Het Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelenvaard. Eerste Blad. La ndontginning. ^FEUILLETON. Kunstenaars-Eer. M 1215 ZATERDAG 1 JÜLI. 1893. Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjs verhooging. Afeonderlgke nummers 5 cent. Uitgever: L.. J. VEERMAN, Heusden. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en "Vrijdagmor gen ingewacht. Herhaaldelijk hoort men zeggen, dat de tegenwoordige werkloosheid alleen kan voor komen worden door ontginning van die streken, die nu weinig of geen voordeel aanbrengen, maar ook geen handenarbeid vorderen. Langs de kusten der Noordzee heeft men de uitgestrekte duinreeks, die slechts weinig voordeel aan haar eigenaars geeft, en veel kosten veroorzaakt om zooveel mogelijk zandverstuiving te voorkomen. De beplanting met helm is een kostbaar iets, en het voordeel is uiterst gering. Hier en daar heeft men een veld niet aardappelen, wat braamstruiken, van geregelde beplanting ziet men weinig. Toch is die mogeljjk. In Denemarken bijv. heeft men uitstekende resultaten verkregen van de l vting met houtgewas, hoofdzakelijk de 1 en om te beginnen, nadat het zand w. vastgelegd, om de ook voor de vruchtbare gronden zoo nadeelige zandverstuivingen te voorkomen. Zou aanleg van bosschen ook op onze duinen niet van het hoogste belang zijn ter bevordering van de algemeene welvaart zouden daarbij geen groot aantal arbeiders werk kunnen vinden, die nu te vergeefs werk moeten zoeken? Spoort men van Amersfoort naar Zwolle of Zutfen, of van Utrecht naar Arnhem, bereist men Noord-Brabant of Drente, alom vindt men een groote uitgestrektheid lands, dat onbebouwd ligt, dat niets oplevert, en ook geen handenarbeid vordert; en dikwijls hoort men, die woeste gronden doorvliegende, waarom hier zooveel ongebruikt land, waar om, gesproken over het droogmaken van zeeën en plassen, als nog duizenden bunders op de werkzame hand wachten om in cultuur gebracht te worden. Die zoo spreken, zjjn niet bekend met de bjjna onoverkomelijke bezwaren aan dit in cultuur brengen ver bonden. Schatten zijn daarmede reeds zoek gemaakt en de resultaten zjjn onbeteekenend. Stukken gronds, die duizenden gekost hebben, zjjn weder tot den natuurstaat teruggekeerd, als de eigenaar den strjjd opgaf; bjj de minste moedeloosheid van den eigenaar *>g de minste bezuiniging keert de vroegere toestand terug, en alle schatten aan den grond besteed zjjn verloren. Tal van voor beelden vindt men daarvan op de Veluwe bijvoorbeeld. Ontginning door particulieren, met hoop op een redelijke winst voor den ontginner, DOOR B. (8 V. BURGGRAVIN D'AYMARET. Pierrepont was eerst van plan het ge hoorde gesprek dadelijk aan Mevrouw De Montauron mee te deelenzjj kon dan zien wie de fijnste parel uit haar juweelkistje en haar waardige onderwjjzeres waren. Maar na er een weinig over nagedacht te hebben, wilde bjj liever die meedeeling uitstellen en ua&Y bewaren als een later te gebruiken argument, wanneer zijne tante hem op nieuw zou dringen tot het nemen van een besluit. C -kweld door twijfelingen en besluiteloos heid, waarvan de lezer weldra de oorzaak weten zal, zoo hij ze nog niet geraden heeft, wenschte de jonge markies voor alles tjjd te winnen. Hij ging dus dien dag en de volgende dagen met zijn gewone beval lige Jioffeljjkheid voort en nam deel aan de genoegens op »Les Genéts*, terwijl zijn tante meende, dat hij ernstige karakterstu dien maakte, waarmede hij zich echter heel weinig ophield. behoort tot de vrome wenschen. Is kapitaal beschikbaar om heidevelden te ontginnen, dan is het aanleggen van bosschen misschien het eenige middel om te slagen, maar jaren lang moet men wachten op de eerste vruchten der geldbelegging, eerst de kinderen of kindskinderen zullen rente verkrjjgen van het kapitaal, daaraan besteed. Op onze heide velden kan men nog een andere wjjze van ontginning zien, waartoe weinig of geen kapitaal, maar voortdurende zware arbeid noodig is. Een eigenaar geeft zjjn daggelder een stuk land met een hutje, waarvoor onze Hollandsche werklieden zonden bedanken. De grond wordt voor een gedeelte diep omgespit, bemest door den afval, op de wegen bjjeengebracht en krjjgt men groen, dan moeten een paar geiten gelegenheid geven om meer grond te bemesten. Rogge, boekweit en aardappelen worden verbouwd en zoo ziet men langzamerhand het hutje in een huisje veranderen en de ontginning is volbracht door den noesten vljjt van den arbeider in zjjn vrjjen tjjd, want om in het eerst in de behoeften van zijn gezin te voor zien, moet hjj bjj den boer big ven werken. Niet alle gronden zjjn echter geschikt, om op die wjjze ontgonnen te worden. Het barre zand trotseert alle aangewende pogingen. Het plaggen steken is hoogst nadeelig om ontginning te bevorderen. Wordt de bovenste laag geregeld afgestoken ten be hoeve der potstallen, dan wordt de grond daardoor minder geschikt voor ontginning en toch: plaggen acht de Veluwsche boer een onmisbaar iets. Zonder plaggen geen voldoende hoeveelheid mest! Was het plaggen steken verboden ge worden, zooals in vroeger eenwen het ver branden, dan zouden zeker veel meer gronden, geschikt voor ontginning, aan wezig zjjn. Tegen het verbranden toch had men strenge verordeningen. Reeds in 1432 werd het in brand steken van heidevelden streng verboden. In het plakkaat van 7 Mei 1556 leest men: Hjj, die den brand zal gesticht hebben, zal verbeurd hebben Ijjf en goed. In 1688 en 1729 werden op nieuw strenge straffen bedreigd, alles om heibrand en boschbrand te voorkomen. Toch zjjn er bewjjzen dat reeds in de zestiende eeuw heidevelden in brand ge stoken werden om in den asch graan te zaaien. En jaarljjks worden wij nog aan iet verbranden herinnerd, zoodat die strenge straffen weinig baat hebben gegeven. Zoo zou waarsebjjnljjk het verbod van plaggen steken weinig geholpen hebben omdat de boer de plaggen niet kan missen in zijn bedrijf. Kunstmest alleen kan daarin ver- beplanten dan zal dit van grooten invloed I Zeitung* geschreven, dat de onder-officier andering brengen; en het was daarom voor zijn op de vochtigheid van den hodem, en Hoyer, wegens ergerlijke mishandeling toekomstige ontginningen zeer te wenschen spoedig zal men in den omtrek der bosschen dat het gebruik van kunstmest in onze kunnen voortgaan met de ontginning op I kleiner schaal. De werklieden en de bosschen kan gemaakt worden, dan krjjgt men een geschikten bouwgrond evenals bjj de veen- dergen, waar belangrjjke veenkoloniën ont staan als de grond eenmaal van de veenlaag bevrgd is. Schatten zjjn nog in den grond bedolven als men slechts den goeden weg inslaat om die er uit te halen. Woest en onvruchtbaar zien onze heide- velden er uit, maar komt de werkzame j hand, door voldoend kapitaal ondersteand, dan behoeft men niet aan een goed succes te wanhopen, tal van werkloozen kunnen daar werk vinden. De heide-maatschappjj kan nuttig werk- I zaam zjjn, indien zjj slechts voldoende onder steund wordt. Aanplant van bosschen is het middel om duizenden H.A. productief te maken en velen werk te verschaffen. Op ;de droogmaking van zeeën en plassen be- 1 hoeft niet gewacht te worden, de grond ligt gereed voor de werkzame handen, langzaam maar zeker kan men haar winsten ont woekeren, waarom dan gewacht? De werkloosheid van den voorgaan den winter heeft veler oogen geopend. Vooral in het Noorden des lands worden middelen ge zocht om in het gebrek aan werk op af doende wjjze te voorzien. De afdeelingen van den bond van orde door hervorming hebben alle op hun program: »Het beramen van middelen om aan de werkloosheid het hoofd te bieden*, welnu geen meer afdoend middel dan het ontginnen van woeste gronden daarop moet dan ook meer en meer de aan dacht gevestigd wordendaarvoor moeten kapitalen worden bjjeengebracht, want men vergete het niet, zonder groote kapitalen kan weinig of niets tot stand gebracht worden gaat men onze heidevelden met bosschen legenheid bestaat tot aanvoer der noodige zandstreken meer algemeen werd. Ontginning van woeste gronden is zeer zullen spoedig in eigen onderhoud kunnen goed mogelijk, niet slechts in het buiten- j voorzien door de ontginning der omliggende land maar ook in ons land zijn daarvoorvelden die daartoe geschikt zjjn, mits de ge- afdoende bewjjzen. Kennis en kapitaal is daartoe zeker noodig, maar die zjjn aan wezig als men slechts ernstig wil, als men overtuigd is dat de werkloosheid moet be streden werden door de woeste gronden, die daarvoor het meest geschikt zjjn. Aanleg van bosschen heeft bovendien nog dit onschatbare voordeel dat daardoor het klimaat verandert, het vocht wordt voor den grond behouden en de bladeren en naalden vormen in den loop der tjjden een I uitstekenden bouwgrond. Zijn de bosschen eenmaal zooverre dat het hout prodnetief zqner ondeïhoorigen,Keigeen in Kei DuiAacKe leger herhaaldeljjk voorkomt, gearresteerd is. Onder zjjn slachtoffers wordt vooral een soldaat genoemd, die door Hoyer zoo hevig tegen den onderbuik geschopt werd, dat de ingewanden verplaatst werden en op een zeker punt een enorm gezwel vormden. De meststoffen, want daarop komt zeer veel aan. 1 soldaat viel bewusteloos neer, Hoyer, som- Slaat men met ernst de handen aan het werk, wordt het kapitaal gesteund door den arbeid, en steunt het wederkeerig den jjverigen werkman, dan zou men spoedig groote veranderingen kunnen zien, die velen ten goede zonden komen. Daartoe dan ook de handen ineen geslagen. De kapitalist, de deskundige, de arbeider, allen hebben belang bjj bet welslagen en is men daarvan overtuigd, dan zal het zeker niet lang meer duren of spoedig zal de spoor trein ons door pas aangelegde bosschen voeren en het uiterlijke van het landschap zal geheel veranderen tot groot voordeel van het geheele land. De tjjd van overleggen is reeds lang voorbjj, de tjjd van handelen is gekomen Buitenland. Ondertusschen poseerde Mevrouw De Mon tauron eiken dag na haar middagslaapje voor Jacqnes Fabrice in haar groot wit salon met haar schoothondje op den schoot. Meestal was Beatrice bjj die zittingen tegen woordig. Maar uithoofde van zjjn bevoegd heid om te oordeelen over de kunst, kwam somtjjds ook De Pierrepont in het heilige der heiligen, waar hjj met levendige belang stelling het werk van den schilder scheen te volgen. Fabrice was bjj die gelegenheid getroffen over de oplettende hoogachting, die hjj aan de voorlezeres van zijn tante be- weest. Hjj was onder de bewoners van het kasteel de eenige, die haar als gelijke be handelde; alle anderen, vooral de vrouwen, richtten zich naar de barones en namen tegen de arme Beatrice een air van koude meerderheid en hoogmoedige bescherming aan. Fabrice bemerkte, dat het pjjnlijkste deel van haar werk de lezeres werd ge spaard als Pierre tegenwoordig was; hjj stond op om een stoeltje aan te geven, een busje te verplaatsen, een raam te openen of te sluiten, een bediende te schellen, het schoothondje uit te laten, kortom om aan al de grillen van een oude, ziekeljjke en vreesljjk zelfzuchtige vrouw te voldoen. Maar het scheen, dat de barones de voor keur gaf aan de diensten van Mejuffrouw De Sardonne. »Mjjn vriend, zei ze hem, 't is heel goed... ik dank u.^. en M^joff ouw Ge Sardonne zeker ookmaar ik moet open hartig zeggen, dat de hand van een man wel wat ruw is voor al die kleinigheden Alleen Beatrice kan mg een kussen in den rug leggen, zooals ik dat gaarne heb en zonder dat mijn pose verandertniet waar, Mjjnheer Fabrice? En dan ook, mjjn jongen, ik wil je niet zoo geheel in beslag nemenje bent hier zoowat de meester des huizes en moet je wijden aan mjjn gasten, die ook de uwe zjjn. Ga naar hen, mjjn vriendje zult me er genoegen mee doen Van alle vriendinnen harer kindsheid was eene enkele, die twee of drie jaar ouder was dan zij, Beatrice steeds getrouw gebleven. Dat was de burggravin d'Aymaret, eene nicht van Mejuffrouw De la Freillade, wier naam in het straks afgeluisterd gesprek zoo valsch verbonden was aan dien van De Pierrepont. Mevrouw d'Aymaret bewoonde gedurende het seizoen het kleine kasteel »Les Loges*, dat twee kilometer van »Les Genéts* lag. Zoowel buiten als te Parijs ging er zelden een week voorbjj, dat zjj Beatrice niet bezochtom deze vriendschaps plicht te vervallen, trotseerde zjj de zeer koele ontvangst van mevrouw De Montauron, welke een onbestemde vrees had, dat deze beminneljjke dame een hinderpaal zou zjjn voor het zoo begeerde huweljjk van haar Heef. Pierrepont, die, waarschijnljjk ten on rechte, geen zeer hooge gedachte had van vrouwendeugd, verhief steeds die van me vrouw d'Aymaret, en de barones maakte daaruit met haar gelgkvloersche logica op, Door de bladen wordt eenstemmig ge oordeeld dat de uitslag der herstemmingen in Duitschland een meerderheid voor de militaire plannen der regeering doet ver wachten. Sommige bladen berekenen den stand, als men de afgevaardigden, wier stem nog onzeker is, buiten rekening laat, op ongeveer 205 stemmen vóór en 192 tegen het ontwerp; andere meenen 210 voor stemmers te kunnen vinden. De »National Zeitung* wjjst daarenboven op het feit, dat een aantal leden van het centrum zich hun stemmen hebben voorbehouden en dus een eventueele meerderheid kunnen versterken. De »Vossische Ztg.« acht het nog niet ge heel zeker, dat de leger wet een meerderheid zal verkrijgen, zjj meent echter bg den tegen woordigen stand van zaken te moeten aannemen dat deze wet, zjj het ook niet zonder strjjd en misschien niet in den vorm, door de regeering er aan gegeven, ten slotte toch zal aangenomen worden. De strafkamer van het Landgericht ver oordeelde den Duitschen afgevaardigde Ahlwardt tot drie maanden gevangenisstraf, wegens beleediging van de gezamenljjke Pruisische ambtenaren, in 't bjjzonder die van justitie, in zjjne te Essen gehouden redevoering. Uit Erfnrt wordt aan de »Frankforter meerde hem op te staan en daar de on gelukkige onbewegeljjk bleef liggen, schopte hg hem in het gezicht, zoodat het bloed uit mond en neus stroomde. De soldaat werd naar de ambulance gebracht, met de bjj- voeging: »Bjj ongeluk gevallen.* Maar of schoon de schrik, dien Hoyer hem in boezemde, den soldaat in de eerste uren deed zwjjgen, werd hjj eindeljjk, door de onuitstaanbare pjjnen er toe gebracht, om alles te bekennen, tengevolge waarvan Hoyer gearresteerd werd. Naar verzekerd wordt, zal bg den Duit schen Rgksdag een ontwerp worden inge diend, waarbg de uitvoer van veevoeder ver boden wordt. Te Mannheim en in de omstreken zjjn bloedige botsingen tusschen de politie en het volk voorgekomen. Vele socialisten en eenige politie-agenten werden ernstig ge wond en een aantal personen in hechtenis genomen. Een Italiaansch graanhandelaar, heeft zich, na fr. 800.000 aan de speelbank te Monaco te hebben verloren, in het Hotel des Etrangersc aldaar met een pistoolschot van het leven beroofd. dat hjj met haar in ongeoorloofde betrekking stond. Wat er van zjj, mevrouw d'Aymaret was voor Beatrice in bare geheele verlatenheid eene troosteres van zeer groote waarde. Voor haar alleen durfde Beatrice somtjjds haar masker van ongevoeligheid afnemen en haar tranen laten vloeien Ed toch, zelfs voor haar bewaarde zjj haar geheim. Eens, toen de burggravin haar weenend in haar kamer vond, tegevolge van een dier vernederende scènes, welke het humeur van mevrouw De Montauron dikwjjls uitlokte, drong zjj bij haar aan, dat ze het huis der barones verlaten en bg haar zou komen inwonen. Beatrice aarzelde, maar na eenig nadenken zeide ze haar, terwjjl ze haar kuste Dankmaar verontschuldig meik ben niettegenstaande alles nog te trotsch om van de liefdadigheid te levenHier ben ik ten minste voor iets goed ik verval plichtenik bewjjs dienstenik ver dien mjjn broodbjj u zon ik geheel en al nutteloos zjjn.* En als haar vriendin harteljjk beproefde haar bedenkingen te overwinnen, ging Bea trice voort: >En dan, uw man zou me het hof maken.* Mevrouw d'Aymaret, die haar man zeer goed kende en wist, dat hjj in staat zon zjjn de heilige wetten der gastvrijheid te schenden, schudde trearig het hoofd en hield niet langer aan. Te Mondoxi, in het Noorden van Italië, heeft een man zjjn vader, moeder, twee zusters en twee broeders vermoord. Men zoekt den moordenaar te vergeefs. De zoon van den Griekschen afgevaardigde Traka is door den rooverhoofdman Kirilzo- pulo weggevoerd en Kirilzopulo eischt 150-000 frs. losgeld. Vroeger luitenant bg het Grieksche leger, werd hg verliefd op een jonge dame, die 150.000 frs. tot bruidschat had, en vroeg haar ten huwe ljjk. De jonge dame wees hem af en uit wanhoop werd haar aanbidder roover. En toen hg vernam dat zjjn beminde zich verloofd had met Traka's zoon, ontvoerde hjj dezen. Zoo de bruid hem ontgaat wil hjj althans de bruidschat hebben. Bg Kon. besluit heeft de Regeering in Griekenland een hooge belooning uitgeloofd aan hen, die er in slagen een of meer van d« roovers, die in den laatsten tjjd in De burggraaf d'Aymaret. zooals zooveel andere lieden op deze wereld, zou niets liever gewild hebben dan een volmaakt rechtschapen man te zjjn, matig, geregeld en een vjjand van schoppenvrouw. Als hg van 't spel, de vrouwen en tot overdaad toe van den wgn hield, kwam dit alleen, omdat hjj 't niet kon laten. Zielkundigen zouden hem waarsebjjnljjk als een sia.ht- offer van 't determinisme beschouwen. Maar een gewoon mensch noemde hem eenvoudig een deugniet. Hjj zag er goed uit en 't ontbrak hem niet aan verstand. Zjjn vrouw had veel van hem gehouden; maar hjj had haar zoodanig miskend, ontmoedigd en geplaagd, dat ze thans voor hem alleen onverschilligheid en verachting koesterde. Toch had ze een zeker medeljjden met hem als met een zieke; zelfs leende ze zich tot de zonderlinge rol, die hjj haar toedeelde en die hierin bestond, dat hg haar soms weenend deelgenoot maakte van zjjn verliezen bjj het spel en zijn liefdesavonturen, en haar bekende, dat hg niet buiten de vrouwen kon om hem te troosten, wanneer het spel hem ontrouw was, en niet buiten wgn, als de vrouwen hem ontrouw waren. Men zal zeggen, dat ze wel heel goed was, als ze daarnaar wilde luisterenmaar er zjjn buitengewoon goede vrouwen. /Wordt vervolgd.! Aaar den lOn druk van Octave Feuillet. 4 i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1893 | | pagina 1