het toch al vol. Omstreeks
5 uur kwam men in de Kalverstraat, die
reeds geheel gevuld was. Niet dan met
moeite bereikte men het Hotel Suisse,*
waar Sequah onder oorverdoovend gejuich
uitstapte.
Had Sequah zelf verteld, dat men hem
den koning der kwakzalvers noemde, het
volk bewees hem inderdaad koninklijke eer.
Onder het zingen van het volkslied ver
scheen hij voor het geopende raam, om
dankbaar de hulde der duizenden te ont
vangen. De opgewondenheid kende toen
geen grenzen. Het was een gejuich als men
anders slechts op den Dam hoort als een
vorst op het balkon komt.
De Kalverstraat bood gansch dien tjjd
een zonderling tooneel. De menschenmassa
was ontzettend, niet alleen op straat maar
ook in en op de huizen was geen plaatsje
onbezet.
Bijna had nog een ernstig ongeluk plaats
gehad, daar de paarden met het leege rjjtuig
op hol sloegen. Gelukkig werden zij spoedig
gegrepen.
De drukte voor het hotel hield betrek
kelijk lang aan, zoodat menigeen met vreugde
het vertrek van den wonderdokter zal be
groeten.
Aan het Ministerie van Waterstaat,
Handel en Nijverheid zal worden aanbesteed
11 Nov. De uitvoering van baggerwerk
tot voortzetting der verbetering van de rivier
de Waal tusschen den hoofddam te Pan-
nerden en Nijmegen. Raming f 0,30s per
M3. Aanw. 4 Nov.
11 Nov. Het maken van 2 kribben,
het verlengen van 3 Rijkskribben en het
verrichten van baggerwerk, tot verbetering
van den IJssel, beneden het Katerveer.
Raming f 5960. Aanw. 4 Nov.
11 Nov. (Herbesteding). Het maken
van werken tot verbetering van de rivier
de Maas onder Hoene, Driel en Gewande.
Raming f 19000. Aanw. 4 Nov.
18 Nov. Het verdiepen van het groot
scheepvaarwater in het Scheur beneden het
lichtopstand bij de voormalige buskruithaven.
Raming f 71300. Aanw. 11 Nov.
Te Amsterdam zal den 5 Nov. e. k. in
het openbaar worden aanbesteed: le. het
maken van een gedekten gemeenschapsweg,
tevens inundatiekeering, tusschen Uithoorn
en Kudelstaart (raming f 184,000.) en 2e.
het maken van bovenvermeld werk, met
uitzondering van een gedeelte der aarde
werken (raming f 70,600,) alles onder be
heer der genie te Amsterdam.
Uit het koloniaal verslag, loopende tot
25 Sept. ontleenen wij het volgende:
Segli werd den laatsten tijd minder hevig
beschoten.
De strijd tusschen den vorst van Pedir
en diens broeder duurt steeds voort.
Den 19 Aug. werd de kedei te Pedawa
door een bende aangevallen. Het hoofd van
het landschap Habib Pedawa sloeg met zijne
mata-mata's den aanval niet alleen af, doch
nam zekeren Nja Jet gevangen, dien hij
aan het bestuur overleverde.
Te Edi werd door de mata-mata's van
Toengkoe Tjihik een hoofd, Boekit Slamat
genaamd, gevangen genomen. In 1889 en
1890 was deze bendehoofd in het Edische
tijdens de onlusten. Ook heeft hij deelge
nomen aan den aanval op het tolkantoor
te Poelau Kainpeij (Sumatra's Oostkust.)
Dezelfde mata-mata's rekenden den 22
Aug. Pang Raoeh in, die zich schuldig had
gemaakt aan het stelen van Beaumontge-
weren en deel had genomen aan den moord
op de Chineezen, den 27 Juli 1.1.
Te Melaboe verdreven de passerbewoners
een bende, die de passer aanviel. De vijand
bekwam een doode en een gewonde.
Ten westen van Telok Semawé onder
werpt Toekoe Pasanga het geheele omlig
gende gebied, zoodat zelfs Telok Semawé,
dat van onzen steun ontbloot is, gevaar
kan loopen.
tg^aegggtf^wwtMMgBBiagMBBgapiiiiiyiii MBBMB——i
Nu meisjes, zei tante Hetty, legt uw bor
duur- en uw breiwerk weg; gaat wat nut
tigs uitvoeren en houdt op met dat bouwen
van kasteelen in de lucht en dat gepraat
over vrijers en wittebroodsweken. Het maakt