zaterdag ig januari. Li Verborgen schatten. FEUILLETON. Marie Stevenson. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. VOIR (10 63 van Hensden en Altesia ei Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs- verhooging. Afzonderlijke nnmmers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Op welk plekje der wereldkaart we het oog vestigen, steeds zien we dat die neder zettingen de grootste uitbreiding en het meeste belang gekregen hebben, welke ge legen zijn aan de meest geschikte verkeers wegen. Gaan we niet verder dan ons eigen land en onderzoeken we waarom Rotterdam, Dordrecht, Gouda, Heusden, 's-Hertogen- bosch, Gorkum enz. boven hunne omgeving ontwikkeld zijn dan is 't antwoordde ge lukkige ligging aan bevaarbare wateren, waardoor de handel in de gelegenheid was zich uit te breiden, Dat ia niet alleen waar voor enkele plaatsen, maar ook voor geheele landen. Globaal genomen ligt ons land met zijn Noordzee ten westen en rivieren naar het oosten en zuiden bovenmate gunstig voor handel en nijverheid. Die landen, welke schaarsch voorzien zijn van kusten en welker rivieren of weinig in aantal öf om een of andere reden minder geschikt zijn tot waterwegen blijven van den wereldhandel buitengesloten en de be woners staan in kennis en beschaving achter bij meer bevoorrechte streken. De wereldkaart wjjst nog tal van der gelijke verborgen landstreken aan, wier ge mis voor den wereldhandel zeker groot is, doch waarvan ons, een stipje op diezelfde kaart, moeilijk een verwijt te maken is. Erger wordt het echter wanneer die land streken tot ons in zekere betrekking staan en de wereld dus met volle recht vragen mag, wat we er mee gedaan hebben? En zeer erg, wanneer ze zelfs een deel van ons koninkrijk uitmaken, dat we tot heden schandelijk verwaarloosden. Nederland noemt zich het moederland van Oost- en We»t-Indië, maar het moet helaas gezegd worden, de moeder heeft haar kind zeer stiefmoederlijk behandeld. Er is een tijd geweest dat ze van haar kind een zeer ruime inkomst trok, doch nu dit uit is en de tijdsomstandigheden In 't geheel hebben we van Indië 700 millioen galden geprofiteerd. Uit het ïransch DOOR ELVIRA. Sedert het ongeluk mjjne familie van de 'ortuin, die zij bezat, beroofd heeft, ben ik begonnen om muzieklessen te geven. Wat in mijne gelukkige dagen mjjne grootste uitspanning was, werd nu iets noodzakelijks voor mijn bestaan. Sedert dien tgd werkte ik om ons voor armoede te vrij waren. Ik heb gedaan wat ik verplicht was, niets meer, en ik ben in mijne pogingen gelukkig 'geslaagd, waar ik God dankbaar voor ben. Ik heb echter begrepen, dat er nog meer plichten te vervullen zijn, waarin ik niet achter wil blijven, en die zijn, mij geheel en uitsluitend aan mijne familie te wijden en voor haar al injjn tijd en zorg te be steden. Gij gevoelt het, Mylord, het huwelijk brengt verplichtingen met zich waaraan men zich moet overgeven, bizondere eischen, die men moet aanvaarden. Nieuwe belangen voegen zich bij de oude, maar schaden die, welke eertijds ons geheele wezen in beslag namen. Met de plichten van echtgenoot en moeder beginnen die van dochter en zuster geheel gekeerd zijn, wil ze nog niet inzien dat slechts met toewijding van groote mid delen dat kind weer tot een kostwinner kan opgebracht worden. Daar hebt ge nu b. v. de eilanden Sumatra en Borneo. Ieder die ooit van eilanden gehoord heeft en daarbij aan onze Nederlandsche denkt, moet dat begrip eiland, dat altijd iets engs heeft, afleggen, wanneer Borneo ter sprake komt. Dat eiland is n.l. grcoter dan het geheele uitgestrekte Duit- sche Rijk, het is meer dan 2maal zoo groot als Groot-Brittanje en Ierland, het is ein delijk ruim 16maal zoogroot als ons land. Hoeveel mensohen daar wonen kan niemand met zekerheid opgeven. Volgens de allerjongste raming echter zal dat onge veer één millioen bedragen. De Ned. Regee- rings-almanak van 1891 geeft op 1.119.648. Deze bevolking is saamgedrongen aan de oevers der groote rivieren, alweer een bewijs dus dat de mensch ook op Borneo de natuurlijke verkeerswegen opzoekt. Deze rivieren zijn slechts ten deele be vaarbaar, althans voor den handel. Groote watervallen en van tijd tot tijd ontzettende waterafvoer belemmeren de scheepvaart tot diep in 't land binnen te dringen. Het gevolg van dezen toestand is dat op Borneo, gelijk op het minder groote, doch altijd nog respectabele Sumatra (12 maal ons land) schatten te loor gaan en elk jaar verzuim van onzen kant een niet te schatten verlies oplevert. Daar vindt men uitgestrekte bosschen die een ontzaglijke hoeveelheid kostbaar hout bevatten; daar ligt een rijkdom gutta percha verborgendaar bevat de bodem allerlei metalen, steenkolen en diamanten daar liggen maagdelijke gronden, die slechts op ontginning wachten om een overvloed van vruchten en bladen voort te brengen. Door een wel te verklaren bijziendheid heeft het moederland eeuwen lang uitsluitend op Java getuurd en de buitenbezittingen aan haar lot overgelaten. Vandaar dat van deze èn Bornea èn Sumatra met hunne schatten nog grootendeels onaangeroerd liggen. Daar zal echter een tijd komen en gedeeltelijk te verminderen, want als de genegenheid verdeeld wordt, vermindert zij ook. Gij ziet dus, Mylord, wat ik wil ver mijden in den toestand waarin ik my bevind, waarom ik het vaste besluit genomen heb niet te trouwen zoolang ik voor mijne moeder nuttig kan zijn. O! ik weet wat gij wilt zeggen, Mylord,* hervatte zij levendig en vriendelijk, »gjj zgt rijk, en bijgevolg zou ik geene zorgen voor mjjne familie be hoeven te hebben, die ook de uwe wordt; als ik van die zorg bevrijd was, zou ik andere bedenkingen hebben. Het komt niet in mij op dat ik zou twijfelen aau de op rechtheid uwer gevoelensMaar, helaas het ongeluk heeft mij onrustig es vrees achtig gemaakt, ik durf het zeggen, het heeft mij eene vroegtijdige ondervinding in wereldsche zaken gegeven. Die ondervinding heeft mij misschien vóór den tgd oud ge maakt; een droevig voorrecht voor hen, die jong geleden hebben Welnu, Mylord, zonder stil te staan bij den onoverwinueljjken tegen stand, die gij bij uwe rijke, adeljjke ouders zotidt ondervinden door eene zoo ongelijke verbindtenis als gij mij voorslaat, moeten wij ook nadenken dat het te vreezen is, dat gij vroeg of laat berouw krijgt over den stap, dien gij gedaan hadt. Al is het hart goed, en al hebt gij een edel karakter, het zou gebeuren dat de lasten die gij in een oogenblik van edelmoedigheid licht zoudt vinden, bij het dagelijks gezicht zwaar zouden gaan schgneu. die nadert met rasse schreden dat onze handel dringend behoefte heett aan uit breiding over de buitenbezittingen en dan zal men bitter berouw hebben over deze veronachtzaming. Gelukkkig kent onze eeuw een toover- middel, instaat ook de meestafgelegen streken nabij de centra van het wereldverkeer te brengen. Dat middel bezit ze in de spoor wegen. »De spoorwegen« staat er geschreven, ook van Iudië, maar helaas niet van ons gedeelte, »de spoorwegen ontwikkelden niet, alleen de hulpbronnen vanhet land, ver meerderden den rijkdom van het volk en wijzigden geheel en al zijn levensomstandig heden, maar zij versterkten bovendien de geestkracht van eiken tak der Regeering; zjj brachten de verschillende provinciën van het Keizerrjjk dichter bij elkander en En geland dichter bij Indië, terwijl de Engelsche invloed meer en meer toenam.* Zullen Borneo en Sumatra geopend wor den, dan is dat alleen door spoorwegen mogelijk. Java bezit nu zijn staatsspoorweg, althans dit jaar hoopt men met het laatste gedeelte klaar te komen. Hierbij moet echter aan gemerkt worden dat daarover 17 jaren ge werkt is, terwijl het achterlijke Rusland een 2maal langer lijn door het bergland Raukasië aanlegt in anderhalf jaar! Op geheel Borneo ligt geen enkele rail, op Sumatra slechts een klein stuk van Padang naar de Ombiliënkolenvelden, waar over we een tijd geleden 't belangrijkste hebben meegedeeld. Op 't oogenblik vertoeft hier te lande een deskundige in spoorwegbouw bij uitnemend heid, de heer R. A. Eckhout, die aan 't oordeel van Regeering en Volk een uitge werkt plan onderwerpt tot ontsluiting van Borneo en Sumatra. Het zou ons te ver voeren dit plan in alle onderdeelen na te gaan. Alleen zjj gezegd, dat de heer Eekhout voorstelt Borneo in 't midden te doorsnijden, van Pontianak tot Samarinda, langs de groote rivieren Kapoeas en Mahakkam en uit 't midden van deze spoorlijn bij Teweli een tak naar 't zuiden te zenden, langs de wbmmmiwmmbwmbbhwbbbwmbbmbbwwwbbe^HM> SSSSSSSSSSS En wat zou bet gevolg daar vroeg of laat van worden? verkoeling, gevoelige woorden die men zich laat ontvallen, zelfs verwijten die het hart doen bloeden!* Nu wilde Arthur haar in de rede vallen. »0! neem het mij niet kwalijk, Mylord: in mijn toestand, en als er sprake is over de toekomst, dan is alle onrust verklaar baar. Mijn eenig verlangen is om door mijn grooten ijver te zorgen dat mijne familie onafhankeljjk kan blijven, dat zij nimmer bloot zal staan, niet alleen voor eenig ver wijt, maar zelfs voor de vrees van tot last te zijn, dat een verschrikkelijk gevoel moet zijn. Neem dus de oprechte deelneming aan van iemand die ten volle begrijpt hoe dit aanzoek vleiend en vereerend voor haar is. Het is een onherroepelijk besluit, geloof mij, dat ik de hand niet aanvaard die gij zoo edelmoedig aanbiedt. Om tot het laatst toe oprecht te zjjn, Mylord,* vervolgde zij, terwijl men zag dat zij eene ernstige poging deed om hare schaamte en hare achter houdendheid van een jong meisje te over winnen, »zal ik u tevens bekennen dat ik om zoo te zeggen door de eer gebonden ben om iedere huweljjksverbindtenis te weigeren, want de beweegredenen daarvoor zjjn, dat ik een bloedverwant, een vriend uit mijne kindsche jaren, met een edel karakter, dat ik niet beter kan vergelijken dan met het uwe Mylord, een jong mensch met veel talenten en een goed hart, wiens achting ik op prijs stel, geweigerd heb zijne hand Barito tot Banjermasin, die de schoone j rijken van Amoentai en Martapoera door- j kruist. Toen de heer Eekbout in 't aardrijks kundig genootschap te Amsterdam dit plan ontvouwde, merkte de voorzitter, de Luite nant-Kolonel Versteeg, op, dat niemand den heer Eekhout beschuldigen zal van te lijden aan pessimisme, wanneer hij meent dat dit plan te zamen 3000 K.M., waarvoor 180 millioen gulden geraamd wordt, in zes jaren zal kunnen uitgevoerd worden. Kunnen wij gelooven het, maar of we het beleven zullen? Een hooggeplaatst ambtenaar in Indië, aan wiens oordeel de heer Eekhout voor zjjn vertrek naar Europa zjjn plan onderwierp, zeide hem»Ja, wanneer onze koloniën En- gelsch waren dan zouden die spoorwegen, uit een politiek, strategisch en commerciëel oogpunt, reeds bestaan, maar onder de tegenwoordige omstandigheden zal men in Nederland nimmer daaraan denken.* Is het niet zonde en jammer, dat er van ons Vaderland zoo moet gesproken worden? Van harte hopen we, dat omtrent dit hoog belang eenmaal een volksovertuiging zich vestige, zoodat èn de heer Versteeg èn de bedoelde ambtenaar gelogenstraft worden voedsel toegediend, nl. twee liters melk per dag, waaraan het lichaam genoeg blijkt te hebben om niet in gewicht af te nemen. In den toestand des ljjders is in den laatsten tijd slechts geringe verandering gekomen alleen kunnen do armen wat gemakkelijker worden opgelicht, gebogen en uitgestrekt, waarbjj men een krampachtig beven gevoelt, maar overigens ziet de man er geheel uit als een lijk, en bevestigt alleen de lichte beweging van borst en maag dat hg nog leeft. De Russische minister van marine heett den aanleg bevolen van kanalen in 21 provinciën. In de volgende maand moet het werk aangevangen worden, doch nu reeds moet het benoodigde hout en ander materiaal worden aangevoerd. Hiermede tracht men van hooger hand werk te brengen in de noodlijdende streken en den stroom der be- hoeftigen van de groote steden af te leiden. De sterfte onder de kinderen is buitenge woon groot. Op vele plaatsen zjjn de honger en vlektyphus zóó sterk heerschend, dat de doctoren spreken van sanitaire cordons om de steden voor besmetting te vrijwaren. I 5««ienlr»<t De pogingen der sociaal- democraten om vorst Bistnarck bij zijn kiezers in een on- j gunstig daglicht te stellen wegens zjjn weg blijven van de zittingen van den rjjksdag, hebben nog niet opgehouden. De laatste maal is dit gebleken in een debat te Neuenfelde tusschen dr. Diedrich Hahn en den redacteur 1 van de te Hamburg verschijnende Echo, een orgaan der sociaal-democraten. Ten I slotte werd een hoera voor Bismarck uitge bracht door dr. Hahn, en het bleek dat bijna de geheele zaal er mede instemde. Slechts een twintigtal der aanwezigen hield den mond. De 36-jarige mijnwerker te Myslowitz, die den 18 September van verleden jaar door eene slaapziekte werd aangetast, is nog steeds niet ontwaakt. Van tijd tot tijd wordt hem langs kunstmatigen weg eenig «MUmmil IMHIlIBWMWWHBMBPMWMnBaWB—MMWWBHHHWiyWIIH.—M—MW te aanvaarden.* Bij die woorden trok een wolk over het gelaat van Arthuren tranen kwamen hem in de oogen. Tot nu toe had hij slechts de gelegenheid afgewacht om de min of meer gewichtige beletselen van het jonge meisje te wederleggenmaar hij was te bescheiden om te veronderstellen dat zij hem boven den ander de voorkeur zou geven, en te veel ontrnoe digd om te trachten te strijden tegen de standvastigheid van eene herinnering. Hg vergenoegde zich dus, niet zonder eenige bitterheid, te zeggen dat Miss Stevenson altijd eene aangename herinnering zou blij ven, evenals hare weigering een zijner wreedste teleurstellingen was. Toen hij vertrokken was, nam Mevrouw Stevenson haar maaswerk weer op en zeide lachend tot Marie: »Als een meisje niet wil trouwen, is het of iedereen haar tot vrouw begeertMaar dat is hetzelfde» ver volgde zij terwijl zij hare oogen neersloeg, »gij hebt daar eene mooie partij afgewezen.* »Ik was het aan u en William verplicht moeder,* zeide Marie, terwijl zij een lichte zucht loosde. Toen zij den naam van den jongen schilder noemde, werd er aan de deur geklopt: het was de brievenbode die een brief uit Rome bracht. Marie brak hem haastig open, zij voelde behoefte zich in ge dachte met haar neef bezig te houden. Terwijl wij verhaalden hoe de toestand in Londen was, was William te Rome met on vermoeiden ijver bezig. Een ijverig leer- Sedert den dynamiet-aanslag waaraan de millionair Russel Sage, te New-York, zoo gelukkig ontkwam, heeft hij reeds 1200 dreig- en brandbrieven ontvangen, de meeste uit Amerika, maar ook enkele uit Europa. Den 30en December, 's avonds na 9 uur, drong een man het fraaie huis van den millionair binnen en eischte onmiddelijk uitbetaling van f 6500, anders zou bij den heer Sage dadel ij k ombrengen. Sage sliep reeds zjjne vrouw, eene zwakke, oude dame, had den moed, den indringer bij de keel te pakken en hem den trap af te gooien. Sage zelf is voorzichtig geworden en heeft zich een lijfwacht aangeschaft, in de gedaante van een stevigen kerel, die op het kantoor van den millionnair de wacht houdt, zoolang deze te arbeiden heeft. In de kathedraal der Heilige Maagd te Galatz heeft men onder het hoofdaltaar het stoffelijk overschot ontdekt van den grooten Mazeppa, dat in 1709 van Bender, waar ling der groote meesters, een oplettend op merker als hij was, met oordeel al de schoonheden en fouten opmerkende trachtte hij aan zijn talent iets oorspronkelijks te geven zonder het excentriek te doen worden. Hij was zeer bekwaam en werd algemeen geachtzijn naam was reeds in de Romeinsche Staten bekend geworden zjjne schilderstuk ken hadden reeds de aandacht te Londen getrokken, tot groote vreugde der familie Stevenson, aan wie de kunstenaar meer dacht dan aan zjjn roem. Zijn voortdurenden ijver stelde hem in staat geduldig den tgd af te wachten dat hij naar Londen terug geroepen zou worden; en toch, in weerwil van al zijne studiën kon hjj zich niet be letten somtijds een diepe zucht te slaken over het voortkruipen van den tijd, die nog verloopen moest. Hg rekende er niet op de weigering van zijn nicht tot een huwelijk te kunnen over winnen en toch eene stille hoop behield hij als hij dacht aan de woorden zijner tante. »De vermaardheid heeft zooveel be- toovering,* zeide hij tot zich zelve, »dat, indien ik haar mag bereiken, Marie zich misschien zal laten verbidden om aan mijn aanhoudend dringen gehoor te geven.* En in gedachte vervolgde hij dikwijls de wolken die naar Frankrijk en Engeland dreven en gaf hun zijn verlangen en hoop mede. Wordt vervolgd./

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1