,M 10 <4 mz FEUILLETON. WOF.XSmO 24 FEBRTTAEI. 1892. Uitgever: L.. J. VEERMAN, Heusden. Arm verzorging*. van llensilpii VOOR ®rff - X'K i jf WM Be Langstraat en nniinelerwaaii Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. ii. De philantropie is tegenwoordig nog al eens modezaak, schreef ik in het vorige stuk, en dat is te betreuren. Voor de een of andere o! zoo nuttige instelling moet geld wezendiep medelijden gevoelen velen met den nood der ongeluk- kigen en spoedig worden middelen beraamd, om een sommetje bijeen te brengen. Er wordt een fancyfair georganiseerd. Vrienden en vriendinnen, bekenden en onbekenden worden te hulp geroepen om door gaven en giften de zaak te doen marcheeren. Drukte van belangWil men het niet bij de dames verbruien en misschien de klandizie verliezen dan dient men toch ook iets bjj te dragen. Eindeljjk is de groote dag daar De aardige winkelierstertjes verkoopen met de meeste gratie een hoop prullen voor groote prijzen. Alles slaagt uitstekend en eindelijk is men zoo gelukkig het batig saldo ten bedrage van f 103.075 te kunnen afdragen aan den penningmeester of de penning- meesteresse der noodlijdende vereeniging. Wel is meer dan f 700 ontvangen door de verschillende verkoopsters maar de onkosten zijn ontzettend groot, bij zulke zaken, weet U, en daarom kon er niets meer over schieten. Verbeeld U de zaal en het etaleeren alleen heeft reeds f260 gekost, en nog veel bloemen zijn cadeau gegeven Wanneer men eenvoudig het geschonkene aan de vereeniging had gegeven dan was die daarbij wel gevaren maar de dames hadden niet in philantropie kunnen doen. Of men organiseert een bal of concert of tooneelvoorstelling, een aardig avondje voor zich zelf en men smaakt nog het genoegen het lijden der menschheid te helpen ver zachten. Zoo slaat met twee vliegen in één klapMaar genoeg over die dwaasheden, 1. (1 Bij professor Kohier, de eerste genees heer, en leeraar aan een bekende hooge- school, was juist het steeds door vele patiënten bezochte spreekuur voorbij. Ver moeid van den ingespannen arbeid ruste de, in de kracht van het leven zijnde, flinke man van zijn werk uit in een gemakkelijke stoel, en las de couranten, terwijl hij daarbij een echte Havana rookte. Nauwelijks had hij de telegrafische be richten nagezien en eenige trekken aan zijn sigaar gedaan, toen zijn oude knecht Fre- derik, in de kamer trad, en nog een bezoek aankondigde. »Gij weet toch* zeide de professor ge ërgerd door de onverwachte stoornis, »dat ik nu voor niemand meer te spreken ben.« >Dat heb ik ook gezegd, uiaar de jonge dame wilde zich niet laten afwijzen; zij schjjnt uw hulp zeer noodig te hebben.* »Dan moet zij zich tot mijn assistent of aan een anderen geneesheer in de buurt wenden.* »De dame heeft alleen vertrouwen in u ik denk dat gij nu misschien wel eene uit zondering zult willen maken,* antwoordde de oude dienaar. »Gij behoeft in 't geheel niet te denken, en kunt mij met rust laten.* Zooals u wilt,* bromde Frederik. »Het spijt mij alleen voor de dame, zij ziet er zoo bedrukt uit, en verzocht zoo dringend, dat de zaak is daarvoor te ernstig, en terecht leiden, en dat doet men niet door een allertreurigst gesteld is. wordt dan ook door ernstige mannen hier wekelijksche gift van drie of vier gulden, Zou het in een kleine gemeente zoo en daar een pogiog gewaagd om het om juist genoeg om zich de voornaamste levens- moeielijk zijn daarin verbetering te brengen zich grijpende pauperisme te bestrijden. Er behoeften aan te schaffen. als slechts erns ig naar afdoende verbetering wordt veel geleden, veel moet gedaan worden Een gevulde beurs is veel, maar niet ge- werd gestreefd om het lijden te verzachten. Het is althans noeg om het pauperisme te bestrijden. De Wanneer zich een twintigtal gegoeden Buitenland. veel gewonnen, dat de overtuiging daarvan armverzorger moet met waarachtige liefde vereenigden om een tiental arme gezinnen ctS- gedaald. De val van het Fransche Kabinet is zeer onverwacht geweest en moet geweten worden aan een coalitie tusschen de rechterzijde, de uiterste linkerzijde en de overblijfselen van het boulangisme. De Fransche rente is 25 De heer de Freycinet en zijn collega's hebben zich onmiddellijk naar het Elysée levendiger geworden is. Met de armverzor- voor zijn behoeftigen natuurgenoot vervuld te helpen, zou dit zoo moeielijk zijn? De ging, zooals die vroeger ingericht was, heeft zijn. Hij moet innig overtuigd zijn, dat geld kinderen zou men kunnen kleeden van de men geen vrede meer. Die zich met dit alleen niet genoeg is om zijn taak met eere kleederen die afgelegd werden, bij ziektebegeven om hun portefeuilles te stellen in hoogst gewichtige en moeilijke werk be- en tot heil der menschheid te vervullenhij zou men. door iets meer te bereiden, den handen van den heer Carnot. Deze verzocht lasten, voldoen volstrekt niet aan hun ver- moet overtuigd zijn dat ook zonder geld zieke zonder eenig bezwaar versterkend den volgenden dag terug te komen, plichtingen als zij slechts zorgen dat niemand veel te doen is. Een deelnemend woord, een voedsel kunnen geven. Bij werkloosheid zou Toevallig was er juist een groot diner bij van gebrek bezwijkt, en boven het belang krachtige steun van invloedrijke personen men onder elkander aan de broodwinners den president der republiek, die echter zijn der behoeftigen hun kas stellen. kan dikwijls meer uitwerken dan een tijdelijke dier gezinnen eenig werk kunnen verschaffen, bedoelingen niet in't minst heeft laten door- In groote gemeenten is een goede regeling gave. De armverzorger moet bedelen, niet Vooral de vrouwen zouden zeer veel schemeren. De ministers schenen de zaak hoogst moeilijk, misschen onmogelijk. Inom geld maar om werk, om zedelijke hulp kunuen doen om den toestand dier gezinnen zeer kalm op te nemen, en schertsten met kleinere gemeenten is een goede regelingvan zijn verpleegden. Hij moet de vader der te verbeteren, door de vrouwen met raad gemakkelijk tot stand te brengen indien men slechts ernstig wil. Op den voorgrond moet staande arm verzorging moet bij één collegie berusten. Wordt van drie, vier zijden gegeven, dan worden de krachten verbrokkeld, en de weg tot misbruik staat open. De een zal dubbel krijgen, een ander niets. Verder moet be deeling, hetzij in geld, hetzjj in levensbe hoeften, niet de hoofdzaak, niet het eenige werk der armverzorging zijn. Wanneer een vereeniging zich beroemt met eenige duizenden guldens ouden van dagen, weduwen en weezen gesteund te hebben, dan is dit zeker een goed werk ge weest en zij verdient den dank niet alleen van hen die geholpen zijn, maar ook van hen wier gaven zij op een goede wijze be steed hebben, maar genoeg gedaan hebben zij niet. Zij moeten trachten het getal hulpbe hoevende weduwen en weezen te verminderen, weezen zjjn, en hun belang behartigen alsof en daad bij te staan. het zijn eigen kinderen waren. Maar zegt Neemt men in eens niet te veel hooi op men misschienAls dit van een armver- zijn vork, bepaalt men zich eerst slechts tot heeft nedergelegd, heeft Laur onmiddellijk de afgevaardigden. Er werd zelfs gesproken van de mogelijkheid eener kamerontbinding. Nu de heer Constans zjjn portefeuille zorger geëischt wordt, wie zal zich dan met enkele gezinnen wier lot men zich aantrekt, dit werk willen belastenwie zal zich al dan zal inen spoedig zien dat niet altijd die teleurstellingen en wat niet meer willen geld noodig is om den behoeftige een mensch- getroosten in het belang der behoeftigen i waardig bestaan te verschaffen. Hoeveel Armverzorging is een zeer moeilijke taak, wordt in een gezin niet opzij gezet, wat een helder verstand gepaard aan een hart voor anderen nog groote waarde heeft vol liefde is noodig wil men niet spoedig Kortom zou het zoo moeielijk zijn om als moedeloos het hoofd laten hangen en den patroon of patrones op te treden en anderen strijd tegen mistrouwen, ondank en zooveel meer opgeven. Maar zouden geen mannen en vrouwen gevonden worden die zich de moeite daaraan verbonden zouden willen getroosten. Eeuwen lang reeds is gepredikt: Hebt malkander lief, doet wel, degenen die u haten! Gij zijt allen broeders, de armen hebt gij altijd bij u! Behandelt anderen, zooals gij gaarne zelf naar het woord van Jezus te helpen en te steunen Maar de ondank, de onaangenaamheden, de moeite, de last en wat niet meer! Het is zeker gemakkelijker te klagen over de ellendige inrichtingen der armverzorging, over de schrale giften die gegeven worden door armbesturen en diaconiën, maar worden door die klachten de behoeftigen geholpen, door de weduwen in de gelegenheid te stellen de zaden, alom gestrooid, op een rotsgrond zoo mogelijk in haar onderhoud te voorzien,gevallen? Meer onkunde dan onwil zal de door de weezen den weg te openen, later J oorzaak wel zijn, dat het op de meeste een menschwaardig bestaan te kunnenj plaatsen met de armverzorging nog zoo behandeld zoudt willen worden, is dit dan j komen wjj daarmede iets verder op den alles te vergeefs verkondigdZijn dan steeds goeden weg? Moge ieder op dit gebied doen wat zijn hand vindt te doen, en vooral niet vergeten ik het niet van mijn hart kon verkrijgen, om haar weg te zenden. »Ik zie wel,* antwoordde de professor, verdrietig glimlachende, »dat mij niet nders overblijft dan om uw zin te doen, om ein delijk rust te kunnen krijgen. Gaat maar heen, en brengt de dame hier.* »In het volgend oogenblik verscheen in de deur een bescheiden gekleed meisje van hoogstens negentien jaar, dat er echter niet ziek of lijdend, maar diep bekommerd en zeer bedroefd uitzag. Evenwel kon de professor, die een groot kenner en vereerder van vrouwelijk schoon was, toen hij haar zag, eene aangename verrassing en bewondering niet van zich weren, daar het onschuldig lieve gezicht, de zielvolle, door lange oogharen beschutte oogen, en boven alles de kuisehe edele ge stalte hem onwillekeurig aan zijn vrouwen- ideaal, de Madonna Siatina van Rafael her innerde, met welke de jonge, blozende en voor zich ziende dame, een meer dan op pervlakkige gelijkenis had. »Wilt u zoo goed zijn hier te komen,* vroeg hij vriendelijk, »oui mij mede te deelen wat u scheelt?* Vergeef mij professor!* antwoordde zij schuchter. >Ik zelf ben niet ziek, maar mijn vader, mijn arme vader!* »Stel u gerust, lieve dame, en zegt mij waarmee ik hem dienen kan?* »Mijn vader,* antwoordde de jonge dame, met moeite hare tranen bedwingende; »de leeraar Gutknecht aan het stedelijk gymna sium lijdt reeds langen tijd aan een hart kwaal, die sedert eenige dagen zoo zeer is toegenomen, dat wij het ergste moeten vreezen, als gij hem niet kunt helpen.* »Maar waarom hebt gjj dan zoolang ge wacht, en zijt gij niet vroeger bjj mjj ge komen?* »Wjj durfden niet,* fluisterde zij blozend, »omdat.omdat.onze omstandigheden.* »Ik heb nooit een patiënt hulp geweigerd en maak geen onderscheid.* Daarom te minder durfden wij van uwe goedheid misbruik maken, waarvan reeds zooveel wordt gevraagd.* Alleen de uiterste nood dwingt ons nu, om u te verzoeken te willen komen.* »De heer professor is onze laatste, onze eenige hoop.« »Ik zal alles gaarne doen, wat in mijn vermogen is, om uw vader te herstellen als het mogelijk is, maar ik moet den patiënt eerst zien en onderzoeken.* »Waar woont gij, mejuffrouw?* »Wel wat ver, zeer ver van hier, bij de Waterpoort, in de tuinstraat No. 85.* »Ik zal dadelijk met u heen rijden.* Gij zijt al te goed.* »Ik kan wel te voet naar huis gaan.* »Dat mag ik niet dulden, om eene jonye dame 's nachts alleen, naar zulk een afge legen buurt te laten gaan.« »0, ik ben niet bang. Wie zou mij iets doen?* antwoordde zij onschuldig. Heden moet gij met mij gaan.* Zonder een antwoord af te wachten, schelde de professor zijn bediende en beval üem het rijtuig dadelijk te laten inspannen. Hij bood de jonge dame zijn arm en hielp haar bij het instijgen met zooveel beleefde voorkomenheid, als ware zij niet een arm hulpzoekend meisje, maar een geboren vorstin. In het begin zweeg het meisje, dat Agnes Gutknecht heette; schuchter en bescheiden zat zij in een hoek van het elegante rijtuig, en waagde ternauwernood met hem te spreken. Eerst toen de professor eenige dat ook hier eendracht macht maakt! discrete vragen over den toestand van haar vader en over de huiselijke omstandigheden tot haar richtte, overwon zij hare natuur lijke bedeesdheid en deelde zjj hem open hartig alles mede. »Ik geloof,* zeide zij bewogen, »dat mijn goede vader zich al te zeer heeft ingespannen, en door te veel arbeid zijne gezondheid ge schaad heeft.* »Kan hij zich dan geen rust gunnen, en iets voor zijne gezondheid doen?« »Dit is helaas bij onze groote familie en zijn klein inkomen niet goed mogelijk. De last was voor hem te zwaar. »Uw vader had ten minste een lang verlof moeten nemen, dat hem zeker door zjjne superieuren zou zijn gegeven.* »Onze gewone docter heeft dat ook aan geraden, maar hij wilde er niets van hooren, omdat hij zjjne betrekking zou verliezen, en men hem wegens ongeschiktheid voor den dienst zou pensioneeren. Hij kwelde zich liever, zoolang tot hij nog erger werd, en het bed moest houden. Eindelijk bleef hem niets anders over dan om zijn ontslag te vragen, hoe zwaar hem dit ook viel.* »Dat is te meer betreurenswaardig, daar juist bij eene dergelijke ziekte huiselijke zorgen en gemoedsbewegingen schadelijk zijn, en het kwaad ergermaken. Zijn pensioen is zeker niet groot.* Ruim zevenhonderd gulden.* Zevenhonderd gulden!* riep de professor medelijdend. »En daarvan moet een zieke man met een groot gezin leven. Dat kan ik niet begrijpen.* >Wij leven zoo zuinig als slechts moge lijk is.« »Hoe ook, gij kunt er niet mee uitkomen, en nog minder de voor zulk een patiënt noodige uitgaven bestrjjden. Daarbij moet een vervolging tegen den oud-minister in gesteld. Later wordt gemeld, dat Carnot het ont slag van het Ministerie heeft aangenomen. Volgens ontvangen berichten wordt er nog weinig werk gemaakt van een nieuw Ministerie. Freycinet en Constans ontvingen tal van vrienden, die smeekten, dat zij blijven zullen. Sommigen hebben gesproken van een Ministerie-Méline, den vader van het nieuwe tolstelsel, maar deze vertelt overal, dat hg geen Kabinet wil maken, wanneer het hem gevraagd wordt. Van andere zijde wordt met zekerheid gemeld, dat de President den Minister Ribot heeft belast met de vorming van een nieuw Ministerie. Het hulpcomité voor de noodlijdenden in Rusland, onder voorzitterschap van den Czarewitseh, heeft reeds l1/* millioen roebels in geld en meer dan 800,000 pud koren uitgedeeld. de zieke te gronde gaan.* Vergeef mg professor. Tot nu toe heeft het vader aan niets ontbroken en met Gods hulp zal hg ook verder niets ontberen. Daar ligt het niet aan.* »Ik zou wel willen weten, hoe gjj dat aanlegt?* »Mijn God,* antwoordde zij verlegen. »Dat kan moeielijk voor u van belang zjjn.* »Dan zou ik er niet naar hebben ge vraagd,* antwoordde hij ernstig, terwijl hij er vriendelijker aan toevoegde: »Voor den geneesheer moogt ge geen geheimen hebben. Om het ljjden juist te beoordeelen, en om het te genezen, moeten wij voor alles de nadere omstandigheden en toestanden kennen.* »Dat is wel waar. Vergeef mij dat ik zoo kinderachtig was. Ik weet toch dat gij het goed met ons meent.* »Daar behoeft gjj niet aan te twijfelen.* »En wjj behoeven er ons ook niet over te schamen. Mjjne moeder en ik werken voor eene groote tapisseriezaak, om de bui tengewone uitgaven te dekken.* »Dat doet u aller eer aan. Ik vrees echter dat het niet toereikend zal zijn.* >0, als wjj vljjtig zjjn en de nacht te baat nemen, verdienen wjj juist zooveel als wjj noodig hebben. Buitendien help ik vader nog bij het corrigeeren, dat hjj reeds sedert jaren voor een boekhandelaar doet. Ik heb van hem wat Latjjn geleerd, en versta daarvan juist genoeg als noodig is, om het voor hem te doen als hjj zich te zwak ge voelt. Zoo gaat het goed, en wjj zouden zoo tevreden en gelukkig als vroeger zjjn, als vader maar niet ziek was, of dat wij ten minste de hoop hadden om hem te be houden.* {Wordt vervolgdJ

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1