llol Land van Ilotisdon on Allona, do Langstraat on do lionunolonvaard. M H98. Vit het Parlement. FEUILLETON. w iriiniD. Uitgever: L.. J. YEERMAK, Heusden. WOENSDAG 3 MEI. 1893, TOOK Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementiprjjs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prysverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjjdagmor- gen ingewacht. In de zitting van Woensdag eindigden de beraadslagingen over de faillietwet, maar om nog eens de aangebrachte wijzigingen in verband met. de overige artikelen te kannen overwegen, werd de eindstemming verdaagd. Slechts enkele veranderingen wer den in het ontwerp gebracht. Hoe ijverig de heer Lerj trachtte om door een achter- duurtje binnen te brengen, wat aan de voor deur geweigerd was, slechts 7 stemmen kon hij krijgen voor een amendement om den rechter de insolventie te laten uitspreken als er geen accoord is aangeboden of het aangeboden accoord is verworpen. Gelukkiger was de heer Van Houten; tegen het advies van minister en commissie verklaarde de kamer zich met groote meerderheid voor zjjn voorstel, dat beoogde de bepaling te doen vervallen dat faillietverklaring van een overledene zou kunnen worden uitgesproken, als bleek dat de boedel niet voldoende was tot betaling der schulden. In strijd met het advies van den minister werd de rehabili tatie hersteld als alle schuldeischers tevreden gesteld waren. Wat buitenlandsche faillis sementen aangaat, om de zaken die daarbij voorkomen te regelen, wenschte de kamer internationale overeenkomsten om de uit spraken van onze rechtbanken in het buiten land van kracht te doen zijn. Wenschte de commissie, dat surseance van betaling zou ophouden met tien dood, de minister be streed dit en de kamer stelde hem in het gelijk. Nu, dikwijls zal dit wel niet. voor komen. Maar men heeft zich bij de behan deling van dit ontwerp reeds eens op feiten beroepen die in de laatste 50 jaren reeds tweemaal waren voorgekomen, dus men kan niet te voorzichtig zijn. Later zal een wetsontwerp worden inge diend om den tijd der invoering te bepalen. In de zitting van Vrjjdag is het ontwerp aangenomen met 56 tegen 12 stemmen, nadat de commissie van voorbereiding een stemmig had geadviseerd tot aanneming. Twee interpellatiën, een van den heer Pyttersen en een van den heer Tijdens, kwamen in de zitting van Donderdag aan de orde. De eerste betrof de wijziging der onteigeningswet ter vermindering van de werkloosheid. Aanleiding vond spreker om een beroep op de clementie der kroon te doen ten behoeve van hen, die misleid door de opruiers, nu in de gevangenis zuchten. Wanneer voortdurend armoede wordt ge leden, en wanneer zij, die kunnen en willen werken, geen uitkomst ziendan moet de geest van verzet wel worden aangewakkerd. Ter vermindering van de werkloosheid wil de spreker dat aan de gemeentebesturen de gelegenheid zal worden gegeven, kleine stukken grond tegen matige vergoeding te verpachten, om waardeloozen grond te doen ontginnen tot bosch-, bouw- en weiland, doch hun daarvoor geldeljjken steun van rijk te verleenen. Wil de regeering in dien geest werkzaam zijn, was de vraag van den interpellant. belangen niet uit het oog zullen verloren worden, dat een herziening van de wet op den arbeid in fabrieken en werkplaatsen reeds bjj den Raad van State is, dat een onderzoek is ingesteld naar de werkloosheid in den afgeloopen winter, en dat de regeering zich vleit spoedig in het bezit te zullen zijn van de noodige gegevens. Wat zij kan, zal de regeering doen, ook door het doen uit voeren van openbare werken, maar zij ver- Het antwoord van den minister was zeer mag niet alles, particulieren die ernstig voorzichtig. Wil de heer Pyttersen wijziging willen, vermogen meer. Bij de regeering van de onteigeningswet, in die richting is bestaat alsnog de vroeger betoonde belang- men reeds werkzaam, maar eerst zal men stelling voor de pensioenneering der oude de behandeling van het voorstel-Van Houten werklieden. Dit zal op den geschikten tijd afwachten. Er is werk in overvloed, voor blijken. De Heer Heemskerk, het nieuw ge regeering en Kamer, geen belangrijke or- kozen lid voor Harlingen wil geen subsi- ganische wet kan aan de orde gesteld worden.diëering der gemeenten voor onteigening Gaarne zou de regeering den spreker vol- van gronden. Wel acht hij wijziging der komen tevreden stellen, maar zij is niet on- pachtcontrachten noodzakelijk, maar moet willig, maar onmachtig. dan ook niet gedacht worden aan bescher- Een partieele wijziging der ontei^enings- mende rechten? Ook de armenwet moet wet achtte de interpellant voldoende, die herzien wordeD. Hoofdzaak is: Als de zou zooveel tijd niet kosten verder vroeg boeren Christelijk onwikkeld waren zou de hij nog ondersteuning voor Schoterland, verhouding veel beter zijn en meer zegen waar men de zaak bij verordening wilde op den arbeid rusten. heer Heemskerk, liet hjj rusten, want dat is het specifieke Christendom dat voor modernen en Israëlieten niet toegankelijk is, maar rechtvaardigheid, algemeen mensche- lijke ontwikkeling en lage belastingen zullen verbetering moeten brengen. Na replieken van de heeren Borgesius en Pyttersen en nog een kort antwoord van den Minister wordt de discussie gesloten. Is daarvan een gevolg dat de Regeering sociale vraagstukken aan de orde stelt, dan is iets gewonnenvoor alsnog is gebleken dat in deze zaak van geen gevestigde over tuiging bij een meerderheid sprake kan zijn, en die zal wel niet door dit debat in het leven zjjn geroepen, tenminste niemand stelde een motie voor om het gevoelen der meerderheid te doen kennen. In de zitting van Vrijdag werd schoon maak gehouden. Nadat de afdeelingen op nieuw samengesteld en de voorzitters en onder-voorzitters gekozen waren, gingen verschillende onderwerpen zonder discussie door. Andere zaken lokten eenige duscussie uit.. Het verslag omtrent den toestand der militaire akademie te Breda gaf den Minis ters gelegenheid tot de verklaring, waarom regelen, met ondersteuning van het rijk. De Heer Gerritsen wil de samenstelling De heer Beaufort van Wijk-bjj-Duurstede der nieuwe Kamer afwachten en aan deze het paaschverlof der cadetten met één dag vestigt de aandacht der regeering op wij- de behandeling der sociale vraagstukken verkort was. Er was gebromd, toen bekend ziging der armenwet, de heer Borgesius op overlaten, omdat de neiging der staatsbe- gemaakt werd dat het verlof verkort was de vierde afd. van ons burgerlijk wetboek, moeiïng hun gering schijnt, hoewel hij voor eenige cadetten die achterlijk waren betrekkelijk de pachten en huren. Onder reikhalzend daarnaar uitziet. In alle ge- in hun studiën, en brommen is in strijd met controle van pachtcommissiën kon men den vallen kunnen de slikgeld-fondsen in de de discipline en daar moest aangenomen worden, dat waar enkelen bromden, het geheele corps bromt., werd die maatregel op allen toegepast. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming werd ook een overoud recht afge- eigenaar verplichten een deel der pachtsom lage veenen, waar de meeste werkloosheid kwijs te schelden bij mislukking of tegen- heerscht, tot werkverschaffing gebruikt spoeden. In alle gevallen hoopte hij, dat de worden. De arme gemeente Weststellings- regeering de hervorming der maatschap- werf heeft reeds een half millioen aan slik- peljjke toestanden niet zal laten rusten totfonds opgepot, na de tot standkoming der kieswet, daar1 De Heer De Beaufort verdedigt de grond-schaft, waarbjj bepaald werd dat eenige per- hiermede nog wel eenigen tjjd gemoeid zal eigenaren, die niet op hun bezittingen wonen, sonen alleen voor den Hoogen Raad kunnen zjjn. De heer Yan der Peltz gaat met de Hij wil geen staatsarmenzorg, maar sub- terechtstaan, naar aanleiding van art. 87 vorige sprekers niet mede. Men zie de toe- sidiën aan de gemeenten. der rechterlijke organisatie. Tegen de over- standen toch niet zwarter in dan zij zijn, j De Heer Zylma acht ook staatswerk- want daardoor zou men zeker tot het mis- verschaffing bedenkelijk, De Staat moet het bruiken van Staatsinmenging komen. 1 particulier initiatief aanmoedigen, meer niet. Op voorstel van den voorzitter kreeg nu De Heer Van Houten acht ook dat men in de tweede interpellant, de heer Tijdens, het Friesland zeer overdrijft. Van daar komen woord tot het doen zijner vragen, die nauw de meeste klachten, terwijl de omstandig- tot het gesprokene in betrekking stonden, heden er eer beter dan slechter zijn verge- Na verklaard te hebben dat de boeren genoeg leken met andere provinciën. Zou het mis deden voor hun arbeiders, die in zijn om- schien aan de Friezen zeiven liggen Hij streken over het geheel een los leven leiden, j verlangt van de regeering een klaar en vroeg hijHeeft de regeering genoegzame duidelijk verslag, geen beloften, betoogen of (4 sHemelsche goedheiddacht Rinkle, »het is de jonge Howe! Ach Hemel, ach Hemel, wat is dat vervelend! Het zou ver schrikkelijk zijn, als zij te weten kwamen dat ik zoo dicht bij hen was.« Maar niet tegenstaande zijne verlegenheid, stak Rinkle toch zijne vingeis niet in zijne ooren. Zijn hart had nog nooit zoo snel geklopt. Nog nooit had hij zoo ingespannen geluisterd. Leonard ging voort. >Clara«, zeide hij, vlug en ernstig sprekende, »geef mij het recht u lief te hebbenKan en dtirf ik hopen, dat gij mij ook lief hebt? O, denk er niet aan om heen te gaan. Daar is niets ter wereld zoo belangrijk, als wat ik u te zeggeD beb.« Clara had naar de deur gekeken, maar of het was oui te ontsnappen, of om te zien of iemand hen door de ruiten kon bespieden, dat kon Leonard niet zeggenmaar zij zag niemand en zij kon ook niet ontsnappen, zoo stevig hield hij hare hanvast. rl keerde baar hoofd van de deur en hield hare oogeu strak op den grond gevestigd. »0 Clara*, zeide hjj, »wüt gjj my niet ant- gegevens om den omvang der werkloosheid demonstratiën zullen den toestand ver te kennen. Wat denkt de regeering te doen beteren, als die slecht is. om die te voorkomen en te verminderen j De heer Lieftinck tracht het mededoogen Zei spoedig een wet ingediend worden tot van de Friezen in te roepen, voor het ont- pensioneering van oude mannen en vrouwenwerp Van Houten heeft hg sympathie, niet onder de arbeiders j met zijne beschuldigingen tegen de Friezen. De minister verklaarde, dat de sociale Het Christendom als redmiddel, van den eenkomst met de exploitatie-maatschappij betreffende den locaalspoorweg Sittard— Herzogenrath in ons steenkolen-district ver hief zich slechts een stem, die van den heer Yrolik. De Kamer is gescheiden tot 16 Mei, dan zullen eenige wetsontwerpen onderzocht worden, en daarop zal de bedrijfsbelasting in behandeling komen. woorden, wilt gij my niet aanzien?* Zij antwoordde niet, maar zij zag hem aan en dat was genoeg. »Hoe kinderlijkdacht Rinkle, terwijl hij zich inspande om toch goed te luisteren. »Zjj zal zeker toegestemd hebben, en zij kussen nu elkaar. Ja, ik kan het duidelijk hooren. Goeje genade, het is gelukkig dat zij niet weten, dat ik zoo dicht bij hen ben. Hoe verschrikkelijk zou het zijn, als zij mij bemerkten »0 gelukkige dag!< riep Leonard uit. O schoone wereld, o lieveling, nu behoort gij mij voor altijd!* >Och, ochducht Rinkle, wat is hij opgewonden. »Nu het verwondert mij met, als bij haar in zijn armen heeft.* En hij luisterde maar en ver kneukelde zich van pleizDr en b<± fde tege lijk van angst. »En zijt gij nu merkelijk oe my> e, voor altijd?* vroeg de vurige minnaar. En door be geurige atmosfeer van het vertrek suisde het ééue woord: »Ja!« Kijk,dacht Rinkle, »dat is nu het eerste wat zij zegt. Maar hij heeft haar zeker niet veel gelegenheid gegeven om wat te zeggen. Maar ik wou, dat zij maar weg waren. Het wordt voor mij hoe langer hoe erger. »Kom, lieveling,* zeide Leonard, laat ons heengaan. En niets zal mij u beletten om die heerlijkste bloem aan het liefste meisje j van de wereld te geven. Het zal myn eerste en beste geschenk zijn aan haar. De mooiste tak van »de Eerwaarde Ezechiël Crump zal voor U zijn.* sGe zult er afblijvenschreeuwde Rinkle, terwijl hij overeid sprong. >Ge zult er af blijven. Ik moet die bloem naar de tentoon stelling brengen. Voor geen geld van de wereld wil ik haar bedorven hebben Clara gaf een gil en Leonard smoorde een vloek. Toen begon de jouge dame te beven en ging op den grond zitten. Haar min naar liei haar leunen tegen een van de opstaande rakden van een violen perk, en toen by zag fit zij nu t in zwijm *vas ge vallen, vloog by hun: tie pur. SJuttr z>g bij. even oeneden den rami van den put imt oleek gelaat van Myuüeer Rinkle, die op den emmer stond. »lk smeek u duizendmaal om vergiffenis, Mynheer Howe,* zei de bevende bloemist, gebeel verslagen door hetgeen hjj gedaan had, >en ik geef u mijn woord, dat ik geen syllabe had willen hooren van al hetgeen gjj gezegd hebt, als het mij mogelijk ware geweest mij in de aarde te verbergen. Daar aan het einde van de oranjerie ligt een ladder, en als gij die hier wilt brengen, Mijnheer Howe, zal ik eruit komen en u vertellen, hoe dat alles zoo gekomen is.< Leonard was zoo verbaasd, zoo geërgerd en zoo boos dat hij geene woorden kon vinden om op deze verschyning in den pat te antwoorden maar hij bracht den ladder, Na driedaagsche discussie heeft de Bel gische Senaat het voorstel-Nijssens aange nomen. Het debat bracht weinig nieuws aan. Ten slotte was er te stemmen over vier amendementen, waaraan drie van den heer Finet en een van den heer Magis. Het eerste amendement-Finet, dat alleen en weldra stond de bloemist voor hem en Clara, die opgestaan was. »Dit spijt mij verschrikkelijk,* zeide Mijnheer Rinkle, terwijl hij met gevouwen handen voor hen stond. Vooruit!* zei de woedende Leonard, >ik moet niets van dien onzin hebben. Ik heb er u uitgeholpen om te hooren, wat gij te zeggen hebt om u te verontschuldigen over die misselijke, verachtelijke manier van doen.* Mijnheer Rinkle keek eerst den ver toornden jongen man aan en toen de üleeke Clara en vertelde alles precies zooals öet gebeurd was: »Gij ziet,* zeide hij ein- tlelyk, »ik hield ray zoo stil, omdat ik Govert eens flink wilde laten schrikken. Toen gij met u beiden aan het praten waart, was het onmiddellyk zoo'n vertrouwelijk gesprek, dat ik geen tijd had te laten merken, dat er nog iemand in het vertrek wasen toen durfde ik niet meer spreken, omdat ik be greep, dat ik u verschrikkelijk verlegen zou maken, en ik dacht, dat gij wel spoedig zoudt heengaan. Wat my betreft, ik ver zeker u, dat ik, zoolang ik leef, nog nooit zoo verlegen en beschaamd ben geweest.* >Luister eens!* zei Leonard, »hebt gij alles gehoord, wat wij gesproken hebben?* »Wel neen,* antwoordde de goede man. Daar waren oogenblikken, dat ik volstrekt niets hoorde. Gij moet begrijpen, dat ik op den bodem van den put was. Maar ik leeftjjd en tjjd van verblijf in de Grondwet bepaald wilde zien en het verdere wilde overlaten aan de wet, werd verworpen met 62 stemmen tegen 1 en 3 onthouding. Zjjn tweede amendement, om een tjjd van ver- bljjf van 2 jaar te vorderen, werd niet ondersteund en zjjn derde amendement, om aan onderwyzers een supplementaire som te geven, verworpen met de stemmen rechts tegen de stemmen links. Hetzelfde lot weder voer het amendement-Magis, dat een tweede uitgave was van 't amendement-Graux. Bjj de eindstemming verklaarden zich 52 leden voor het voorstel-Njjssens, I (libe raal) daartegeD, terwjjl zich 14, behoorende deels tot de rechter-, deels tot de gematigde linkerzjjde, onthielden. Een dezer 14 wa« de oud-president, de eerwaardige baron De Selys-Longchamps, die het onbeperkt al gemeen stemrecht, maar met een trap ver dedigde. Te Parijs is een boek verschenen, ge- tiieldAlexander III en zjjne omgeving,* en geschreven door een Rus die zich Nicolaas Nitovitch noemt. Het vertrouwen in de mede- deelingen van dezen schryver wordt voor zeker niet verhoogd door het opwarmen van de bekende praatjes waarmede inder tijd in de »Nouvelle Revue* zooveel drukte gemaakt is, dat koning Leopold van België zich door een geheim tractaat aan Duitech- land zou hebben verbonden. Nitovitch deelt nu zelfs den tekst van dit denkbeeldige traktaat mede,, hetwelk hierop neerkomt, dat aan Duitschland voor zjjne legers de vrije doortocht door België is beloofd, en het Belgische leger geplaatst zal worden onder de bevelen van den Duitschen gene- ralen staf, terwjjl ingeval van een gunstiger uitslag van den oorlog, België ter belooning met de noordelyke departementen van Frank rijk zijn grondgebied zal kunnen vergrooten De schryver geeft nog eene tweede diplo matieke onthulling: twee artikelen van hei verbondstractaat tusschen Rusland en d< Fransche Republiek. Volgens deze artikeler verbinden zich beide partyen, dat wanneei een harer door eene Europeesche mogend heid wordt aangevallen, de andere terstonc een leger van ten minste 600,000 man za mobiliseeren terwjjl ingeval ééne van beidei offensief optreedt, de andere zich hare vry heid van handelen voorbehoudt. Als zyne mededeelingen omtrent d« Fiansch-Russische alliantie even vertrouw j baar zjjn als het sprookje van het gehein tractaat tusschen Koning Leopold van Belgii en Duitschland, dan zullen de Franschei verstandig doen, zich niet al te zeer te ver heugen op het stellige vooruitzicht van Rus heb natuurljjk wel moeten begrjjpen, wa de hoofdzaak van het gesprek wasda scheen te bedoelen, dat gjj van plan zij met elkander te gaan trouwen na verlooj van tjjd.* Mejuffrouw Knight, wier klem teruggekomen was, keek Leonard aan. Zi keek hem aan en beiden schoten in een lach Mijnheer Rinkle greep de gelegenheid aai en reikten hun beiden de hand. ^Vergun mj U geluk te wenschen,* zeide hjj, »en il smeek U het een ouden man als mij nie: kwaljjk te nemen, dat ik door een zuivei toeval eerder met uwe verloving bekend ben dan iemand anders. En gjj moogt my ge- looven, als ik U zeg, dat ik er nooit me eene levende ziel over zal spreken, even zo< min, als een van die potten, waarin di< prachtige viooltjes staan.* Er was een oogenblik van stilte en Clari begon het eerst te spreken. »Het is werkelijk zeer onaangenaam, Mijn heer Rinkle, maar er is niets meer aan t» verhelpen, en ik ben geneigd U vergiffenis b schenken. Maar gij moet niet alleen belovei dat gjj over onze verloving zult zwijgen to wij die zeiven zullen bekend maken, raaa ook, dat gij nooit zoo lang als gjj leeft, e o?er zult spreken, dat gij er bjj waart, toei wij ons verloofd hebben!* »0,« zeide mynheer Rinkle, »dat zal il zeker nooit doen, ik zou door het geheel dorp uitgelachen worden.* 1 Slot volgt. nüBLAI Buitenland. I UIMlIIIIIIIWWWBWWKHWMMBBMMMMBBBMCKWMBt—BWBB—BBH—Ca

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1893 | | pagina 1