My WOENSDAG 8 JUNI. All val ^5 A Uitgever: L. J. VEERMAN, Neusden. De ZuicLerzee-kwestie. •I,*' 1104. .fb. VOOR IF'v üüstraat eierwaar H L* Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs< verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. In die wonderlijke tijden, toen er nog reuzen en draken waren halt, zijn er dan werkelijk reuzen en draken geweest? In vroeger tijden wist men vele avontuurlijke geschiedenissen te vertellen van ridders en i!*?pzen, van jonkvrouwen en draken en nog Betben velen pleizier in dergelijke verhalen. et tegenwoordig geslacht haalt de schouders vSop voor die vertellingen en brengt ze tot piet rijk der verbeelding, waar ze behooren. Daarmee is men er echter niet af. Het can niet anders of de vraag komt te berde ie zijn die verhalen ontstaan En met deze h*aeg komt men op een gebied, dat hoogst ^iljjk te begaan is. Onloochenbaar is het, lat aan alle overbekende sprookjes en sagen ?ts uit de werkelijkheid ten gronde ligt en Keker is het ook dat er veel kennis en scherpzinnigheid toe behoort dat korreltje waarheid van den poëtischen omhang te intdoen en uit de diepte op te delven. Dat ipdelven van volkssprookjes en overleve- jugen, van eigenaardigheden uit den ouden jd is in onze dagen een wetenschap, die Itaet den Engelschen naam »Folklore« wordt j^angeduid. Om den getemden draak u voor te stellen kmoeten we een uitstapje op dit gebied wagen. Reuzen zyjn er, naar luid der dichters en 3 historieschrijvers, in overvloed op aarde ^est en als sprekend bewijs daarvan u de overblijfselen van reusachtige 3Uren, "hier en daar in den bodem bewaard, [[oen in 1577 een massa beenderen in het ^Zv^persch kanton Lucern opgegraven wer den, verklaarde een hooggeleerde uit Bazel deze voor beenderen van een zestien voet hoogen reus. De Lucerners waren met die vondst zoo verguld, dat ze oogenblikkelijk dian wilde als schildhouder in hun wapen 'V -am.t >o zijn er meer geleerden inge- 1 sn en dus is het eenvoudige lieden en filters niet kwalijk te nemen dat ze in reusachtige beenderen van dieren uit den vii tijd een bewijs zagen voor hun sprookjes van reuzen. Niet alleen de Mohammedanen gelooven dat Adam zoo groot was als een ■-"'wassen palmboom, ook de groote natuur- „^■ncuge Linnaeus was van meening dat Adam en Eva reuzen waren en dat de menschen uit armoe en andere oorzaken van geslacht tot geslacht in grootte waren af genomen. Waren er reuzen, dan moeten er ook ,iien geweest zijn, want beide komen in uc *agen gelijktijdig voor. I itusschen hebben we de draken in twee te onderscheiden, de eene van een andere van een vloeibare natuur. De' eerste behoort in het oosten, de laatste in het westen. Toch kent ook Europa den vurigen draak, die op onweder en 'bliksem ziet. Er woonden draken in dalen en vlakten, vooral in bronnenzij loerden aan de oevers der meren, moerassen en rivieren en brachten allerlei onheil te weeg. Wanneer de sneeuw smolt en in beken en rivieren een onheilspellende massa water naar de vlakte voortbruiste, dan heette het »de draak is los«. En dan kwam er niet zelden een Siegfried ten tooneele, die bet ondier doodde, waarna de wateren binnen hunne paleis terugweken. Rijk aan drakenspoken zijn vooral de streken, waar thans nog de laatste sporen van vroegere vulkanische werking in kool zure wateren, heete bronnen en uitstroo- mingen van koolzuur zichtbaar zijn. Overal waar offers vielen van dit verstikkend gas, had de draak zjjne hand in het spel. De geheimzinnig vermoordde was omgekomen door den giftigen adem van 't ondier. Juist deze omstandigheid dat de adem des draaks doodelijk was, wijst op het koolzuur, 't zjj dat uit gistende vloeistoffen in den bier kelder, in de bron of in een hol opborrelt. Het volk zag de uitwerking, verklaarde de oorzaak op zijn eigen wijs en dichtte zoo den draak benevens diens giftigen adem. Is deze oplossing juist, dan laat zich ook verklaren waarom de draak in ons wereld deel niet zooals die van 't oosten vuur spuwt, daar water en koolzuur 't vuur blus- schen. In groeven en holen, met koolzuur gevuld, gaat de vlam eener kaars uit en eindigt alle leven. Men daalde daarin nimmer straffeloos af, want de draak verslond ieder, die daartoe den moed had. Menschengeslacht volgde op menschenge- slacht en als een oud erfstuk vermaakte het eene het ander zijn sagen. Toen echter kwam de nieuwe tijd, waarin een meer grondige natuurkennis de oude overleveringen, ook die der reuzen en draken aan een streng on derzoek onderwierp. De beenderen der reuzen werden teruggeschonken aan denmammouth en de scheikunde wees uit, dat de giftige adem der draken niets anders dan koolzuur en wel in sommige grotten zuiver koolzuur was. Toen kwamen ondernemende mannen, die het zonde vonden, dat dit gas ongebruikt wegstroomde en ze zonnen op middelen ten einde het productief te maken. Men dwong het koolzuur zich met lood te verbinden en produceerde aldus het voor schilders hoog gewaardeerde loodwit. Dat was echter een niet noemenswaard gedeelte van dit kost bare gas. Toen kwam een chemicus, die uitvond door drukking en afkoeling het gas samen te persen tot een vloeistof, die opgesloten in gesmeed ijzeren flesschen, verzonden kan worden en tot verschillende einden gebruikt wordt. Zijn succes was groot en het geld vloeide hem toe. Nu is het merkwaardig, dat niet slechts in de sage de eerste drakenbedwinger zijn hoogste loon de hand des konings dochter door een medeminnaar voor den neus werd weggekaapt, maar dat ook in de koolzuurzaak 't zelfde geval zich voor deed. Er begonnen n.l. nog anderen met deze koolzuurfabrikatie, in het Eifelgebergte en bij Höningen a/d. Rijn o.a., en nu ont wikkelde deze industrie zich op een reus achtige schaal. Het grootste gedeelte van dit aldus ge perste koolzuur wordt als drukmiddel tot oppompen van bier aangewend en zoo zien we den draak der middeleeuwen niet alleen getemd, maar in dienst gesteld van de dorstige menschheidden sluipmoordenaar herschapen in een bierkellner Een der voornaamste zaken, welke in onzen tijd veel besproken worden, is wel de bovengenoemdeeen der voornaamste leden der Zuiderzee-Yereeniging, de heer Van der Houven van Oort te Apeldoorn, hield dezer dagen aldaar omtrent deze kwestie eene lezing, waarvan wij het ver slag, omtrent de groote belangrijkheid er van, hieronder laten volgen. Het spreekt van zelf, dat ook wij ons slechts kunnen bepalen tot aanstippen en evenals spreker bjj herhaling te kennen gaf »dal hij deze omvangrijke en hoogst belang rijke zaak slechts als bij vogelvlucht kon be handelenzoo zal het ook ons slechts mogelijk* zijn hetzelfde te doen van deze verdienstelijke voordracht. Spreker achtte zich gedrongen de uit- noodiging, van drievoudigen kant tot hem gericht, te moeten aanvaarden hij wil trachten de zaak, die van zoo gewichtige beteekenis is voor ons Vaderland, zoo duide lijk mogelijk, in breede trekken toe te lichten eene uitgewerkte rede toch, zal men van hem thans nie't verwachten. De Zuiderzee-zaak is even als de Billiton- kwestie geen nieuwe; in boeken, brochures en dagblad-artikelen is zij besproken, maar zij behoort ook tot die kwestiën, die niet licht zijn uitgeput. Dit grootsche werk is thans van alle kanten onpartijdig bekeken en om zich den omvang er van te kunnen indenken, behoeft men zich maar voor te stellen, dat het af te sluiten gebied een der grootste provin ciën kan worden en 18 maal grooter is dan de Haarlem mermeerpolder. Spreker zal niet lang stil staan bij de geschiedenis der zaakhij heeft uit het archief eenige kaarten doen ophangen, ter herinnering aan hetgeen in deze reeds is voorgevallen, o. a. het ontwerp van den Iloofd-Ingenieur Van Diggelen 1848 49; dat van de Maatschappij van grondcrediet, ontwerp Beijerinck 1866 70; dat van Opperdoes Alewijn, het meest verwant aan het ontwerp Lely, en eindelijk het regeeringsontwerp van 1877. Alle deze ontwerpen bleven mede ten gevolge der politieke wisselingen slapen tot in 188082, meer bepaald door den heer Buma, destijds afgevaardigde der 2e Kamer van Friesland, dit vraagstuk weder ter hand nam, doch aangeboden in den vorm van een wetsvoorstel en later als motie, mochten de plannen geen sympathie ver werven en trok hij ze op raad zijner vrienden weer in. Eindelijk werd korten tijd na eene druk bezochte vergadering, gehouden in het ge bouw van den werkenden stand te Amster dam in 1886, de Zuiderzee-Vereeniging geboren. De vereeniging werd geboren onder het devies ^strikte onpartijdigheid, en volkomen vrijlating aan de technici in de opvatting hunner taak.« Menig oogenblik van angslige spanning is in die 6 jaren doorleefd, want, zegt spr., het was niet zoo gemakkelijk in Nederland voor die zaak 80.000 gulden bijeen te krijgen; menigmaal heeft het bestuur voor de vraag gestaan: »doorgaan of niet?« doch het oud Hollandscb spreedwoord ^eendracht maakt macht« gestand doende, heeft het bestuur wel geworsteld, maar is boven blijven drijven! 6 provinciën, 52 gemeenten, 64 water schappen, 15 vereenigingen van landbouw (w. o. de afdeeling Apeldoorn), tal van donateurs en leden hebben de middelen verschaft en met erkentelijkheid en trots wijst spr. op de krachtige hulp van de provincie Gelderland, omdat spreker die provincie lief heeft. Dat de plannen, zoo als ze daar liggen en na grondig wetenschappelijk onderzoek zijn samengesteld, zoo maar zonder slug of stoot door de Regeering of door het publiek zullen worden aangenomen, is niet te denken noch te hopen. Ook in deze brengt spreker in herinnering de woorden uit onze jeugd »een vriend, die mij mijn feilen toont enz« hij vertrouwt, dat langzamerhand eene op bouwende critiek over deze zaak zal worden gehoord, en die aan verschillen le raeenirsgen kan worden getoe'st. Wat wil de Zui lerzee-Vereeniging? Ver schillende zaken heeft zij onderzied, de diepte op verschillende punten en den aard van den bo lera en zoo is zij gekomen tot de meening, dat èa ter vermijding der diepten van hot Tessel^che en Vlielander gat, èa in het belang van marine en d sfensie, èa om het verschil ia waarde van de droog te leggen gronden, de afsl uitlijn lager ge steld moet worden, dan die door het ont- werp-Buma werf bedoeld. De Vereeniging besloot, na tal van boringen, de afsluitdijk te leggen van af de Ewijcksluis in Noord-Holland, over het eiland Wieringen-, naar het dorpje Piaam in Friesland, Deze dijk zal een ontzettend groot werk worden, men mag veilig zeggen, dat hier nimmer zoo'n groot werk op technisch ge bied is verricht, daar de voeting van die bedijking 80 M. breed zal moeten zjjn. Een vergelijkende profillenkaart met de bedijking van 't Sloe in Zeeland en deze bedijking is ter bezichtiging opgehangen. Na nog eenige ontvouwing van den omvang van het voor genomen werk o. m. het maken van 6 koppels sluizen, ter wijdte van 300 M. op het eiland Wieringen, om het water uit den IJssel het Zwarte Water en den Eems naar zee te brengeneen kunstmatig eiland voor woningen voor werklieden, ligplaats voor schepen, opslag van materialen en eindelijk een sluitstuk van 3 uren lengte gaat spreker over tot de geraamde kosten. Zal er veel arbeidskracht, een groote mate van overleg, ook eene groote mate van geldmiddelen zal noodig zijn. Die afsluit dijk, welke binnen 8 jaren gereed zou kunnen zijn, komt b.v. op 42 millioen gulden te staan, terwijl de uitvoering van het geheele plan 190 millioen zal moeten kosten waar door echter 216.000 EI. A. verkoopbaar en bebouwbaar land zullen verkregen worden. Spreker behandelt nu het groot belang van dien afsluitdijk, wel eens door sommigen als niet noodzakelijk aangemerkt, als de groote aan winst voor de bedijking, dia binnen de afsluiting valt, en belangrijk minder aan aanleg en onderhoud behoeft te kosten om dat zij geen nadeel van hooge vloeden meer hebben te doorstaan, de mindere kosten voor de provinciën voor zeeweringen, de betere waterloozing en waterverversehing, door het scheppen van zoet-water-meer, waardoor de provinciën Holland en Friesland zeer gebaat zullen worden, enz. enz. Spreker behoeft niet te zeggen hoevele waarnemingen hebben plaats gehad om conclusie te kunnen stellende gevolgtrekkingen, die de heer Lely heeft gemaakt, over de beteekenis der verschillende invloeden, zijn tot nog toe niet weersproken. Verder wijst spreker op eene kortere spoorwegverbinding tusschen Leeuwarden en Amsterdam en opheffing van de lastige en kostbare vaart tusschen Enkhuizen en Stavoren. De kosten dezer bedijking zouden door den Staat bij wijze van subsidie moeten ge dragen wordenalsdan zou onder dezen vorm de subsidie per H. A. f 195 bedragen deze eisch kan niet als overdreven worden aangemerkt omdat door dusdanig besluit voordeelen voor de provinciën en het ge heele vaderland worden verkregen en vroegere bedijkingen en droogmakingen meer subsidie hebben erlangd of meer kosten van het Rijk hebben gevorderd. Men wenscht wat de volgorde betreft in den verderen gang der zaken geen 8 jaren voor het leggen van den dijk af te wachten, doeh reeds in het zesde jaar daarmede aan vangende ten le van uit Wieringen 21700 H.A. droog te leggen, ten 2e eene bedijking van Muiden, tot uitmonding van den IJsel, 57000 H.A., ten 3e ten zuiden van Enk huizen 103000 H.A. en eindelijk ten 4e van de uitmonding van het Zwarte Water tot De Lemmer, groot 50300 H.A., welke werken na 32 jaren zouden voltooid zijn en waar mede een 12e provincie aan Nederland zal zijn toegevoegd. Om de details uitvoerig te bespreken, acht spreker zich minder technisch bevoegd. De plannen der Zuiderzee-Vereeniging kunnen bo?cn IjeusFchts worJen beschouwd als het bewijs, dat de gedachten rijp voor uitvoering zijn, m-.er nog niet; zij zijn de grondslag voor het optrekken van een ge bouw de eerste beginselen voor eeae groote zaak. Alles moet goed worden overwogen elke verkeerde handeling zon noodlottig kunnen werken; eerst gewogen dan ge waagd, doch als eenmaal »a« zal zijn ge zegd, dan is men gedwongen en doet men wijs ook »b« te zeggen«; dan moet zonder aarzelen worden doorgezet. Dat van alle zijden bezien, beteekent heel wat; spreeker herinnert slechts aau de Waterstaat- en Waterstaats-Wetgeving, defensie, hygiëne, landbouwbelangen, pachtstelsels, cultuur stelsels, en last not least: de sociale en finaneiëele quaestie. Wat zullen wij met die 12e provincie doen Hoe moet zjj worden ingericht, be stuurd, vragen van gewichtigen aard, die spreker na de pauze wil bespreken. Na de pauze komt spreker het eerst op de belangen der visscherijdaaraan zijn in derdaad reeds eenige beschouwingen gewijd; ook is daaromtrent het advies ingewonnen van dr. Hoek, Inspecteur der Zeevisscherijen. Het is waar, zegt spreker, dat de visscherij grootendeels ten gronde zal gaan, maar als wij ons voorstellen, hoe die werken, tal van jaren zullen vereischen en denken aan de belangrijke watertransporten, dan is het aan te nemen dat het visschersbedrijf zich langzamerhand in dat werk zal oplossen; het zal worden een tijdperk van overgang voor het jonger geslacht, dat in plaats van het vischnet, zeis en sikkel zal leeren kan teeren. Voorts zullen vele visschers zich verplaatsen naar de eilanden IJmuiden of Nieuwe diep om de visscherij op de Noord zee uit te oefenen. Door de groote kanalen, die zullen worden gegraven, zal de scheep vaart eerder gebaat den geschaad worden en het vervoer te water veel volk vereischen, Vóór alles is een feit, dat de visscherij een arm bedrijf is; de armoede in de visschers- plaatsen en bijgevolg de rekeningen voor armenzorg, nemen groote proportien aan de voordeelige ansjovisjaren mogen als witte raven worden aangemerkt, waarvan dan nog de voordeelen vaak vloeien in de beurzen van anderen dan van hen die het zelf ver dienen. De visscherij is dus geen bezwaar van overwegenden aard. Thans geeft; spreker een overzicht van de kosten bij partieele indijking f 1485 per H.A.; bij ontwerp over Wieringen; a. de kosten der afsluiting ten laste van de droog- O O making f 1032 per H.A., b. de kosten der afsluiting niet ten laste van de droogmaking O O O f746 per H.A. Het ontwerp over Wierin gen verdient de meeste aanbeveling. Het jaarljjks beschikbaar te stellen quan tum grond zou hoogstens 10000 H.A. moeten zijn, omdat geen grooter deel met vrucht op snee kan worden gebracht; zelfs zou 5000 H.A. aanbeveling verdienen, indien de prijzen per H.A. daardoor niet te hoog werden. Met het oog op de gezondheid toch, i3 het noodig, dat de grond dadelijk kan worden bewerkt en bemaling en in cultuurbrenging trapsgewijze kan geschieden, zoodat geen gronden renteloos blijven liggen. Wat zal men met al die gronden doen? De lange duur van het werk is een groot voordeel; voor hen, die er in betrokken worden is het in menigerlei opzicht een leerschoolwaardoor langzamerhand een zekere graad van volmaaktheid in de ex ploitatie van gronden wordt verkregen. De lange duur is mede een voordeel om tot vaste regelen te kunnen komen, waar voor de gronden in gebruik zullen worden gegeven. Spreker acht in deze een gezond agrarisch stelsel wenschelijk, dat voldoet aan de eischen van de moderne oeeonomische wetenschap. Al deelt spreker niet de ideën van som migen, die Deweren, dat, even als lueht en water vrij zijn, ook bij het opraken van den grond, de Staat voorzien moet, zij het ook door onteigeningal deelt spreker die meening niet, zoo meent hij toch te mogen zeggen, dat, waar eene vreedzame anexatie

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1