el Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. FEUILLETON. Kunstenaars-Eer- Uitgever: L. J. YEESMAH, Heusden. M 1240. WOENSDAG 27 SEPTEMBER. 1893. VOOR Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 et. Elke regel meer 10 ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagmer- gen ingewacht. Bedelen is bij de wet verboden, en toch alom wordt geklaagd over den last, die door de bedelaars veroorzaakt wordt. Langs djjken en wegen ziet men ze gaan, dikwijls mannen in de kracht des levens, met eenige doosjes lucifers of velletjes postpapier en enveloppes, bjj wijze van koopwaar. Geen woning wordt overgeslagen, en niet zelden tracht men door vreesaanjaging of bedreigingen te verkrijgen, wat niet terstond en goed schiks gegeven wordt. Een knuppel doet dienst voor wandelstok, en zoo trekt men voort, dikwjjls van Maandag tot Zaterdag, des avonds zijn logies gereed vindende, dit met makkers deelende, en niet zelden samen verbrassende wat des daags is opgehaald des Zaterdags komt men op huis aan, en de vrouw, die door de openbare liefdadig heid onderhouden is, terwijl de man werk zocht, zoo het heet, mag bigde zijn als zij voor zich en de kinderen een karig deel van het gebedelde verkrjjgt. De winter is in aantocht, de werkzaam heden zullen minder worden en het getal bedelaars zal zeker weer toenemenhet vaste corps zal door de reserve versterkt worden, en ging men des zomers liefst twee aan twee om elkander gezelschap te houden, spoedig zal het drie aan drie zijn, de derde man toch brengt de spraak aan en het machtsvertoon is des te grooter Mag dat gedeeld worden, moeten de besturen daarin stilzwijgend berusten Men kan de bedelaars arresteeren en laten ver- oordeelen, maar daaraan zjjn kosten ver bonden, die men liever mjjdtieder is immers vrjj om al of niet te geven en werd niet gegeven, van zelf zouden de bedelaars het werk staken, omdat het de moeite niet loondeals de menschen geen werk hebben, niets verdienen, gebrek lijden, dan moet iets overgestapt worden; op alle slakken tch kan men geen zout leggen, en wat meer gezegd wordt, om met goed fatsoen de oogen te sluiten en het kwaad, want !<i*t is het in hooge mate, te laten voort woekeren. In het belang van allen, ook van de bedelaars, moet de bedelarij, zoowel de open bare als de vermomde bestreden worden. Als een volwassene met koopwaren loopt, die geen tien cents waard zijn, dan is hij geen venter, geen koopman, dan beoogt hij iets anders, dan moeten die enkele doosjes lucifers of die velletjes postpapier zjjn bede- larjj niet kunnen bedekken. XIII HARTSTOCHT. Het wjjze vrouwtje bracht den nacht in groote opgewondenheid door ze stelde zich alle waarschjjnljjke gevolgen voor van de ernstige mededeeling, die ze aan Pierrepont had moeten doen. Ze was haar ontperst door zulk een gebiedende noodzakelijkheid, dat haar geweten haar niets kon verwijten. Ze twijfelde er niet aanof ze zelfs tot dien prijs wel verplicht geweest was een persoonlijken en bloedigen strijd tus- schen Pierrepont en Fabrice te verhinderen. Maar het smartte haar toch zeer, dat ze tot dit uiterste gedrongen was geworden. Ze kon zïcli niet verbergen, dat de omstandig heden voortaan Beatrice in een uiterst moeilijke positie zouden plaatsen tegenover den man dien ze lief had en die thans in 't bezit was van haar geheim. Haar vriendin onkundig er van te laten dat Pierrepont alles wist, kon niet batenwant ze kon niet hopen, dat Pierrepont zich tot dezelfde terughouding verplicht zou achten't was onmogeljjk te vooronderstellen dat hg thans Zoo moet men het openbaar gezag niet kunnen bedriegen. Wij leven in den tjjd van vereenigingen en verbonden. Vreemde bedelaars kunnen zoo gemakkelijk geweerd worden en de eigen bedelaars zjjn ge- makkeljjk te controleeren. Indien men slechts ernstig wil, kan hier een eind aan het gebedel van vreemden gemaakt worden, als gemeentebesturen en particulieren slechts willen samenwerken. Komen de burgemeesters overeen om alle bedelarij opentljjk of vermomd te keeren door de bedelaars terstond op te zenden naar de gemeente van waar zjj afkomstig zjjn, en wekke zjj de ingezetenen op om in geen geval aan vreemde bedelaars geld te geven, dan zouden spoedig de bedelaars van professie, want het is ook een beroep, verdwjjnen; het zaakje zou niet genoeg opbrengen. Zou het niet mogeljjk zjjn in onze streek zulk een vereeniging tot stand te brengen? Zou dit vooral voor het binnenland geen groote verbetering zjjn, daar toch heeft men altjjd veel last van vreemde bedelaars en is men huiverig voor het nemen van af doende maatregelen. Wie neemt het initiatief voor zulk een verbond, het anti-bedelaarsverbond voor het Land van Heusden enz. Maar die bedelaars, zjj moeten toch ook leven, het zjjn toch ook menschen, mis schien door de toenemende werkloosheid tot dit uiterste gedwongenWelnu, heeft dat verbond een maand gewerkt, dan zal men reeds weten wat daarvan is. De bedelaars toch zullen niet door een proces-verbaal bedreigd worden, waarmede zjj den spot drjjven maar zjj zullen over gebracht worden naar de gemeente waar zjj tehuis behooren, en daar zal men zeer goed weten, met wien men te doen heeft daar zal men het best kunnen beoordeelen of de noodzakeljjkheid tot bedelen ge dwongen heeftdaar zal men maatregelen kunnen nemen, in het belang van het gezin. Maar waartoe is dat noodig? Geeft men niet, dan zal de bedelarij van zelf ophouden. Dit is zeker gemakkeijjk gezegdde inge zetenen getroosten zich echter over het geheel liever een kleine gift dan al de lasten, die het gevolg zjjn van een proces verbaal. Zjj geven liever een paar centen dan zich al de moeiten op den hals te halen, die het gevolg zjjn van een aan klacht. Wordt de bedelaar eenvoudig opge zonden naar de plaats waar hjj tehuis behoort, dan zal dit voor velen, ja voor allen geen bezwaar zjjn en men zal de politie zooveel mogeljjk de hand reiken, wat nu wel eens te wenschen overlaat met het oog op de gevolgen. De ingezetenen zullen dus, als die maat regel genomen wordt, van veel last ont slagen zjjn en voor de gezinnen van de bedelaars zal op betere wgze gezorgd kunnen worden, terwjjl alleen de bedelaars uit lief hebber ij, de luiaards, die liever zoo, dan door werken in hun behoefte voorzien, be nadeeld zullen worden, en daarmede behoeft men waarljjk geen medeljjden te hebben. In afwachting dat men vereenigd tegen het kwaad optreedt, kan door de ingezetenen reeds veel gedaan worden, als men het geven van giften in geld nalaat en alleen brood of ander voedsel verstrekt; door hen, die waarljjk behoeftig zjjn, zal dit met graagte ontvangen wordende bedelaars van pro fessie zullen daarop echter volstrekt niet gesteld zjjn; zjj zjjn het beter gewoon, zjj willen geldwant zjj maken liefst zelf het menu van hun souper op. De winter nadert, zal niets gedaan worden om den stroom van bedelaars te keeren Moet gewacht worden tot de klaehten algemeen zjjn, tot men geen raad weet om het kwaad te keeren? Nu de handen ineengeslagen, terwjjl het nog tjjd is. Spreken de burgemeesters af om alle bedelaars en quasi-kooplieden op te zenden naar de plaats waar zjj tehuis be hooren dan zou men spoedig weten in hoe verre de nood drongA lleen door vereeniging is het kwaad te keeren dat op het platte land steeds grootere afmetingen aanneemt. Verzet de wet zich tegen afdoende maat regelen, dan moet de wet zoo spoedig mo geljjk gewjjzigd worden. En in het belang van de maatschappij in het algemeen en in het belang van de bedelaars, die door den nood gedwongen worden, is het noodig dat aan het gebedel een einde wordt gemaakt. Nog eens, wie zal in onze omgeving daartoe het initiatief nemen ^Buitenland. met de verachting van Beatrice beladen zou willen big ven, zonder een woord van ver ontschuldiging, van rechtvaardiging, van berouw tot haar te spreken, al was 't alleen over zjjn gedrag en beleedigende woorden van den vorigen dag. Zoodra een verklaring onvermijdelijk was, meende nievr. d'Aymaret, dat deze minder gevaarljjk en meer passend zou zijn uit haar mond dan uit die van Pierrepont, en ze besloot zich er mee te be lasten. Wat de nieuwe verhouding betreft, die tusschen Beatrice en De Pierrepont ont staan zou, zag ze niets beters, dan een be roep te doen op 't gevoel van eer, dat ze beiden bezaten. Zelve openhartig en oprecht, stelde ze een edelmoedig en misschien te groot vertrouwen in openhartige en oprechte middelenook kon ze in de tegenwoordige omstandigheden geen betere vinden. Met deze voornemens ontving ze den markies De Pierrepont, toen hjj den vol genden dag, op 't afgesproken uur, zich bjj haar aanmeldde. Hjj was zeer ernstig en zjjn schoon, een weinig lijdend gelaat, droeg geen enkel spoor van den hateljjken lach, dien het sinds eenigen tjjd had vertoond. Verzeker mjj eerst, lieve Mevrouw, dat ik niet heb gedroomd, wat gjj me gisteren hebt toevertrouwd.* »Ge hebt het niet gedroomd. En laten we nu beiden als 't mogeljjk is eens verstandig spreken. Ik heb u bevrjjd van een kwelling, die aan uw hart knaagde 't Was wel wat tegen mijn zin, dat beken ik maar toch moet ge er mjj een weinig dankbaar voor zjjn.« Onlangs heeft het Antwerpsche gemeente bestuur eene commissie benoemd uit leden van den raad en van de Kamer van Koop handel, welke rapport zou uitbrengen over de verschillende plannen, zoowel vroeger als nu door verschillende personen in ver gaderingen of in de pers opgeworpen over een directen waterweg van Antwerpen naar den Rjjn. In de gisteren verschenen Ant- »Zeer veel!* »Dat zullen we zien. Laat ons de zaken bjj haar naam noemen. Ge bezit thans het geheim van Beatrice! Ge weet, dat ze u zeer heeft bemind en dat ze, in plaats van u te verraden en op te offeren, zich zelf heeft opgeofferd. Ze heeft zonder twijfel thans andere genegenheden, andere plichten, en ge zoudt nooit slagen, ik ben er zeker van, haar daarvan af te trekken maar zoo gjj van mjjn gedwongen vertrouwen mis bruik maaktet, zoudt ge toch haar rust kunnen verstoren en mjj, mjjnheer, als dank voor den dienst, dien ik u heb be wezen, zoudt ge in een afgrond van ver driet storten.* »Zeg wat ge wilt, dat ik doen zal.* Mjjnheer De Pierrepont, ge zjjt voor altijd gescheiden van de vrouw, met welke gjj gehoopt had u te verbinden, en die u beminde, zooals gjj haar lief hadtdat is een groote droefheid, een groot ongeluk. Maar 't is geschied en onherstelbaar. Ge moet. thans slechts trachten uit de schip breuk te reddeD, wat er uit gered kan worden. Ik vraag u niet Parijs te verlaten en Beatrice niet meer te zien, ik zou vreezen dan te veel te vragen Maar ik vraag u, dat ge haar zult weerzien als een vrouw, van wie ge voortaan niets anders verlangt dan achting en vriendschap. Ge zult daartoe misschien moed noodig hebben, maar hebt ge niet gezegd, dat ik u den moed had terug gegevenen de eer?* Mevrouw ik hoop het u te bewijzen.* »Ik dank u,« zei de jonge vrouw een werpsche bladen deelen nu de heeren Henri Maas en Antoon Moorgat mede, dat door hen aan de bovengenoemde commissie een plan is ingezonden, hetwelk zich hierdoor aanbeveelt dat het voldoening geeft aan de partjjgangers van verschillende plannen* verder is het voordeel daarvan dat »het doorsteken van bergland* vermeden wordt en eindeljjk dat deze weg korter is dan die van alle andere plannen. Zjj geven de rich ting van het door hen ontworpen kanaal in de volgende woorden aan: Niet het graven van eene vaart over Venloo naar Uerdingen, noch over Yisé naar Keulen, maar wel het benuttigen van de Kempische vaart van Antwerpen tot Boeholt; eveneens van de vaart van Maas tricht naar 's-Hertogenbosch tusschen de punten Boeholt en Neeroeteren, om van daar naar de Maas te graven, dan door Hollandsch Limburg over eenen afstand van 7 tot 8 kilometer, en zoo naar Erkelenz in Duitschland, van waar eene vertakking naar Keulen zou loopen, en een andere naar Uerdingen met eene ondervertakking naar Neuss.* Het bestuur van den Onaf hankeljj ken Kongo-staat maakt bekend, dat de mail stellige berichten heeft medegebracht omtrent den dood van Emin Pacha. Luitenant Dhanis is in het bezit van een koffertje, waarin zich een schat van documenten van den geleerde bevinden, waaronder de resul taten van botanische onderzoekingen en zjjn dagboek, tot zjjnen dood bijgehouden. Dit koffertje bevond zich in handen van den Arabier Saïd bin Abedi, die niet vreemd zou zjjn aan den moord. Deze zou, volgens de berichten, het gevolg zjjn van de volgende gebeurtenissen Saïd bin Abedi was in oorlog met Muini-Moharra, die Saïd's moeder had ge dood. Saïd maakte Moharra gevangen en wilde hem dooden, maar andere Arabieren kwamen tusschenbeide en verjoegen Saïd uit Nyangwe. Saïd zwoer wraak op Moharra, dien hg in vereeniging met de blanken zou tuchtigen. Toen kwam het gevecht van Riba-Riba, waar de Arabieren zoo ge voelig geslagen werden. Moharra, ver nemende dat Saïd bjj Emin Pacha is en op Kibonge aantrekt, achtte zich bedreigd en liet in zjjn wanhoop Saïd weten, dat als deze Emin Pacha niet ombracht, hjj het geheele land, hetwelk Saïd's bestuur erkent, verwoesten zou. En voor deze be dreiging zou Saïd bin Abedi gezwicht zjjn. Emin Pacha moet omstreeks den 20en October vermoord zjjn. Zjjn gids Ismaili doodde hem, op bevel van Saïd bin Abedi, maar vooral van Kibongé. Cette in het Zuiden van Frankrjjk is door een geweldige storm geteisterd. De cycloon, die uit zee kwam opzetten, verwoestte de villa's buiten de stad, en veroorzaakte groote schade aan het goederenstation van den spoorweg. De rails werden over een lengte van 20 meters losgewerkt en een aantal wagens omvergeworpen. In de haven werden eenige schepen losgerukt en van hun masten beroofdhet kantoortje van den havenmeester woei omver en zjjn boeken vond men 400 meter verder terug. Twee personen werden in het water ge slingerd en verdronken; anderen bekwamen kwetsuren. De schade wordt op eenige honderdduizenden fr. geraamd. In een tinmjjn te Dalcoath in Corn wales zjjn, tengevolge van het instorten van een gang, acht werklieden levend begraven. Nadat een geheelen nacht was gewerkt, hoorde men een der acht mannen zingen; de ongelukkige zong een psalm. Op de vragen antwoordde hjj, dat hjj het licht van de werklieden zag. Ook met twee andere der levend begravenen werd gesprokeneen verklaarde, dat hjj lucht genoeg had om 't nog een tjjdlang uit te houden, maar dat hjj zoo was ingesloten door rotsblokken, dat hjj geen vin kon roeren. Een ander kon eenige stappen op en neer loopen. 't Zou nog geruimen tjjd duren eer men de menschen kon naderen. Van den man die psalmen zong is in geen 4 uur wat gehoord, zoodat men vreest dat hjj is gestikt. Waarschjjnlgk zullen er maar 2 van de 8 levend worden te voorschjjn gebracht. Een later bericht meldt, dat slechts één man gered is. Deze had daarin 48 uur zonder licht, voedsel en drinken doorge bracht, 2500 voet onder den grond. Zoodra hjj weer boven was, wandelde hjj zonder steun naar huis. Men hoort niet meer zingen en heeft geen hoop meer voor de 7 andere levend begra venen; reeds zjjn 2 ljjken ge vonden. De geredde was de jongste der mannen, een 18-jarig jongeling. weinig aangedaan. Maar om u daarbjj te helpen, voegde ze er lachend bjj, zult ge me toestaan dat ik eenige voorzorgen neem, die mjjn oude vriendschap en ondervinding me ingeven Onder alle omstandigheden, die uw moed op den proef kunnen stellen is er tenminste één, die ik kan voorzien en u besparen Ik verzoek u geen recht- streeksche verklaring met Beatrice te hebben. Dat zou u beiden te veel aandoen. Ik zal haar op de hoogte stellen, nog heden; en gjj hebt u slechts bedaard bij Fabriee te vervoegen, even als vroeger. Ik beloof u, dat hij u goed zal ontvangen. Men zal geen enkele toespeling maken noch op 't ver- ledene, noch op 't heden en gjj belooft me, niet waar, dat gjj van uw kant er evenmin een zult maken dat gjj een goed oud vriend zult zjjn, zooals ge voor mjj zjjt en niets meer? >Ik beloof het u, en dat beteekent voor mij niet veel, want wat gjj me aanbiedt zal me zoet schijnen, na al wat ik geleden heb.« »'t Zjj zoo en nu zend ik n weg ik ga naar haur. Ik heb haar beloofd heden ochtend te zuilen komen.* »Maar, mevrouw, als ge me verbiedt mjj te verontschuldigen, te rechtvaardigen, moet ze goed begrjjpen >lk zal haar alles zeggen Als ik u niet schrjjf kunt ge haar bezoeken, zoodra ge wilt; liefst op Maandag, dat is haar bezoekdag dan wordt ge minder opge merkt onder de menigte; dat zal minder hinderljjk zgn. Maar de tjjd dringt. Slavenhandel. Uit het verslag van een Engelsch eonsul in Tripoli: Het is een feit, dat de slavenhandel door de Muzelmannen nog steeds als een geoor loofde handel wordt beschouwdwordt iemand deswege gevangen gezet, dan ziet het volk een martelaar in hem. Goeden dagEn ze verlieten elkaar. Nog onder de smartelijke indruk van 't voorval in den vorigen avond, had Beatrice haar angst niet voelen verminderen, toen ze in den ochtend een kort briefje ontving, waarin mevrouw d'Aymaret haar voorbe reidde op een ernstige mededeeling. Zoodra ze haar zag komen, liep ze op haar toe met een gloeiend gelaat en vroeg: »Wat is er?« »Ik breng je vooreerst de verontschul digingen van De Pierrepont en dan de ver zekering, dat we ons niet langer zullen te schamen hebben over onze vriendschap voor hem.* »Is 't waar!* riep Béatrice in een uit barsting van gelukkige verrassing haar handen vouwend. »Ja, maar 't is een genoegen, dat ik duur betaald heb Ga zitten, dan zal ik je de geschiedenis vertellen. Ze verhaalde haar toen het stormachtige j gesprek, dat ze den vorigen avond in 't kleine salon van het theater Francis met den markies gehad had, zonder er de ont knooping van te verzwjjgen. Ze had Béatrice veiraden Maar ze had het gedaan om haar te verdedigen tegen onbillijke, wreede ver denkingen, om een ongelukkig misleide en wanhopige tot zich zelf te brengen, en ook vooral, om 't gevaar van een betreurens waardig duel af te wenden. Béatrice, die haar met groote belang stelling gevolgd had, kon slechts antwoorden door haar Handen te kussen. Aaar den iOn druk van Octave Feuillet. door B. (33 f II UI Ui util uuvyUu

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1893 | | pagina 1