Europa in de wapens. isr.i. I J" U I 42 WOENSDAG 4 NOVEMBER -Ss's flvt Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. VOOR Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Wanneer men leest van troepenbewegin gen en veldslagen in den ouden tijd is men geneigd zich daartoe benoodigde >menne- kens* voor te stellen als soldaatjes uit onze dagen. Niets is echter minder juist. De huur- benden uit vroeger eeuwen, b.v. nit onzen tachtigjaren oorlog tegen Spanje boden ieder op zichzelf een staalkaart van kleuren en stoffen aan. Wel was het snit der kleeder dracht uniform en gaf gelijke bewapening iets eenvormigs aan de troepen, maar van onze tegenwoordige uniforme kleeding was toen niets te bespeuren. Het vaderland der uniformen is Frank- t) rjjk, waar in 1670 begonnen werd de af- -onderlijke troepenafdeelingen in gelijkvor mige pakken te steken. Dit vond in Europa «dgemeene navolging, allereerst in Duitsch- land, waar de Keurvorst de donkerblauwe kleeding uitkoos, thans in Pruisen nog ge bruikelijk. In den aanvang sloot zich het soldaten pak nauw aan bp den toenmaligen burger lijken dracht, doch langzamerhand werd de afwijking daarvan grooter. De rok werd korter en nauwer, in plaats van omslagen kwamen oplegsels in afstekende kleuren, de groote hoeden werden steken. De mode heerscht niet alleen in het burgerlijke, maar ook in het krijgsmansleven en zoo zien we een eeuw later, toen Pruisens beroemde Koning Europa de wet stelde, de uniform zijner soldaten alom navolging vond. Zoo bewerkten ook de Fransche revolutie en de zegepralen van Napoleon een omkee ring in de soldatenkleeding en wel naar den F-ranschen snit. De korte rokken wer- dën weder lang en in plaats der hoeden en grenadiersmutsen kwamen de chaco's en berenmutsen. De herinnering aan Caesars overwinningen brachten nu ook den Romein- schen helm in zwang. Alleen de korte, wijde broek hield het nog een poos uit. Deze mode hield een halve eeuw stand: toen werd de frak weer ingekort tot wapen rok, de korte pantalon werd verlengd, de hooge chaco verkleind of veranderd in kepi. Pruisen behield echter een eigen hoofdbe dekking, den lederen helm met metalen spits, een dracht, die tkans nationaal ge worden io, zoodat men zich geen Duitsch leger zeiler »pickel haube* voorstellen kan. Rusland heeft over 't geheel genomen Pruisen nagevolgd en is thans alleen door zijn afwpkende kleur (groen) van het laatste onderscheiden. In het overige Europa bleef Frankrijk de mode aangeven, ofschoon Oostenrjjk en Engeland een eigen hoofddeksel dragen. Het is ook op dit gebied opmerkelijk, hoe, gelijk het spreekwoord zegt, de kleeren den man maken en hoe na bjjzonder schit terende overwinningen het zegevierende leger zijn uniform nageaapt ziet. Kort na de belegering van Sebastopol en den slag bp Solferino werd het Spaansche leger in roode pantalons gestoken, op de slacht- velden van Noord-Amerika zag men aller hande fantastisch gekleede zouaven en zelfs het hoofd der katholieke Christenen omgaf zich met vrjjwilligers in Mohammedaanschen dracht. Het jaar 1870 bracht hierin alweer ver andering. Frankrijke militair overwicht was gebroken en de Pruisische uniform kwam in de mode, De helm der orerwinjjaars bp Sadowa en Sedan verdrong in Engeland en later in Portugal den chaco. In Italië en Spanje staat bij gereed zijn intree te houden. In het verre Peru zijn zelfs de «ulanos* met helmen gedekt en tot schrik, zoo niet der vijanden, dan toch van hunne landge- nooten geworden. Daarentegen keert men in Rusland terug tot den vroegeren natio- nalen hoerendracht. Men begint daar en ook elders in te zien dat een praktische en gemakkelijke kleeding van hooger waarde is dan een schitterende parade-uniform. Zoo bont als nu het beeld is, welke de tegenwoordige uniformen der Europeesche legers het oog aanbieden, zoo bestaat er toch op vele punten een groote gelijkvormigheid, Laten we eerst de infanterie, het hoofd wapen, overzien. We zien hier overal blauw als hoofdkleur en wel donkerblauw. Lichtblauw alleen in Roemenië en Beieren. Het roode Engeland en 't groene Rusland maken uitzonderingen. De kleur der beenkleederen is zeer ver scheiden donkerblauw in Duitschland, Engeland, Portugal, Turkije en Zweden lichtblauw in Beieren, Denemarken, Grieken land, Nederland en Oostenrjjk blauwgrijs in Italië en België; grijsblauw in Zwitser land en Servië; grijs in Noorwegen en Roemenië; rood in Frankrpk en Spanje; Groen in Rusland. De kleur der kragen, opslagen en biezen is in den regel bij alle rood. De hoofdbedekking is bijna algemeen de lederen chaco of de laken kepi in ver schillende vormen. Een bjjzonderhei 1 zijn de Spaansche kepi, die van boven wijder is dan van onderen en de Zwitsersche, die voor en achter een klep heeft. Helmen dragen de Duitschers en de Engelschen; deze zijn van vilt, in de koloniën van kurk. Ook onze kolonialen dragen thans een soort helm van wollen stof. Russen en Boelgaren dragen zwarte pelsmutsen, de Noorwegers een hoed. Tot de infanterie-uniformen, die zich aan den nationalen dracht aansluiten, behooren die der Fransche zouaven en Turco's, der Schotsche Hooglanders en der Roeiueensche «Dorabanzi*, die gekleed zijn in wit over hemd met blauwe afzetsels, blauwe pantalons in hooge laarzen en nationale pelsmuts met adelaarsveer. Nog meer algemeen dan bij genoemd wapen is donkerblauw de hoofdkleur bp de artillerie. Uitzonderingen zjjn Oostenrijk (bruin) Roemenië (lichtblauw)Saksen Rusland en Boelgarjje (groen). De rijdende artillerie komt in uniform overeen met de huzaren. Bij het wapen der kavalerie vinden we kurassiers nog alleen in Duitschland en Frankrpk en in de Russische en Engelsche garde. De Duitsche en Russische is geheel wit, ook de helm met adelaar. De Engelsche dragen roode rokken, witte broeken en stalen helmen met pluim. De Fransche kurassiers zijn donkerblauw, met roode broeken en hebben stalen helmen met kam en neerhangende paardenstaart. De dragonders in Duitschland zijn in lichtblauwe, in Frankrpk in donkerblauwe jassen gestoken. De Russen zijn groen. De meesten dragen helmen, de Zwitsers alleen de kepi. De huzaren dragen overal naar Hongaar- sche wjjze een uniform met snoeren en berenmuts of kepi. Die in Duitschland dragen verschillende kleuren met gele of witte snoeren, de Engelschen, Zweden, Nederlanders donkerblauw met gele, bij ons roode snoeren, de Franschen, Spanjaarden en Denen lichtblauw met witte snoeren. De Roemeensche huzaren zijn rood met witte broeken. De Belgsche «guides* dragen groene attila's met gele snoeren, roode broeken en berenmutsen. De oorspronkelijke uniform der ulanen i3 voornamelijk gekenmerkt door de Poolsche muts met vierhoekig dekstuk, gelijk onze kolonialen dragen. Dit hoofddeksel dragen de Duitsche, Oostenrjjksche en Russische ulanen, benevens de Belgsche lanciers en de Engelsche lancers. De kleeding is blauw, licht of donker. Alleen de Spaansche ulanen dragen stalen helmen, geljjk ook de Itali- aansche. Ziedaar een kort overzicht van de kleederen der verschillende wapens in de Europeesche legers. Ofschoon ver van volledig, bevat het een staalkaart vau kleuren, bont dooreen- gemengeld, waarop nochtans het oog met welgevallen rust. De schitterende kleeding van den krijgsmansstand is van geen klein belang voor de populariteit van 't militairisme. De legerhoofden weten dat zeer goed en offeren noode een sierlijke uitmonstering op aan de eischen der praktijk. De kleeren maken den man, ja, en een sierlijk uitgedost leger verblindt de oogen voor de schatten, daaraan ten koste gelegd. Volgens uit de beste bronnen geputte inlichtingen, is het bericht dat België eene leening van 350 millioen zou willen sluiten teneinde de begrooting te doen sluiten en j de uitgaven voor de vermeerdering van het leger in vredestijd te bestrijden, geheel zonder grond. Er is in den laatsten tijd geen ministerraad onder voorzitterschap des konings gehouden, gelijk het geval had moeten zijn indien er over een zoodanig voorstel beraadslaagd ware geworden. Op de Duitsche rijksbegrooting voor het volgende dienstjaar wordt een post van 13 millioen uitgetrokken als aandeel van het rijk in de kosten en lasten der verzekering ter zake van ouderdom en invaliditeit. Dit is 7 millioen meer dan voor het loopende jaar. Dit ligt aan de hoogere eischen, die ingevolge de verzekeringswet aan het rijk worden gesteld. Tot nog toe had men alleen te doen met toekenning van uitkeeringen wegens ouderdom gedurende het tjjdperk van overgangdoch na half November zullen er voor het overgangstijdperk ook uitkeeringen wegens invaliditeit kunnen worden aangevraagd Tevens moet er voor het volgende jaar worden gerekend op 30,000 nieuwe rechthebbenden aangaande uitkeering wegens ouderdom, en al mogen er van de thans levenden eenigen sterven, zoo blijft dit aantal toch zeker ver beneden dat der nieuw bijkomenden. Denkt men daarbij aan de verplichting des rijks omtrent de bijdragen van verzekerden tjjdens hun militairen dienst, dan komt men tot de slot som, dat het bedrag van 13 millioen geene te hooge raming is. De nu begonnen ver hooging zal in de eerstvolgende jaren worden voortgezet, zoolang tot het blijvende hoogste punt is bereikt, als wanneer de bjjdrage des rjjks in de verzekering nagenoeg 70 millioen zal bedragen. De zonderlinge onzekerheid, welke ge durende de laatste dagen bleek of scheen te bestaan in de reisplannen van Cga^r Alexander, die zijne rtis eerst via Fridericiia toen via Stettin volbrengen wilde en ten slotte in allerijl over Dantzig is gegaan, geeft te Berlijn aanleiding tot allerlei ge ruchten. Van doorgaans goed ingelichte zijde werd verzekerd, dat de Czaar geenzins uit boos opzet Berlija vermeed, maar dat men ook hier moet denken aan zijne bijna ziekelijke menschenschuwheid. De Czaar vindt het zeer onaangenaam met vreemde personen samen te zijn en het middelpunt te worden van groote officieele feesten en betoogingen. Anderen beweren dat de Czaar en zijne omgeving in den laatsten tijd weder tal van dreigbrieven ontvingen, welke hem zeer gedrukt steraden. Op de spoorlijnen waren dan ook zeer gestrenge maatregelen van politiezicht genomen, daar de Russische overheid na de vroegere aanslagen altoos1 ongerust is. Uit St. Petersburg meldt de «Standard, dat honderden adellijke he ren uitstel voor de betaling der belasting vragen, dewijl zij anders geëxecuteerd moeten worden. Het aantal misdaden neemt onder de hongerlijdende bevolking in Rusland steeds toehet platteland is wegens de vele moorden en diefstallen volkomen onveilig, zelfs weet de «Novoje Wremja* van een aanval op een spoortrein te verhalen, welke op den 21 en October bjj Rostow aan den Don plaats had en waarbjj de vrachtwagens werden leeg geplunderd. Dat de noodlijdende boeren de voorraadschuren plunderen, is een gewoon verschijnsel. De «Nowoje Wremja* klaagt over de traagheid, de onkunde en de onzedelijkheid der boeren en verlangt van de regeering een krachtig optreden, ten einde groote onheilen te verhoeden. Met den dag treedt Rusland in Turkije brutaler op. Nu weer heeft de Russische gezant den Sultan verlof gevraagd om te San Stefano, dus in de onmiddellijke nabijheid van Konstantinopel, een gedenkteeken op te richten voor de Russische soldaten, die in den laatsten oorlog in Oost-Rumelië ge sneuveld zijn. De Sultan bljjkt zich echter nog meester te achten in zijn eigen huis; althans hij heeft het gevraagde verlof ge weigerd en Adrianopel als een meer geschikte plaats voor dat monument aangewezen. Kennelijk heeft hij op die wijze het gevaar willen afwenden van eene Russische bede vaartplaats nabij zijne hoofdstad. De Rus sische gezant moet door die afwijzing verre van aangenaam gvstemd zijn. Te New-York en te Washington heeft het veel beweging veroorzaakt, dat blijkens eene ontcijferde en openbaar gemaakte dépêche van den gezant Egan, de regeering van Chili zich niet door die der Yereenigde Staten uit het veld laat slaan, en wel is waar geen genoegdoening weigert, doch die ook niet dadelijk toezegt. President Har rison hield een langdurige bijeenkomst met de ministers, waarna er geruchten rond liepen, niet alleen van ultimatum, maar zelfs van een oorlogsverklaring. De minister van marine heeft alle verloven van zee officieren ingetrokken, en per telegraaf bevolen, dat de kruiser »San Francisco* onverwjjld naaar Valparaiso terug moest keeren. Aan de werven is last gezonden, zooveel mogeljjk oorlogschepen gereed te qjaken, De reeders en kooplieden die met Chili handelen, schorten hun zaken op totdat het oorlogsgevaar geweken zal zijn. Een koopman uit Chili, die te New-York door een dagblad-berichtgever ondervraagd werd, zeide dat men in Chili vertrouwen stelt op Engeland, dat groote belangen in het land vertegenwoordigd heeft, terwjjl in eenen oorlog tegen Chili geheel Zuid- Amerika betrokken zou kunnen raken. Sommige groote bladen slaan eenen oor- logzuchtigen toon tegen Chili aan. De gezant van Chili moet de onverwijlde terugroeping van Egan gevraagd hebbendewijl de regeering niet langer in aanraking met dezen wil komen. Egan is inderdaad da grootste hinderpaal van een mogeljjk ver gelijk, dewjjl hjj zoowel in Chili als in de V. S. gehaat is. Velen verdenken hem, dat bij de dépêche der regeering te Washington niet goed aan die te Santioga heeft over gebracht, aangezien het antwoord van Chili er niet juist op staat. Vele ernstige bladen beschouwen echter de oorlogsgeruchten als belacheljjk, dewjjl de president geen oorlog verklaren kan zonder goedkeuring door het Congres. Bovendien is de Unie niet op het voeren van oorlog voorbereid. De «Daily Telegraph* verneemt uit Washington dat er een ernstig verschil van gevoelen bestaat tusschen den president en den staatssecre taris Blaine. Eerstgenoemde wil Egan terug roepen, hetgeen Blaine niet wil. Deze laatste is vooralsnog tegen het nemen van hevige maatregelen, terwijl de President zonder uitstel het Congres zou willen bjjeenroepen. Onder de grenadiers der garde te Londen, die twee jaren geleden, wegens insubordinatie naar de Bermuda's werden gezonden en onlangs aldaar zjjn teruggekeerd, hebben zich opnieuw oproerige verschijnselen voor gedaan. De vorige week wierp eene gansche compagnie van het 3e bataillon, ontevreden over het slechte middageten, haar gansche rantsoen op de binnenplaats der kazerne. Alle manschappen zijn gearresteerd, terwjjl een ernstig onderzoek is ingesteld. Bjj de schietoefeningen der kanonneer boot «Sabrina* ter reede van Plymouth wer den Vrjjdag eenige visschersvaartuigen ge troffen, waarvan er twee zjjn gezonken. Van een daarvan verdroak een der opvaren den en werd een andere ernstig gewond; van de tweede werden slechts twee leden der bemanning gered. Het ongeluk moet geheel aan de zeeofficieren te wjjten zijn. In de werkplaatsen van de N. W. Rail way te Crewè is een bjjzondere groote locomotief vervaardigd, die bjj den proefrit ruim een mijl per minuut aflegde. Te Melbourne woedt de influenza hevig en eischt vele slachtoffersverscheidene kantoren zjjn gesloten. Cook's touristen-bureau te Londen ont ving een bericht van de zonen van een der associés over de aardbeving in Japan. In de Provincie Nagoya werden 2 duizend personen gedood en 18 duizend huizen vernield. In de stad Gefu werden 5 duizend personen gedood en evenveel huizen verwoest. De steden Ogaki, Kano en Kasamatsu, benevens 50 mijlen spoorweg, zjjn geheel vernield. De ramp ging vergezeld van een vloed golf, die vele schipbreuken veroorzaakte en van eenen brand te Nagoya, die eene groote volkswijk vernielde. Slechts enkele Europeanen zijn omgekomen. Land ran Heusdeii en Altena. e Langstraat en lie «minelerwaard Buitenland.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1891 | | pagina 1