Hel Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. FEUILLETON. Kapitein Uitgever: Lu J. YKJERMAK, Heusden, Ai 1332. WOENSDAG 15 AUG. Aan wien de schuld? UUrSOn-lJZerüOOia. ®en ^vendig geweervuur liet zich, op de VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsve.hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7y2 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land van Altena. Wanneer ergens een aanslag op eigen dom of leven ondernomen is, welke door bijkomende omstandigheden de algemeene opmerkzaamheid tot zich trekt, dan richten zich aller blikken op den dader, die daar door tot een zekere beroemdheid geraakt, een beroemdheid, die evenwel spoedig achter de hooge muren van het tuchthuis onder gaat. Is bet den misdadiger gelukt zjjn spoor uit te wisschen, dan begint een wed strijd in 't vinden daarvan, waaraan niet alleen justitie en politie, maar alle betrok kenen en nieuwsgierigen deelnemen. Groot is aller tevredenheid en voldaanheid wan neer eindelijk licht in 't duister verschijnt, de verlorene gevonden, de ontkenner tot bekentenis gebracht wordt. Een komische tegenhanger van deze be moeiingen der rechterljjke macht en de verontrusting der publieke meening levert de uit onze schooljeugd bekende navorscbing naar gebroken vensterruiten en omgesmeten inktkokers of liever naar de bedrijvers dezer euveldaden, waarbjj 't dan tot matelooze vreugde der nablijvende klasse en tot ver twijfeling van den onderwijzer steeds uit kwam dat niemand het gedaan hadWant wee den onbedachtzame, die 't gewaagd had, zjjn medescholieren te verraden. Iets dergeljjks herbaalt zich onophoude lijk, ook buiten schoollokalen en gerechts- k zalen, zoo dikwjjls het daarom te doen is de oorzaak van den tegenspoed op te sport n, waardoor wjj getroffen worden. On willekeurig blikken onze oogen in de om geving rond of niet ergens iets verdachts te bespeuren is. Dat broeders en zusters, zonder schade te berokkenen aan de hun aangeboren wederkeerige vertrouwelijkheid, elkaar in de eerste plaats beschuldigen van beschadiging van boeken of kleeren, is een feit, hetwelk door de toegeeflijkheid der goedigste ouders niet uit de wereld te ver wijderen is. Maar ook wjj grooten, onder wie het om gewichtige dingen gaat, kun nen er niet buiten, de oorzaak van 't geen ons overkomt, onder onze beminde mede- menschen te zoeken. Wiens schuld is het, dat we gisteren avond te diep in 't glas ken hebben en heden een zeer onplei- jrigen dag doorleven? Natuurlijk de goede vriend, die ons drong te big ven zitten, ver over het uur, waarin een welopgevoed burger huiswaarts keert. Wie draagt de ver antwoording, dat we juist deze verwenschte badplaats opgezocht hebben, waar niets te zien is 'dan kelners en badvrouwen en waar we ons doodelijk vervelen? Geen ander dan die dwaze buurman die wonderen van na tuurschoonheden en amusementen vertelde, welke ons in dit nest te genieten zouden gegeven worden. Wij doen een verkoud heid opde kleermaker draagt de schuld, die ons een ondoelmatig pak gemaakt heeft of de caféhouder, die zoo slecht voor de ventilatie zorgt, of onze lieve vrouw, die juist vandaag wilde uitgaan ofschoon ze wist dat we niet lekker waren of de kin deren, die niet ophielden of we zouden ze roeien of iemand of iets anders. En 't geeft ons in ons lijden een zekere rust en aan gename kalmte den zondebok eindelijk ge vonden en met verwjjten, aanklachten en straffen rijkelijk overstelpt te hebben. Doch scherts op zijde, hoe zou het komen dat bijna ieder mensch in tegenspoed de oorzaak buiten zich zoekt en in de meeste gevallen ook meent te vinden? De grond is eenvoudig deze, dut we een natuurlijke en kunstmatig gevoede afschuw hebben in de eerste plaats onszelven onderhanden te j nemen over het onaangename dat ons treft, j De brave man denkt aan zichzelf het lest* staat er ergens in Willem Teil. Juist, zoo-j vele brave mannen en vrouwen denken niet aan zichzelven 't eerst wanneer 't om eer en voordeel gaat, maar dat doen ze ook niet, wanneer verwarring en schade is aan gericht, waarvan ze toch eigenlijk zelf de oorzaak waren. Yan een jong mensch wordt verwacht dat hij door eenig examen een stap hooger op den ladder doen zal. Lang talmt hij en als hij 't eindelijk eens waagt, mag dit met recht wagen heeten, want hij zakt als een baksteen. Zoudt ge meenen dat dit zijn schuld is? Geen denken aan. Het is de schuld der omstandigheden, der examitoren, der weersgesteldheid. Hjj heeft gedaan wat hij kon. Tegenwoordig is het een dageljjks weer- keerend verschijnsel, dat mannen van zaken, wier ondernemingen op niet uitloopen, de oorzaak daarvan uitsluitend in de slechte tijden* zoeken. Bjj nader onderzoek blijkt; echter waardigheden en plagen te zoeken. Wentelen we deze schuld op anderen, dan loopen wij gevaar onrechtvaardig te oordeelen, valsch aan te klagen, liefdeloos te beschuldigen. Grijpen we daarentegen ons zelf in de borst, dan gevoelen we ons gedwongen na te denken welke wegen we hebben in te slaan, welke fouten we te vermijden hebben. Dat is de zedelijke beteekenis van elk ongeluk, dat het ons oproept voorzichtiger, naar plicht en geweten getrouwer te handelen en niet bij elk nadeel, dat we lijden naar buiten te turen en verwonderd te vragenwie draagt de schuld? Maart-veld, het Trocadéro, de •Esplanade des Invalides,* het Nijverheidspaleis en alle kaden der Seine. De terechtstelling van Cesario zal 20 Aug. plaats hebben. Een vorstelijk geschenk Nathaniel de Rotschild heeft zijn land- goed te Hinterleitben (Beneden-Oostenrijk) benevens een kapitaal van 1.300.000 fl. af gestaan voor een instelling voor invalide officieren van het Oostenrijksch-Hongaarsche leger. Buitenland. Zoo als bekend is zijn er reeds herhaal delijk plannen beraamd om de stad Brussel tot een zeehaven te maken. Naijverig op den uitgebreiden handel van Autwerpen, wil de hoofdstad trachten een deel daarvan aan zich te trekken. De minister van open bare werken heeft thans een nieuw plan ter inzage gekregen van den heer M. J. Redoute. V olgens dat ontwerp zou 't kanaal van Charleroi geleid worden achter 't Wester station om en vallen in 't kanaal van Willebroeck, dat Brussel met de Schelde verbindt. De zeehaven zou komen te liggen bij 't station van Schaerbeek. De Koning heeft den ontwerper uitgenoodigd hem zijn plannen te komen uitleggen. niet zelden dat lichtzinnige bande- GÜSTAVE AIMARD. lingen de hoofdschuld der ruïne dragen j Welke van verre gehaaide oorzaken, welke' kunstmatige combinatiën van werkelijke en j verzonnen omstandigheden worden in den strijd gevoerd om onze ziekten te verklaren Wie eerlijk is, stemt toe dat onvoorzichtig heid en onmatigheid de verstoorders zjjner gezondheid geweest zjjn. In ons, niet buiten ons, hebben wij in de meeste gevallen de schuld onzer weder- Volgens het Bulletin trimestriel* der Belgische centrale commissie voor statistiek zijn in het 2e kwartaal van dit jaar sterf gevallen aan pokken voorgekomen in de vol gende steden: te Rotterdam 158, Warschau 67, New-York 56, Parijs 53, Birmingham 53, Londen 44, Moskou 41, St. Petersburg 39, Brooklyn 38, Havre 38, Lissabon 22, Rouaan 19, Manchester 16, Odessa 15, Boedapest 13, Triëst 12 en te Edinburg 11, benevens in vele andere plaatsen minder dan 10 sterfgevallen. Hoeveel sterfgevallen door pokken voor kwamen te Chicago, Calcutta, Havana, Nantes en Milaan in het 2e kwartaal wordt in dat bulletin niet vermeldvan het eerste kwartaal echter wel: toen bedroeg het getal te Chicago 184, te Calcutta 47, te Havana 53, te Milaan 65 en te Nantes 30. Wat zjjn die kerels gelukkig!* gromde Barthélémy. Een uur later kwamen hij en zijne bende p. yy n, ,als een orkaan te Turbaco aan. buitenplaats van den gouverneur booren. Ik hoor de Gelin-geweren riep Barthé lémy uit; onze broeders zijn aangevallen. Voorwaarts, in Gods naam, voorwaarts!* Zij galoppeerden den voorhof van het huis binnen. Daar was alles stil. Er werd in den tuin gevochten. Voorwaartsriep Barthélémy nogmaals (38 >Die Boute-Feu is mijn booze geest, mjjmerde IJzerhoofd. »Luister, neem vijftig manschappen mede, stjjg te paard en snel terwijl hjj van zijn paard sprong naar het buiten van den gouverneur. DaarDe Boekaniers volgde hem. moet hjj zijn.* 1 De tuin was met lijken bezaaidop een Ja, gij hebt gelijk,* riep Barthélémy grasperk met een rensachtigen boom in het uit, »daar moet bjj zijn en nergens anders! midden, hadden Alexander en acht Boeka- Ik ga,« voegde bij er zuchtend bij. »Toch'uiers, de eenig overgeblevenen van eene had ik gaarne dien laatsten aanval bijge- bende van twintig man, alle miu of meer ge- j woond; die zal heerljjk zijn.* j wond, een kring rondom den boom gevormd j Dat geloof ik, zjj verdedigen zich als jen verdedigden zich als opgejaagde leeuwen j leeuwen; maar wie weet welk een mooi ge vecht u daar ginder wacht.* Gij staat er dus rp?« •Ik verzoek er u om. Omhels mjj broeder, God geleide u!« Vaarwel broeder, veel geluk!* Op het oogenblik dat Barthélémy zich met zjjne manschappen verwjjderde, hoorde j logskreet tegen ten honderdtal Spanjaarden, die hen woedend bestookten. Vuur en dan de blanke sabel!* riep Barthélémy. Er knalden een vijftigtal geweerschoten en de Boekaniers wierpen zich op de Span jaarden, onder hun verschrikkeljjken oo:r- hjj de stem van Ourson. Storm geloopen, broeders; met den blanken sabel! Ditmaal moet er ten einde gmn komen.* Flibuste! Flibuste!* Er ontstond nu eene ontzettende worste ling. Toen do Spanjaarden, tusseken twee vuren i De wereldtentoonstelling te Parjjs in 1900 zal worden geopend 15 April en tot 5 Nov. geopend big ven. Zij zal bestaan uit een •exposition contemporaine* en een •retros pective* over de ^fgeloopen eeuw. Voor de tentoonstelling zullen woraen gebruikt het gevangen, zagen, dat er aan geen ontkomen te denken viel, lieten zij zich tot den laat sten man neersabelen. Geen enkele ontkwam de slachting. Hei daar!* riep Barthélémy, terwjjl hjj op een man aanlegde die in het struikgewas trachtte te sluipen»een oogen blikje als 't u belieft!* Het schot ging af, de man viel, terwijl hij een kreet van woede slaakte. De Boekanier snelde naar hem toe. Wel, mjjn waarde Boute-Feu, woudt ge ons zoo stilletjes verlaten,* sprak hjj, terwjjl hjj hem stevig vastbond en aan twee zjjner makkers toevertrouwde. Boute-Feu wierp hem een woesten blik toe, doch gaf geen antwoord. De kogel van Barthélémy bad zijn rechter been verbrijzeld; de Boekanier bad den af valligen vrijbuiter niet willen dooden, bij had hem alleen de vlucht willen beletten en dit was hem gelukt. Toen Boute-Feu onder goede bewaking was gesteld, trad Barthélémy naar Alexander toe, die bezig was eenige vrij ernstige wonden te verbinden die hjj bekomen had. De jonkvrouwen?* vroeg hij. Zjj zjjn hier onder dezen hoop bladeren en takken.* Gezond en wel?* Ja, maar het werd tijd, dat gij ons kwaarnt ontzetten.* Dat zie ik.« •Gelooft gij dat IJzerhoofd tevreden over mjj zul zjjn?* De >Times« verneemt uit St. Petersburg dat de Fransche geheime politie de Russische gewaarschuwd heeft tegen anarchistische aanslagen. Zelfs zouden er Fransche detec tives te Peterhof zijn. Bij de illuminatie van i Maandag is de keizerlijke familie niet ver- schenen, hetgeen als iets ongewoons werd beschouwd. Kozakken liepen het park van Peterhof tijdens de illuminatie af, hetgeen natuurljjk tot allerlei geruchten aanleiding gaf. In eene oorrespoudentie in het »Berl. Tgbl.« uit St. Petersburg lezen wij be halve eene bevestiging van het bericht, dat een Russisch smaldeel van acht schepen met vergezelde orders naar Korea gestevend is dat aan den bevelhebber van Oost-Siberië last zou gegeven zijn, de troepen marsch- vaardig te houden. Rusland wil onzijdig blijven. Wordt echter hetzij door een over winnend China of Japan hetzij door eene andere mogendheid verandering in den toe stand van Korea gebracht, of eene haven in bezit genomen, dan zal het zijne belangen laten gelden. Frankrjjk zou zich reeds be reid hebben verklaard in dat geval zijne vloot met de Russische te laten samenwerken. De vriendelijke toon der Russische bladen tegen Bulgarije en vorst Ferdinand, begint reeds veel te verminderenen de oude hate lijke taal komt weder geheel boven in het volgende entrefilet der »Nowosti«: »Een verandering in den toestand, kan onder de tegenwoordige omstandigheden, slechts van het Bnlgaarsche volk zelf uitgaan. Als dej macht der openbare meening in Bulgarije j zoo sterk was, dat zij Stamboeloff en zijn j vrienden van het staatkundig tooneel konden verwjjderen, kan zjj ook zijn opvolgers wel aan. De Coburger en Stamboeloff zjjn uit dezelfde oorzaak voortgekomenen het lot dat Stamboeloff getroffen heeft zal ook den Coburger treffen. Onder die omstandigheden behoeft de Russische politiek tegenover Bul garije in 't geheel niet gewjjzigd te worden •Opperbest.* Dan is alles in orde.* En de lijfeigene ging weer bedaard met het verbinden zjjner wonden voort. De jonge meisjes waren door hare ver dedigers zoodanig onder bladeren en takken begraven, dat zjj niet het minste letsel van het gevecht hadden gekregen, tuaar zij waren half dood van schrik. Ourson had juist gegist toen hij ver moedde dat Boute-Feu het buitenverblijf zon aanvallen. Nog eenige minuten en de ellendeling ware in zjjn boosaardig opzet geslaagd. Zonder een oogenblik te verliezen, gaf Barthélémy de noodige bevelen om ten spoe digste naar Cartha^ena terug te keeren. Waar is mijn vader riep donna Lilia uit. Weldra zult, gij hem, hoop ik, weerzien,* antwoordde de Boekanier. Hebt gij hem gezi*n?« •Ja van verre, bet i.s een dapper krijgsman.* En mijn vader, waarom spreekt ge niet van hem, senor?« vroeg donna Eliuina ge jaagd. IJ w vader, senorita, ken ik niet Hoe! gij kent don Joré Rivas niet?* Vergiffenis, senorita. Welnu?* Welnu Hier zweeg de Boekanier. Spreek, in 's Hemels naam,« hernam donna Elrnina op smartelijken toon; •zou hij gewond zjju gij antwoordt niet zjj is gebleken afdoende te zjjn. Door het eenvoudige beginsel van non-interventie heeft zij gevolgen gekregen, die de heer schappij Coburg-Stamboeloff in discrediet brengen. Vroeger ot later zal het geweten van het Bulgaarsche volk ontwaken, en zal weder een goede verhouding tusschen Rus land en Bulgarije ontstaan, die met de geschiedenis en het verleden in overeenstem ming is«. Ondanks al zijn moeite schijnt vorst Fer dinand das nog even ver van de erkenning te zjjn, als vroeger. Een gebeurtenis, die de zoo bekende episode uit de schipbreuk der Medusa* ons weder te binnen brengt, heeft in de IJszee plaats gehad. Ongeveer een maand geleden, leed een walvisehvaarder de »James Allentengevolge van een hevigen storm schipbreuk op de kust van Alaska. Van de 25 koppen, die de bemanning vormden, verdwenen er 15, terwijl de 10 overigen te Vancouver werden opgenomen. Zij deelden mede, dat zij zich redden op een soort vlot en dat zij, ten prooi aan de kwellingen des hongers, genoodzaakt waren twee hunner kameraden, aan scheurbuik overleden, op te eten. De Canadeesche. overheid heeft een onderzoek geopend, naar aanleiding dezer vreeselijke mededeelingen. Dowe 8chjint thans aan het rondreizen te zijn om overa! zjjn paaiser te vertoonen. Te Mannheim, waar bjj het heeft uitgevonden, zijn nu onder groot gejuich van het publiek; proefnemingen er mede gedaan. Onder an- deren heeft do regiaimite-geweeritrnker al-.; daar met het bjj de armee ingevoerde gevr c.M. 88 en daartoe beboerende ammunitie te vergeefs g boren. Voor .u<t zijne tegensp t odao er ue Spandau een kogel doorheen was gegaan. De verwoesting van den Grooten Bazaar door de aardbeving te Constantinopel is een zware ramp voor de hoofdstad van Turkjje. Deze bazaar was de uitgestrekste en de be langrijkste van het Oosten. Hjj bevatte 7,056 winkels en magazjjnen32,000 per sonen verdienden er hun brood en 250,000 anderen (handelaars, bankiers, commissi onairs, enz.) bestonden door middel van deze inrichting. Het bedrag der handels zaken, die er jaarlijks omgingen, kan op meer dan 200,000,000 piaster geschat worden, ter wijl de middellijke en onmiddelijke inkomsten, welke de Staat van deze handelsinstelling trok, ongeveer 30,000,000 piaster per jaar bedroegen. God, hij is toch niet dood?* De Boekanier trachtte met alle inspanning zijne zelfbeheersching te herkrjjgen en mom pelde toen Eigenlijk is het maar beter haar alles te zeggen. God! Gij doet mij beven.* Wees badaard senorita.* Is hij gekwetst Dat weet ik niet, maar wat ik weet is, dat ik hem z**lf heb hooren zeggen, dat hij uw vader niet is, zelfs niet uw bloedver want: gij zijt de dochter van een dapperen Broeder van de Kust, dat is alles Don Jofé is mijn vader niet,* riep donna Elrnina met gevouwen handen uit, »o, God, mjjn God!* En het jonge meisje zonk bewusteloos op het grasperk neder. Barthélémy zag haar ontsteld aan. Naar den duivel niet. de vrouwen!* riep hij, terwijl hij zich een geduchten vuistslag op het hoofd gaf, »en ik die nog al dacht haar zulk een goede tijding mede te deelen. Gij hebt het buskrnid niet uitgevonden, senor, sprak donna Liiia, terwijl zij hem ia het gezicht uitlachte. Dat begin ik ook te gelooven,* ant woordde de Boekauier, op een toon van diepe overtuiging. Barthélémy kwam om acht uur des avonds te Cartbageria terug. De stad was in de macht der Flibustiers. De laatste bestorming was gelukt; na een hardnekkig gevecht tuan tegen man, ilMIWSMAD Naar het Fransch nooR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1