Hel Land van Heusden en Allena, de Langslraal en de Boinnielernaard.
Noodlijdende Gemeenten, j
-i: FEUILLETON.
jjn vriend Hilarius,
M 1114.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 13 JULI.
892,
VOOR
Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrg dagmor
gen ingewacht.
Het bezoek der Koninginnen heeft het
oog der ingezetenen gevestigd op Friesland, j
ie betooging der volksmannen op de armoede, j
waaraan dat gewest ten prooi is. Inderdaad
is de schitterende ontvangst onze Vorstinnen
daar bereid niet geheel in overeenstemming
met de mate van welvaart die er heerscht.
Men mag daarom echter Friesland niet hard
vallen dat het zjjn Vorstinnen een bigde
inkomste heeft doen houdenzulk een be
zoek is een groote zeldzaamheid en zoo'n
heerljjke zeldzaamheid, dat het daarvoor
gaarne een offer bracht.
Intusschen mag men niet anders dan
tevreden zgn, dat H. M. de Regentes ook
mondeling kennis genomen heeft van de
nooden des volks. Verleden winter heeft
H. M. door een vorsteljjke gift getoond
die nooden te kennen, doch thans is haar
gezegd dat met giften aan den nood der
F:iezen geen einde kan gemaakt worden.
Daar zullen van regeeringswege in Fries
land ingrjjpende maatregelen moeten ge
nomen worden om den snellen achteruit
gang dezer eenmaal en nog thans ten deele
welvarende provincie bjj te staan.
Want in dat vroeger rijke Friesland, een
land van melk en boter, zijn tal van nood
lijdende gemeenten, voor wie het elk jaar
uioeiljjker wordt het hoofd boven te houden.
Van dien nood heeft men in andere ge
deelten des vaderlands geen begrip, omdat
in 't algemeen een goed begrip van de
samenstelling dezer provincie faalt.
In den ouden tjjd was Friesland verdeeld
11 steden en 30 grietenijen (waarvan
nog de spreekwijze »op z'n elf-en-dertigst,<
als iets zeer langzaam tot stand komt) te
'.amen vormende de kwartieren Oostergoo,
Westergoo en Zevenwolden.
Tjjdens de Fransche overheersching werden
in 1798 deze grietengen en steden gebracht
?t twee departementen, van de Eems en
.an den IJsel; in 1806 tot één departement
Friesland met drie kwartieren, Heerenveen,
Sneek en Leeuwarden.
Na het herstel der monarchie keerde men
weer terug tot de oude verdeelingsteden
en grietengen en eindelijk werd bij de in
hering der grondwet in 1848 de naam
rietenij in gemeente veranderd.
Friesland bestaat op dit oogenblik uit 43
jjCmeenten. Wanneer men daarvan uitzondert
K. 8 11 voormalige steden, dan bljjven er 32
blo,
het i
plant
In
een<-
(1
Hg zat in het café »Kaiserhof« en volgde
met gespannen aandacht den strijd van twee
schaakspelers, zonder eenige opmerkzaam
heid te wijden aan zijne omgeving. Ik be
droog mg niet het was mijn oude vriend
Hilarius Gauer. Hij was dien dag echter
zóó bleek en zag er zóó diep neerslachtig
uit, dat ik eenige oogenblikken aarzelde
4 alvorens hem aan te spreken.
Sedert onze laatste ontmoeting was dit
maal een buitengewoon langen tjjd verloopen.
Het was zeker wel drie maanden, zoo niet
langer, geleden dat ik hem de laatste maal
de hand had gedrukt. Het was gedeeltelijk
mjjne eigene schuld, want ik had al menig
maal het pluu opgevat hem weder eens op
te zoeken, maar er was telkens iets tusschen
gekomen. En nu ontmoette ik hem, zoo
toevallig mogelijk, in »Kaiserhof,« terwijl
hjj met de ellebogen op de tafel leunend en
het hoofd met beide handen ondersteunend,
naar het schaakbord staarde. Mjjne blgd-
schap over dit onverwacht wederzien werd
echter door de buitengewoon zwaarmoedige,
bgna sombere uitdrukking in zgn bleek
gelaat op onaangename wjjze getemperd.
Hij was mjjn oudste vriend en ik had
•altgd veel van hem gehouden. Wij kenden
z.g. plattelandsgemeenten over.
Over die 32 is nu het leeuwendeel van
den Frieschen bodem verdeeld.
In Friesland zgn gemeenten van 6000
HA. zeer klein. Daar zjjn er bg die
32 een tiental dat 10000 HA. te boven
gaat en zelfs twee, Oost-Stellingwerf en
Opsterland, zgn boven de 20000 HA. groot.
Elk dezer 32 gemeenten bestaat uit min
stens 3 plaatsen, zeer vele tellen tien, twaalf,
zestien dorpen. Een zelfs 29.
Dit groot getal dorpen, te zamen uit
makende één gemeente, is de voornaamste
oorzaak dat in Friesland zoovele nood-
ljjdende gemeenten gevonden worden.
Ga maar eens na. Ieder dorp heeft zgn
school met de noodige hulp. Vjjftien of
twintig scholen met evenveel hoofden en
een getal van 40, 50 onderwjjzers is geen
zeldzaamheid. Natuurljjk, zal men zeggen,
ieder dorp heeft evenveel recht. Maar men
vergete niet, dat er onder deze dorpen tal
zjjn, die uitsluitend door schamele, lieden
bewoond worden, dus niets bjjdragen tot
de algemeene kosten, dat dorpjes van 200,
300 zielen evengoed zulk een instelling ver
langen als de grootere. In vroeger tjjd ging
dat zeer gemakkeljjk. Toen werden de kosten
voor 't onderwjjs door de kerkvoogdjjen ge
dragen en waren ze zeer laag, omdat ieder
toen naar believen zjjn school inrichtte.
Tegenwoordig spreekt de wet een woordje
mee en wordt de behoefte aan onderwijs
meer algemeen gevoeld dan vroeger.
Voorts heeft elk dorp zjjn armen en de
dorpen, die 't minst kunnen bjjdragen eischen
de grootste subsidie. De wegen in de geheele
gemeente moeten onderhouden worden, ook
die van de minst beteekenende dorpjes.
De kosten voor een en ander worden
gevonden uit opcenten op de personeele be
lasting en op de gebouwde en ongebouwde
eigendommenverder uit i/i van de per
soneele belasting en de rjjkssubsidie in de
kosten van het onderwjjs. Het overige en
grootste deel wordt gehaald uit den hoof-
delijken omslag.
Een hoofdeljjke omslag van f 40.000 is
geen zeldzaamheid. Daartoe echter dragen
tal van dorpen niet meer dan eenige honderd
tallen bjj en het grootste deel bljjft voor
rekening van een 2 of 3-tal der welvarend
ste plaatsen. Die daar 't genoegen heeft te
wonen, sta dan ook vast. Tien a twaalf per
cent van het inkomen vragen de noodljjdende
gemeenten van de belastingbetalende in
woners, een bedrag, waarvoor men in Bra-
elkander reeds van onze prilste jeugd. Als
buurkinderen waren wjj onafscheidelijke
speelkameraadjes geweest, hadden op de
oude Visscherskade elkander als roover en
gendarme achterna gezeten, waren tenge
volge van het bovenmatig schommelen van
het ranke vaartuigje, samen in de Elbe
gevallen, samen opgevischten hadden wegens
onze ongehoorzaamheid schommelen in
een bootje was ten strengste verboden
beiden eene vrij onzachte rammeling opge-
loopen. Wjj hadden te zamen op de banken
van de lagere school gezeten, ons ontbjjt
regelmatig geruild want de vreemde
boterham smaakte altjjd veel lekkerder dan
die uit het eigen trommeltje. Al kwam aan
het gezamelijk schoolgaan spoedig een
einde Hilarius ging naar de handel
school, ik naar het gymnasium onze
kinder vriendschap was dezelfde gebleven.
Hjj was een kind van rijke ouders. De
oude heer Gauer had een der grootste suiker
fabrieken in de provincie en ging door
voor millionnair. De moeder was dikwjjls
ziek, maar altjjd buitengewoon zacht en
vriendeljjk, niet alleeu voor haar zoon,
maar ook voor diens speelmakkertjes. De
jonge zuster van mjjn vriend, Grete, kwam
bjj ons, jongens, nog niet in aanmerking
zjj was nog te klein. Broeder en zuster
werden door de ouders er vertroeteld.
Hilarius verdiende zulk eene liefderjjke be
handeling ook ten vollehij was een zacht,
lief kind, altjjd vroolijk en nooit een spel
breker.
»Er bestond voor mg, als jongen, geen
grooter genoegen dan, hetgeen mij maar
bant zou rillen en beven. In de gemeente
Weststellingwerf brengt het dorp Wolvega
met 2277 inw. f 19355 of 2/5 van den
hoofdelijken omslag op. Het dorp jNoordwolde
met 3352 inw. slechts f 3968 of l/12.
Zoo komt het dat Friesland tal van
dorpen telt, die wanneer de regeling was
als elders, tot de welvarende zouden moeten
gerekend worden, doch die door samenkop
peling met tal van verarmde gehuchten,
wezenlijk noodljjdend zgn. De schuld daar
van schuilt in de gemeentewet. Voor de in
voering was ieder dorp op zichzelf een admi
nistratief lichaam, doch daarna zgn ze tot
ééne unie vereenigd en moeten de gegoede
de andere onderhouden. Zoo zgn er dorpen,
die op 5, 6 uren afstands van elkaar liggen
en niet 't minst met elkaar gemeen hebben,
samengesmolten tot één gemeente, alleen
maar omdat ze oudtjjds in dezelfde grietenjj
lagen.
Het gevolg is dat ieder, die eenigszins kan,
de zoo zwaar belaste gemeenten ontvliedt en
elders zich vestigtdat tal van grondeige
naars buiten de gemeente bljjven en zoo
van den druk der belastingen ontheven
bljjven.
Eenmaal, in 1855, is een poging gedaan
een der groote, oude grietenjjen te splitsen.
Opsterland, dat grooter is dan de heele
Haarlemmermeer. De Eerste Kamer beeft
het wetsontwerp verworpen. Na dien tjjd
is er geen poging meer beproefd. Toch zal
eenmaal, 't zjj door splitsing, 't zjj op andere
wijze de Staat tusschen beide moeten komen
in de zaak der noodljjdende Friesche ge
meenten.
Buitenland
Een nieuw artikel over Bismarck of liever
van Bismarck in de Munchener Allg. Zeil.
heeft althans dit voordeel, dat het duidelijk
wordt, waarom Bismarck op zgn reis zoo
veranderd is. Men moet de oorzaak daarvan
niet zoeken in de zwakhoofdigheid des
ouderdoms, zooals de Norddeutsche ongeveer
schreef, maar in de behandeling, welke
Bismarck is aangedaan door de lieden van
de Regeering te Berljjn, een behandeling,
waarvan hjj eerst te Weenen is op de hoogte
gekomen.
Te Berlgn verklaarde Bismarck, dat zjjn
taak was te zwjjgen; en hjj zweeg ook op
het verdere gedeelte der reis. Te Weenen
echter vernam Bismarck, dat van Berlgn
uit pogingen waren aangewend, en met goed
zelden vergund werd, des Zondags den
namiddag bjj de Gauers door te brengen.
Al was mjjn blik nog niet genoeg ontwikkeld
om het fijne onderscheid in levensomstandig
heden op te merken, ik voelde toch wel dat
alles bjj de Gauers veel mooier was dan bjj
ons. Hilarius had eene groote speelkamer
voor zich alleen, waarin wjj naar hartelust
mochten ravottenen wanneer men daar
op den grond geworpen werd, deed het lang
zooveel pjjn niet als bjj ons. Eerst later
werd het mjj duideljjk, dat in de kamer van
mjjn vriend een veel dikker tapjjt lag. En
dan al dat mooie speelgoed 1 Onder meer
had hjj een groot kasteel met een geheele
bezetting van tinnen soldaten en een indruk
wekkend belegeringskorps, die injjne be
wondering en wellicht ook wel een weinig
mjjne jaloezie opwekten. Gewoonljjk waren
wjj met ons drieën of vieren bjj de Gauers.
Wjj dronken dan chocolade en aten koekjes,
speelden met het kasteel, kjjfden, vochten,
sloten weer vrede, bedierven onze magen
en amuseerden ons kosteljjk.
Eene eigenaardigheid was mjj meermalen
in het oog gevallenwanneer in mjjn ouder-
ljjk huis over de Gauers gesproken werd,
gebeurde dit steeds op eene bjjzondere wjjze,
waarvan ik mjj geen verklaring wist te geven.
Er werd over hen anders gesproken dan
over andere menschen niet slecht, maar
met een zekeren angst, met eene zekere
medeljjdende omzichtigheid. De kinderljjke
scherpzinnigheid had dit duideljjk opgemerkt,
de kinderljjke lichtzinnigheid bekommerde
er zich niet verder om; toch droeg ik het
gevoel met mjj rond, dat er bjj de Gauers
succes, om te maken, dat hem een audiëntie
bjj Keizer Frans Jozef geweigerd werd.
Bismarck vatte dit op als een persoonljjke
beleediging en achtte zich toen niet langer
gehouden om te zwijgen, maar integendeel
aan zgn eer verplicht om de Berljjnsche
heeren met geljjke munt betaald te zetten.
Vandaar zgn ongunstig oordeel over de
heeren van Berlgn bjj het onderhoud met
de N. F. P. Bismarck vertelde daar niets
nieuws, maar bjj gebruikte scherper woorden
tegen de Duitsche Regeering.
Bismarck beschouwt zich na de laagheid
van Berlgn ten opzichte van het verhinderen
der audiëntie, om zoo te zeggen in een
staat van oorlog met de heeren van Berlgn
en dat is er met het artikel van de Nord
deutsche niet beter op geworden. Te twjjfelen
aan de gezondheid van zgn hersenen is een
beleediging, een lastering, welke Bismarck
niet kan en niet wil vergeven. Volgt er van
Berljjn geen satisfactie, dan kan men er op
rekenen, dat de oorlog van Bismarcks zjjde
zal worden voortgezet.
Hoezeer ook door de Duitsche bladen de
polemiek betreurd wordt, van verschillende
zjjden wordt erkend, dat men te Berljjn
aanleiding heeft gegeven door de audiëntie
te Weenen te verhinderen. Men heeft moeite
te gelooven, dat Caprivi of Eulenburg of
de Keizer zoo onhandig is geweest. Welke
reden was er voor zulk een behandeling?
De Kölnische verzoekt, dat de Reichsan-
zeiger zal tegenspreken, dat dit geschied is.
En toch is het waarschjjnljjk waar. Men
moet 't althans opmaken uit een depêche
van 9 Juni aan Prins Reuss, ambassadeur
te Weenen, waarin wordt verklaard, dat de
hoofdvoorwaarde voor een toenadering van
Bismarck tot den Keizer ontbreekt, nameljjk,
dat Bismarck den eersten stap doet. Ver
volgens wordt den ambassadeur gelast zich
bjj het bezoek van Bismarck te Weenen te
bepalen tot de beleefdheidsvormen, en aan
een uitnoodiging tot bjj woning van het
huweljjk van graaf Herbert geen gevolg te
geven.
Velen keuren de houding van Bismarck
af, maar nog minder heeft men sympathie
voor de Berljjnsche heeren, die, om het
zachtste woord te gebruiken, onhandigheid
op onhandigheid begaan en daarmee wel
wat van het recht verliezen zich over Bis
marck te beklagen.
Waarom, zoo vraagt men, zjjn in de
Duitsche officieele Reichsanzeiger de aan-
schrjjvingen van Caprivi over Bismarck ge
publiceerd Zeer waarschjjnljjk is dit geschied
op last van den Keizer, want in die depêches
wordt ook uitdrukkeljjk vermeld, dat zjj het
gevolg zgn van een last van Z. M. Caprivi
schjjnt alles te doen wat hem gelast of be
volen wordt. Maakt de eerste circulaire geen
ongunstigen indruk, anders is het met de
tweede en zelfs een zoo voorzichtig blad
als de Kölnische durft vinden, dat het
wenscheljjker zou zjjn geweest, dat aan Prins
Reuss zelf ware overgelaten, hoe hjj Bis
marck wilde ontvangen en of hjj al of niet
aan de bruiloft van iemand zou deelnemen,
met wiens familie hij altjjd persoonljjk zeer
bevriend was geweest. Dit is evenwel de
hoofdzaak niet. Van dit schrjjven aan Reuss
moest meedeeling geschieden aan den Oosten-
rjjkschen Minister Kalnoky en het gevolg
was, dat de door Bismarck aangevraagde
audiëntie geweigerd werd. Opmerkeljjk is
weer de tegenstrijdigheid in deze Keizerljjke
beslissingenin het eerste stuk wordt gezegd,
dat het beeld van den grootsten Daitschen
Staatsman niet beneveld moet worden. In
het tweede stuk benevelt de jeugdige Keizer
dat beeld op een tameljjk grove wjjze, door
voor Bismarck een deur te sluiten, waar hjj
anders gaarne ontvangen zou zgn geworden.
Verder bljjkt uit het schrjjven van Prins
Reuss, dat de zoogenaamde verzoening is
afgestuit op de weigering van Bismarck om
den eersten stap te doen. Bismarck begreep
niet waarom hjj dien stap moest doen,
hij, die weggejaagd werd. Reeds meermalen
is er op aangedrongen, dat het stuk zal
worden gepubliceerd, waarin Bismarck ge
dwongen zgn ontslag vroeg. De vrienden
van Bismarck meenen, dat het publiek eerst
dan over de zaak geheel zal kunnen oor-
deelen. Wordt de strijd op deze wjjze voort
gezet, voor Duitschland in elk geval
onheilvol dan kan van Bismarck's zjjde
de openbaarmaking van dit stuk nog wel
eens volgen. Bismarck noemde den brief
aan Reuss zonder te weten, dat hjj van
den Keizer was een Urias-brief. De
bruggen zjjn nu wel voorgoed afgebroken.
Uit Weenen wordt gemeld:
In politieke kringen alhier vindt het be
vestiging, dat de Duitsche gezant, prins
Reuss, nog vóór October a.s. zal aftreden.
Als de reden geeft men op, dat de prinses
van Reuss bezoeken heeft afgelegd bjj de
familie Bismarck.
iets niet in den haak was.
Op zekeren dag heerschte er in het be
nedengedeelte van de stad, aan de Elbe,
groote opgewondenheid. Als echte kinderen
waren wjj natuurljjk nieuwsgierig en vroegen
wat er gebeurd was, waarom de menschen
voor de woning van de familie Gauer, een
prachtig gebouw uit het begin van de acht
tiende eeuw, bleven staan sn de hoofden
bjjeenstaken Wjj kregen echter geen ant
woord dan: »Dat gaat u niets aanToch
vingen wij genoeg op om te begrijpen, dat
mevrouw Gauer sedert den vorigen dag ver
dwenen was. En daarna vernamen wjj
kinderen vernemen alles dat een hand
werksgezel, die van Werder naar de stad
was gekomen, aan de politie het volgende
had meegedeeldden vorigen avond tusschen
11 en 12 uur had hij gezien hoe eene,
naar het hem had toegeschenen, in een
pelsmantel gehulde dame over het ijzerwerk
van de Elbebrug geklommen was en zich,
nog eer het hem mogeljjk geweest was
haar te bereiken, in de rivier geworpen
had. Hij had om hulp geroepen en terstond
de waeht aan de citadel gewaarschuwd,
maar de omstandigheden waren helaas zóó
ongunstig geweest, dat van pogingen tot
redding geheel had moeten worden afgezien.
Het was nieuwe maande rivier, die brui
send en gorgelend tusschen de reusachtige
pjjlers van de brug doorstroomde, lag in
diepe duisternis gehuld. Bovendien was het
Maart. Na een uiterst strengen winter was
plotseling de dooi ingevallenontzagwek
kende jjsschollen dreven de Elbe af. Nie
mand twjjfelde er aan of deze dame was
De Russische Regeering liet door baron
de Mohrenheim te Parijs haar ingenomend-
mevrouw Gauer geweest en na veertien
dagen werd inderdaad haar lijk boven
Hohenwarthe opgevischt. Mjjn vriend Hila
rius droeg, evenals zgn vader en Grete,
sedert dien tjjd rouwkleederen.
Veel verder gingen mjjne kinderljjke
waarnemingen niet. Ik peinsde er niet lang
over, wat die goede vrouw, die altjjd zoo
lief en vriendeljjk voor ons geweest "was,
die in de gelukkigste familie-omstandigheden
j leefde en schatrjjk was, die door haar echt-
genoot op de handen gedragen werd en
hare kinderen teeder liefhad, tot dit wan
hopige besluit kon gebracht hebben. 'Dat
het iets zeer droevigs geweest moest zjjn,
was ook mjj echter duideljjk.
Nu was het gedaan met onze Zondagsche
pretjes. De vader verkocht al zeer spoedig
zijne fabriek en trok met zjjne kinderen
naar Thüringen, waar hjj, in de" nabjjheid
van Eisenach, eene villa gekocht had. Zoo
verloor ik den vriend mijner jeugd geheel
uit het oog en ik dacht eigenljjk nog slechts
aan hem, wanneer de eene of andere om
standigheid mg aan uijjne kindsheid her
innerde.
Vier of vijf jaren geleden bracht het toeval
ons weder eens te zamen. Hjj woonde reeds
sedert vele jaren in Berlgn zonder dat ik
het geweten had, en was met een aanzienljjk
kapitaal deelgenoot geworden in eene be
kende Berljjnsche bank. In gezelschappen
verkeerde hjj weinig.
Wordt vervolgdJ
NIEUWSBLAD
(Uit hkt Duitsch.)