el Land van [lensden en Aliena, de Langstraat en de Itommelerwaard. Zaaien en Maaien. FEUILLETON. Uitgever: L.. J. VEERMAN, Heusden. M 1203. ZATERDAG 20 MEI. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1803. Advertentiën ran 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjjdagmor- gen ingewacht. Wellicht dat deze of gene aan het op schrift boven dit artikel genoeg heeft en bet ongelezen overslaat. Een praatje over land en tuinbouw. Ten deele, doch niet geheel. Een bekende zaak gewis, doch al wat bekend is, is daarom toch nog niet over bodig. Een maar waartoe vooruit ge zegd wat er volgt. Hebt slechts de goed heid vriendelijke lezeres of geachte lezer, het te doorloopen, wie weet of het uwe goedkenriog niet weg draagt en een enkel korreltje van hetgeen hier zoo losjes werd gestrooid nog vrucht draagt. Even goed als eenmaal Vondel de wereld bij een schouwtooneel vergeleek zou men haar ook een grooten akker kunnen noemen. Wordt zjj niet bewerkt, verzorgd, dun wordt zjj een groote wildernis. Vrucht, volle rjjpe vrucht wordt niet gevonden. De landman weet het hij kan niet maaien of bjj moet gezaaid hebben. Er is tusschen zaaien en maaien een nauw en overbreekbaar verband. In het groote rijk berekend of het tijd is, den rechten tijd, om uw zaad, dat gjj zoo kwistig uitstrooit, vrucht te doen dragen. Onderwijzers, gjj die over velerlei soort van zaad beschikt, hebt ge u wel eens afgevraagd of gij uw zaad ge ordend hebt, soort bij soort, opdat, als gjj straks klaagt over zoo weinig vrucht en het wjjt aan de onvruchtbaarheid van den akker, het niet juist komt door de onhandigheid van den zaaier. veld en akker wandelt en daar alles in vollen bloei ziet staan. Spreekt dan den landman eens aan. Ilij zal u zeggen wat een moeite, wat een zorg hem dat alles heeft gekost. Maar dat vergeet kg heden gaarne: nu alles zoo mooi staat en zooveel belooft. En dan straks, als de tjjd van oogsten daar is en zijn schuren ontvangen wat zjjn land hem opbracht dan stjjgt zijn vreugde ten top. Ziet, als hij ïiuitenland. Oudersweet gij wel, dat al is u nu dan 's avonds moe gewerkt, het door de juist niet zoo'n grooten akker toevertrouwd, zon gebruinde gelaat tot moeder de vrouw bet er op aankomt, dat gij met bijzondere richt, dan hoort gij hemDe tjjd van zorg uw zaad kiest, uw tjjd bepaalt. Het zaaien en planten is moeieljjk en kost zorg en tijd, maar als de tjjd van het maaien daar is en men vrucht van zjjn arbeid zijn meestal zulke vruchtbare, maar ook zulke teere akkertjes die gij bewerken moet. Weliger dan het zaad tiert het onkruid, j inoogst, dan telt en beklaagt men zich die Het onkruid en dat lastig goedje voor moeite niet. den landman, dat zooveel van zjjn tjjd Hebt gij die wandeling nimmer gedaan, vraagt, doet u zien, waarin de wereldakker ach ontvlucht dan voor een enkele maal al verder met veld en tuin overeenkomt. het drukke gewoel der samenleving eens. Het i» met zaaien alleen niet gedaan. Als Zulk een in bloei staand korenveld heeft het zaad opkomt, dan moet het onkruid zooveel te melden en zoo oneindig veel te verwjjderd, het veld gewied worden. Dat is leeren. een kunst, zoo licht trekt men met het j Want, ziet ge, dan keert ge gesterkt naar onkruid het zaad uit. Zaaiers in het groot uwen arbeid terug. En als ge dan den der natuur zien wij tot in de kleinste bjj- en zaaiers in het klein op de groote wereld- akker, die gij moet bewerken, gaat bezaaien, zonderheden het beeld van. den mensch. Wij akker, dat kost inspanning. Onderwjjzers dan zal dat prachtige veld en die schoone iweten wel dat het niets nieuws is wat wjj zouden het kunuen bevestigen ouders hoop op eon overvloedige oogst u aansporen leweren, doch alleen omdat het oud is, is kunnen er van medesprekenhoeveel moeite met zorg, met kennis, met opgewektheid ^Jiet toch niet onwaar? het kost, het onkruid, dat zoo welig wast, en lust het rechte zaad op den rechten tijd Hoe verheugt zich de landman als de tijd te verwjjderen en toch het moet anders in de aan u toevertrouwde akker te strooien, fc^ran zaaien daar is en hjj aan den uit den kon de moeite vun het zaaien wel eens Nu maar eens gelet op één akker die ^"winterslaap ontwakende akker weder leven geheel vruchteloos zjjn. aan de meeste onzer is gegeven. Die van jj^iö vrucht kun ontwoekeren. Wat zou er veel gewonnen zjjn als alle het gezin. De opvoeding van onze kinderen. Wat de landman doet in het klein, doen zaaiers, van de hoogste tot de laagste toe; Ouders, herinnert het u telkens: dat gij dit ook niet de zaaiers op de groote wereld- in staat en maatschappjj in school en zaaiers zjjt, en dat uwe kinderen wachten akker: Wat al zaaiers! Groote en kleine, kerk, in de pleitzaal en op volksvergaderin- op het zaad dat gjj zult uitstrooien. Zjj zjjn Aanzienlijke en geringe. Machtige en nietige, gen, overal waar gezaaid wordt, zich vóórer vatbaar voor en gewillig het te ontvangen. Zaaiers met het woord en met de pen. zjj aan het werk togen, rekenschap gaven i Als gjj het nu maar met zorg kiest en vooral Wat al akkers. Nu een geheel veld, daar van hetgeen zjj doen. oppast dat het onkruid niet te tnlrjjk op een klein akkerlje van een enkel geziu 1 Wat zou er een onkruid minder in de schiet. Maar er dan ook aan gedacht, het Zaaiers, zaai op den rechten tjjd, roept wereld zjjn, als zoovele zaaiers het bij het onkruid moet er uit als het nog jong en de landman u toe. Niet alle zaad wordt in 1 zaaien alleen niet lieten bljjven, doch met klein is, en dat gaat niet met een ruwe en eens en op den zelfden tjjd in den akker gestrooid. Daar is zaad dat wachten moet om te ontkiemen tot de zon wat meer kracht heeft, tot de grond wat warmer en het ge vaar voor nachtvorsten geweken is. Zoo is het ook met het zaad dat bestemd is voor den wereldakker. zorg gadesloegen hoe het opkomt en het onervaren, doch alleen met. een krachtige, onkruid met vaste en kundige hand ver- zachte, ervaren hand. wjjderen. Die zaait hoopt eenmaal te maaien. Zou Niet al wat gezaaid wordt, wordt ook er niet veel zaad verloren gaan door de on- gemaaid en dat is nu niet alleen omdat de kunde en zorgeloosheid van de zaaiers? grond onvruchtbaar is, maar dikwjjls, helaas Ziet als deze losse gedachten alle die tot I al te dikwijls, omdat zjj niet vooraf bewerkt zaaien geroepen zijn, eens even doen stil Wat de man dragen kan is het kind te is. Omdat zoo menigmaal zaad gestrooid I staan, om zich af te vragen of het zaad zwaar. werd in akkers, waarin het niet hoorde,j goed, de akker bereid en de tjjd juist ge- Staatslieden, als gjj uitgaat om te zaaien, omdat men na het zaaien zoo vaak Godskozen is, dan is er hoop eens met vreugde onderzoekt nauwkeurig of uw zaad kan water maar over Gods akker laat loopen.te maaien en was noch uw lezen noch ontkiemen in den akker waarvoor het is' Het is een schoon gezicht, als gjj straks, |mjjn schrjjven geheel te vergeefsch. bestemd. Volksvrienden, wier getal in onze als de schrale oostenwind heeft uitgewaaid dagen legio is hebt gjj wel nauwkeurig en wat regen het land heeft gedrenkt, langs (2 Verbeeldt u de vervoering van Sidi- Tdfikmoud bjj een dergeljjk gunstbewijs. Hjj maakte vele plichtplegingen, welke de ver diensten bezaten, zelden aan plichtplegingen eigen van oprecht en onoverdreven te zjjn. Laar hjj met veel gevoel en hevigheid sprak, viel het papier, waarop zijne verzen geschreven waren, uit zjjue mouw, en viel op dtn grond. Wat is dit papier, zeide de dame; het schjjnt mjj zeer schoon toe, en verraadt eene geoefende band. Het is, antwoorde de jonge man blozende, een gedicht, dat ik dezen nacht vervaardigd heb. Ik htb getracht, er uwe volmaaktheden in te bezingen, maar het kopy is verre van het oorspronkelijke, en mjjne verzen ziju niet schitterend genoeg voor uwe oogen. De jonge dame las deze verzen met aan dacht, en zeide, dezelve onder hare gordel stekende: »boewel zij vele vleiergen be vatten, zoo zijn zjj waarlijk niet slechte. Daarna bracht zij haren sluier in orde, en zeide, bjj het verlaten van den winkel, aan Sidi-Mahmoud op eeneu toon, die ge heel zijn hart doordrong >Ik kom «omtjjds, nadat ik het bad ver laat, reukwerken eu vrsjriekende oliën bjj 43edfeddih koopen.* De koopman wenschte Sidi-Mahmoud ge- luk met zjjn liefdesgevalletje, en zeide hem zachtjes in het oor: »deze jonge dame is, de prinses .Ayesha, de dochter van den kalif.* Sidi-Mahmoud kwam te huis, geheel door zjjn geluk bedwelmd en had den moed niet, er aan te gelooven. Hoe zedig hij ook was, kon bjj evenwel niet ontveinzen, dat de prinses Ayesba hem met een gunstig oog beschouwd had. Het toeval bad zjjne stoutste verwachtingen bekroond. Hjj wenschte zich zeiven geluk, aan de raadgevingen zijner vrienden om te trouwen, en aan de verleide- Ijjke afbeeldsels der jonge huwbare dochters, hem door de moeders gemaakt, geen geh :or! te hebben gegeven. Hoe gelukkig gevoelde bjj zich, vau ieder anderen bund ontslagen te zijn, en de vrijheid te hebben, zich ge heel aan zjjnen nieuwen hartstocht over te geven. Iloe hjj ook zich op zjjnen divan draaide en wentelde, bij kon ni-*t in slaap geraken het beeld der prinses Ayesha verscheen tel kens voor zijnen geest. Daar Lij geene rust koude vinden, trad bij in eene dier kunstig gesnedene cederhouten kamertjes, welke in de Oosttrsche steden aan de buitenmuren der huizen gebouwd zgn, ten einde er de trischbeid der lucht te genieten; de slaap kwam zjjne onrustige droonien niet ver zachten want de slaap is even als het geluk hjj vlucht, wanneer men hem zoekt. Om zjjne ongerustheid, door het schouwspel van eeneu Heldere nacht, een veemi^ te doen bedaren, begaf hjj zien met zjjne narguilüé i Enkele dagen geleden ontving de procureur der Fransche republiek te Montbrison, nabjj St. Etienne, een ongeteekende brief, waarin sprake was van een meisje dat vjjf en twintig jaar zou zjjn opgesloten. Men schonk aan- vankeljjk weinig aandacht aan deze mede- deeling, maar uit den toon van den brief, tuit de détails, die hjj bevatte sprak zooveel waarheid, dat het parket besloot een onder- zoek in te stellen. Der gendarmerie werden de noodige bevelen gegeven. De vrederechter I begaf zich nnar de woniDg van Claude Néél, 72 jaar oud, die als de dader was aangewezen in den brief en overtuigde zich werkelijk van de treurige waarheid. Het parket van Montbrison begaf zich daarna eveneens naar de woning van Claude Néel. In een bedompt en muffig vertrek, waar lucht noch licht binnen konden dringen, i vonden de overheidspersonen een ongelukkig meisje, in een hoek op wat stroo gehurkt, alleen gekleed met een hemd, waarbjj de lappen neerhingen en met de beenen in een oude deken. Ondervraagd, kon zjj alleen de woorden ja en neen uitbrengen, die zjj vergezeld deed gaan van een hoofdknikken. Dat waren de eenige bewegingen, die zjj maken kon, want al hare ledematen waren verstijfd, tengevolge van de positie waarin zjj 25 jaar lang gelegen had. De ongelukkige, die thans 43 jaar oud is, werd op 18-jarige leeftijd opgesloten door haar eigen vader Claude Néal. Tengevolge van een ziekte, waarvan zjj herstelde, doch niet, dan nadat haar geestver mogens gekrenkt waren, sloot de vader zjjn kind óp in dat vuile vertrek, waar een weer zinwekkende atmosfeer heerschte en waar hjj het zijn dochter aan het allernoodigste liet ontbreken. Voorloopig werd het meisje in het ziekenhuis te Montbrison opgenomen de vader is gearresteerd. De Parjjsche polittie heeft de hand ge legd op vjjf zeer gevaarljjke anarchisten, die in hun woningen een bommenfabriek gevestigd hadden. Een van hen, Spannagel genaamd, was voor eenige dagen bespeurd in de prefectuur van politie, waar hjj blijk baar het terrein opnam. Men ging hem toen tot zjjne woning na, waar hjj reeds eenige bommen in voorraad had. Men ver wacht nog meer arrestaties. In Frankrjjk is de aandacht gespannen op wat in Duitschland voorvalt. Het gaat daar om de versterking van een leger, dat zich vroeg of laat, eerder vroeg dan laat, kreet. Sidi-Mahmoud stond verschrikt van zjjue plaats op, greep het gevest van zijnen bezaaide hemel en het bleeke licht der maan yataghan, en verzekerde zich aldus, dat het verlevendigden Side-Mahmoudhij was lemmer niet aan de schede vastgeklemd dichter, en kou niet ongevoelig blijven voor zat; daarna keek hjj aandachtig naar de het heerlijke schouwspel, dat zich aan zjjnen zjjde van waar het geraas gekomen was. oogen vertoonde. Ilij onderscheidde van verre in de Van deze hoogte kon men de stad Kaïro schemering eene vreemde geheimzinnige j geheel overzien. De terrassen met bloemen groep, samengesteld uit eene gestalte, door en tapijten versierdde tuinen met hunne j zwarte zonderlinge monsterachtige beelden groepen van palmboomende tinnen koepels vervolgd. De witte gestalte scheen over den der moskeëude brooze en opengewerkte top der huizen te zwevenmaar de tus- niinarets; de duistere of verlichte hoeken schenruimte welke haar van hare vervolgers der paleizen, vormdeu een allerprachtigst afscheidde, was zoo gering, dat bet te tafereel, dat slechts veruiaakshalve gerang- j vreezen was, dat zjj weldra gevangen zoude schikt scheen te zijn. Geheel op den achter-zjjn. Sidi-Mahmoud geloofde eerst, dat het grond liepen de tinten der geelachtige zanden eene peri was, welke door eenen zwerm van den woestijn met de melkachtige kleuren j goulen, die met hunne onmetelijk groote van het uitspansel ineen, en de drie pyra-1 snijtanden het vleesch der lijken verslinden, tuiden van Giseh vertoonden aa i den ge-mf djinns, met hunne vliesachtige vleugelen ziclitseinder hunne reusachtige steenen drie- met nagels voorzien even als die der vleder- hoeken. Sidi-Mahmoud, op eenen hoopmuizen,vervolgd werd, en uit zjjnen zak kussens gezeten, en het roer van zijne zijnen comboloïo van de gesprenkelde zaden narguilhé om zich geslagen hebbende, poogde der aloë begon hij als voordehoedmiddel in de duisternis d.-n verwijderden vorm van de negen-en-negen ig namen van Allah op het paleis, waar de schoone Ayesha sliep, j te zeggen. Hij was niet aan de twintigste j te onderscheiden. Eene diepe stilte be-j gekomen, of hield op. Het was geen peri, heerschte dit tafereelwant geen ademtocht,1 geen bovennatuurlijk wezeu, dat vluchtte,! geene beweging kondigde de tegenwoordig- J van het eene terras op het andere sprong, heid van een levend wezen aan; het eenigste en straten van vier of vjjf voeten breedte hoorbare geraas werd door den rook van overschreed, maar wel eene vrouwde djinns op het hoogste terras zjjner woning. De frissche nachtlucht, de met sterren tegen Frankrijk zal richten; daar is een Keizer over wien men zich gaarne vroolijk maakt, maar wiens voortvarendheid en be slistheid men in den grond vreest, en dien men zjjnen invloed in de waagschaal stellen ziet; daar de eenheid van het Duitsche rjjk, waaraan men de bondsstaten, uit af keer van het Pruisische militarisme, ont- trouw hoopt te zien worden. Geen Fransch blad kau er van zwjjgen, en in de gemaakte kalmte, waarmede de ernstige bladen over de zaak spreken, misschien meer nog dan in de heftige artikelen bespeurt men de zenuwachtige nieuwsgierigheid, wat uit de verkiezingen vooi den nieuwen Rjjksdag 'komen zal. Wat men hoopt? Dat de op- 1 positie versterkt terug zal keeren, en dat een aangegroeid socialistental der regeering gevoelen late, van welken geest het volk is en op welken wankelenden boden het rjjksgebouw staat. Meer dan eens is in de Fransche bladen de raad gegeven, zelfbedwang te oefenen en door geene onvoorzichtige uitlatingen der Duitsche regeering een wapen tegen de oppositie in handen te geven. De >Figaro« van gisteren vermaant weernauwlettend acht geslagen op wat in Duitschland gebeurt, maar er niet van gesproken. Over het ge heel begrjjpt de Fransche pers in dezen haren plicht en betracht zjj eene matiging, welke men haar in nog andere omstandig heden zoude toegewenscht hebben. Iu de »Intransigeant* zegt Rochefort dat Cornelius Herz de rol van schoone slaper in het bosch« begint te vervelen. Dezer dagen heeft hjj aan de Fransche Regeering doen weten, dat aan deze ver moeiende comedie een eind moest komen en daar hjj twintig-maal meer documenten in handen heeft dan noodig is om de helft van alle Senatoren en Kamerleden van schuld te overtuigen, hjj de volgende voor waarden wilde aanbieden machtiging worde gegeven aan de familie-Reinach om den liquidateur der Panama-Maatschappjj te be wegen de aanklacht tegen Herz terug te nemen, tegen teruggave van omstreeks 1.000.000 frs. en vriendschappeljjke onder handelingen worden aangeknooptdoor deze opheffing van de vervolging zou het beslag op de goederen die de commanditair der Justice* te Parjjs bezit oiiuiiddelljjk worden opgehevende aanvraag om de uitlevering 1 zou voorgoed worden ingetrokken. Cornelius Herz bljjft nog altjjd zeer zwak en kan het bed niet verlaten. de narguilhé veroorzaakt, wanneer hij door den met water gevulden kristallen bol trok, die bestemd was, om zjjne witte wolken te ei korten. Plotseling deed zich een schelle waren slechts zebeks, chiaous en gesnedenen. Twee of drie terassen en eene straat scheidden de vluchtelingen van het plat, waarop Sidi-Mahmoud zich bevond, maar liet krampachtig het hoofd op den schouder vallen, en even als een vermoeid ros, welks zijden door de sporen opengereten worden, nam zjj, de afschuweljjke groep zoo nabjj haar ziende, eenen vervaarljjken sprong over de straat, en maakte aid as eene scheiding tusschen haar en hare vervolgers. lu hare vaart raakte zjj Sidi-Mahmoud aan, dien zjj niet ontdektewant de maan was bewolkt, en liep naar het uiteinde van het terras, dat aan deze zjjde aan eene breedere straat dan de eerste uitkwam. Daar zjj wanhoopte daarover te springen, zocht zij naar eenigen hoek, waar zjj zich kon verbergen, en eene groote marmeren vaas ziende, verborg zjj zich even als een geest, welke in den kelk van eene lelie kruipt. De woedtnde troep bereikte het terras. Hunne donkerkleurige aangezichten, hunne schitterende oogen, hunne handen, welke krampachtig de zwaarden of kandjars vast hielden, de woede op hunne gerimpelde en woeste gelaatstrekken uitgedrukt, veroor zaakten Sidi-Mahmoud een angstig gevoel, hoewel hjj dapper en bekwaam in de be- handeliug der wapenen was. Zjj doorzochten het ledige terras en de vluchteling niet ont dekkende, dachten zjj dat zjj zonder twjjfel over de tweede straat was gesprongen, en zetteden hunne vervolging voort, zonder Sidi-Mahmoud bemerkt te hebben. kreet hooreneen wanhopige en angstvolle i hare krachten schenen haar te verlatenzjj ~Wordt vervolgdj

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1893 | | pagina 1