Hel Land van licnsden en \ltena, de Langslraal en de Boimnelenvaard. Uit het Parlement. FEUILLETO N7 Mijn vriend ïïilarius. M U18. Uitgever: U. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 27 JULI. 1 s Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5* cent. Advertentien van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrij dagmor gen ingewacht. Nog een heele week heeft de discussie over de nieuwe belasting geduurd, de bestrijders hebben tot het laatste oogenblik bezwaren in den weg gelegd. In het vertrouwen dat van uitstel misschien wel afstel zou komen werden pogingen aangewend om den eersten Mei 1893 te doen vervallen, maar dank zij de vasthoudendheid van den minister en de eenheid der liberale partij zijn alle pogingen mislukt, de termijn door den minister voor gesteld is behouden en wel met 68 tegen 26 stemmen dus in een bijna voltallige kamer. Dinsdag vorderde de eeds-quaestie nog vrij wat tijd. Maar waarom moest nu toch weer door den heer Keuchenius zoo ge sproken worden dat de voorzitter twee malen verplicht was hem aan het onderwerp te herinneren, dat behandeld werd, waarom moest hij persoonlijk worden door te her inneren dat het artikel gewijzigd was op voorstel van Levy, eens genoemd de ge vallen grootvizier der liberale unie? Was dat misschien omdat meer en meer bleek dat de meerderheid zou mede gaan met de voorstellen der regeeringDe eedquaestie werd eindelijk met 76 tegen 10 stemmen afgedaan. Men zal een verklaring moeten afleggen, men zal zich door een gemachtigde kunnen laten vertegenwoordigen en ook die gemachtigde zal strafbaar zjjn indien hij een valsche verklaring aflegt. Een voorstel van den heer Rutgers om in de verklaring ook de verklaring op te nemen dat men bekend was met de straffen die op het af leggen van een valsche verklaring stonden werd met 53 tegen 32 stemmen verworpen als iets nieuws daar men steeds rekent dat ieder de wet moet kennen, en zulk een be paling een nieuwigheid zou zijn in onze wetgeving. Het ontwerp bepaalde dat bij te lage aan gifte het bedrag der belasting met 1/4 wordt verhoogd. De heeren Kolkman en Walter wilden die boete slechts heffen van de ver hooging indien die de aangifte meer dan een achtste overtreft, om de wet daardoor niet te fiscaal te maken. De commissie van rapporteurs wees er op dat bij onwillekeurige fraude de regeering het recht van gratie moet hebben en wil dit in de wet opnemen. Alleen de heer Heldt zag zijn voorstel, een kleine wijziging om het minimum den ver gissing zonder boete op f 2.50 te brengen aangenomen. Door den heer A. Mackay werd aange drongen op geheimhouding voor allen, die met de uitvoering der wet zullen belast (Uit hst Duitsch.) worden. Terecht wees de Minister er nog op dat het in het belang van een goede uitvoering zal zijn als men den uitvoerder zoo weinig mogelijk door bepalingen bindt, den werk kring van deskundigen zoo weinig mogelijk specialiseert en den raad van beroep vrijheid van beweging geeft. Op de artikelen waarbij dit geregeld werd werden dan ook geen amendementen voorgesteld. Een voorstel Deze wet treedt in werking den 1 Mei 1893. De heer Bahlmann wilde lezen op een nader te bepalen tijdstip, dat kon dan zijn tegelijk met de aangekondigde bedrijfsbe lasting ter vervanging van de algemeene afgekeurde patentbelasting. De heer Hartogh wilde de invoering een jaar later stellen, zijn verklaring dat dit amendement geen vijandelijk karakter droeg werd met gemompel ontvangen. De heer van den heer Huber ondersteund door de De Beaufort voerde terecht aan dat bij aan- Couimissie van rapporteurs om de vervolging neming dier amendementen in weerwil der te regelen zooals dat bij de directe be- vriendschappelijkheid stremming in de werk-1 lastingen geregeld is met uitzondering van zaamheden zou ontstaan; vooral van den inlegering en van de tusschenkomst van heer Hartog, een der meest geavanceerden, de deurwaarders der directie belastingen kon hij niet begrjjpen dat hij den degen werd door den Minister overgenomen. Even- opstrekt nu de strijd bijna geëindigd, de eens nam de Minister een nieuw artikel overwinning behaald is. Men mag niet kun- van de commissie over luidende. Wij be- nen zeggen, dat de Kamer op het laatste houden ons voor om in bijzondere gevallen oogenblik voor haar werk is teruggedeinsd en van wege dwaling of onwillig verzuim dit zou het geval zijn als men op welke kwijtschelding, vermindering of teruggave gronden ook de uitvoering verschoof of van van de hoofdsom en de opgelegde ver- andere zaken afhankelijk maakte, hooging te verleenen. De Kamer vereenigde De vermogens-belasting is een goede daad zich met die verzachting met 61 tegen 21 en een goede daad duldt geen ontstel, zeide stemmen. Een nieuw artikel door den Minister de heer iSchaepman en daarom was hg tegen j voorgesteld waarbij een erfgenaam executeur de amendementen. of bewindvoerder eener nalatenschap bevoegd j De heer A. Mackay heeft diep medelijden is om in beroep te komen omtrent den met den nijveren stand die nog altijd door aanslag eener overledene wordt mede goed- de patentbelasting gedrukt wordt, waarom gekeurd. hij ook namens andere leden voorstelde dat Minder gelukkig waren de Heeren Mees, de invoering van de vermogens-belasting Hartogh en Van Delden, die voorstelden zou plaats hebben op een tijdstip door de dat ook inzage van de registers van aanslag kroon te bepalen nadat de algemeene her- aan het gemeentebestuur kon gegeven worden j ziening van de patentbelasting zal hebben om daarvan een afschrift te nemen voor plaats gehad, alsof die nog goed te maken is. zooverre het zijn gemeente betrof. ZekerDe heer Mutsaers dreigde met stemmen zou dit een uitstekend middel zijn om de tegen de wet door hem en zijn vrienden hoofdelijke omslagen van velerlei gebreken indien de amendementen niet werden aan- te zuiveren en ook in deze zaak tot de genomen. Vreesde de heer Karnebeek ver- noodige billijkheid te komen, die nu hierslapping bij de regeering als deze wetten en daar nog al eens iets te wenschen over- eenmaal aangenomen zijn, vreesde de heer aat, maar de meerdere bekendheid met Kolkman meer den ijver bij de liberale partij, die registers achtte men te gevaarlijk, de heer Van Houten zegt dat de liberale Geheimhouding der registers moest regel 'partij zedelijk verplicht is den Minister te zijn, en hoe zou die bewaard kunnen blijven, steunen in het werk dat eenmaal hare in- wanneer de gemeentebesturen daarvan (5 Ik zag haar voor bet eerst op een hel deren zomerdag in haar duwwagentje. Haar mager, bloedloos gezicht droeg den onmis- kenbaren stempel van eene zware ziekte toch was zi] buitengewoon mooi. Ik voelde eene innerlijke ontroering toen ik door mijne zuster aan haar werd voorgesteld. Over welk onderwerp weet ik niet, maar wij knoopten een gesprek aan, dat voor een eerste ont moeting bijzonder lang duurde; en het deed mij innig leed toen een der geneesheeren zich bjj ons voegde en door een knippen met de oogleden op eene voor mij niet te misduiden wijze te kennen gaf, dat het hem doelmatig scheen het gesprek, dat de lgderes wat opgewonden maakte, te eindigen. Ik stond op en de arts deelde nu der zieke zoo zacht en zoo voorzichtig mogeljjk mede, dat het thans tijd werd naar hare rustige kamer terug te keeren. Miss Sarah, die er tengevolge van de on gewone inspanning werkelijk een weinig af gemat uitzag, knikte toestemmend en nam met een vriendeljjken groet afscheid. Ik inzage kregen. Al werd die toch gegeven alleen aan den Burgemeester dan zou bij zich daarop moeten beroepen bij de vast- stemming heeft gevonden. Spreker achtte den weg door de regee ring ingeslagen den kortsten en den vei- ligsten om tot de afschaffing der patent stelling van den hoofdelijken omslag en belasting te geraken. De Minister verklaarde dan zou men het spoedig een publiek geheim dat de bedrjjfs-belasting bijna gereed is en kunnen noemen. En al ware het nu een middel om de inkomsten der gemeenten zuiver te doen vloeien zooals de Heer Mees zeide, de Kamer verwierp het voorstel met 70 tegen 22 stemmen, zij achtte met den Minister geheimhouding in deze zaak nood zakelijk. Het quitantierecht zal bij deze betaling niet geheven worden. bleef haar nakijken totdat het kleine wagentje, waarin zij meer lag dan zat, door eene j vrouwelijke bediende de huisdeur van de middelste villa was binnengereden. Miss Sara had mij betooverdik kon aan niets anders meer denken. Ik zag haar voort durend voor mijdie zwakke, teedere ge stalte, dat magere, bleeke gezicht met den fijn besneden neus, de doorzichtige huid en het weelderige zwarte haar, dat golvend over rug en schouders neerviel. Ik zag telkens en telkens weder die donkerblauwe, smachtende oogen met die merkwaardig groote pupillen. Ik had diep medelijden met het arme schepsel dat maakte ik ten minste mg zeiven wijs en in dien geest sprak ik ook over haar met mijne zuster en met den dokter. Dit zelfbedrog kon echter niet voortduren en nog in dienzelfden nacht, terwijl ik rusteloos op mijn leger heen- en weerwoelde, moest ik mij zelven bekennen, dat het iets anders, iets machtigers dan medelijden was, wat ik voor haar voelde; ik beminde, beminde voor de eerste maal in mijn leven. Midden in den nacht stond ik op en kleedde mg weder aan. Ik deed het venster open en sloeg den blik naar de kleine villa, die in het nachteljjk duister bijna niet van het omringend geboomte te onderscheiden was. Uren lang staarde ik doelloos naar de vensters van de bovenste verdieping, die door een nachtlampje mat verlicht waren. dat hij hoopte met medewerking der ver tegenwoordiging die ook op 1 Mei 1893 te kunnen invoeren en de patent-belasting af schaffen. Bij aanneming der amendementen zouden juist de lasten op nijverheid (zout en zeep) bestendigd worden en van vermin dering der grondbelasting zou geen sprake kunnen zijn. Hij vroeg de onveranderde aanneming; Daar lag zij thans, zoo ik hoopte, in een verkwikkenden slaap. Ik was gelukkig met die gedachte, maar te gelijkertijd voelde ik mij ook diep ongelukkig. Zou het noodlot, dat op mjjne familie rustte, mij nu ook nog achterhalen, weliswaar in eene andere, maar daarom niet minder vreeseljjke gedaante? Zou ik nu met een helder en nuchter verstand verliefd worden op eene krankzinnige, wier toestand volgens de verklaringen van een der zake kundigen arts bijna wanhopig genoemd werd? Zóó wreed kon het noodlot niet zijn! Aan mijne arme zuster had ik reeds op gemerkt dat ik zekere, voor mij zeiven on begrijpelijke eigenschappen bezit, die een kalmeerenden, genezenden invloed kunnen uitoefenen. Ware ik wat meer scepticus, dan zou ik kunnen gelooven, dat ik die zekere magnetische vloeistof in mij heb, over welker al of niet bestaan de geleerden al eeuwen lang twisten. Ik behoefde geene wetenschappelijke onderzoekingen te doen; mgne ondervinding en de reeds verkregen resultaten moesten mij te hulp komen. Alles wat ik kon, ik beloofde het mij zelven plechtig zou ik nu in het werk stellen om de arme lgderes te genezen, en ik was overtuigd dat het mij ook zou gelukken! Beter dan aan de artsen! Het was een onbeschrijfelijke voldoening voor mij, dat miss Sarah vertrouwen in mij scheen te stellen en een vriendelijke de heer Hartogh trok zijn amendement in, de heeren Karnebeek en Sanders wilden zich niet verantwoordelijk stellen voor de ge volgen en zoo was het lot der amendementen beslist. Met 63 tegen 37 stemmen werd het amendement Bahlmann verworpen; het amendement Mackay onderging hetzelfde lot met 57 tegen 40 stemmen. Met 48 tegen 26 stemmen werd de termijn van 1 Mei 1893 aangenomen. De eindstemming werd uitge steld. Terstond daarna kwam in behandeling het ontwerp tot vermindering der registratie- en hypotheek-rechten en van dat tot af schaffing van den zeepaccijns, die weinig of geen discussie uitlokte en waarover de eind stemming gelijk met die over de vermogens belasting zal plaats hebben. Het ontwerp tot verhooging van den accijns op het gedistil leerd van f 60 op f 65 bleek het zwakke punt, daar die verhooging hoofdzakelijk op den minder gegoeden zou drukkende heer Van der Kaay wilde dit ontwerp dan ook uitstellen, daar het een equivalent betreft, waarvan het bedrag nog niet beoordeeld kan worden. De Minister, ook erkennende dat het volstrekt niet urgent was, liet de beslissing aan de Kamer over. Deze besloot met 60 tegen 30 steramen het ontwerp te behandelen. De minister verklaarde dat hij meerdere progressie van de vermogensbelasting ver keerd oordeelde en verhooging der registratie rechten een illusie was, terwijl de verhooging van den acejjns op het gedistilleerd volstrekt niet alleen door de mindergegoeden zoude betaald worden, zooals beweerd was. Vrijdag had de gewichtige stemming plaats, nadat eerst de zout-accjjns nog be handeld was en op een voorstel van de heeren Zijp en Terf die accijns in plaats van tot f 4 tot f 3 per 100 KG. verminderd was. De vermogensbelasting werd met 62 tegen 33 stemmen aangenomen, zeker een grootere meerderheid dan men had mogen ver wachten. De geheele liberale partij stemde voor het ontwerp met haar een gedeelte (negen) der Katholieken, alle anti-revolutio nairen stemden tegen, zooals altijd, de vijf ontbrekende leden waren de liberaal Kerdijk, wegens ziekte afwezig en de heeren anti revolutionairen Van Bij landt, Seis, Lucasse en Huber. De heeren De Geer en Seret hebben dus aan deze regeling hnn goedkeuring niet kunnen hechten, welke bezwaren zjj hadden is niet gebleken, want gesproken hebben zij niet. Had men van den beginne veel bezwaar in de verhooging van den accijns op het gedis tilleerd, ook dit ontwerp werd met 51 tegen 44 stemmen aangenomen, waarschijnlijk wel omdat de accijns op het zout met nog f 1 verminderd was. Het ontwerp tot verminde ring der mutatierechten en dat tot afschaf fing van den zeep-accijns, werden zonder stemming aangenomen. De zoutbelasting wordt dus van f 9 per 100 KG. op f 3 gebracht, waardoor een einde gemaakt zal zijn aan het onzedeljjke zoutgesmokkel op de grenzen, want al is de stemming over dit ontwerp tot Dinsdag uitgesteld, de aanneming is niet twijfel achtig. De zeep kan 10 ets. per kilo goed- koóper worden en de rechten bij den ver koop van onroerend goed zullen slechts ruim 2 pet. in plaats van ruim 6 percent bedragen. De grondslag voor ons verbeterd be lastingstelsel is dus nu gelegd. Bjj de bedrijfsbelasting dient nu alleen beslist te worden of zij beter is dan de algemeen afgekeurde patentbelasting. Jaren lang heeft men dit reeds verlangd, maar steeds zijn de pogingen mislukt. Eere aan den minister Pierson voor het volbrachte werk, eere ook aan de commissie van rapporteurs en vooral aan haar Voor zitter, den heer Van Houten, die den mi nister krachtig gesteund heeft bij de be handeling van het ontwerp. Voor de liberale partij was de dag van Vrijdag een heerlijke dag! Zij heeft dien te danken aan den volhardenden ijver, aan de eensgezindheid van de tegenwoordige meer derheid, aan de scherpzinnigheid en kunde van de commissie van rapporteurs, aan de uitstekende leiding van den voorzitter, die steeds zorgde dat de discussiën niet af dwaalden, maar wel het meest aan de schitterende bekwaamheden en aan het karakter van den minister van financiën, die op dien dag een belooning vond voor het verlaten van een gewichtigen werk kring, om deel te nemen aan bet politiek leven En zoo is dan de eerste stap gedaan op den goeden weg om ieder te laten betalen in evenredigheid van zijn vermogen. Zijn vroegere pogingen steeds mislukt, om het kapitaal in portefeuille te treffen, de ver mogensbelasting in verband met de bedrjjfs- belasting, die zeker niet lang zal uitbljjven, zal aan velerlei ongerechtigheden een einde maken. Spoedig zal het woord zjjn aan de ambtenaren der registratie, want er is nog veel, zeer veel te doen om met 1 Mei 1893 gereed te zjjn. De hulde den minister ge bracht is welverdiend, van hem mag ver wacht worden dat hjj in weerwil van veler tegenkanting nog veel goeds tot stand zal brengen. Er is jaren lang veel verzuimd Een interpellatie over de rupsenplaag van toenadering toonde. Met mijne zuster was zij reeds vóór haar laatsten crisis innig be vriend geweest, zoodat bjj onze huiselijke bijeenkomsten de meest ongedwongen toon heerschte. Onze omgang werd hoe langer hoe vertrouwljjker en harteljjker. Ten laatste waren wij den geheelen dag bjj elkander. Reeds den tweeden dag had ik gedaan ge kregen wat de artsen maanden lang te ver geefs hadden trachten te bewerken. Wjj hadden in de vestibule van de villa het ontbjjt laten gereed zetten voor drie per sonen. Miss Sarah nam mjjn arm aan en ging bij ons zitten. Evenals een klein- steedsche waard noodigde ik baar schert send uit toe te tasten. Wel liet zjj zich in den aanvang een weinig nooden, maar toen zjj zag met welk een goeden eetlust wjj het maal eer aandeden, gebruikte zjj voor de eerste maal sedert vele weken weder vrijwillig eenige spijs en drank. Van nu af was zij geregeld onze gast bij alle maaltjjden. De omstandigheden in aan merking genomen, herwon zij vrij spoedig hare krachtende slapeloosheid week en weldra lag er weder eene rozeroode kleur op hare wangen. Ik was zoo gelukkig als een vader, die zjjn doodziek kind weder gezond ziet worden. Na ongeveer drie maanden was zij reeds zoover hersteld, dat zjj mocht deelnemen aan de tochten, die wij bij het zonnige herfst weder in den omtrek maakten. De teruggekeerde gezondheid had hare schoonheid, zoo mogelijk, nog verhoogd en in het liefeljjk omhulsel ontdekte ik zulk een innig goed hart, zulk een edel karakter, dat ik er u onmogeljjk eene beschrjjving van kan geven. Zij straalde van hernieuwden levenslust en was vroolijk tot uitgelaten heid toe. Daarom verbaasde, ja verontrustte het mjj te meer toen ik haar op zekeren dag erg terneergeslagen vond. Bljjkbaar had zjj geschreid. Ik vroeg haar zoo discreet mogeljjk naar de oorzaak van die plotseling opgekomen droefheid. Toen bekende zij mg, terwjjl wij in den prachtigen lindenlaan op- en neer- wandelden, dat de gedachte, ons, mgne zuster en mjj, voor korteren of langeren tjjd te moeten verlaten en weder alleen te moeten bljjven totdat haar vader haar zou komen afhalen, haar zoo ongelukkig maakte zelfs de gedachte, dat zjj genezen naar hare familie zou terugkeeren, was niet in staat haar vroolijker te stemmen; zij was te zeer aan onzen omgang gewend geraakt en kon zich niet voorstellen hoe zg de voortdurende scheiding zou kunnen dragen. Ik bleef staan, nam hare beide handen in de mgne, keek haar diep in de oogen en sprak: Waarom zouden wij scheiden? Indien gij het wilt, blijven wjj eeuwig bij elkander.* I Vltrrul oervelgdj

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1