Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Een oud spreekwoord. Kapitein Ourson-IJzerhoofd. FEUILLETON. UitgeverLi. J. VEERMAN, Heusden. M 1326. WOENSDAG 25 JULI. 1894. VOOR Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. franco per post zonder prgsve* hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land van Altena. Spreekwoorden zjjn niet best te spreken over rjjke lui. Dat mag ons niet verwon deren, daar ze bjjna zonder uitzondering kinderen zjjn der >kleine luyden*, der spraakmakende gemeente, die meer rjjk te aan schilderachtige uitdrukkingen, dan aan werelsch slijk. De spreekwoorden komen in dit opzicht overeen met sociaal-demo craten en anarchisten, met deze uitzonde ring, dat waar de laatste door revolutie een meer rechtvaardige verdeeling van aardsche goederen tot stand wenschen te brengen, de spreekwoorden zich vergenoe gen met eenige speldeprikken op de ge voeligste plaatsen der welgestelden. Dat rjjke lui vette katten hebben* verklaart zich uit de gosdvulde voorraadschurendat men rjjke dieven laat loopen, doch arme hangt* is een ingeroest idee, uit vorige eeuwen afkomstig. Rjjke lui's ziekten en arme lui's pannekoeken rieken ver* is een spreekwoord dat hier en daar, o.a. in het land van Flakkee nog leeft. Eigenljjk luidt het een weinig anders. Rieken is geen woord dat leeft in den volks mond, maar we hebben het geruild voor het minder welvoegeljjke st Rjjke lui's ziekten, ja die kunnen wat voe ten in beweging brengenDe huisgenooten en de dienstboden, den arts en den apo theker, de familieleden en de vrienden. Mevrouw heeft migraine: dat bericht is het sein van groote onrust, van angstig gefluister, van kwaden luim in de heele omgeving. Mjjnheer heeft »zjjn« maagkat- tarhdit morgenbulletin jaagt een half dozjjn boden de wereld in tot inkoopen, bekendmakingen, afzegging en bestelling. Dat de buisdoctor nu ook juist vandaag niet aankomt! Dat zoo'n man dat niet ruikt De speurzin der allerjongste, met den neus werkende wereldbeschouwing heeft ontwjjfel- baar vastgesteld, dat iedere ouderdom, ieder geslacht, ieder temperament, iedere haar kleur een bjjzonderen geur van zich geeft. m kon 't dus weten, hjj, die anders op den drempel der huiskamer de ziekte al ruikt, die een onverdraaglijk fijn waarnemings vermogen bezit voor te heet gestookte kachels, bedorven lucht en rottende bloem ruikers, waarom ruikt hjj nu niet in zijn studeerkamer dat mevrouw de baronnes slecht geslapen en de jonkheerljjke zuigeling •een overladen maagje heeft? Of waarom heeft hjj, ten minste niet met de woningen DOOR GUSTAVE AIMARD. (32 »Weet gg zeker dat hjj dood is?« »Zoudt gij het tegendeel veronderstellen »lk veronderstel niets, broeder; maar anjj dunkt dat het niet genoeg is den kop der slang te verbrijzelen, men moet hem van den romp scheiden om zeker te wezen dat het ondier opgehouden heeft te leven.* »Wat bedoelt gjj daarmede?* »lk mag niet duidelijker spreken; ik heb mjjn woord gegeven en gjj weet dat ik dit nooit verbreek. Vraag mg dus niet verder maar ten slotte een mud wat gij ook moogt doen, wees voorzichtig.* »lk dank u, broeder.* >Kom tLans mede, men zal zeker op ons wachten.* Zjj rezen overeind en naderden het deurtje, waarop Barthélémy een paar malen tikte. Eene zachte stem liet dit enkele woord ilooren Gelooi!* »Hoop,« antwoordde de vrjjbuiter on- middellgk. ^De deur werd op een kier geopend, de v mannen slopen er door. zjjner voornaamste patiënten, een telefoni sche verbinding tot stand laten brengen? Het was toch wel zoo gemakkeljjk zich telefonisch den pols te laten voelen, de tong te toonen en de eerste geneesmiddelen in te nemen! En nu moet bij juist op dezen morgen nog andere lui bezoeken begrjjp eens, moeten zegt hij, en derhalve heeft hij geen tjjd met den zieke, die, den hemel zjj dank, volstrekt niet ziek is, wat te komen praten over 't sleehte weer, de meest aan- trekkeljjke badplaats en dergelgke hoogst gewichtige onderwerpen meer! Is een vorsteljjk personage ongesteld, dan trilt de koorts door al 't bloed zjjner onder danen, zoodat zelfs geen schooljongen een boterham nuttigt alvorens hjj in de courant gezien heeft hoe hoog de thermometerstand was, of zjjn hoogheid van daag nog buiten zal komen en of hjj gevogelte of visch nuttigen zal. Er ligt in deze algemeene deel neming aan de schommelingen in de ge zondheid van één enkel persoon, iets men- 8cheljjk roerends, in zoover zich daarin het bewustzjjn afspiegelt, dat een geheele natie den polsslag der machtigen als graadmeter der algemeene welvaart, mede voelt kloppen. Toch ligt er iets pjjnljjks in dat wegtrekken der gordjjnen van zulk een ziekbed en 't publiek maken van dingen, die anders voor oog en oor verborgen gehouden worden, iets pjjnljjks voor ieder, die weet, dat de nieuwsgieiigheid dergeljjke berichten met dezelfde gedachteloosheid opneemt als de optelling van zóóveel hazen en zóóveel konjjnen, vroeger door den zieke op een dag geschoten. Ongevallen, rjjke lui betreffende, hetzjj ze van lichameljjken, maatschappeljjken, poli- tieken of strafrechterlijken aard zjjn, komen hunne standgenooten in den regel voor als ongehoorde en onverantwoordelijke fouten in de wereldorde, den grooten hoop als welkome toespjjs op het dageljjksch brood. Een adelljjke schurk, een van 't paard ge vallen princes, een niet bevorderd militair van hoogen rang doen de rondte in de ge heele pers en alle sociëteiten. Dat daartegenover een arbeider ziek ligt, een werkman in schulden geraakt, dat een dorpsonderwjjzer tien kinderen en geen dageljjksch brood heeft lieve God, wie verwondert zich over zulke alledaagschheden? En toch heeft de arme 't in de hand van zich te doen spreken: hg behoeft maar een klein buitenkansje te hebben. Bjj Jansen riekt het naar verschgebakken pannekoeken. Bjj Jansen? Naar pannekoeken? Wat dai- »Gjj zjjt niet alleen?* riep donna Lilia met een lichten kreet van verbazing en bijna van schrik uit. >Wee8 gerust, senorita,* sprak de vrjj buiter eerbiedig; »zoo als ik u half en half beloofd had, breng ik den kapitein mede.* »Gjj zjjt wel goed en ik dank u er voor, senor, hernam het jonge meisje aangedaan en met eene bevallige buiging voor de beide mannen, voegde zjj er bjjYolgt mg, senores; Elmina kon zulk een geluk niet verwachten. Gjj hebt geene overrompeling te vreezen: alles in huis slaapt.* De Flibustiers bogen en volgden het meisje met vlugge schreden. Zjj kwamen aan den ingang van een bosschaadje waar zich Elmina bevond, bleek, bevend, met voorover gebogen hoofd om beter de ge ruchten op te vangen die sedert eenige oogenblikken haar oor troffen. »Gjj!« riep zjj met onbeschrjjfeljjke ont roering uit, toen zjj den kapitein gewaar werd. Deze bleef staan, boog eene knie ter aarde en sprak, terwjjl bjj zich eerbiedig het hoofd ontblootte: »Gjj hebt mg ontboden, senorita; en ik ben gekomen.* De jonkvrouw drukte de hand op haar hart en leunde tegen een boom. Donna Lilia snelde toe om haar te ondersteunen, maar donna Elmina duwde hare nicht zachtkens op zjjde en reikte den kapitein de hand. »Sta op, senor,* sprak zjj met bevende stemdeze houding past aan smeekelingen, vel, hoe komt Jansen aan meel om panne koeken te bakken? En aan boter? Of zjjn ze in de olie gebakken? En spek hebben ze er ook bjj. Neen maar, nu wordt het j toch al te gek. Anders klagen ze steen en been, dat ze geen brood hebben en van daag bakken ze pannekoeken en dat wel een heele schaal vol. Twee schalen, valt buurvrouw Hendriks in, en die kan het weten, ze heeft het zelf niet gezien, maar geroken. En arme-lui's pannekoeken rieken ver. Brengt een notaris' zoon het tot notaris, zoo is dat recht en billjjk, ja vanzelf spre kend, maar dat de oudste van een armen schoenmaker een man in bonus wordt, daar moet een steekje aan los zjjn, eveneens als aan de pannekoeken van vrouw Jansen. Heeft hjj vroeger niet op den molen ge werkt en zjjn vrouw bjj een boterhandelaar Ziedaar een veelzeggende verklaring van 't ongehoorde feit. En trekt Jansen nu ook nog de hon derdduizend d. w. z. hjj deelt met acht maats een twintigste van dit verrukkeljjk lot dan is Fortuna toch met blindheid geslagen geweest op den trekkingsdag. Of de domme weesjongen, die 't rad draaide, wist heelemaal niet wat hjj deed. Ja, ja, rjjkelui's ziekte en armelui's pannekoeken rieken ver Buitenland. Het vergaan van de Wladimir.* In de nacht van 9 Juli is, zooals wjj reeds gemeld hebben, het passagiersstoomschip der Russische handels- en scheepvaart-maat- schappjj, op reis van Sebas topoi naar Odessa, niet ver van den Tarchaubut-vuurtoren ten gevolge van een aanvaring met het ltali- aansche stoomschip >Columbia< gezonken, waarbjj meer dan 40 personen in de golven den dood vonden. De bladen uit Odessa en Petersburg vermelden thans nadere bjj- zonderheden over dit vreeselgk ongeluk. Den 8en Juli des namiddags vertrok het stoomschip Wladimir*, welk vaartuig een geregelden postdienst tusschen Ba toe m en Odessa onderhoud, met 140 passagiers en een bemanning bestaande uit 40 koppen, van Sebastopol naar Odessa. Tegen 12 uur 's nachts kreeg men het licht van den geneemden vuurtoren in 't zicht. Tegeljj- kertjjd werd rechts van het schip in de verte een zwak wit licht zichtbaar, dat snél naderde en plotseling ontdekte men de roode signaal-lantaarn van het vreemde schip, om tot de vreeseljjke wetenschap te komen, dat het vaartuig recht op de »Wla-i Bjj de Fransche Kamer is een wetsont- dimir* aanvoer. Terstond volgden nood-1 werp van de regeering ingediend tot ver signalen. Helaas, het was te laatEen eenvoudiging der formaliteiten voor het oogenblik en de reusachtige zwarte massa doet met vreeselgk geweld de »Wladimir« kraken. Een ontzettend tooneel volgde. Alle passagiers en manschappen, die bjj de aanvaring niet verpletterd werden, storm den in wilde vlucht, voor het meerendeel in machtgewaad, het dek op. Kreten van sluiten van een huweljjk. Zjj hoopt-daar door de bezwaren, die menigeen terughouden van het aangaan van een huweljjk, uit den weg te ruimen. Het cijfer der echtverbin tenissen in Frankrijk is steeds dalende. Het is thans gezakt tot zeven op de duizend inwoners per jaar. angst, het gejammer van vrouwen, vloeken TT ii j i ui i De advocaat van Cornelius Herz heeft en gebeden vervullen de lucht en vermen- u tui ui i-jj i. aan de Parysehe Rechtbank meegedeeld, dat gen zich met het schel geluid der stoom- v fluiten en het alarmsignaal der noodklokken. imlien 'O"1»'. De kapitein beyal terstond de booten ait Peraoonlflk voor het gerecht zou ver- te zetten, doch toen bemerkte men plotse-8 ling, dat het vreemde vaartuig achteruit- De Italiaansche afgevaardigde Bonghi, stoomde. Houdt hem, hg wil zich ver- die thans te Parjjs verblgft, waar hjj de be- wjjderenriep de kapitein zjjnen man- langen der vereeniging tot bevordering der schappen toe, waarop een matroos op detoenadering tusschen Italië en Frankrjj k bij boegspriet van het vreemde schip sprong de Fransche regeering bepleit, had zich over en zich aan boord der »Columbia« bevond.de mogeljjkheid eener afscheiding van Italië Zjjn voorbeeld werd gevolgd door 4 ma-uit het Drievoudig verbond uitgelaten. niet aan bevrjjdersmjjn hart heeft mg niet bedrogen, ik reken op u.« Ourson stond op na een eerbiedigen kus op de hand der jonkvrouw te hebben ge drukt, en sprak met eene diepe buiging: Beschik over mg, senorita; zeg mg hoe ik u van dienst kan zjjn. Ik zweer het u, hoe groot de hinderpalen en de gevaren mogen zjjn, God zal mjj bjjstaan om u van uwe vjjanden te verlossen.* »Ik heb slechts ééa vjjand, senor, maar die vjjand vermag alles te Carthagena.* »Ik dacht dat uw vader alleen in deze stad gezag voerde.* »Dat is waar, senor, maar die man, of liever die duivel, heeft mjjn vader geheel in zjjne macht weten te krijgendon José Rivas ziet slechts door zjjn oogen. Eene maand geleden heeft bjj hem in ditzelfde huis waar wjj ons thans bevinden, mjjne hand toegestaan.* »En gjj bemint dien man niet, senorita?* »Ik!« riep het jonge meisje huiverende, ik haat hem, hjj is mg een afschuweerder zal ik sterven dan de zjjne te worden.* De kapitein richtte zich in zjjne volle lengte op; zjjn oog schoot bliksems. »Wees gerust, senorita, gjj zult dien man niet huwen, zijn doodvonnis is onherroepe lijk; is het niet een Mexikaan?* Hjj geeft er zich voor uit.* Veronderstelt gjj dan...?* »Hjj geljjkt sprekend op een ander man.* »En die andere man?* »Gjj kent hem.* »lk?« trozen en eea moedige dame met 2 kin deren onder den arm, waarna nog meer dere matrozen zich aan boord der Colum bia* begaven, om de grootste boot van het vreemde schip uit te zetten en de reizigers der Wladimir* te hulp te snellen. Na een formeel gevecht met de Italiaansche matrozen gelukte dit. Slechts weinige pas sagiers konden gered worden met de boot. Aan boord der Wladimir* was het water in twee minuten overal doorgedrongen, de machinekamer was overstroomd; het vol gend oogenblik gingen de electrische lichten uit en het gansche schip verdween langzaam in de diepte. Een wilde paniek ontstond, een kamp op leven en dood. Booten, gevuld met vrouwen en kinderen, werden naar de Columbia* gezonden die reeds een kilo meter ver van de Wladimir* verwjjderd was. Het duurde een uur voor het schip geheel gezonken was en alle passagiers had men aan boord der Columbia* kunnen brengen, als dit vaartuig zich niet zoo snel verwjjderd had. Van de geredden zjjn velen in een oogwenk grjjs geworden, velen konden na 24 uur nog geen woord uitbren gen van den schrik, toen het Russische vaartuig »Sereus« verscheen en 59 man aan boord nam. Van de 140 opvarenden der Wladimir* zjjn er 102 gered, van wie verscheidenen gewond en voor hun leven ongelukkig zjjn. De kapitein en de bemanning der >Columbia« zjjn te Odessa gevangengenomen. »Ja, gjj herinnert u immers nog wel uw vreeseljjk dobbelspel met dien Boekanier wiens krjjgsgevangene ik was.* >Maar die Boekanier is dood, senorita.* >Ï8 hg dood? zijt gjj daar zeker van?« »0 kapitein,* zeide donna Lilia, terwjjl zjj zich sidderend dichter bjj hare gezellin voegde>hij is het, bjj moet het zjjn, zulk eene geljjkenis is onmogeljjk.« Een wolk benevelde het voorhoofd van den kapiteinhjj wendde zich tot Barthélémy die op een paar passen afstands op zjjn geweer geleund stond, en reikte hem de hand. Bioeder,* sprak hjj treurig, »gjj moet de waarheid wetenwaarom spreekt gjj niet?* Bjj deze korte en bondige vraag rilde de Flibustier van hoofd tot voeten; hjj ver bleekte en, terwjjl hg met den kolf van zjjn geweer op den grond stampte, hernam hjj met gesmoorde stem »Hoe kunt ge mjj dit vragen, wanneer gjj weet dat ik u niet kan antwoorden »Vergeet mjj, Barthélémy, ik had onge- ljjk,« sprak de kapitein rondborstig, »maar ik weet er nu genoeg van om mjjne maat regelen te nemen. Senorita,* vervolgde hg, zich tot de jonge dame keerende, »hoe heet die man?* »Don Henriquez Torribo Moreno.* »Dat komt overeen;* mompelde IJzer- hoofd. »En wanneer moet de echtrerbind- tenis plaats hebben?* vroeg hg luider. >Het tgdstip is nog niet bepaald, maar zal niet lang worden uitgesteld.* »Ik herhaal het, senorita: wees gerust, Naar de »Pol. Corr.« meldt vindt deze uitlating van Bonghi in Italië weinig bjjval. De meeste bladen erkennen, dat het voor de verbetering der betrekkingen tusschen Italië en Frankrjjk niet noodig is, een bondgenootschap op te zeggen, dat niemand deert en een waarborg is voor den vrede. Te Rome wordt verzekerd dat weldra de staat van beleg op Sicilië zal worden opgeheven. Bjj Albano, prov. Rome, werd een ge zelschap van heeren en dames in een rjjtuig door een rooverbende overvallen, die allen leegplunderde. Dit is de derde keer in één maand dat zulk een bruale aanval in de prov. Rome plaats heeft. De Servische Minister van Oorlog is in onderhandeling getreden met Krupp van Essen, om het geheele Servische oorlogs- materieel te vernieuwen. Een gedeelte van dé leening, te Parjjs gesloten, zal hiervoor dienen. Te Venetië heeft eergisterenavond een verschrikkeljjke hagelstorm gewoed. In de straten lag de hagel 30 centimeters boog. Talrjjke ongevallen hadden in de lagunen plaats. Een aardschok, die geen ernstige ver woestingen veroorzaakte, maar toch onder vreemdelingen groote ontsteltenis teweeg bracht, werd te Monaco waargenomen. In de prov. Bombay hadden overstroomin gen plaats tengevolge van geweldige regens; het spoorwegverkeer is verbroken. dat huweljjk zal niet doorgaan, daar geef ik u mjjn woord van eer op.« Helaas! wat kunt gjj tegen zoo vele vjjanden uitrichten, gjj, een vreemdeling die in dit land bjjna alleen staat? Ik heb ver keerd gedaan u ter hulp te roepenlaat mjj aan mjjn droevig noodlot over; begeef u niet in die gewaagde onderneming; kapitein ik smeek u er om.« Senorita, wanneer eeu man als ik een eed gedaan heeft, kan geen menschelijke macht hem beletten dien te houden.* »Maar gjj waagt u leven voor mjj die ge nauweljjks kent, voor mjj die tot een vreemd, vjjandig geslacht behoor.* »Senora, mijn leven is van te weinig beteekenis om het te sparen wanneer uw geluk op het spel staat.* »En als ik niet wil dat gjj sterven zult!* riep de jonkvrouw half verbjjsterd uit. »God zal beslissen, senorita,antwoordde de kapitein gelaten »ik zal u redden of ten onder gaan; God behoede u!« Hjj groette de beide meisjes eerbiedig en verwijderde zich met Barthélémy, voor- afgegaan door donna Lilia die hun deri weg wees. Toen zjj alleen was, bleef donna Elmina een oogenblik onbewegelijk staan; doch plotseling zonk zjj op hare knieën neder, vouwde de handen en bad met hare be traande oogen ten hemel geslagen »God! mijn God! neem hem in Uwe bescherming!* /Wordt vervolgd,1 Naar het fransch

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1