fit lUüfl
ominelerwaaril.
De volksbeweging.
FEUILLETON.
Marie Stevenson.
56.
WOENSDAG 23 DECEMBER.
t '-J1
Nieuwjaarswenschen
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
VOOR
ELVIRA.
Luister eeDS,« vervolgde hij levendig, doe
mjj het genoegen en loop eens naar Daring,
en tracht eens uit te vorschen of hij thuis is.«
Voor bet einde van den dans had hij de
zaal verlaten.
f George! loop spoedig naar de politie!»
riep hy, »maak den ellendeling bekendlaat
- -' h
t: ;,l
en de
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATEKDAM.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Franco per post zonder prijs-
Advertent,iën 16 regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
■i y?ww»i^r.gyw -AWW«t
Wegens het a.s. Kerstfeest zal het volgend
no. Donderdag verschijnen.
Evenals vorige jaren stellen wij in het
no. van 1 Januari weder de gelegen
heid open
te plaatsen; prijs van 16 regels 50 ct.,
iedere regel meer 10 ct. Deze moeten
uiterlijk Donderdagmiddag aan het Bureau
bezorgd zijn.
DE UITGEVER.
Wjj leven in een merkwaardigen tijd.
Aan den eenen kant een maatschappelijke
toestand zoo treurig, dat wij menschen ons
er voor moeten schamen, dat wij na eeuwen
nog geen hoogeren trap van maatschappelijke
ontwikkeling hebben kunnen bereiken. Aan
den anderen kant echter een frissche vrijheid
lievende strooming, die ons op een betere
toekomst doet hopen. j
Is het te verwonderen, dat er een krach
tige oppositie ontstaat tegen een maatschappij,
die er geheel en al op schijnt ingericht,
om aan enkele bevoorrechten een gemak
kelijk, aangenaam leven te bezorgen en de
groote menigte te hunnen behoeve te doen
zwoegen? Mag ik dit niet beweren van
een maatschappij, waarin juist doorgaans
de grootste weelde wordt genoten door de
personen, die het minst arbeiden en waarin!
zij, die den meesten arbeid verrichten, die;
ons voorzien vau hetgeen wij dagelijks
noodig hebben, zich met een uiterst karig
bestaan moeten vergenoegen?
O! onze maatschappij is gruwelijk on
rechtvaardig, zij doet zoo onnoodig lijden.
Waarvoor dient het toch, dat ééne klasse
van personen ongelukkig wordt gemaakt
door overdadigen rijkdom en dat een andere
klasse door bittere armoede een rampzalig
leven leidt? Het antwoord kan slechts luiden
Om oDze lezers een duidelijk denkbeeld te geven
van de Friesche Volkspartij en haar streven, nemen wij
dit schrijven uit de Almanak voor de Volkspartij in
Friesland over. Het stukje is van de hand van den heer
D. A. van Eek te Leeuwarden. (Red.)
Uit het Fransch
BOOR
er bestaat geen reden voormen scbikt er
zich in, omdat liet altijd zoo geweest is.
Maar is het feit, dat er altijd groote rijk
dom naast groote armoede bestaan heeft,
voldoende om ons daarbij neder te leggen?
Omdat de menschheid steeds op een lagen
trap van maatschappelijke ontwikkeling
gestaan heeft, is dan daardoor bewezen,
dat wij nooit uit dezen maatschappelijken
toestand kunnen geraken, waarbij de eene
helft der menschen de rol vervult van dieven
en de andere die van bestolenen 9 Waar
een wil is, daar is een wegmaar het
ontbreekt den klassen, die onze maatschappij
beheerschen, aan een wil, om van dezen
jammerlijken toestand verlost te worden.
Geenszins ben ik de meening toegedaan,
dat de rijken schurken zijn en de armen
engelen. Naar mijn meening zal hij, die op
onpartijdige wijze de leveDS gadeslaat der
armen en der rijken en die daarbij let op
levensomstandigheden, waarin beiden ver
keerd hebben, tot het resultaat moeten
komen, dat armen en rijken personen zijn
van eenzelfden slag met vele goede, maar
ook met vele slechte eigenschappen. Juist
echter, omdat de armen niet beter zijn dan
de rijken en de rijken niet beter dan de
armen, daarom is het onrechtvaardig, dat
de eene klasse zooveel aangenamer leven
leidt dan de andere en daarom is de maat
schappij geoordeeld, die dergelijke onrecht
vaardigheden duldt.
Er uiogen personen zijn, die, de zeker
heid bezittende, dat zij nooit armoede zullen
behoeven te lijden, met zekere minachting
op de stoffelijke levensomstandigheden neer
zien, inaar niemand kan ontkennen, dat
rijk zijn een lust en arm zijn een last is.
En daarom vind ik het zoo'n heugelijk
feit. dat er een krachtige volksbeweging
o o o
iï ontstaan, die recht voor allen eischt, en
dus een einde wil maken aan de ondragelijke
bevoorrechting van een kleine klasse van
personen. Is het niet te bejammeren, dat
zoo weinigen uit de heerschende klassen
de arbeiders in hun rechtvaardigen strijd
steunen, dat zoo weinigen willen mede
werken om een maatschappij van rechts-
ic rpwMwwf zssr&rKtmsiMaam
(3
»Daring is zeer rijkzeide de heer Ste
venson, die echter zichtbaar ontroerde.
»Welkan men eigenlijk den geldelijken
toestand van een bankier oppervlakkig wel
weten, voor bij zijne zaken vereffend heeft?
zeide het Parlementslid. Vraag bet liever
aan dezen heer.
De bankier tot wien die vraag gericht
was, boog het hoofd ten teeken van toe
stemming. Een contre-dans begon, en de
paren die elkander kruisten en zich haastten
om de plaatsen der danseuses weer in te
nemen, noodzaakten de sprekers om uiteen
te gaan.
Mijnheer Stevenson stond een oogenblik
alleenzijn voorhoofd stond droevig en
peinzend, toen een jongmensch zich bij hem
voegde.
»Ha! zijt gij daar, Georgezeide de ge
wezen makelaar tot zijn onde bediende
Na die woorden die wellicht een vreemd
vermoeden, of een onweerstaanbare, doch
onverklaarbare vrees zouden opwekken,
werd Mijnheer Stevenson boos op zichzelve,
en hij vervolgde schielijk:
»Neen mijn vriend doe het nietik
gelijk wel dwaas
»Het zou ook onnoodig zijn«, antwoordde
de jonge man, »want eenige minuten ge
leden heb ik uw bankier Daring in een
rijtuig zien stappen, en ik liep door
Ongelukkigekreet Mijnheer Stevenson,
terwijl hij den arm van zijn gewezen be
diende hevig schudde: »wat gij zegt is on
mogelijk
Die uitroep werd gedoofd door het spelen
van het orkest en de schuifelende voeten der
dansers.
»Helaas! ik wenschte dat het zoo ware,«
zeide de jonge man droevig, die, wetende dat
Daring den volgenden dag aan Mynheer
Stevenson eene aanzienlijke som moest uit
betalen, de pijnlijke aanraking met zijn
ouden patroon spoedig vergat. >Maar over
tuig u zelve,vervolgde hij, »het zou moge
lijk kunnen zijn dat onze vermoedens onge
grond zijn. Misschien is uw bankier om de
eene of andere gegronde reden verplicht ge
weest Londen in den nacht te verlaten. Mis
schien heeft hij aan zijn zaakgelastigde de
sommen in bewaring gegeven, die hij morgen
moet uitbetalen. Ik ken dLn persoon, en,
niettegenstaande het late uur, zal ik mij toch
nog naar hem begeven om alles te onder
zoeken.»
gelijkheid te grondvesten?
Want het is niet waar, dat alleen eigen
belang de heerschende klassen zich tegen
de rechtmatige eiscben doet verzetten. Nog
O ri
veel meer n de reden hiervan gelegen in
de bekrompenheid, in het conservatisme, dat
zoo diep in de menschen heeft wortel ge
schoten en dat nog altijd ook de meerder
heid der arbeiders de zijde onzer tegen
standers doet kiezen. Oik weet bij onder
vinding, dat de heerschende klussen niet
zoo slecht zjjn als de indruk wel moet zijn,
dien zij door haar dulden van hemeltergende
toestanden op de arbeiders maken. Zij zijn
van jongs af opgevoed in denkbeelden,
strjjdig aan de onze; zjj kunnen zich niet
onttrekken aan den invloed van haar om
geving, van de pers en van de officieele
wetenschap, die alle onze hervormingen als
dwaas veroordeelen.
Tegen het conservatisme zoowel onder
de leden der heerschende als onder die der
arbeidende klasse, daartegen moet de strijd
gevoerd worden. De oogen der merischheid
moeten geopend worden voor de dwaasheid
eener maatschappij, waarin terzelfder tijd,
dat er duizenden zijn die gebrek hebben
aan goed voedsel, voldoende kleeding en
een behoorlijke woning, duizenden ledig
rondloopen, die voedingsmiddelen zouden
willen verbouwen, kleeding zouden willen
vervaardigen en woningen zouden willen
bouwen, maar die toch geen werk kunnen
vinden. Is liet niet verschrikkelijk, dat in
onze maatschappij groote uitgestrektheden
gronds ongebiuikt worden gelaten, dat er
groote watervlakten bestaan, die, droog
gelegd, aan een gansche bevolking brood
en dus werk konden verschaffen en dat
terzelfdertrjd duizenden lijden onder de kwaal
der werkeloosheid, omdat, naar men zegt,
er overbevolking beerscht?
Overbevolking in onze maatschappij Wat
moet het hem niet vreemd in de ooren
klinken, die weet, dat alle bestaansmiddelen
worden in het leven geroepen door den
arbeid van den mensch op den grond en
die waarneemt, dat in onze maatschappij
duizenden ledig rondloopen en groote uit-
»Doe dat, mijn beste vriend!» zeide Mijn
heer Stevenson, die moeite had zi'jne tranen
in te houden. Ga nu, en vervoeg u bij uwe
terugkomst aan mijn kantoor.
Haast u vooral, want iedere minuut, die
verloopt, maakt mijn angst grooter.»
De bediende vertrok.
Op dit oogenblik dansten Marie en Wil
liam samen, zij waren slechts enkele passen
vau Mijnheer Stevenson verwijderd. Zij be
merkten, dat hij er zeer bleek en ontdaan
uitzag. Beiden begaven zich tot hem.
»Wat scheelt u, papa,» zeide het jonge
meisje »gij schijnt ongesteld te zijn?«
»Wat is er gebeurd, oom?» vraagde het
jongmensch.
»Niets, niets kinderen,» antwoordde Myn
heer Stevenson die poogde te glimlachen
Eene onaangename tijdingiets ellen
digs Keer tot uwe plaatsen terug; gij
zijt aan de beurt om te dansenSpoedig
men merkt u opGaat nu heen!«
Die woorden, die met eenige levendigheid
gesproken werden, getuigden eenig ongeduld
en smart. William en Marie keerden naar
de quadrille terug onder een droefgeestigen
indruk; zij dansten zonder opgewektheid, en
beschouwden ongemerkt Mijnheer Stevenson,
die een kalmeerenden drank genomen had
om een nauwlettend toeschouwer te ver
blinden, maar die in waarheid aan eene
groote onrust ten prooi was.
-C.
gestrektheden gronds ongebruikt worden
gelatenNeen, zelfs nu in onze tegen-
woordige maatschappij zou niemand gebrek
behoeven te lijden, als niet sommigen het
i n
recht zich aanmatigden, om een tien ja
honderdvoudige portie te nemen, als niet
door opeenhooping der kapitalen in enkele
handen de middenstand, de kleine burgers
en de arbeiders verarmden en dientengevolge
de koopkracht bij de groote menigte ver
minderde, wat de oorzaak is van de werk-
loosheid.
Is niet het gemoed van elk rechtgeaard
mensch genoodzaakt in opstand te komen
tegen een maat.8chappjj, waarin alleen do
kinderen der rjjken gerechtigd zjjn tot het
bekleeden der goed bezoldigde betrekkingen
en waarin de kinderen der armen verplicht
worden, zwaren arbeid tegen karige be-
looning te verrichten Iedereen die afstapt
van zijn enghartig klasse-standpunt moet
deze maatschappij veroordeelen, die nevens
bergen van weelde en voorspoed, afgronden
van armoede en ellende bevat.
Leggen wij echter niet de schuld van den
trenrigen toestand op de verkeerde inrichting
der maatschappij, maar zoeken wij de schuld
bij de makers van die inrichting, bij de
i
menschen. Wjj, menschen, allen met elkaar,
wij dragen de schuld van den treurigen
maatschappelijken toestand, die eenvoudig
zoo is, omdat wij menschen dien zoo wen-
schen. De menschen moeten dus opgewekt
worden, er moet op hun gemoed, op hun
gevoel van eigenwaarde gewerkt worden,
opdat zij zich schamen over de tegen-
j woordige maatschappelijke inrichtingen er
niet meer in willen, niet meer in kunnen
leven.
Vergeten wij nimmer, dat een betere
maatschappij slechts gevormd kan worden
door betere menschen en hopen wij niet te
veel van een gewelddadige oplossing, die
wel in staat zoude zijn, om de macht van
j enkelen over te brengen op het volk, maar
geenszins, om een kooger maatschappelijke
'inrichting, te verwezenlijken, dan het stand-
1 punt medebrengt, waarop het volk zich
'thans bevindt.
Na afwezigheid van een uur kwam George
terug. Hij vond den heer Stevenson op zijn
kantoor.
Welnu!» zeide de oude makelaar angstig.
Het jongmensch bewaarde bet. stilzwijgen
zijne oogen waren vochtig.
Welnu?» herhaalde Mijnheer Stevenson
wanhopig. »lk ben geruïneerd, is het zoo
niet?»
»Het ongeluk is maar al te waar,» stamelde
George smartelijk. »A1 de iulichtingen, die
ik, geholpen door den eersten agent van uw
bankier, ingewonnen heb, laten geen twijfel
over omtrent zijne strafbare vlucht.«
Mynheer Stevenson werd overstelpt van
aandoening; toen kwamen de tranen, die
ruimschoots nedervielen. Hij was geknakt,
gebrokenen met eene zwakke stem
mompelde hij
»Dus, de man dien ik vijftien jaar lang
als mijn besten en vertrouwden vriend be
schouwdede man in wiens handen ik mijn
geheele vermogen gegeven heb, totdat ik het
in vaste goederen zou gestoken hebben, de
man dien ik op zyu gezicht blindelings ge
loofde en alles, zelfs mijne eer zou toever
trouwd hebben, die man heeft mij bestolen,
tot den bedelstaf gebracht! en zijne
vlucht onttrekt hem aan de straf der wet
Eensklaps hield Mjjnheer Stevenson op
hy beefde of hy de koorts had.
lutusscnenof er een revolutie zal uit
breken of dat door du uitbreiding van
kiesrecht de democraten de macht zullen
verkrijgen, de noodige hervormingen door
te voeren, niemand weet dit, maar het is
thans onze plicht, om krachtig propaganda
te maken voor de socialistische beginselen
en te trachten, door geleidelijke verbeteringen
op maatschappelijk gebiel zoo spoedig mo
gelijk van de kapitalistische iu de socialisti
sche maatschappij over te stappen.
Nooit mogen wij nalaten, om onzen steun
te ver'eenen aan elke party, dje een ver
betering, hoe klein ook, tot stand wil
brengen, omdat niet alleen de ellende des
volks te groot is, dun dat wjj niet ellc
middel moeten nangrjjpen om die te ver
minderen, maar ook elke verbetering ons
een stapje nader zal brengen tot het eind
doel, de socialistsche maatschappij.
Als wij slechts volhouden, dan zal de
zege ons zijn, daar wij recht en waarheid
aan onze zijde hebben. Willen wij echter met
succes den strijd tegen onze tegenstanders
blijven voeren, dan dient er eendracht te
zijn iu onze gelederen. Tweedracht of
scheiding kan slechts den vijaudeu ten goede
komen. De volkspartij heeft zich tot taak
gesteld, de geldheerschappij te vervangen
door de volksheerschappij en aat is het
naaste doel, dat moet nagestreefd worden.
Eerst als de volksheerschappij is verwezen
lijkt, eerst dan zal er sprake kunnen zijn
van ingrijpende maatschappelijke hervor
mingen en dan is eerst de tijd tot scheiding
gekomen voor de verschillende bestauddeelen
der volkspartij, die niet gelijk denken over
de maatregelen, dan te nemen. Nü de ver
schillende schakeeringen der volksparty te
wilien scheiden, is onpractisch en onnoodig.
Op dusgij allen, die de zaak des volks
lief hebt, met moed en geestdrift allerwegen
onze beginselen verspreid, opdat wij bij het
verschijnen van den volgenden almanak een
belangrijke schrede verder hebben gezet
op den weg, die leidt tot de ontvoogding
des volks. Ook in de bezittende klassen be
gint langzamerhand een betere geest te
komen en bedriegen niet alle teekenen, dan
men hem achtervolgendat tnen hem grijpe
hem doode! Ja! nu begrijp ik een moord
Vier duizend ponden sterling voor u, mijn
vriend, indien die ellendige dief aangehouden
wordt
Na die woorden werd Mijnheer Stevenson
stil en hijgde naar adem: zijn aangezicht
werd purper, hij klappertandde, zijn adem
haling werd kort en moeielijk. Hij scheen
verschrikkelijk te lijden.
Het j mgmensch poogde hulp te roepen.
Mijnheer Stevenson hield hem terug. Hy
poogde op te staan en sprak eenige onduide
lijke woorden, die beteekenen moesten dat
hy zelf eene aanklacht zou indienen, maar
hij viel onmachtig in zijn armstoel terug.
Eene bloedspuwing maakte een einde aan
zijn leven. En intusscben was het bal al meer
en meer geanimeerd in het salon. Het was
het schitterendst oogenblik van den avond.
Alle stijve deftigheid was op zijde gezet.
Mevrouw Stevenson liet verschillende ver-
frisschingeu ronddienen. Marie, die vroolyk
was en gevierd werd, gevoelde zich in den
zevenden hemel. William, die dikwijls met
haar danste, gevoelde zich niet minder hoog
in die heinelsche gewesten. Ea niemand ver
moedde iets van het verschrikkelijke tooneel,
dat in het kantoor van den heer Stevenson
plaats had.
(Wordt vervolgd