Levend "begraven. FEUILLETON. Russische gevangenen. \s. 1070 OEN8TVVO 10 FEBRUARI. Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. 1882. VOOR Een hartverscheurend schouwspel van J on Alteiiii, iiigstraat en de imelerwaard. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Franco per post zonder prjj3- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Door de dagbladpers doet dezer dagen een waarschuwing de rondte tot ieder die 't aangaat, met het oog op het gevaar, waaraan influenzalijders blootstaan, 't gevaar n.l. van levend begraven te worden. Die waarschuwing is klaarblijkelijk ont leend aan Duitsche bladen. Men wete n 1. dat in het Dnitsche rijk niet als bij ons en vele andere staten verordineerd is dat een deskundige de lijkschouw verricht. Dat is een zeer groote leemte in de Duitsche wet geving en vandaar dat het gevaar van levend begraven te worden aldaar grooter is dan bij ons. In Duitschland schijnt de wetgever te meenen dat het tot de competentie van Jan en alleman behoort, te verklaren of iemand gestorven is. Dat nu is volstrekt het geval niet. Ten eerste zou dit tot mis dadige praktijken aanleiding kunnen geven en ten tweede is het voor een leek in zeer vele gevallen totaal onmogelijk te verklaren dat iemand dood is. Dat het derhalve een wjjze maatregel is, die voorschrijft dat niemand begraven wordt dan na een. ver klaring van zjjn dood door een deskundige, zal ieder duidelijk zjjn die de moeite neemt het volgende te lezen omtrent het gevaar van levend te worden begraven. Wie eenmaal een lijk beschouwd heeft, zal de herinnering daaraan niet licht ver geten. Er gaapt een geweldige kloof tusschen het zijn en het niet-zjjn. En toch bestaat er een overgangstoestand, in welke de grenzen van het bekende en het onbekende land onmerkbaar ineenvloeien. Wie zal zeggen waar het Leven ophoudt en de Dood intreedt? Niemand meene dat met het ver- Wanneer we een beschrijving lezen der gevangenissen in Rusland en 't lot aan ge vangenen in dat rjjk beschoren, dan komt men er toe de Joden gelukkig te prijzen, die eenvoudig over de grenzen gedreven worden, zij 't dan met achterlating van al hun bezittingen. Een beschrijving der Russische gevange nissen bestond tot voor korten tjjd niet. De regeering is overtuigd dat al 't geen daarop betrekking heeft, in staat is den diepen afkeer der beschaafde wereld van Rusland slechts te vergrooten en legt daarom elke poging om daarvan op de hoogte te komen, de grootst mogelijke bezwaren in den weg. Toch is de beschaafde wereld thans zulk een beschrijving rijk. We hebben die te danken aan een Amerikaanschen wereldreiziger, die, na eerst de Russische toestanden in Rusland zelf bestudeerd te hebben, een jaar lang vertoefde in de groote Russische strafkoloniën, daar de oogen den kost gaf, noteerde al wat hem merkwaardig scheen en in Amerika teruggekomen aan het tijdschrift, op welks kosten hjj de reis maakte (The Century-Magazin) een zeer uitvoerig verslag zond. Dit werk doet thans op zjjn beurt de reis om de wereld door alle talen en wordt ook in de onze overgezet. Aan de hand van Keunam willen we onzen lezers een blik doen slaan in het Russische gevangenisleven. Het tooneel is Siberië of Aziatisch Rusland. De grootte van dit tooneel in cjjfers te geven is wel mogeljjk, doch niet sprekend genoeg. Men zal eenigermate daarvan een denkbeeld krjjgen, wanneer we het zoo uit drukken Rusland neemt meer dan de helft dwjjnen van de levensuitingen ook het leven lende minnaars van afschuwelijke lectuur ge- heeft opgehouden. De groote Bichat zegt »het individu leeft dikwjjls nog verscheidene dagen, nadat naar alle uiterlijke teekenen het leven is uitgedoofd.Dood of levend is dikwijls moeilijk te onderscheidensoms blijven de trekken eens dooden zoo onver anderd, zoo sprekend dat men eer aan een kortstondigen sluimer dan aan den eeuwigen slaap zou denkenomgekeerd schijnt soms dreven dezen met voorliefde te schetsen; door daaruit het besluit te trekken dat zeer vele stervelingen levend begraven worden is wel wat gewaagd. Zijn er dan geen vaste be wijzen Zeker, o.a. van Kardinaal Espinosa, die dood verklaard, eerst tot bewustzijn kwam, nadat de doctoren begonnen waren zijn gewaand lijk te openen. In 1842 kwam iemand te Nantes onder de plechtigheid der merkbaar zijn. Ook de ver- aanvraag wordt verlof daartoe altijd ge- den oogappel is een zeker geven tot alle twijfel opgelost is. Hinnenland. ontbinding weeking van teeken van den flood. AI de andere zijn j niet te vertrouwen. Het verharden van 't lichaam kan ook door kramp veroorzaakt j fjof 7aa appé[ te waarbij de worden, terwjjl doodvlekken zeer goed het Eugelschmau John Samuel Cooper in hooger gevolg kunnen zijn van uitwendige be-j beroep ig gekomen van ziju vonnis, dat leediging. Ook het bleeke aangezicht en de hem wegens spionnage heeft veroordeeld bewegingloosheid, zelfs de stilstand van hart vijftien maand«n gevangenisstraf en en longen en de verkoeling der huid stellen 1 en eene boete van 3000 fr., heeft, op nieuw elk spoor van leven vernietigd, terwjjl de j begrafenis tot bewustzijn en is het nog tot nog niet den dood vast. Men heeft be-1 recht doende eene omstandigheid gevonden, nog glimt. levensvonk van binnen Deze laatste toestand, naar meening eenmaal op elke 2000 sterfgevallen voorkomend, wordt schijndood genoemd en is van den werkeljjken niet te onderscheiden, daar alle beweging heeft opgehouden, het hart niet klopt en het bewustzijn verloren is. Slechts hoogst zelden blijft dat laatste behouden en de schijndoode hoort dan alles wat om hem voorvalt, zonder door eenig woord of teeken zich te kunnen uiten. Den schijndood vindt men bijzonder dik wijls 'bij pasgeborenen, bij plotseling ver ongelukten door bevriezenverdrinken ophangen, verstikken, ook bij cholera, een proces gekomen wie de kosten der be- vrorenen, die oogenschjjnijjk levenloos waren, die het geval bezwarender voor hem maakte. na 12 tot 15 uren, grafenis had te dragen. Maar al vermeldde de historie geen uren te water gelegen hadden, enkel feit bij de onmogelijkheid om in zekere gevallen den dood te constateeren, kan de mogelijkheid van dergelijke vergis singen niet ontkend worden. drenkelingen, die twee Dientengevolge heeft het hof hem veroor- na 4 uren dupld t.nf, twfls in.rf>n cyftvancpenisstraf. De in het leven teruggebracht. O O Het is de wetenschap nog niet gelukt een vast teeken te vinden van den dood, zoolang niet de ontbinding is ingetreden. t deeld tot twee jaren gevangenisstraf. hoote is onveranderd gebleven, j Hij had getracht het geheinUder RehQL patronen te verraden, Laat ons nagaan welke veranderingen de Daarom zij men niet te voorbarig in zjjn' Eene verontrustende ziekte, vermoedelijk dood aan 't menscheljjk lichaam teweeg-oordeel, vooral bij ziekten als influenza, die veroorzaakt door slecht drinkwater, heersohb brengen. De dood doet allo lichamelijke ende patiënten uiterst verzwakken. te Weenen. Reeds heerschte de ingewands- geesteswerkzaamheden ophouden; de zin- Honderd jaar geleden gordde zich de catharr epidemisch. De geneeskundige autori- tuigen nemen niets waar; het bartstaat stil,groote Hufeland aan tot den strijd tegen teiten deden echter alsof hun dit niet bekend de long ademt niet meer, de huid verkoelt den schijndood. Hjj zag in de oprichting was en de burgemeester ging zoo ver dat en is ook na de sterkste wrijving niet warmvan lijkgebouwen de eenige waarborg tegen hij, gebruik makende van de Oostenrgksche te krijgen. Acht tot twintig uren na den dood het levend begraven. In enkele plaatsen zijn drukperswet, een der bladen gelastte, het roodvonk, typhus en iofluenza en bij zulkeverharden de spieren en worden de leden toen dergelijke inrichtingen op de kerkhoven bestaan eener epidemie tegen te spreken, ziekten, die 't zenuwgestel hevig aangrijpenstijf, zoodat ze slechts met geweld gebogen gebouwd, doch langzamerhand zijn ze ook Maar de ziekte bleek sterker dan de ge- (onmacht, kramp, delirium, hysterie). Het lot van een schijndoode kan verschil lend zijn. Ten eerste kan hij, doordat pogin gen om hem in 't leven terug te roepen, worden nagelaten, van den schijnbaren in den werkelijken dood overgaan, vóór hij be graven is; ten tweede kan hij door de kunst nog bijtijds gered worden en ten derde kan bii kunnen worden. Op enkele plaatsen loopt weer verdwenen. Waarom Omdat zich geen leerde het bloed samen en vormt roodpaarse vlekken, enkel geval voordeed, waarin een dood ver- j duizend het oog wordt week, het hoornvlies mat. De klaarde weer lichaamswarmte daalt zeer, wel meer dan 10 werd. Was er tot het leven teruggebracht toen maar één enkele voor graden. Na den tweeden dag treedt de ont- gekomen, de lijkhuizen zouden als padde- binding in. stoelen uit den grond verrezen zijn. doch' Wij mogen dus aannemen dat het Dit zijn de voornaamste teekenen, maar zeer enkele zijn volkomen betrouw- stateeren van den dood zelfs voor en dat geval is zoo verschrikkelijk dat j baar en onbedriegelijk. Tot deze behoort de kundigen niet altijd een eenvoudige zaak is. men er ternauwernood aan denken kan j laatstgenoemde en er kan daarom niet Zoolang dan ook bij de nabestaanden maar ontwaken, nadat hij ter aarde besteld is. Het genoeg op gewezen worden dat men nimmer eenige twijfel overblijft, zullen ze verstandig ontzettende van dezen toestand heeft verschil- last geve tot begraven, voor de sporen van doen de begrafenis uit te stellen op ii7rvrT-.-«T3SffMr in van Europa en Siberië is zestigmaal zoo groot als Rusland. Dit onmetelijk gebied behoort tot het Russische rijk en daarheen zendt de Czaar alle misdadigers, alle revolutionairen en alle verdachten, die meer dan vier jaar krijgen. We zullen straks zien, dat er ook heengaan, die niets gekregen hebben, doch eenvoudig verwjjderd worden. Gemiddeld bedraagt het getal verbannenen telken jure 17 a 18 duizend. Deze bannelingen worden over Siberië verdeeld. Daartoe zijn in onderscheidene plaatsen gevangenissen gebouwd, die de ge straften opnemen, terwijl de eenvoudig ge- bannenen in angewezen oorden zelfstandig wonen en een zekere mate van vrjjheid genieten. De eersten worden tegen ont vluchting aan de voeten met een vijf pond zwaren ketting belast en aan het hoofd over de helft kaalgeschoren, de laatsten dragen geen uiterlijke teekenen. Een der middelpunten voor gestraften is de stad Tomsk, een plaats ter grootte van Dordrecht, de hoofdstad van een provincie, die 500 maal ons geheele land kan bevatten. In Tomsk komen de gevangenen per transportschip uit Tjumcn aan, niet met het doel om hier te big ven, doch om weder verder gezonden te worden. Tomsk is dus slechts een station, van welk gehalte zal ons Keunam zelf vertellen. De gevangenis geleek in geen opzicht op andere, die we tot heden in Siberië ont moet hadden, en die alle uit groote witte gebouwen van drie verdiepingen bestonden. Wat we hier vonden geleek een legerplaats van krijgslieden of een klein Ainenkaansch prairiedorp, dat met hooge gepunte palen tegen invallen der Indianen beveiligd is. Wij stonden voor een met pallisaden om sloten open plaats, waarboven een kerk toren en een twintigtal daken uitstaken. Wanneer wij echter e^nigen twijfel omtrent den aard van dit oord gevoed hadden, zou het gerammel van kettingen, dat ons in de ooren drong, dezen twijfel spoedig beuomen hebben. Binnen gekomen ontwaarden we tusschen en voor de houten gebouwen tal van ge vangenen op den grond liggend of met ketens beladen loopende. Aan de ingangen stonden gewapende schildwachten. De houten barakken, met hunne getraliede vensters, de hooge pallisaden, die het geheel om sloten, de hier en daar verstrooide schild wachten en de groepen veroordeelden in hunne grijze mantels heen en weer slen terend dat alles maakte een pijnig ken indruk. De eigenlijke gevangenissen waren lange gebouwen uit boomstammen opgetrokken, met houten daken gedekt. Elk hunner was door een gang over de breedte in twee cellen verdeeld. Ik telde acht zulke gebouwen en elk van deze was bestemd tot opneming van 190 personen, berekend tegen 8/10 kubieke vadem ruimte per hoofd. De eerste cel, die ik betrad, bevatte on geveer 150 personen. Ze was zeer goed ver licht, maar de lucht was in hooge mate be dorven door de ademhaling der veel te tal rijke bewoners en de temperatuur was on uitstaanbaar hoog. Twee rijen slaapbanken waren dwars door de cel aangebracht, doch boden nog niet aan de helft der bewoners plaatsde overigen waren dus gedwongen op den vloer plaats te nemen. Van stroo- zakken, hoofdkussen of dekens was geen spoor te zien, men sliep op de planken. Er waren ook enkele, van ruw dennen hout in elkaar getimmerde stallen, waarin zij woonden, die door familie begeleid werden. Het staat n.l. aan de echtgenooten vrij met hare kinderen den gestraften man naar Siberië te volgen. Het eerste van die gebouwen was omgeven door een greppel waarin allerlei vuil in water of urine opge hoopt lag. Het gebouw had geen vensters en ontving licht door het doek, waarmee het van binnen behangen was. heerener zijn nu vijftig a zestig personen te Weenen aangetast. De geneesheeren vonden in de lichamen van hen die aan de ziekte stierven, niet slechts de influenza-microbe, maar nog een andero bacil, tot dusver onbekend. De geneesheeren verbieden nu het gebruik van het drink water, met het gevolg dat de patiënten binnen weinige dagen beter worden en alleen zeer zwak blijven, zooals na een aanval van influenza. Het drinkwater te Weenen ging vroeger menschelijke ellende als zich daarbinnen voordeed, kan men zich nauwelijks voor stellen. De ruimte was letterlijk volgepropt met honderden van zwakke mannen, ver magerde vrouwen en schreeuwende kinderen in alle denkbare houdingen zittende of lig gende op twee rijen horden slaapbanken. Door de reten van het dak kon men het luchtruim inzien en de vloer, uit onge schaafde planken gelegd, was hier en daar ingezonken en in de diepte daaronder wierpen de bewoners alle afval, vuil etc. De lucht was door het groote aantal kin deren die nimmer gereinigd werden, verpest en bovendien hingen in de hoogte natte onderkleeren, in veldketels gewasschen, te drogen. In de paden lagen stapels van zakken, kleerenbundels en huishoudelijke voorwerpen verspreid en in dezen chaos van wanorde en ellende trachtten honderden van menschen, zoo dicht samengedrongen dat ze zich niet be wegen konden zonder elkaar te hinderen hun leven voort te sleepev.. Ons hart bloedde bij den aanblik van die honderden vrouwen en kinderen, die aan zulk een behandeling waren blootgesteld en die toch niets anders misdaan hadden dan dat ze uit liefde tot gade, vader of broeder de hun dierbaren naar Siberië volgden. De ongelukkigen moesten in deze holen vertoeven tot 2 October en 't was toen 26 Angustus Het hospitaal, ingericht voor 50 zieken, bevatte bij ons bezoek 200 personen, waar van 50 geen andere rustplaats konden vinden dan op den grond ot op banken. 71 van hen leden aan typhus. De zalen waren, ofschoon overvol, helder en rein, ook de bedden en de atmosfeer was drageljjk. De bordjes aan de legersteden zeiden mij, dat de meeste onder de gevangenen heerschende ziekten waren: typhus, scheurbuik, roode loop, rheumatisme, bloedarmoede en bron chitis. Gij kunt u, zoo vertelde de geneesheer van 't hospitaal, nauwelijks een denkbeeld maken van den toestand, die in November hier heerschte. We hadden toen 300 ge vaarlijke zieken, in rijen liggende op den grond, de meesten zonder bed of hoofdkussen. Ze lagen zoo dicht opeen, dat ik er niet tusschen door kon en dat een zieke niet hoesten of zich bewegen kon zonder een ander te hinderen. Om de lucht eenigermate te verfrisschen, waren we genoodzaakt de vensters open te zetten, doch toen de winter inviel, werd het onmogelijk de zaal hooger dan 5 graden te verwarmen. Hoe lang deze toestand geduurd heeft? Ik ben nu 15 jaren hier en 't is altjjd zoo geweest. En is dat te Petersburg bekend? Jaar op jaar wordt aan de regeering rapport uitgebracht. Ik heb er op aange drongen de Tomsker gevangenis tot den. grond af te branden. Ze is zoo verpest van ziektekiemen, dat ze niet meer te gebruiken is. Wij werden door het departement van 't gevangeniswezen uitgenoodigd plannen voor een nieuw hospitaal in te zenden en dat is geschied. Tot heden echter is nog niets veranderd. Elke week marcheert uit Tomsk een transport gevangenen naar Irkutsk, ter grootte van 3 a 400 personen. De reis duurt drie maanden. Van afstand tot af stand staan gebouwen, waarin de gevan genen rusten kunnen. Voedsel wordt niet meegenomen, doch ze krjjgen per dag 12 cent per hoofd, waarvoor ze zich bg de boeren aan den weg voedsel kunnen koopen. Het is opmerkeljjk dat in het overgroot» Siberië alle gebouwen, door den staat aan gewezen tot opneming der gevangenen, te klein zijn. Ook de etappes langs den weg naar Irkutsk lijden aan dit gebrek. Wan neer 't weer 't maar eenigszins toelaat, slaapt een groot deel van het transport in de buitenlucht, terwijl bg slecht weer de vloer één menschenmassa is en alle gangen bovendien gevuld zjjn. Slot volgt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1