lie! Land van iieiisden en Allena, tic Langstraat on do llommolenvaard.
FEUILLETON.
Mijn vriend Hilarius.
UitgeverU. J. Y&KRMAN, Heusden.
M U26. WOENSDAG 2d AUGUSTUS. 1892
(Uit hkt Duitscii.)
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
ntunmers 5 cent.
Ad verten tien van 16 regels 60 ct. Elke regel
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor
gen ingewacht.
Er is in onzen tijd bijna geen onderwerp
'waarover niet de meest tegenstrijdige meenin
gen verkondigd worden, waarover niet wat
de een de hoogste wijsheid noemt, den
ander de grootste dwaasheid dunkt.
Dit is vooral zoo wat de Staatsbemoeiing,
in het algemeen de overheidszorg betreft.
Terwijl sommigen meenen, dnt de Staat of
de overheid alles doen en in alles voorzien
kan, meenen anderen dat alles of nagenoeg
alles van bijzondere personen moet uitgaan.
Terwijl een halve eeuw geleden, de laatste
meening het meest algemeen gedeeld werd,
ziet men nu veelal laag daarop neer en
veroordeelt men haar als geheel verouderd.
Zóó ver behoeft men niet te gaan om
toe te geven, dat er bij de toepassing dier
leer wel eene zekere overdrijving heeft plaats
gehad, en de overheid zich heeft terug ge
trokken van menig gebied, waar zij nuttig
werkzaam had kunnen zijn. Van den anderen
kant is het boven allen twijfel verheven,
dat velen in onze dagen van de overheid
meer verwachten dan zij geven kan.
Waar is dan de grens? Die is moeielijk
a^n te wijzen, ja, di-? is er niet. Want wat
in het eene land goed is, deugt in het andere
niet, en wat den eenen tijd goed werkt, zal
op andere tijden tot verkeerde gevolgen
leiden. Zeer in het algemeen zou men
kunnen zeggen, dat de overheid heeft te
zorgen voor de handhaving van ieders rechten,
voor het tot stand brengen van al wat ten
algemeenen nutte moet worden gemaakt, en
tot het wegnemen van alle belemmeringen,
die de vrjje ontwikkeling van ieders krachten
in den weg staan, en dat zjj overigens zich
zooveel mogelijk op den achtergrond moet
houden.
Zoo was ook de leer omtrent handel en
ngverheid en was de staathuishoudkundige
opvatting deze, dat door onbelemmerde
vrijheid die takken van volksweivaart het
meest en het best tot bloei zouden geraken.
Die onderstelling is niet onjuist gebleken,
maar nu is daarbij de arbeidende bevolking
in ongunstigen toestand geraakt. Nu kan
men een onvoorwaardelijk aanhanger van
de leer van vraag en aanbod zijn en toch
moeten erkennen, dat bjj de toepassing dier
wet de werkman de zwakkere is, en tegen
over den rjjken fabrikant, als hij alleen
staat, niet is opgewassen. Daarom moest -
wat in ons land niet het geval was in de
eerste plaats het recht van den werkman
erkend worden, om gemeenschappelijk hunne
belangen te behartigen en daarvoor op te
komen.
Maar bovendien waren enkele voorschrif
ten noodig om den arbeidenden stand de
(13
Ik vond hier eene woestenij en het heeft
heel wat moeite gekost om deze wildernis
in eene vruchtbare landstreek te herscheppen.
Nu is alles groen om mij heen. Ik heb een
fraaien tuin aangelegd. Tegenover mjjn
woonhuis heb ik drie villa's laten bouwen
in Zwitserscben trant met houten verauda's
en balcons, die door een park, in welks
midden een fontein klatert, van mijn woon
huis zijn gescheiden. Het geheel grenst aan
de Missourier groeien heerlijke noteboouien
en accacia's, kastanje en lindeboomen, die
hunne schaduwen werpen op kiezelpaden.
Ik heb mijne kegelbaan, mijne biljard- en
muziekkamer, en des avonds, wauneer wij
niets beters te doen hebben, dansen en sprin
gen wij alsof wij nog jong waren. Een niet
al te hooge muur omringt het geheele park.
Dit is noodig, wijl de Indianen nog steeds
hun vroeger gebied doorkruisen, al zijn zjj
niet meer zulke verwoede vijanden als
vroeger. Wij hooren of zien hier bjjna
niets van hen. Somtijds echter verneem ik
in de stilte van den nacht hunne woeste
kreten, waarmede zjj elk ongewoon voorval
vereischte zorg voor veiligheid en gezond
heid te waarborgen, als die door de onder
nemer zuinigheidshalve mochten verwaar
loosd worden. Er zijn elders door de arbeids-
enquête toestanden aan het licht gebracht,
waarin voorziening dringend noodig was.
Maar hoe wenschelijk dit alles zijn
moge, er is een dreigend gevaar, en wel
dit, dat de eischen in het belang van veilig
heid en gezondheid der werklieden te stellen,
den arbeid voor de ondernemers minder
voordeelig kunnen maken.
O, dat is niets, zal men uitroepen. Dan
moeten die menschen, die toch genoeg ver
dienen, maar met wat minder tevreden zijn.
Aangenomen, doch als met dat mindere
nu de grens overschreden wordt, waarbinnen
het voor hen de moeite waard wordt zich
met eene onderneming in te laten? Dat
doet een fabrikant ook niet voor zijn ge
noegen, ook niet ten algemeene nutte. Dat
doet hij cm wat te verdienen, en als hij
niet genoeg, als hij op eene andere wijze
meer verdienen kan, dan houdt hij op, en
wie lijdt daarbij het meest? Juist de ar
beiders, die men heeft willen helpen. Daar
uit volgt nu niet, dat men op dit gebied
niets moet doen, maar alleen dat men zeer
voorzichtig moet zijn.
De Maatschappij is een fijn ingericht
werktuig. Duizenden en duizenden raderen
grijpen ineen en werken op elkander. Als
men aan het eene rad iets verandert, doet
dit zijn invloed op het geheele samenstel
gevoelen. Wie in een horloge een der raderen
te groot of te klein maakt, of de tanden
zoo vervormt, dat zij niet meer juist in
elkander grijpen, kan den geheelen gang
onregelmatig maken, of zelfs het werk doen
stilstaan.
Wanneer men dit bedenkt, dan zal men
niet er tegen opzien om de gebreken van
het werk te doen herstellen, maar men zal
dat werk toevertrouwen aan iemand, die de
werking der verschillende deelen kent en
die dus ook weet, waar en hoe hij wat
veranderen kan om het geheel beter te
maken zonder nieuwe ongemakken te doen
ontstaan. Wie zijn horloge wil laten her
stellen, brengt het niet naar een kachelsmid.
En het zijn helaas maar al te veel kachel
smeden, die de gebreken van het fijne uur
werk, de Maatschappij, willen verbeteren.
Wie dus de grenzen der overheidszorg
in een bepaald geval trekken wil, moet be
ginnen met de Maatschappij te bestudeeren
en te leeren kennen.
Buitenland,
In een aanval van godsdienstwaanzin sneed
a—a—wwwirffii» w- m 'mmenjmaummtamm
begroeten. Opdat mijne bezitting niet het
karakter van eene gevangenis hebben zou,
heb ik overal bosschages en slingerplanten
laten aanleggen, en daar waar de muur het
laagst is, groeit de wilde wingerd, die er op
dit oogenblik in zijn vuurrooden herfstdos
prachtig uitziet. Telkens wanneer ik die
plaats voorbijkom, denk ik aan dien zekeren
nacht in Bonn.
Mijne tegenwoordige omgeving heeft on
willekeurig eene zekere overeenkomst met
de inrichting te Bonn gekregen. Het is
louter toeval, indien men het zoo noemen
mag. Waarschijnlijk is de herinnering aan
het voorgevallene in Bonn zóó levendig bij
mij geweest, dat elke mijner handelingen
er onwillekeurig door bestuurd werd.
Wellicht is er echter nog iets anders
waardoor ik den stijl van de Bonnsche in
richting gevolgd heb. Ik zei u zoo evenik
koester niet de minste wraakzucht, integen
deel, ik bcb de zachtmoedige woorden uit de
Bergrede ais levensregel aangenomen »Doe
wel dengenen, die u haten; bid voor hen,
die u geweld aandoen en u vervolgen.
Nadat ik hier mijn geluk had gegrondvest,
heb ik aan den armen Philippi geschreven, dat
ik hem niet alleen vergiffenis schenk, maar
hem wil helpen met al de kracht die in
mij is.
De beklagenswaardige man vermoedt nog
steeds niets van zijne ziekte en bij onze
onvolmaakte inrichtingen zou het wellicht
zeer onaangenaam geweest zijn, indien zijn
zich dezer dagen te Luik een rijke jonge
dame met een scheermes beide ooren af.
Daarna stak zij zich met een schaar een oog
uit, waarna zij beproefde hare duimen af te
snijden, wat haar echter belet werd. De
ongelukkige geloofde, dat zij door booze
geesten omgeven was en verzocht aan de
vier te hulp gesnelde dokters, deze demonen
door gebed te verjagen. Eerst toen de dokters
dezen wensch schijnbaar opvolgden, liet zij
zich verbinden. De toestand der ongelukkige
is hopeloos.
Uit tal van plaatsen in Frankrijk komen
berichten, dat er mensehen gestorven zijn
ten gevolge van de warmte. Inzonderheid
hebben de soldaten, die te Laon, te Tours
en in andere plaatsen manoeuvres deden,
het hard te verduren gehad. Te Parijs is ook
veel vee, bestemd voor het abattoir, op weg
er heen gestorven, o.a. zijn niet minder dan
259 varkens overleden.
Ook te Mannheim zijn verscheidene per
sonen tengevolge der buitengewone hitte
gestorven.
Te Berlijn wees Zaterdag de thermometer
95° Fharenheit in de schaduw. De Keizer
heeft den burgemeester der hoofdstad doen
uitnoodigen de scholen tot nader order des
namiddags te sluiten. Maatregelen in dien
zin zijn terstond genomen.
Tengevolge der buitengewone hitte zijn
Zaterdag te Weenen zeven personen op straat
neergevallen, waarvan er twee zijn gestorven.
De thermometer stond toen op 105° F. in
de schaduw.
De brand in de mijn van Anderlues duurt
nog steeds voort. Men heeft weder getracht,
in een der putten af te dalen, doch bij het
openen van de afsluiting ontwikkelde zich
een zoo verstikkende rook, dat de mannen
zoo spoedig mogelijk terug moesten keeren.
Het schijnt te vreezen dat de ontginning
dezer eens winstgevende mijn geheel ge-
ge staakt zal moeten worden.
400 meter boven den eersten krater heeft
zich in den Etna weer een opening gevormd,
waaruit lava wordt gebraakt.
In vele plaatsen over de geheele lengte
van het dal der Severn zijn aardschokken
gevoeld. Te Worcester werden de eerste aard
schokken waargenomen te 12 u. 25 des
nachts; zij duurden 6 seconden. In Wales
heerscht groote ontsteltenis. Te Milfordbaven
werden 2 schokken gevoeldde eerste te
12.25, de tweede te 1.40. Vele huizen werden
zeer beschadigd. Op vele andere plaatsen tot
aan de monding der Severn werden niet
minder hevige aardbevingen waargenomen.
toestand, waarvan ik alleen wist, ter kennis
van de bevoegde macht gebrachc ware. Het
was voor mij eene behoefte dien zwaar be
proefden man deze vernedering te besparen.
Ik heb hem daarom uitgenoodigd met al
de zijnen over te komen. Ik heb hem een
schitterend aanbod gedaan, en de som, die
ik te zijner beschikking stelde, bij een notaris
gedeponeerd. En zie, de geldzucht heeft uit
gewerkt wat ik met woorden nimmer zou
h bben bereikt: Philippi heeft mijn aanbod
aangenomen.
Op deze wijze heb ik hem uit zijn ge
vaarlijken werkkring verwijderd en is hij
hier onder mijn toezicht. Hij is mijn lijfarts,
dat wil zeggen, ik ga met hem om. zooals
Molière met zijne vrienden ik laat hem bij
mij komen wij bespreken het een en ander,
hij schrijft mij allerlei dingen voor, die ik
niet nakom en ik bevind mij daar wel bij.
Hij is volslagen krankzinnig, maar niet ge
vaarlijk. Bovendien, ik zorg er voor, dat hij
bij geene mogelijkheid eenig onheil kan
aanrichten. Hij verdiend veel geld en is
gelukkig.
Zoo leef ik dus als een gelukkige te midden
van gelukkigen. Mijn schoonvader, mijne
vrouw, mijne zuster, Dr. Philippi allen,
zijn wij gelukkig
En gij, mijn waarde vriend, moet het ook
zijnregel uwe zaken en kom tot ons. Ik
weet, gij zijt zeer gehecht aan de stad waar
gij geboren zijt, maar hetgeen ik u kan aan
bieden is ook niet weinig. Beproef het een
Te Frimruersdorf, nabij Grevenbroich,
hebben de antisemieten duchtig huisge
houden. Als protest tegen de uitspraak in
zake den Xantischen moord, hebben zij een
aantal grafsteenen vernield en bij tal van
Israëlieten de ruiten ingeworpen en den
oogst vertrapt. De gendarmerie is niet in
staat de orde te handhaven, terwijl de over
heid weigert militaire hulp in to roepen.
In Wales en zuidwestelijk Engeland
werden Donderdag zeer merkbaar lichte
schokken van aardbeving waargenomen.
Eenige weken geleden is door de Koningin
van Engeland aan den Sultan een Mahomme-
daan gezonden, Fudieu genaamd, die een
door de Koningin zelve onderteekenden brief
in het Tursch overbracht, handelende over
de Bulgaarsehe en Egyptische zaken. De
Koningin gaf het verlangen te kennen dat
prins Ferdinand erkend zou worden, waarna
hij in het huwelijk zou kunnen treden.
Bij het sloopen der puinhoopen van
St. Cloud stortte een muur in, waardoor
5 werklieden begraven werden. Drie hunner
bekwamen ernstige kets uren.
De cholera-epidemie is oorzaak dat in
verschillende streken van Perzië volslagen
regeeringloosheid heerscht, daar de overheids
personen, onmachtig iets tegen de bevolking
uit te richten, de vlucht nemen.
Uit Russisch-Polen wordt gemeld dat een
joodsche pachter, Raphael Goldman, te
Jendzejow, drie mijlen van Wilna, des nachts
overvallen werd door eene rooverbende van
ongeveer dertig man, die hem en zijn gezin
en dienstboden, te zamen elf personen,
gruwzaam vermoord hebben. Na de woning
geplunderd te hebben, namen de booswichten
de vlucht.
Weder is op Sicilië een grondeigenaar,
de heer San Giorgi, door gemaskerde roovers
overvallen en weggevoerd. Men heeft tot nog
toe niet kunnen ontdekken, waar de bandieten
hun gevangene heengebracht hebben.
De Amvrikaansche gezant te Brussel,
heeft te Chautauqua, in New-York, een
voordracht gehouden over de moorden in de
Yereenigde Staten, welke, zeide hij, meer
dan tweemaal het gemiddeld aantal in het
misdadigste land van Europa beliepen en
jaar op jaar toenamen. In 1890 werden in
de Vereenigde Stateu 4000, in 1891 6000
moorden gepleegd en de meeste daders waren
nog op vrije voeten. Blijkens de statistiek
plachten slechts 2 pCt. der moordenaars
met den dood gestraft te worden.
Te Tredegar (Zuid-Wales is een slaaphuis
jaar; maak u los van den dwang, dien het
meer beschaafde land u oplegt, en wees hier
een vrij uiensch onder vrijen. Gij zult het
u nimmer beklagen, want ik herhaal het u:
ik ben de gelukkigste onder de geluk
kigen Droomde ik maar niet zoo akelig
en bleef die herinnering aan dat koude water
maar weg, dan ja, dau was ik volmaakt
gelukkig
Ik wil dit lang epistel echter niet eindigen
met eene klacht; veeleer blijde en met innige
dankbaarheid aan de Voorzienigheid, die mij
verlost heeft uit de vreeselijkste gevaren, die
mij levenskracht geschonken en mijn ge
moed niet verhard heeft. Ik beu sterk, ge
zond, rijk en goed, en mijne hoogste eerzucht
bestaat daarin, deze gaven tot welzijn van
de menschheid aan te wenden. Ik wil de
algemeene ellende bestrijden en de tranen,
die vloeien, mogen slechts vreugdetranen
zijn. Indien dat krankzinnigheid is, ja, dan,
mijn waarde vriend, ben ik ziek. Kom en
overtuig u daaivan!
Als altijd
Uw trouwe en oudste vriend
Hilarius.
De morgen brak aan toen ik dit lang
epistel van mijn vriend weglegde. Een aautal
bladzijden les ik nog eens over. Ik wist niet
wat ik er van denken moest.
Het geheel maakte een wonderlijken, on-
onaangenamen indruk op mij, maar alles
was zóó helder en klaar beschreven, dat ik
afgebrand, dat als een van de beste in dat
deel van het land werd beschouwd. De
brand ontstond vermoedelijk door de schuld
van een der bewoners, die in strjjd met de
voorsehrifteu in bed rookte. De vlammen
verspreidden zich zóó snel, dat slechts een
deel der bewoners zich kon redden, door
over de daken te klimmen, of uit het venster
te springen. De anderen kwamen in de
vlammen om, of verloren bij den sprong het
leven. In het geheel zijn reeds elf lijken
gevonden, maar men vreest, dat het bjj dit
getal niet zal blijven. De brandweer deed
alles wat zij kon om de ongelukkigen te
redden en men zag kloeke daden van zelf
opoffering. Gebrek aan water belette echter
het vuur zoo spoedig te bekampen als noodig
was.
Kapt. Anderson, do aanvoerder der troepen,
die tegen de werkstakers in Tennessee
opereeren, is door dezen gevangen genomen.
Hij kwam uit het kamp en werd terstond
opgelicht en weggevoerd.
De soldaten durfden niet te schieten, wit
vrees hun chef te treffen. Hij werd in een
hotel in een dorp opgesloten en in gijzeling
gehouden. Een gerucht wil, dat hij, ondanks
de waakzaamheid der troepen, gelyncht is.
Er heerscht te Knoxville groote veront
waardiging over de gewelddaden der mijn
werkers. Volgens een telegram van Dalziel
hebben de mijnwerkers generaal Carnes en
zijn bataljon in een hinderlaag gelokt. In
een gevecht, dat volgde, werden 4 soldaten
gedood en 10 gewond. De mijnwerkers
werden echter op de vlucht gejaagd en een
groot aantal strijdenden sneuvelde.
Nog wordt gemeld, dat 3000 werkstakers
naar Coal-Creek zijn opgerukt.
De militie te New-York heeft bevel ont
vangen zich gereed te houden, om, des noodig,
op te treden.
Later wordt gemeld
Generaal Carnes heeft een hevig gevecht
geleverd tegen de werkstakers, waarin aan
beide zijden vele dooden gevallen zjjn. De
troepen vermeesterden het fort te Coalcreek
en voerden 100 mijnwerkers mede als gijze
laars voor het leven van kolonel Anderson.
Volgens gerucht hebben de werkstakers het
hoofd in den schoot gelegd.
Uit Nashville wordt d.d. 19 Augustus
gemeld
Generaal Carnes is meester van den toe
stand. De lujjnwerkers hebben kolonel An
derson in vrijheid gesteld, na een gevecht,
waarin zij verslagen waren. Het gewapend
verzet der mijnwerkers kan thans als ge
ëindigd beschouwd worden.
vw. aiiiixui. in«ii
op de vraag, die zich telkens weder bjj mjj
opdrong, geen antwoord waagde te geven.
In d-m loop van den dag las ik den brief
nog eenmaal door, bleef over enkele beden
kelijke wendingen wat langer nadenken,
maar telkens vond ik ook weder eene logi
sche verklaring. Wat beteekende dat alles?
Ik moest zekerheid hebben.
Denzelfden avond noch bracht ik een be
zoek aan een mij goed bekenden genees
heer en vroeg dezen inlichtingen omtrent
Dr. Philippi in Bonn. Hij werd geprezen
als een uitstekend specialiteit, als iemand
met meer dan buitengewone kennis, grondige
ervaring, als een hoogst welwillend en goed
hartig mensch. Een zeker ge/oei van angst
deed mij de vraag binnenhou-Jen, of Dr. Phi
lippi nog te Bonn dan wel of hij naar
Amerika vertrokken was.
Ik sc'reef naar Bonn, aan den directeur
van de inrichting. Ik vertelde hem, door
welke innige vriendschap ik van mijne jeugd
af met Hilarius Gauer verbonden was ge
weest; ik beschreef hem onze laatste ont
moeting en deelde hem eindelijk mede, dat ik
een zeer langen, eigenaardigen brief van
hem ontvangen had, gedateerd uit »Mandau
in Dakola« en dat ik niet goed wist, wat ik
van den inhoud denken moest. Ik zou hem
dankbaar zijn, indien hij in staat was mij
eenige inlichtingen te verschaffen over de
O O
persoon en de zaak.
Slot volgt.