^(Politiek leven.
FEUILLETONS
WOENSDAG 18 NOVELL BEK.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
VOOE
v-A;-
j
a
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte,
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Uitbreiding van het getal kiesgerechtig
den is een eisch van den tijd. Wie durft
dit nog betwijfelen? Uitbreiding van het
ki„3recht moet voor alles gaan, wordt be
weerd. De tegenwoordige vertegenwoor
diging is alleen geroepen om het kiesrecht
te regelenals de echte, onvervalschte volks
vertegenwoordiging, geen klasse vertegen
woordiging zooals nu, op het Binnenhof ge
zeteld is, dan kan onze defensie, ons belas
tingstelsel, onze wetgeving op den arbeid,
eerst op afdoende wijze geregeld worden. Nu
zou het slechts lapwerk zijn.
Leest men dergeljjke uitspraken, dan zou
men veronderstellen, dat het politiek leven
hier te lande zeer ontwikkeld is, dat velen
hongeren en dorsten naar het recht om door
een door hen gekozen afgevaardigde deel te
nemen aan de regeering des lands, dat het
geheele volk het hoogste belang stelt in het
verkrijgen van het kiesrecht.
Hoe geheel anders is het echter met het
politiek leven gesteld In den voorzomer was
er gedurende eenige weken drukte; men hield
vergaderingen, strooibilletten werden ver
spreid, advertentiën in de bladen wezen aan
wie gekozen moest worden, wilde men het
land niet in gevaar brengen maar nauwelijks
waren de verkiezingen afgeloopen of alles
keerde weder tot de rustige rust, om na 4
jaren voor een korten tijd te ontwaken. En
getuigde nu die voorjaarsdrukte van politiek
leven Waar druk gestemd werd, was druk
gewerkt. Velen gingen ter stembus, omdat
zij daartoe aangespoord, opgewekt, somtijds
gedwongen werden, maar anders och! wat
geeft het wie naar het Binnenhof gaat? De
een laat je betalen en de andere brengt het
er niet beter af! Men ging stemmen, niet
omdat men overtuigt was dat de man, dien
men uitverkoren had, op de rechte plaats zou
zjjnniet omdat men het met hem eens was
Een angstvolle nacht.
1 »Het meisje ziet er waarlijk eigenaardig
bleek uit,* voegde ik er bij. »U zult mij
toch wel toestaan, om haar nader te leeren
kennen, en daarvoor dadelijk eene kleine
wandeling met haar te maken. Kan ik daar
bij nog op eenige wijze invloed op haar
pogen uitteoefenen, dan gelieve u mij dit te
zeggen.
»Hm ja,« zeide de vrouw, »wij wenschten
wel, dat zjj van slaapkamer veranderde,
eene andere omgeving heeft dikwgls gunstige
resultaten bij dergelijke zielsziekten teweeg
gebracht. Ik had nog geen gelegenheid haar
met dezen wensch bekend te maken, maar
het zou mij niet verwonderen, als zij er zich
tegen verzette, wat haar toestand duidelijk
kenteekent.
Zeker, zeker,* stemde ik toe. Van mijne
zjjde zal alles geschieden, om haar voor
dezen maatregel intenemen.*
>Zij zal misschien ook klagen, dat wij
iets tegen hare betrekking tot Mr. Woodhill
hebben. Dat is intusschen niet het geval,
haar lgdende toestand spiegelt haar alleen
ons tegenstreven voor.*
»Ik begrijp alles. Ach, dat arme
schepsel! Nu ik zal haar naar mijn ver
mogen terechtzetten.
»Zg mag echter geen vrees gaan koeste
ren,* zuchtte Mrs. Halcome.
In dit oogenblik verscheen Lucy weder,
op den voet gevolgd door een bediende, die
op een groot blad eenige schotels met koud
in politieke beginselen, (die dingen houdt
men er immers niet op na) maar omdat hij
door een kennis - of vriend was aanbevolen
of omdat men van den tegen-candidaat iets
zeer leeljjks of verkeerds gehoord had. Dat
hooren was voldoende, onderzoek onnoodig.
Er werden vergaderingen gehouden, can-
didaten traden voor de schare op zij werden
toegejucht, zeker, zij werden zelfs bestreden,
maar niet juist door de kiezers, veel meer
door mannen die door de tegenpartij wer
den uitgezonden om af te breken wat door
den candidaat werd opgebouwd. De schare
luisterde met open mond naar dat spiegel
gevecht, maar liet zich daarmede verder
niet in, omdat zjj voor het meerendeel
weinig begrip had van het gewicht der
strijdvragen. Zjj kwamen veel meer voor
de aardigheid, het bevel wien men moest
stemmen zou wel van elders komen
Politiek leven ontbreekt geheel, want wat
men in verkiezingsdagen daarvan ziet is
vrij ongezond. De tegenwoordige kiezers
stellen al zeer weinig belang in het recht,
dat zij boven velen hebbenEn zal dit nu
beter worden, als het getal kiezers aan
merkelijk wordt uitgebreid? Zullen de nieuwe
kiezers de oude als het ware electriseeren
en tot nieuw leven wekken of zullen zij het
voorbeeld volgen van de tegenwoordige
kiezers en zich ook ter stembus laten drijven,
zullen zjj ook gedurende vier jaren slechts
eenige weken eenig teeken van leven geven?
Dan is waarlijk uitbreiding van het kiesrecht
niet noodig, maar was inkrimping van het
getal veeleer aan te bevelen.
Was het politiek leven gezond, waren
de kiezers voldoende voor hun tauk berekend,
dan behoefde de groote trom niet geroerd
te worden als een verkiezing ophanden was.
dan behoefde men de kiezers niet te be
werken, dan zouden zij hun stem kunnen,
uitbrengen, niet op commando, maar volgens
hun overtuiging. Die aangespoord, opge
wekt moet worden, verdient het recht niet
j
om een keuze uit te brengen. Zoo lang dat
bewerken en opzweepen noodig is, is ons
politiek leven niet gezond, kan van geen
volksvertegenwoordigers sprake zijn. Zij zijn
de vertegenwoordigers van eenige weinige
personen, die zich de moeite en de kosten
willen getroosten om den man hunner keuze
in de kamer te brengen, maar zij zijn geen
vertegenwoordigers van het volk, dat hen
voor het grootste deel niet eens kent.
Hoe kan het politiek leven opgewekt
worden
Ons volk moet bekend gemaakt worden
met de nooden en behoeften des volks, met
de middelen om daarin verbetering te
brengen, met de wijze waarop ons land
geregeerd wordt, met de houding die de
verschillende vertegenwoordigers aannemen,
met de stem die zij over verschillende zaken
uitbrengen, want de onkunde op dit gebied
is groot en toch, hoe kan men over vier
jaren of zooveel vroeger als dit noodig
mocht zijn, zijn stem uitbrengen als men
niet weet hoe zijn vertegenwoordiger zich
bij verschillende gelegenheden gehouden
heeft?
Op de kiesvereenigingen rust de plicht
om de kiezers in te lichtenniet twee, drie
weken voor een verkiezing, maar voort
durend. Willen de kiezers niet ingelicht
worden, versmaden zij de gelegenheid die
wordt aangeboden, dan moet het kiesrecht
ook niet uitgebreid maar ingekrompen
worden tot hen die bewijzen belang te
stellen in de publieke zaak.
Door die vereenigingen moeten op vast
gestelde tijden vergaderingen gehouden
worden, voor alle kiezers toeg-nkelijk, waar
zaken, die aan de orde zijn besproken
worden, waar verslag wordt uitgebracht
over de houding die door den afgevaardigde
bij gewichtige stemmingen is aangenomen;
zoo zullen de kiezers weten bij een nieuwe
vleesch, vogels, borden, en een flesch wijn
met glazen bracht en dat voordiende.
Intusschen zeide ik tot de jonge dame
»Men doet u met recht verwijten, dat gij
u gisteren en heden een vrijwillig vasten
hebt opgelegd. Zoo iets schaadt uwe ge
zondheid, gij moet daarom nu met mij mede
eten.«
>0, ik heb in de keuken reeds gegeten,
maar het smaakt mij niet, als ik alleen eet.*
Daarop ging zij zitten en at duchtig mede,
wat bij zulk lang hongerlijden zeer be
grijpelijk was.
Ziezoo,* zeide ik toen, tegelijkertijd de
oude heks heimelijk toewenkende, »nu zullen
wjj te samen een wandeliuy maken.*
»Ja wel,* zeide zij levendig.
Ik 'bood haar mijn arm, boog voor de
Halcomes met een veelzeggenden glimlach,
en verliet toen met Luc-y de kamer.
Wij spraken geen woord, voordat wij het
park hadden bereikt, en daardoor voor eiken
luisteraar zeker waren.
>Mijn innigen hartelijken dank,* zeide
toen het meisje, terwijl zij mij krampachtig
de hand drukte. »Toen ik u zag, begreep
ik het gevoel, dat de arme den dood nabij
zjjnde schipbreukeling ondervindt, als hij de
reddende boot ziet naderenHoe kan ik
deze uwe hooghartige daad beloonen?*
»Nu nu mijn kind,* zeide ik geruststellend,
»het is slechts mijn plicht als mensch, en
bovendien dien van mijn beroep. Maar wij
meeten, daar wij er slechts weinig gelegen
heid voor hebben, dadelijk beraadslagen. Gij
hebt er wel aan gedaan, u in uwe kamer
optesluiten, en zoo eiken aanval op uw
leven te verhinderen.*
>Ik had besloten, zoolang in mijne kamer
te blijven tot gij hier zoudt zijn en liever
vau honger te sterven, dan door de hand
van die ellendigen. O, die zaligheid, toen
ik u zag komen. De ramen van mijne
kamer bieden uitzicht in het park, zoodat
ik u reeds op verren afstand ontdekken
kon. Mijn hart zeide mij dadelijk, dat gij
het waart, de zoozeer en toch vol angst
gewachte helper en redder uit dit vreeselijk
huis.*
»Om u goed te kunnen helpen, is het
voor alles noodig, dat gij mijne voorschrifteu
geheel juist nakomt. Uwe vijanden ver
zochten mg u te overreden de bewuste
kamer, naast de bibliotheek te betrekken.
Gij moet dat doen.*
»Maar de geheime deur;* riep zij angstig
»ik weet niet waar die is.«
»Dat is niets, daar ik, om u te be
schermen aanwezig zal zijn. Zonder twijfel
hoort gij, waar men mij dezen nacht eene
kamer geeft, het is dus, als uwe verandering
van kamer dan reeds plaats heeft gevonden
nog alleen noodig, om mij van daar te
halen, en naar uwe kamer te brengen.
Mogt men mg niet uitnoodigen om te bljjven,
wat ik echter van het verstand van Mrs.
Halcome niet verwacht, en ook door alle
uiogelyke middelen zal trachten te ver
hinderen, dan keer ik om elf uur hier in
het park terug, om u op eenige daartoe
geschikte plaats aftewacht n, en u dan
heimelijk naar de bewuste plaats te volgen.*
Zeker,* zeide zij levendig. »Gij kunt in
dat geval daar in de veranda,* zij wees
op het bedoelde punt, dat van onze plaats
zichtbaar was »op mij wachten. De
deur van den ingang der veranda wordt
nooit gesloten, zoodat men daar altijd in
huis kan komen.*
Afgesproken. Nu verraadt gij overigens
door woord nog blik onze betrekking tot
elkander, Natuurlijk zal ik ook soms aan
verkiezing, wie al of niet de man hunner
keuze moet zijn, zij zullen niet op commando,
maar uit overtuiging kunnen stemmen.
o o
Is men ontevre.len met zijn afgevaar
digde, dan kunnen reeds bij iijds mannen j
uitgenoodigd worden om een kennismaking,
met de kiezers aan te knoopen. Zij kunnen
tot de kiezers sprekenhun beginselen!
blootleggen, en is dan de tijd der verkiezing,
daar, dan zullen de kiezers voor zichzelf
i
kunnen en moeten beslissen, dan is stemmen
werven niet meer noodig. De handelingen
der Staten-generaal zijn zeker geen ver-j
makelgke lectuur, maar waarom geen re-
sumé voor een zeer geringe prijs verkrijg.'
baar gesteld Op die wijze zou het kunnen
bljjken of het kiesrecht een algemeen be-1
geerd goed is, dan of wg alleen met een
volkswaan te doen hebben, die verdwijnt,
als het zoo vurig begeerde recht eenmaal
verkregen is.
Een gezond politiek leven dient voort te
gaan. Zoo lang dit gemist wordt is ver-^
meerdering van het getal kiezers van geen
waarde, ja zelfs zeer gevaarlgk, omdat
daarvan alleen vermeerdering van het getal j
ongeschikte kiezers te wachten is, en waarlijk
wij hebben er reeds genoeg
Wie zal in onze omgeving de eerste
poging aanwenden om politiek leven te
wekken? Zeker zou hij eene verdienstelijke
daad verrichten
I tuitenland.
Een makelaar in diamanten, de heer Van
den Broek, te Brugge, ging Maandag
morgen met den trein naar Brussel. Hij
had een zakje met diamanten bjj zich, dat
hij in den trein naast zich op de bank
legde. Toen hij te Brussel moest uitstappen,
kon hij alleen gaan, want zjjn zakje
met diamanten was verdwenen. De man
heeft een duur reisje gemaakt, want 't ge-
stolene had een waarde van 15.000 francs.
uwe vyanden g heime wenken geven, welke
u moeten ontgaan.
»0, gij zult tevreden zijn over mij,*
zeide zij, terwijl een zwakke glimlach over
haar gelaat vloog. Maar het is ook moge
lijk, dat men in den eersten nacht geen
aanslag beproeft.*
»Dan blijft onze afspraak voor den vol
genden geldig. Lang zullen zij de uitvoering
in geen geval uitstellen, daar Woodhill
eiken dag in Engeland terug kan zijn, en
de moord dan voor hun te gevaarlijk is.
Overigens hebben wij als deze nacht zonder
het verwachte voorbjjgaat, weder gelegen
heid genoeg om dan mogelijke, nadere
maatregelen te bespreken. Laat ons nu, om
geene verdenking op te wekken naar huis
terugkeeren.*
Wij liepen langzaam terug, en zagen op
nog ongeveer houderd schreden van den
hoofdingang verwijderd, een man in de
uniform van een telegraafbode uit het huis
komen.
Eene depèch", zeide ik zacht, waarschijn
lijk van Woodhill; hij is te Liverpool ge
komen.
»Goede God!* zeide zij, terwijl haar ge
heele lichaam beefde.
Houdt u goed.*
De man naderde, en ik vroeg hem in
het voorbijgaan, tegelijk voorzichtig de
ramen van het heerenhuis in het oog
houdende, waarachter niemand te zien was
»Eene depêche voor miss Essingham?*
Jawel Sir; Mr. Halcome heeft de depêche
aangenomen.*
>Dank u.«
Hij ging verder, en ik fluisterde Lucy toe
»Laat niets merken; de katastrophe zal
in dezen nacht zeker komen.*
waartoe deze nog uittelokken? Ik zal
Uit Oostenrijk meldt men
De commissie voor de buitenlandsche
zaken uit de Hongaarsche Delegatie kwam
Zaterdag bijeen. De voorzitter, Kalnoky,
antwoordde op de talrijke vragen der ver
schillende gedelegeerden. Hij gaf een uit
voerig overzicht van den bestaauden toestand.
Zijne rede was vredelievend, in weerwil van
enkele punten, waarover hij eenig voorbe
houd maakte. Hij zeide: De algemeene
toestand boezemt mij voor het oogenblik
geen ernstige vrees inhet beste bewijs,
dat ik geen verwikkelingen vrees, bestaat
in de weinige verhooging van de militaire
kredieten die ik vraag. Indien ik geloofde
dat de vrede bedreigd wordt, zoude ik u
eene veel hoogere oorlogsbegrooting hebben
aangeboden. De toestand komt overeen met
dien van het vorige j iar; hjj blijft weliswaar
onzeker, maar bedreigd wordt de vrede
geenszins.
De heer Kalnoky deelt daaromtrent de
meening van ltudini en Salisbury en voorziet
geene verandering in den toestand. Oostenrijk
zal zich houden aan hare bezadigde en
voorzichtige staatkunde en zal doen wat in
haar vermogen is om met hare bondgenooten
het handhaven en het versterken van den
vredestoestand te bevorderen.
De verklaringen van den heer Kalnoky
werden toegejuicht.
Volgens een bericht van de Herald*
uit Valparaiso breidt de opstand in Rio
Grande do Sul zich uit. De opstandelingen
hebben onder aanvoering van generaal
Fernandez de stad Santa Anna veroverd
en vele gevangenen gemaakt, doch niemand
gedood of gewond. Zij hibben, behalve
over een aantal vrijwilligers, te beschikken
over vijf regimenten voetvolk en één regi
ment ruiterij, welke den dictator afgevallen
en naar de zijde van den opstand over-
geloopen zijn.
eenvoudig in de dorpsherberg overnachten.
Morgen reeds zal William er zijn, om mg
te beschermen.*
»Neen, neen! Denkt er aan, dat Mordaunt
Halcome, u als uwen wettigen voogd nu en
later, zoolang als zijne booze bedoelingen
niet zijn bewezen, ten allen tijde kan terug
halen. Mr. Woodhill kan dat zelfs niet
verhinderen. En wie weet welke maatregelen
de driftige man dan neemthg en zijne
moeder, spraken mg reeds iets over eenige
verstandsverbijstering van u, en zjjne macht
is daarom des te meer bedenkelijk. Wachten
wij dus liever het komende afik sta er
u voor in, dat u geen leed geschieden zal.*
Zij zweeg, maar haar fijn, lief gelaat was
doodsbleek, en de teedere gestalte sidderde.
Boven schenen moeder en zoon reeds hun
plan te hebben ontworpenzij wachten ons
met vriendelijk gelaat af; maar toch ge
loofde ik op den achtergrond den duivel te
zien grijnzen.
Mijne, door allerlei in mijn leven voor
gekomen gevallen, verkregen tegenwoordig
heid van geest, verloor ik er niet door.
Ik liep eenige schreden vooruit, en
fluisterde hen toe:
»Zjj komt mij werkelyk vréémd voor,
maar het gelukte mg toch, hare toestemming
voor de verwisseling van kamer te krijgen.*
Toen zeide ik luid
Gij bezit inderdaad een prachtig park,
Mr. Halcome, het is een waar genot er ia
te vertoeven.*
»Dat zou ik meenen,* lachte hg. »Maar
ons huis is ook niet slecht. Als u het injj
toestaat, dan geleid ik er u eens doorheen.*
»Zeker,« luidde mijn bereidwillig ant
woord, waarop hij opstond, en vooruit-
loopende met mij de kamer verliet.
(Wordt v&roolgdj
en Altena
V -'
sgstraat en <le
oininelerwaanl.
Uit de herinneringen van een Rechter.
(3