Hel Land van Hcusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
EERSTE BLAD.
Vee-Verzekering.
FEUILLETON.
Kapitein Ourson-IJzerhoofd.
M 1321.
ZATERDAG 7 JULI.
1894.
Uitgever: L. J. YfiERMAH, Heusden.
yook
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Ad verten tien van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrgdagavond
ingewacht.
Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op
genomen in het Land van Altena.
Niet veel is er te noemen, wat in den
laatsten tjjd een hooger vlucht genomen
heeft dan de verzekering. Verzekerings
maatschappijen zjjn als uit den grond ver
rezen en bp na geene, of ze bloeit en groeit.
Zoo kan men het schier niet meer uitdenken
of men kan het verzekeren, getuigen de
brand en levens-assuranties, de glas-verze
kering, die tegen hagelslag enz. enz. en
ook de vee-verzekering.
Over deze voor de landbouwers zoo ge>
wichtige kwestie vinde hier 't een en ander
zijne plaats.
Men kan zjjn vee verzekeren tegen eene
vaste, jaarlijksche premie, doch dit is voor
de boereu een groot bezwaar, aangezien het
dan kan v-orkomen, dat, men, als men ge
lukkig is, jaren aan een de premie betaalt
zonder iets te krijgen en derhalve feiteljjk
niets anders doet dan den bloei der ver
zekeringsmaatschap pp bevorderen, iets wat
nu voor de betreffende maatschappijen zeer
gewenscht, maar niet in het belang van den
landbouwenden stand is.
Een tweede manier om zijn vee te ver
zekeren vindt men in de zoogenaamde onder
linge verzekering; dat is: eenige boeren
komen overeen om eventueele verliezen aan
één hunner overkomen gezamentljjk te
dragen. Ook hiertegen bestaan groote be
zwaren n.l. ongeljjken druk en vooral in
tjjden van veeziekte zou het kunnen voor
komen dat de verliezen zoo groot zijn, dat
het de krachten der onderling verbondenen
overtreft.
Deze verzekeringen hebben bovendien dit
tegen zich, dat uit den aard der zaak groote
veehouders er geen deel aan zullen nemen.
Een groot veehouder toch zal veeleer zelf
de risico willen loopen, dan zich te assureeren.
Toch is het mogelijk eene vereeniging in
bet leven te roepen, waar bp zoowel de
grootste veehouder als de bezitter van één
enkel beestje belang heeft en die in alle
opzichten de belangen van den landbouwen
den stand voorstaat.
Als een boer twee, drie of vier beesten
heeft en door een of andere oorzaak sterven
die kort na elkander of geljjk, dan is dat
voor dien man eene vreeseljjke ramp, zoo
zelfs, dat zjj zpnen geheelen ondergang kan
ten gevolge hebben. Yeel minder zou die
ramp hem echter treffen, wanneer hij wel
dezelfde schade moest ljjden, doch als die
over tal van jaren verdeeld werd.
Daarop baseeren we onze vereeniging
en houden tevens voor oogen, dat schade
altijd schade bljjft en dat hjj, die ze ljjdt,
ze zelf moet dragen.
Ik zeg vereeniging, want inderdaad zou
door den directeur om gevraagd wordt en
zjjn verplicht om eventueele aflossingen
ten allen tjjde in ontvangst te nemen.
Hieruit volgt van zelf, dat een zelfde
persoon tegelijkertijd assureerend en geassu
reerd lid kan wezen. Een heereboer bpv. kan
zijn veestapel assureeren en tevens geld be
schikbaar stellen om assurantiën te voldoen.
Wordt nu de toetreding tot de vereeniging
wat algemeen, dan hebben we al heel gauw
assureeren op de straks te melden wjjze niets een verzekerd bedrag van een millioen
anders zjjn dan eene vereeniging, bestaande gxilden, waarvan we nu rekenen jaarlpks
uit assureerende en geassureerde leden. 1/lc, zegge f 100.000 te verliezen. Aan de
Om geassureerd lid te kunnen worden assureerende leden wordt nu f 85000 op
moet men in het bezit zjjn van een of gevraagd en daarvoor komen de geassureerde
daarvoor is een reservekas hoog noodig.
Mjj dunkt, eene vereeniging op dergeljjken
grondslag gebaseerd, heeft wel levensvat
baarheid en zou zekerljjk in eene tot nog
toe bestaande leemte in de veeverzekering
voorzien.
Buitenland.
meer beesten, onverschillig welke, koeien,
paarden, schapen, 't is alles hetzelfde. Men
geeft dan op hoevele en welke beesten men
leden in de schuld voor f 100.000, te be
talen in 20 jaar, zoodat ieder jaar f 5000
binnen komt. Aan rente echter moet ieder
wil verzekeren en ontvangt dau voor elk jaar betaald worden 4 °/0 van f 85000 of
verzekerd beest een bewijs, hetwelk één f3400 en bljjft er dus f 1600 over. Na-
gulden kost. Zoolang men nu datzelfde J tuurlijk bljjft een tweede jaar meer en een
beest houdt, is en blijft het zonder eenige derde weer meer over, doch dat is hoogst
verdere kosten verzekerd en juist voor de noodig voor eene reservekas,
waar ie die men zelf gelieft op te geven.; De eenige kosten, die gemaakt moeten
Alleen wanneer een verzekerd beest op worden zijn: het salaris van een directeur
andere wjjze dan door erfopvolging vanen een of twee klerken, voor de kantoor
eigenaar verandert, houdt de verzekeringwerkzaamheden. Toezicht zou moeten ge-
op, en daaruit volgt van zelf, dat veehou- houden worden door eene commissie, be-
ders, die hunne beesten verzekerd hebben, staande uit assureerende en geassureerde
bp verkoop van de oude en aankoop van leden, die dan reis- en verbljjf kosten in
nieuw, deze laatste weer moeten laten ver
zekeren. Op het bewjjs, dat een beest ver
rekening zouden mogen brengen.
De géassureerde leden, die voorschot ont-
zekerd is, staan dan ook eenige kentee- vangen, verplichten zich geregeld hunne
kenen om te voorkomen, dat geene niet jaarljjksche aflossing te voldoen en stellen
verzekerde tieeoieu ïu u« plaats oer wei ai nun onroerend en roerenu gueu uaarvoor
verzekerden komen. aansprakeljjk. Hoewel nu ieder zich natuur-
Treft nu een verzekerde een ongeluk, Ijjk gaarne zal inspannen om aan zjjne ver-
bjjv. hjj heeft 2 beesten verzekerd en deze plichtingen te voldoen, zjjn er toch van die
sterven, dan geeft hjj daarvan kennis aan pechvogels die het ongeluk bepaald schjjnt
den directeur der vereeniging en geeft j te vervolgen en die ieder jaar hoe langer zoo
tevens de waarde, die hjj verloren heeft meer achteruitgaan om ten laatste geheel en
op. Nemen we aan, dat hjj ieder beest opal ten gronde te gaan. Een boertje bpv. I
f 250 schat dan is zjjn verlies f 500. Deze heeft één beestje, wat, zeggen we f 200 j
f 500 worden hem dadeljjk uitbetaald metwaard is. Hjj assureert dit en 't sterft. Hjj
aftrek van 15°/0, welke 15°/0 moeten die- krjjgt nu f170 en moet ieder jaar f 10 be
nen voor noodzakeljjke bureaukosten, voor talen. Hjj koopt een ander beest, voedert
te betalen rente, waarover nader en voor dit een tpdlang, assureert het en 't sterft
't maken eener reservekas. Hjj krjjgt dus weer. 't Was weer f 200 waard geworden,
in handen f 425 en verbindt zich nu om weer krijgt hjj dus f 170, doch betaalt nu
20 jaren achtereen f 25 terug te geven, ieder jaar f 20. Ditzelfde overkomt hem
Hjj draagt dus zijne eigene schade geheel nog een paar keer en ten slotte moet hjj om
en al, doch verdeeld over een groot aantal de schuld te kunnen betalen zjjn beestje ver
jaren. koopen en houdt eindelpk met betalen ge-
De assureerende leden der vereenigingheel op. De vereeniging kan daaraan niets
zjjn zjj, die kapitaal willen beschikbaardoen, want waar niet is, verliest de Keizer
stellen tegen eene rente van 4°/0. Zjj moe
ten dit beschikbaar stellen, wanneer er
Naar het Fransch
GD STAVE AIM ARI>.
(27
»Gjj beklaagt dat jonge meisje?*
Uit den grond van mjju hart, waarde
koniinanduntwant ik ben overtuigd dat
zjj wordt opgeofftrd en dat zjj onmogeljjk
dien man kan beminnen over wien, voor
let overige, zonderlingeen zelfs afgrjjseljjke
geiucbten in omloop zjjn.*
«Vertel mp daar iets naders van.«
«Ik zcide u straks dat ik twee matrozen
als piisiagiers aan boord heb.*
Juist.*
Welnu, deze twee matrozen heeft don
Torribio Moreno mp zelf gebracht.*
«Don Torribio Moreno
«Ja, zoo heet de Mtxikaan.*
«Ah! zeer goed. Ga voort.
«Veibeeld u, dat deze Moreno eene goelet,
de Santa-Catalina genaamd, verwachtte, die
uit Vera-Cruz kwam en hem toebehoorde;
deze goelet was met zes matrozen bemand.
V\ elnu, de Mexikaan wist het zoo slim te
overleggen, dat, eer het schip de haven
van Carihagena bintenliep, de kapitein en
vier man verdronken. Moreno kwam des
nachts met nieuw scheepsvolk aan boord
van de goeletde beide overgebleven ma
krozen waren door het voorgevallene zoo
zeer ontsteld, dat zjj met alle geweld van
boord wildenjuist zeilde ik met mjjn schip
uit. Moreno, die waarscbjjnljjk niets liever
verlangde dan zich van lastige getuigen te
ontslaan, stelde mij voor hen mede te nemen,
en ik stemde er in toe.*
«Zjjn zjj nog bjj u aan boord?*
«Ja en zjj hebben mp die moorddadige
geschiedenis met alle verwen en kleuren
verhaald. Wat ik echter niet begrijp, is, welk
belang Moreno er bjj kon hebben die men-
schen te laten verdrinken.
«Ik zal het te weten komen,* mompelde
de kapiteiD. Waarop bjj met luider stem
hernam: «Wilt gij mjj deze twee matrozen
afstaan, kapitein Ik waarborg u dat hun
geen kwaad zal geschieden, integendeel.*
«Zoo als het u belieft, waarde komman-
dant; maar mag ik weten....?*
«Nieuwsgierigheid, anders niet.*
Zjj verlieten hierop de kajuit en begaven
zich weder op dek.
L'Olonnais had de bevelen van zjjn opper
hoofd stipt ten uitvoer gelegd, de twee
grootste sloepen der brik waren volgeladen
met al de kisten en goederen van het
scheepsvolk, benevens water, levensmiddelen
en wapenen. In het grootste, die voor den
kapitein bestemd was, had men alles ge
plaatst wat hem ptrsoonljjk toebehoorde.
Een tiental Flibustiers waren voorloopig
aan boord van de brik gebleven om baar
te bewakrn.
De twee Spaansclie matrozen namen vol
gaarne het aanbod van Ourson-IJzerhoofd
aan en beklommen vrooljjk het fregat. Be
halve de persoonljjke inlichtingen die de
Flibustier van hen hoopte te bekomen, kon
zjjn recht. Aan de assureerende leden echter
moet de rente op tjjd betaald worden en
den deze mannen door hunne bekendheid met
het land en de haven waarheen men zich
begaf, van groot nut voor de expeditie zjjn
de vrjjbuiters, die de bedoeling van hun
aanvoerder begrepen, zagen dan ook met
genoegen dat deze beide mannen aan boord
bleven.
Na den kommandant vaarwel te hebben
gezegd, ging de kapitein don Ramon ein
delijk aan boord van zjjn sloep, en de beide
vaartuigen stevenden met volle zeilen naar
het eiland Cuba waar zjj, bjj goeden wind,
binnen drie dagen hoopten te landen.
Ourson-IJzerhoofd koos honderd vjjftig
man uit om op de brik over te gaan, be
nevens twaalf achttien ponders die hjj in het
ruim van het fregat in reserve had gehou
den hjj veranderde den naam van het
Spaansche schip in dien van »le Mutin,*
droeg aan l'Olonnais het bevel er over op
en nu zetten de beide vaartuigen gezamen-
ljjk koers naar Carthagena.
XI.
Toen de deur der zaal zich achter José Ri vas
en zijn vriend gesloten had, liet donna El-
mina baar hoofd op hare borst zakken en
twee tranen biggelden langs hare wangen,
terwjjl een diepe zucht haar boezem ont
snapte.
Donna Lilia trad langzaam nader, zette
zich op een vouwstoeltje naast haar neder,
vatte een harer handen die zjj zachtens
drukte en fluisterde medeljjdend
«Arme zuster
Donna Elmina antwoordde uietzij bleef
onbewegeljjk zitten, den wezenloozen blik
Een verschrikkeljjk ongeluk is door de
baldadigheid van een paar jongens te
Königsbergeu gebeurd. Een man reed met
een handkar, waarop twee groote mand-
flesschen met benzine stonden, over de
veemarkt, toen in de nabjjheid van een
aantal kramen een der flesschen plotseling
brak en de vloeistof zich over den grond
verspreidde.
Een paar jongens staken de benzine met
een lucifer aan, en in een oogenblik waren
verscheiden kramen in een zee van vlam
men gehuld. Er 'ontstond een vreeseljjke
paniek; verschrikt snelde iedereen weg, en
de meesten kwamen er zonder letsel af.
Alleen een ou le vrouw, van alle kanten
door de vlammen ingesloten, kon niet meer|
vluchten; het was ook onmogeljjk haar te
hulp te komen, en zoo stierf zjj voor de
oogen der ontzette toeschouwers. Haar lijk
was geheel verkoold, zoodat men zelfs haar
indentiteit niet kon vaststellen.
Ook een klein meisje bekwam ernstige
brandwonden. Toen de brandweer er einde
lpk in slaagde het vuur te blusschen, waren
drie kramen reeds geheel verbrand. De
jongens, die de benzine in brand badden
gestoken, waren in de drukte verdwenen.
Bjj zjjn laatste verbljjf te Kiel zeide Ca-
privi in een gesprek met den burgemeester
der stad, dat volgens zjjn meening de vrede
in Europa thans meer verzekerd is dan ooit.
De nieuwe Fransche President heeft na-
tuurljjk de gebruikeljjke dreigbrieven ont
vangen. In sommige wordt hem een termjjn
gesteld om zjjn leren te beteren, d. i. socialist
te wordenin andere wordt eenvoudig ge
zegd: over 14 dagen zult gjj dood zjjn.
Perier stoort zich weinig aan zulke dingen
dat is zjjn aard niet.
Op eene meer of min afgelegene plaats
in de wjjk St. Honoré werd eergisteren
het volgende biljet aangeslagen gevonden:
«Perier komt om het leven, evenals Carnot
om het leven gekomen is. Alles wordt voor
bereid. Weldra zullen wjj den dag opgeven,
gelpk wjj den dag van Carnot's moord op
gegeven hebben.*
Volgens een gerucht was kort vóór den
moord van Carnot op dezelfde plaats een
biljet met deze woorden aangeslagenDen
25sten Juni zal Frankrjjk weenen.*
De politie echter hondt het nu aange
slagen biljet voor een kwajongensstreek.
Te Valence is een man gevangen ge
nomen, die verklaard heeft dat Casimir
Perier er ook aan zal moeten gelooven.
Voorts heeft de man oproerige kreten aan
geheven en eene revolver op een soldaat
gelost, doch zonder hem te raken.
Volgens de «Gaulois* zjjn er documenten
in beslag genomen, waaruit bljjkt, dat kort
vóór Carnot naar Lyon vertrok, de anar
chisten voornemens waren, mevrouw Carnot
op te lichten, haar als gpzelaarster gevangen
te houden, opdat voortaan de doodstraf niet
op de anarchisten toegepast zou worden.
strak op den grond gevestigd.
«Elmina, lieve Elmina,* hernam het
jonge meisje, terwjjl zjj haar een kus op
het voorhoofd drukte, «laat u niet zoo door
de smart ter nederslaan; kom tot u zelve,
vat moed. Uw ongeluk is groot, maar Gods
macht is oneindig.
«Neen, LiliaGod zelf zou mp niet kunnen
redden. Ik ben in de klauw van den tjjger
en gjj weet het, de tjjger laat zjjn prooi
niet los; ik zal sterven.*
«Gjj sterven!*
«Ja Lilia, ik zal liever sterven dan het
afgrpselpke offer brengen dat mjjn vader
van mp vergt.*
«Hoor ik wel? gij die nog weinig uren
geleden zoo moedig, zoo vastberaden, zoo
hoopvol waart!*
«Gjj hebt gelpk, ik hoopte, maar waarop
dat weet ik zelve niet. Helaasmen hoopt
altijd wanneer men lpdt, cn ik ljjd, lieve
Lilia.*
«Arme, beste vriendin! ik herhaal het,
laat u zoo niet ter neerslaan; wat er ge
durende het bezoek van uw vader is voorge
vallen was niets nieuws voor u, gij waart
er op voorbereid; wees sterk, laten wp ons
gesprek hervatten dat zoo noodlottig is af
gebroken, schenk mjj geheel uw vertrouwen,
wie weet
«Ga niet voort, Lilia viel donna Elmina
haar levendig in de rede, «het zijn enkel
dwaasheden door mjjne koortsige verbeelding
in 't leven geroepen. Ik ben verloren, dat
gevoel ikniets kan mjj op den rand des
afgronds staande houden. Het vertrouwen
dat gij van mpne vriendschap vordert, kan
ik u in weinig woorden schenkenik bemin
Bjj een nieuw verhoor, dat Caserio on
dergaan heeft voor den rechter van instructie
Benoit, zeide deze hem, dat bjj gedurende
de meer dan acht dagen dat hjj gevangen
zit tot nadenken heeft moeten komen, en
liet er de vraag op volgen: «Hebt gjj
spjjt van uwe misdaad?*
Caserio antwoordde: «Mjjn misdaad
nooit zal ik betreuren wat ik gedaan heb.*
Daarna barstte hjj uit in gelach.
«Hoe zjjt ge er toe gekomen den heer
Carnot te dooden vroeg den rechter hem
vervolgens.
malen geantwoord heeft: Voor de gezwo
renen zal ik het zeggen.*
Bjj eene andere gelegenheid heeft hjj
verklaard, dat hjj het betrenrt den dolk,
nadat hp den president der republiek door
stoken had, te hebben laten vallen. Ware
dit niet gebeurd, dan zou hjj zjjn opvolger,
en vooral den politiedienaar, die hem ge
grepen heeft, wel van zich afgeweerd hebben.
Te Parjjs worden nog bjj voortduring
anarchisten in verzekerde bewaring genomen.
Te Nimes is een anarchist wegens het
verheerljjken van Caserio's misdaad tegen
den president der republiek tot eene gevan
genisstraf van drie maanden veroordeeld;
een ander wegens eene dergeljjke misdaad
tot eene maand.
Secario is de vierde Italiaan, die in deze
eeuw een aanslag pleegde op het hoofd van
den Franschen Staat. De eerste was Fieschi,
die in 1839 een aanslag op Louis Philippe
beproefde, terwjjl Pianori in 1854 en Orsini
Mi dien ik liefheb weet het niethjj is ver,
zeer ver van hiernooit zal ik hem weder
zien; hjj kent mjj nauweljjks en zelfs al
zou hjj mjj beminnen, wat echter onmoge
ljjk is, staan er zulke groote hinderpalen
aan onze vereeniging in den weg en worden
wjj door zulk een onoverkomeljjken slag
boom gescheiden, dat ik nooit de zjjne zon
kunnen wordenKortom, die liefde is een
zinnelooze droom.*
Donna Lilia had haar vriendin met de
meeste oplettendheid aangehoord, waarbjj
zjj nu en dan het hoofd schudde en hare
fijne lippen samentrok.
«Elmina,* fluisterde zjj toen het jonge
meisje zweeg, «de Franschen zeggen dat
het woord «onmogeljjk* niet bestaat; waarom
zou dit in het Spaans:h ook niet zoo zjjn?
Donna Elmina zag haar strak aan.
«Hoe komt gjj op den inval mjj van de
Franschen te spreken?* vroeg zjj met eene
lichte beving in hare stem.
Donna Lilia glimlachte.
«De Franschen zjjn mannen van moed en
gevoel,* sprak zjj op vleienden toon.
«Sommigen hunner hebben ons dit be
wezen,* antwoordde donna Elmina met een
gesmoorden zucht.
Donna Lilia legde haar hoofdje op den
schouder harer gezellin.
«Ik weet niet of gjj het hebt opgemerkt,*
hernam zjj, «die don Torribio schjjnt in
onze tegenwoordigheid....*
«Geen woord meer over dien man,* riep
donna Elmina heftig uit, ik smeek u er om
/Wordt verre
nuui
DOOR
r!naovirt on^nrAAii^rlA rvalnlr Vin vno/la mani1.