IVIostsrdfahridk
IJzer- en
GEORGE DUFAY Zn.,
astpapier
astranden
Bruin Brood.
Kamer- en Keukenstoelen
Oliene en Loog.
Quina Laroche
Salmiak-Pastilles.
LAS KLF.1S
Specerij - Malerij
WÊÊÊmÊÊÊÊMÊÊÊÊÊÊÊmm
Levend begraven in China.
ïHertoptacli, Nooriwal.
L. VEERMAN te
Specialiteit in Stuwschroeven.
99
Proefnummers van het
Schapenmarkt A 436, 's-BOSCH.
Solide afnemers gevraagd.
Slaalhoudende Quina Laroche
gwne omtrent diens geestvermogens iets
meer wilde weten, wendde zich schriftelijk
tot dr. Schermers, geneesheer-directear van
het krankzinnigengesticht en vroeg dezen
tevens of Ter Bruggen geen verlof, om het
gestieht voor een bepaalden tjjd te verlaten,
zou kunnen erlangen.
Hierop kreeg bij ten antwoord, dat de
directeur nog weinig verschijnselen van
krankzinnigheid had ontdekt en voor het
geven van verlof de toestemming van de
vrouw van Ter Brugge noodig had.
Toen dese brief in onze handen was ge
steld, vo»den wjj het noodig een der onzen
te zenden naar het gesticht >Bloemendaal«,
ten einde den directeur af te vragen, wat hg
bedoelde met de woorden: »nog weinig ver
schijnselen van krankzinnigheid te hebben
ontdekt.* Zjjn beleefd antwoord luidde, dat
deze woorden beteekenden, »dat bij tot
dusver niet eenige termen had gevonden om*
Hermanns ter Bruggen »in het gesticht te
houden en dat deze vermoedelijk krachtens
de wet (art. 28, sub 1°) »in den loop van de
week zou ontslagen worden als geen blijken
van krankzinnigheid te hébben gegeven.
Na deze vrjj apodictische verklaring van
dr. Schermers vonden wjj het noodig een
bezoek te brengen aan dr. Delpratwjj
wezen hem op de meening der brievenbestel
lers, op het schriftelijk attest van den heer
postdirecteur en vroegen hem toen, wat
hem toch wel genoopt had de bjj de wet ver-
eischte verklaring af te geven dat Hermanus
ter Bruggen krankzinnig was. Het antwoord
lnidde: >Niets noopt me n die motieven
mede te deelen; dat zjjn doctorszaken.*
Daarna brachten wjj een bezoek aan den
geneesheer-directeur van het Wilhelmina-
Gasthuis*, die er ons op wees, dat aan alle
formaliteiten, door de wet gevorderd, was
voldaan, en das de opname geschiedde tot
den tjjd, dat elders verpleging mogeljjk zou
zjjnwaarna Ter Brnggen was opgezonden
naar >Bloemendaal«.
Ook hg zag nu juist niet in Ter Bruggen
een zeer ernstigen patient, maar had toch
verschillende zaken vernomen, o. m. de
minder goede verstandhouding tusschen
man en vrouw en het misbruik maken van
sterken drank, dat aanleiding kon geven
tot abnormaliteit van den geest. Dat mis
bruik maken van sterken drank zou zelfs
oorzaak zgn geweest van straf, hem opge
legd in de uitoefening van zgn betrekking.
De geneesheer-directeur van het Wilhel-
mina-Gasthuis* had een brief om inlichtin
gen ontvangen van dr. Schermers, en hg
had cjezen medegedeeld wat hjj van de
zaak wist.
Wjj hebben toen dadel jjk een onderzoek
ingesteld, naar de beschuldiging van mis
bruik,^ van sterken drank maar. volgens de
verklaring van den cbef-hoofdbesteller had
de man zelfs nooit eenige straf opgeloopen
voor het vergrjjp, waarvan hjj beschuldigd
werd en sloot deze nhef-hoofd bestel Ier zich
geheel aan de verklaring van zgn directeur,
dat .Hermanns ter Bruggen »steeds goed ge
noteerd stond.* Hg had zelfs Ter Bruggen
te Loosdrecht opgezocht, had een paar uur
mei hem aldaar op het uitgestrekte terrein
van »Bloemendaal< rondgewandeld, de ge-
heele lijdensgeschiedenis uit zgn mond ge
hoord en geen spoor van krankzinnigheid
bjj hem ontdekt.
Wel bleek uit dat verhaal, dat de ver
houding tnsschen man en vrouw niet te
best was.
Wjj twgfelen er geenszins aan of Ter
Bruggen zal worden ontslagen al zou het
dan zgn krachtens art. 81 van bovenge
noemde wet; toch doet zich in deze zaak
het zonderlinge, bjjna ongelooflijke, feit
voor, dat iemand, op zgn zachtst genomen
door een vergissing, minstens zes weken
in een krankzinnigengesticht kan zgn op
gesloten, zonder daaraan zelf iets te kunnen
doen.
Misschien ware dit alles niet gebeurd, in
dien de kantonrechter, die volgens art. 17
de machtiging tot opname verleent, gebruik
had gemaakt van de bevoegdheid hem ge
geven bjj al. 3 en 4 van genoemd artikel
om den persoon, wiens plaatsing verzocht
is, te hooren, al of niet in tegenwoordig
heid van een geneeskundige door den rechter
aan te wjjzen.
»Tpch bljjft het de vraag, of de wet-
»geving op het opnemen van krankzinnigen
»niet eenigszin8 behoorde gewjjzigd te wor
gden, opdat er nog betere waarborgen tegen
>deze soort van vergissingen worden ge-
>geven, dan nu het geval is.«
Neêrlandsch Indië.
Aan een brief, den 13en uit Kotta-Radja
■aan de Java-Bode* geschreven, ontleenen
wjj het volgende:
Lambari en Anagaloeng hebben het hard
te verantwoorden en kosten ons van tjjd
tot tgd gewonden. De vjjand zit als in
Abraham's schoot door dat de Ajeh-rivier
hem van ons scheidt en ons belet, van de
bajonet gebruik te maken. Het voren op
een zoo gedekten tegenstander, die daarbjj
uitstekend verstoppertje spelen kan, big ft
uatuurljjk altgd maar van betrekkelgke
waarde. Als ik nu nog vertel, dat het
voorgekomen is en nog voorkomt, dat onze
troepen op plm. 50 passen afstand bescho
ten werden, dan zal het wel een ieder
duideljjk zgn, dat het transportloopen in
die streken allesbehalve aangenaam is en
ons nog menig offer zal kosten, als men
er niet toe overgaat, den rechteroever der
Atjehrivier ook te bezetten, door het op
richten eener tijdelijke versterking. Dat het
plan er toe bestond, meldde ik u al eene
vorige maal, maar nu, na ruim een maand,
Onze panglina prang besar is heden, ge
steund door eene sectie bergartillerie, be
gonnen onze tegenstanders te verdrgven. In
het plan ligt Senolp, Djerir en Pajaoe te
vermeesteren en dan te Lam Dam een post
op te richten.
De vijand gaf in den laatsten tgd weder
vele bewijzen van werkzaamheid, o.a. door
het herhaald en hevig beschieten van Boekit
Daroe, zoowel 's nachts als over dag. Den
7en kostte dit nachteljjk vuur ons één doode
(Europeesche fuselier) en twee licht gewon
den (Inlandache fuseliers). Het is duideljjk,
dat men van onze zjjde zich ook duchtig
met artillerie- en iufanterievuur weerde met
welk gevolg is echter niet bekend. Den vol
genden dag rukte eene colonne van het 3e
bataljon uit. Geen vjjand werd echter meer
aangetroffen.
Wees het bovenstaande al op een niet
zeer gunstigen toestand, het feit, dat gis
teren (12 Februari) Toekoe Ateuh met 200
volgelingen 's vijands zjjde heeft gekozen,
duidt op aanstaande verwikkelingen, waar
van het einde niet is te overzien. Ook is het
door ons op den rechteroever van de Atjeh
rivier opgerichte blokhuis door kwaadwilligen
bezet. Op heden den 13en Februari is het
3e bataljon weer geconsigneerd, om op het
eerste sein met twee compagnieën en eene
sectie berg-artillerie te kannen uitrnkken.
Het is mg nu niet recht duidelijk, waarom
de bestraffende hand zoolang moet uitbljjven.
Naar mjjne meening had desnoods heden
nacht reeds moeten uitgerukt zjjn geworden
om de schuldigen streng te straffen, en was
het gebleken dat het bericht niet geheel
jnist was, welnu, een beetje plotseling
machtsvertoon kan geen kwaad.
Van verschillende kanten hoort men
echter ongunstige berichten. Zoo werd op
Edi de afkomende wacht (6 man onder
een korporaal) van de Boekit Roembia
overvallen, met het gevolg, dat wjj drie
gewonden kregen en vier geweren verloren
gingen.
Op Analaboe was men met behulp van
hulptroepen bezig den vjjand te verdrgven,
en was men daarin geslaagd. Den laatsten
dag der operatiën is eene afdeeling onder
den le luitenant P. v. d. Molen in eene
hinderlaag gevallen. Bjj deze gelegenheid j
kreeg genoemde officier vgf klewanghouwen
zjjn toestand is echter bevredigend. De
Atjehers lieten zes dooden achter, zoodat
onze soldaten wel hun plicht scbjjnen ge-:
daan te hebben.
Pitt schrjjft uit Kotta-Radja aan het
tBat. Hbl.«, dat het bericht van eenen
tocht naar Kemala een verzinsel is. Waar
toe zou het ook dienen? Ons bestuur geeft
om den president-sultan zoo weinig als de
Atjehers zelf. Op ons naderen zou hg een
voudig dieper het land intrekken, en Kemala
is van geen strategische waarde.
Hg schrjjft verder: Nabjj Anagaloeng
is weer een nieuwe post opgericht namelgk
Lamsoet; de bezetting bestaat uit twee
officieren en zestig minderen, voorde artil
lerie is een mitrailleur aangewezen. Blang
Tjoet wordt voortdurend door de maréchaus
sees bezet. Door de genie zijn twee groote
defensieve wachthnizen vervaardigd, om bjj
de bruggen tnsschen Lambaroe en Lam-
reng bjj de Kroeng Tandjoeng opgericht
te worden.
Van den overloopen Atenh schrijft Pitt:
Wat de man daartoe bewogen heeft is
niemand duidelijk. Die Toekoe is een vrjj
onbeduidend persoontje; een zenuwachtig
manneke, dat zelfs geen stom woord maleisch
verstaat. Zgn overloopen schjjnt echter op
ernstige gebeurtenissen te wjjzen, want ook
de vrouwen en kinderen hebben, met mede-
nemen van hun vee, de kampongs verlaten.
Toekoe Djohan is er op uitgegaan, om de
af/allige Toekoe Ateuh op te zoeken en hem
weer naar zgn kampong te brengenof het
onzen slimmen vogel zal zgn.
Ook Toekoe Nja Bantah is een vriend
daar we al weinig aan hebben. Bjj uit
nemendheid laf durft hjj niets te beginnen
zoolang er niets bjjzonders gebeurt bljjft
bjj rustig in zgn bentings zitten, doch nauwe-
ljjks komt het er op aan, of hjj gaat er van
door. Eenige dagen geleden heeft hg weder
daarvan bet bewjjs geleverd, door zonder een
schot te lossen vier bentings in de buurt
van Pajaoe te verlaten, toen de djahats te
veel opdrongen.
Men schr jjft uit Solo aan het »Soer.-Hand.«
Volgens berichten uit Klatten is daar in
de laatste dagen een lichte aschregen ge
vallen. Uit de bnürt van de ondernemingen
Gemampir en Tjepogo en omliggende dessas
en van Bojolalie komt hetzelfde bericht. De
Merapi leverde een paar nachten geleden een
prachtig gezicht op; wist men niet dat de
berg aan het werken was, men zou aan
eenen grooten boschbrand denken. Het leken
nu eens bliksemflitsen die uit den krater
schotendan weer zag men een gloeienden
lavastroom, een kolossale vunrslang geljjk.
Een enkele maal worden zware schoten ge
hoord.
geving; hnn familie of de plaats waar in
zjj wonen. Zoo b.v. de onverbeterlijke spelers
de dieven van professie, de aan opium ver
slaafde ongelnkkigen, de raelaatschen enz.
De Fransche zendeling Piton, die lange
jaren in het Hemelsche Rjjk heeft doorge
bracht, is in de gelegenheid geweest tal
van gevallen, van dien aard bg te wonen
in de districtèn waarin hjj woonde of die
hjj doortrok. Zoo verhaalt hjj o.a. dat in
het district Tchong Lok, waar hg van
1865 tot 1872 gevestigd was, een gezin
woonde, waarvan het hoofd een harts-
tochteljjk opiumschuiver was. Wanneer hg
een goede hoeveelheid van dat vergift had
verbruikt en het begon zjjne gewone uit
werking te vertoonen, verloor de dronkaard
zoo kan men hem gerust noemen den
last tot werken en verwaarloosde hg zgn
eigendommen en landerjjen, zoodat de oogst
niet bjjzonder mede viel en hg van de op
brengst daarvan een hoeveelheid op'um
kocht, waarvan binnen weinig tjjds ook
niets meer te vinden was. Wat te doen?
Er bleef hem niet veel anders over dan de
verschillende leden van zjjn gezin te ver-
koopen, met welk denkbeeld hg zich zonder
veel gemoedsbezwaren verzoende. Hg begon
met zich van zgn vrouw te ontdoendaarna
kwam de beurt aan zgn zoons. Hg verkocht
er twee of drie, maar op dat oogenblik,
waarop hg zijn jongstgeborene hetzelfde lot
zon doen ondergaan, trad hem de zendeling
Piton in den weg, die door een bloedver
want van den dronkaard, welke tot het
Christendom was overgaan, was aangezocht
om te beproeven den ongelukkige van zgn
noodlottige passie te genezen. De zendeling
deed alles wat in zjjn vermogen was om
den opiumschuiver tot inkeer te brengen;
het mocht niet baten. Eerst beloofde deze
alles wat men wilde, doch dan deed de
kracht der gewoonte rich opnieuw en met
te grooter hevigheid gelden; hjj verdween
om weinig dagen later terug te komen en
zgn jongsten zoon te verkoopen. Toen ook
van het geld van dien verkoop niets meer
te vinden was, nam hij zgn toevlucht tot
diefstal, ontstal hjj zgnen verwanten wat
hjj machtig kon worden en ging hg zelfs
zoover, dat hg zich niet ontzag de doeken,
die het dak van den tempel zjjner voorouders
bedekten te verkoopen. Zulk een heilig
schennis deed de familie besluiten tot het
uiterste middel haar toevlucht te nemen:
op een goeden dag traden vier of vgf sterke
kerels zgn woning binnen en deelden hem
zonder veel omslag mede, dat de familie hen
had gezonden om hem uit den weg te ruimen
en levend te begraven. De aldus ter dood
veroordeelde uitte geen enkele klacht, protes
teerde op geen enkele wjjze. Kalm stond hg
op en volgde de mannen naar een dal, waar
een versch gegraven kuil hem wachtte. Voor
hjj zich liet begraven, vroeg hg niets anders
dan dat men hem het
en men behoefde slechts de komst der ljjk-
dragers af te wachten. Maar, o, ontzetting,
daar beweegt zich de doode, hg ontwaakt
en verklaart, dat hjj een langen en ver-
kwikkenden slaap heeft genoten.
De zoon, aldus in zgn verwachtingen
teleurgesteld besluit, al vloekend, den lijk
dragers kennis te gaan geven, dat ze zich
maar niet moeten derangeeren. Maar daar
kwamen ze reeds met haastigen tred, tuk
op het hun beloofde loon en onwillig, te
vertrekken zonder dat zjj de zilverlingen
hebben opgestreken. Na een korte beraad
slaging komt men overeen dat de zieke de
zaak tot een oplossing zal brengen, door
zich te laten begraven en zonder een
oogenblik te verliezen, wordt hem dit mede
gedeeld. Hjj begint met eenige tegenwer
pingen te maken, maar hjj begrgpt spoedig,
dat elke tegenstand nutteloos is en daar
men hem voorspiegelt, dat het hier naraaals
zooveel beter voor hem zal zgn, geeft hij
eindelijk zgn toestemming. Een kist wordt
gehaald, alsmede een pak mandarjjnskleeren,
dat den veroordeelde zal worden aange
trokken, als een blijk, dat men hem erken-
teljjk is voor den dienst, dien hjj zgn familie
bewgst. Intusschen is het reeds laat ge
worden en wordt de executie tot den volgenden
dag uitgesteld.
Reeds bg de eerste morgenschemering
wordt met de verdere toebereidselen een
aanvang gemaakt. Een heerljjk maal wordt
aangericht, men laat het zich goed smaken
en daarna zet de stoet zich in beweging.
Voorop gaat de ledige kist, dan volgt de
veroordeelde en daarna komen de »trooste-
looze* verwanten. Aan den rand des grafs
gekomen maakt de melaatsche zgn toilet;
met zeker welbehagen trekt hg de manda
rjjnskleeren aan, neemt een goede hoeveel
heid opium in enlegt zich ter ruste in
de kist. De zoon slnit het deksel en de kist
wordt nedergelaten in de groeve, met wee
moed nagestaard door hen die hem gekend
hebben en door allen, die zich zgn komen
overtuigen, of de plechtigheid wel overeen
komstig het al-oude gebrnik plaats heeft.
in 'uitgebrei
Pelserstraat.
sorteer ingf,
Heusden.
De ondergeteekende, Agent van d<
Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaartmaatschappij,
sluit verbintenissen voor de Rois naai
Amerika, zoowel voor enkele personen
als voor geheele gezinnen.
Mondelinge en schrifteljjke inlichtingen
worden volgaarne verstrekt.
A. BOLL,
m
en F ranco
toezending.
Degelijk actueel interessant.
Redacteur!' Dr. FUSS
Gratis
HEUSDEN, 24 Maart. Op de botermjjn
waren heden aangevoerd 152 kilo. De prjjs
varieerde van f 1.02 tot fl.19.
WAALWIJK, 23 Maart. Bjj flinken aan
voer ter veemarkt was de handel niet vlug
voor kalf beesten evenmin als voor vet vee.
Jonge beesten voor de weierjj daarentegen
met weinig aanvoer hoog in prjjs.
Kalfkoeien golden f 110, f205.
Dito vaarzen f 95, a 175, f 185.
Jonge varkens f a f
Ter botermarkt werden afgeslagen en
verkocht 981 Kg. van f 0.97 a f 1.18 per
Kg. Kippeneieren f 2.50 a f 3.50 per 100
elaat met frisch gras stuks.
i EN
provisie. '^Hl
25
26
Mrt.
Mrt.
Gemengd en Allerlei.
Vrjj algemeen is 't bekend, dat in China
de gewoonte om in sommige gevallen men-
schen levend te begraven, die zich nog ver
heugen in 't ongestoord bezit van hun be-
wustzjjn in alle eeuwen tot den huidigen
dag bewaard is gebleven. Maar wat minder
bekend is, zjjn de omstandigheden, of liever
de gevallen, waarin die afsGhuweljjke ge
woonte gevolgd wordt. Levend worden be
graven de personen die door hun harts
tochten, hun ondeugden of hun ziekten,
gevaarlyk kunnen worden voor hun om-
zou bedekken en 'niet 'haetf aarde, zoo ge
schiedde zónder eenige verdere ceremonie.
In het dorpje Tchim-Cong leefde een
arme grjjsaard, die door mel&atschheid was
aangetast en dien zgn familie uit vrees voor
besmetting in een afgezonderde hut onder
dak had gebracht. Hjj zocht geen enkel
lid zjjner familie op en toch stelde zjjne
afzondering hun niet volkomen gerust, zoo
dat zgn kennissen, zgn zoons en andere
bloedverwanten, geregeld iemand tot hem
zonden, met het dringend verzoek, zich in
een meer verwjjderde streek te vestigen.
Men verzekerde hem, dat men het hem aan
niets zon laten ontbreken, ook niet als hg
verhuisdehet was te vergeefsch. Hij hield
zich doof aan dat oor en bleef waar hjj was.
Na verloop van eenigen tgd verergde zgn
ziekte zoodanig, dat hg er weldra afschnwe-
ljjk uitzag en het gevaar van besmetting
nu inderdaad groot was. Ten einde raad
deed de familie hem vragen of hg niet
liever sterven wilde, dan zgn treurig en
nutteloos bestaan voort te sleepen. Men
voegde er bg, dat men hem indien hg goed
vond, zich uit den weg te laten ruimen, op
de gewone wjjze de laatste eer zon bewjjzen.
De melaatsche antwoordde daarop, dat hg
het leven boven den dood verkoos en boven
de meest luisterrgke begrafenis en dat hg
voorziende de dingen, die zouden kunnen
gebeuren, zich een zekere hoeveelheid opium
had doen verschaffen, genoeg om zich te
vergiftigen, als henï dit geschikt voorkwam.
Op een goeden dag geloofde zjjn oudste
zoon, dat het werkelijkheid geworden was;
als naar gewoonte had hjj voor de dear
van den melaatsche het sober maal gereed
gezet, dat hem iederen dag verstrekt werd
en had hjj hem bg zgn naam geroepen,
evenwel, hg kreeg geen antwoord. Enkele
voorbijgangers gingen mede aan 'troepen,
maar het antwoord bleef uit. Ten slotte
was men overgegaan tot het bombardeeren
der dear, de steenen maakten een heidensch
geweld tegen de houten wanden, doch de
zieke gaf geen teeken van leven. Men be
schouwde zgn dood dus als zeker en zgn
zoon van oordeel, dat het nattig kon zgn
de begrafenis zoo spoedig mogelijk te doen
plaats hebben, liep naar het dorp zoo hard
hg kon om daar eenige mannen aan te
werven, die op een vastgesteld uur voor
de begrafenis zonden zorgen. Hg zon jnist
huiswaarts keeren, in afwachting van het 1
plechtig oogenblik, toen een buurman hem curreereu
aansprak en verkondigde, dat de voorzich
tigheid gebood zich eerst eens werkeljjk té
overtuigen van het feit, dat men met groote
overhaasting had beschouwd als volkomen
waar te zgn. De zoon besloot zich persoon
lijk te overtuigen, forceeerde den toegang
tot de hut en vond er zgn vader uitgestrekt
op den grond liggen, onbewegeljjk. De
melaatsche was dus werkeljjk de eeuwigheid
ingegaan
VV a t e r h o o g t e
24 Mirt. (voorm. 8 uur)
Heusde n.
2.40 M. A. P.
2.30
2.20
Telefoon-N ommer 126.
Bevelen zich bëleefdeljjk aan tot het
leveren van alle moge-
en voor Machine- en
allé teeken ingen
en mo>
een hevig ljjden
onze jongste
ren
GR,
leeftgd
van 5
Heden overleed
van slechts drie
lieveling
PIG
in den
maanden.
Geve de Heere öns de kracht om
te berusten in dit v|or ons zoo zwaar
verlies.
W. A. VAN DONGEN
en Echtgenoote.
("rtit en blauw?)
3
(witien gekleurd,)
in groote keuze, in dén Boekhandel van
vervaardigen en
ljjke Grietst
Bouwvak, naar
dellen.
Daar wjj onze Gieterjj aanmerkelijk
hebben vergroot, z#i. wjj in staat alle
orders in den korst mogelgken tgd ten
uitvoer te brengen. I
BRUIN BROOD, bereid
volgens het voorschrift van Dr. J. R.
ALLINSON, is dageljjks versch te bekomen
ïii ae Wei. J. 1ESTERLAKEN,
Stoo m brood bakkerij
'8-Bosch, Schapenmarkt A 456.
ipt
Eene g-roote partij solide
in verschillende modellen voorradig bjj
P. EMMEN,
Stoelenfabrikant.
Schoolstraa i M 500, Tilburg
A. DE JtOODE Co.,
Schieda m.
FABRIKANTEN VAN
(Opgericht 1878.)
Aan bovenstaande Fabriek Ie en 2e
Qualiteit steeds te verkrjjgen, tegen con-
prjjzen.
Bekroond met Gouden Medailles.
KRAPELIEN HOLMS
BN
is de meest krachtige en versterkende
KINA- WIJ IS. Aanbevolen door tal van
binnen- en buitenlandsche Geneesbeeren.
Verkrjjgbaar in flesschen a f 1.90 en f 1.00
De inademing van den rook dezer Ciga-
retten geeft den ljjder aan ASTHMA
terstond verlichting.
In Etui 80 en 50 Cents.
Een algemeen als goed erkend middel
bg HOEST en VERKOUDHEIDoplos
send en verzachtend.
Prjjs per fleschje 20 Cent.
KRAEPELIEN HOLM, ZEIST.
Hofleveranciers
en verder bij de meeste Apothekers te
bekomen.
Bg den ondergeteekende is thans verkrjjgbaar het merk
prijs per mille f
tot dusverre met succes gedebiteerd door den Heer H. B. VAN ANDEL, alhier.
H. J. VAN E G G E L E N-MI C H EL S,
Er viel niet meer «.«.n twüfoinv,raftiwww'o*'f ,triW"n1
'Jgii'ii .tl1.'- -
is dit plan nog niet tot uitvoering; gekomen.
mmmm
GENDEREN.
Adres:
te St. Pie ter (bij Maastricht.)
Marktberichten.
Ad vertentiën.
Utrecht25 Maart 1894.
i