I He! Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Buitenlandsche Zaken. I M 1340. WOENSDAG 12 SEPT. 1894. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. i VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prgsveihooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer lx\% et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrg dagavond, ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land van Altena. Voor den Minister van Buitenlandsche laken is op de Staatsbegrooting van 1894 itgetrokken f 784929. In vergelijking met oorlog en marine is die som zeker niet groot, maar als men nagaat dat steeds naar nieuwe inkomsten moet gezocht worden om te korten te kuDnen vermijden, dan beteekent die uit gaaf wel iets, vooral als men in het oog houdt dat zjj voor een groot gedeelte een uitgaat van weelde is, en op vroegere tijden wjjst. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken moet zorgen dat de goede verstandhouding ra.:t het buitenland niet verbroken wordt; het moet de Nederlanders in den vreemde beschermen en hulp verleenen, als dit noodig mocht zjjnhet moet onze belangen op allerlei gebied behartigenhet moet zorg ragen maar waartoe een langerfe om- ichrjjving? Wat gezegd is, is voldoende. In vroegere tijden was het in het belang der .'••gezetenen van een land dat een vertegen woordiger der regeering in de andere landen gevestigd was om, zoo noodig, hulp en bij stand te bieden, maar bestaat daaraan thans nog behoefte? In vroeger tijd moest men op de hoogte gebracht worden van de be doelingen en plannen eener vreemde regee ring, en de gezant moest niet zelden door omkooping en allerlei intrigues zijn regee- tfng met velerlei zaken in kennis stellen. Thans is die moeite onnoodig. Het post wezen is overal geregeld en de telegraaf stelt ieder in de gelegenheid om zich ten spoedigste tot de regeering zelve te wenden te 's-Gravenhage kan men thans even vlug en even goed hulp verleenen als te Madrid of te Weenen. De bladen met hun reporters geven vlug alles wat belangrjjk is,* uit de bladen leest niet zelden de regeering de laatste berichten uit Indië, en wat in vreemde landen besloten zal worden of besloten is, is terstond ter algemeene kennis gebracht. Daarvoor heeft men waarljjk geen gezanten met hun gevolg meer noodig! En wat nu J|!et sluiten van handels-traktaten, post-over- aenkomsten en wat dus meer zij, betreft, och het gezantschap doet aan zulke zaken niet veel; speciale ambtenaren, der zake- kundig, worden uitgezonden om die zaken te regelen en in orde te brengen. Bl|jft voor het gezantschap de eer om het prestige des lands in den vreemde op te houden, wat door de. andere regeeringen erkend wordt door tot opluistering der hof houding ook ons gezanten en hoogwaardig heidsbekleders te zenden. Wat zou de ^residentie zjjn zonder vreemde gezanten? Maar is het nu verantwoord om daarvoor zulke aanzienlijke sommen beschikbaar te stellen Consuls zijn noodig voor den handel; in iedere plaats waar onze schepen het anker laten vallen om handel te drijven, moet een vertrouwd beambte zijn die van raad kan dienen bjj verschil of in andere ge vallen, waar hulp noodig is; vele consuls zijn evenwel onbezoldigd en worden voor hun werkzaamheden door belanghebbenden betaalddie consuls zijn voor een handels volk noodzakelijk en die kunnen wanneer het noodig is in hun omgeving het werk der gezanten verrichten; in speciale ge vallen is het thans met de uitstekende op beuzelingen ernstige aanmerkingen maken maar de groote posten zal men ongemoeid laten, dat is nu eenmaal de gewoonte. Wat behoeven wij gezanten in zoovele Staten, waarbij ons volk weinig of geen belang heeft Waartoe is een gezant noodig in Portugal, in Rumenië, in Turkije, in Belgie? Zou de goede verstandhouding minder zijn, als wij met die landen en ook met andere overeenkwamen om die noodelooze uitgaven te sparen Algemeen wordt geklaagd over de op voering der belastingen, zou de tijd niet! gekomen zijn om niet door verhooging der belastingen maar door inkrimping der uit vaardigden dwingen om daartoe over te blijven, hopende dat de tijd zou komen, dat gaan, het zou zeker geen voldoening zijnhet volk hem op den troon zou roepen. In voor zoovele afgevaardigden die jaar op jaar stede daarvan kwam in 1886 de verbanning", hun goedkeuring geschonken hebben aanHij trok toen weer naar Engeland, ver- de wetsontwerpen der Staatsbegrooting. Hierna beter mogen wij wel zeggen Buitenland. j klarende in zijn afscheidsmanifest, dat hg j gereed zou zijn zoodra Frankrijk hem riep. Thans heeft de dood hem geroepen. Zijn gezondheid was sinds eenige jaren zeer ver zwakt, en een pijnlijk lijden kwelde hem de De Graaf van Parijs. laatste dagen. Hij bewaarde echter tot het Zaterdagochtend kwam het doodsbericht j laatst zijn helderheid van geest. Een zijner van den Graaf van Parijs, niet onver- laatste woorden tot zijn om hem geschaarde wacht zeker. Reeds in ons vorig no. spraken familie was de aanmaning om elkander te blijven liefhebben»les families unies sont les plus heureuses.« De Graaf bezit dan. wij over het ziekbed van den pretendent en de politieke beteekenis van zijn overlijden, gelijk de geheele buitenlandsche pers. Nie-'i00^ ui hooge mate de deugden, van een middelen van gemeenschap zeer gemakkelijk gaven tot een gezonden toestand te komen,' mand zag daarin een wereldschokkende ge- goed familievader, en. rijn. onmetelijk ver een vertrouwd der zake kundig persoon uit en op nuttige uitgaven. zou meu dan niet .beurtenk, en de erfgenaam van den Franseken mogen is er onder zgn kekeer met o\> te zenden. eens behoeven te bezuinigen. i troon is heengegaan als een vergeten burger, verminderd. Zijn dus de gezantschapsposten in onzen Er zijn nog tal van uitgaven die ver-1 Ziehier enkele levensbijzonderheden. De j ge snelt,rein, van Parijs naar Keulen, die tijd niet meer noodig voor een volk als dedigd worden door uitdrukkingen als het Graaf van Parijs, Louis Philippe Albert Zondagmiddag te 12.40 uit Parijs is ver- het onze, dat door nieuwe belastingen inprestige der Kroon, ons prestige tegenover d'Orleans, werd te Parijs geboren op 24 Aug.1 vertrokken, is bij het station Apilly ont- de steeds stijgende uitgaven moet trachten j het buitenland enz., maar een borger die 1838, als zoon van Louis Philippe's oudsten Sp00rd. Het aantal der dooden en gewonden te voorzien, dan wordt het tijd met het zjjn equipage afschaft, omdat hij buiten de zoon en Prinses Helena van Mecklenburg-1 bedraagt 37. verledene te breken en die antiquiteiten op mogelijkheid is die aan te houden bena- j Schwerin. Zijn vader stierf in 1842. Zijn te ruimen, ook wanneer daardoor eenige deelt veel minder zijn prestige, dan zijnheldhaftige moeder trachtte den Februari- aanzienljjke lieden het middel zullen missen lotgenoot die volhoudt met het geld van storm te bezweren in 1848, door met haar j rammer en eenige reizigers werden ge- om in den vreemde de eer van ons land anderen te leenen om onnoodige uitgaven zoontjes in de Nationale Vergadering tej Wond. De minister van openbare werken op te houden door het bijwonen van recep-te doen. j verschijnen, maar men erkende den troon- ;s terstond uit Parijs naar Apilly vertrokken, ties of het geven van partijen. Die eer toch j Dat fatsoen, of liever dat zoogenaamd opvolger niet, en de Republiek verbande deteneinde een onderzoek in te stellen, is zeer betrekkelijk, doch kostbaar is zij fatsoen kost menig burger vrij wat geld, familie Orleans. De Graaf van Parijs werd Apilly ligt in de nabijheid der Oise in zeker, altjjd gerekend naar hetgeen daar- maar het kost ook veel geld aan het groote in Duitschland opgevoed en leefde later in De stationchef en verscheidene reizigers verloren het le^en. De stoker, de machinist, door verkregen wordt. Flink, deskundige mannen op zeeplaatsen hebben wjj noodig voor onzen handel, maar een andere vertegenwoordiging is onnoodig, en het geld daarvoor besteed kan zonder onnoodig is, en alleen dient om oude in eenig nadeel gespaard worden. stellingen in het leven te doen blijven? huishouden, den Staat. Wanneer zullen wij eens een (vertegen- nicht Isabelle, dochter van zijns vaders woordiging krjjgen die zonder aanzien van jongsten broeder, den Hertog van Montpen- personen, onverbiddelijk alles schrapt wat sier. Eerst had hij deelgenomen aan den Amerikaanschen successie-oorlog in het leger der Unie, waarover hjj in 1875 een dik het departement de l'Aisne, in het noord- Engeland, waar hij in 1864 huwde met zjjn oosten van Frankrijk, dat aan België grenst. Het is een station van den Noord-ooster spoorweg, gelegen tussohen de stations Noyon en Chauny. Bljjkens nadere bjj zonderheden wordt het bevestigd, dat de eerste drie wagens van Door die bezuiniging zou men het bewjjsMet de begrooting van buitenlandsche boek uitgaf. Uit zijn huweljjk sproten vier leveren dat wij van alle noodelooze weelde zaken te beginnen is nog vrg wat te be- dochters en twee zoons. De oudste dochter afstand willen doen en misschien zou dit'zuinigen als men slechts met vroegere toe- is Koningin van Portugalzijn oudste zoon, begin tot tal van andere bezuinigingen den weg banen. Er is een tijd geweest dat een gulden niet tweemaal behoefde omgekeerd te worden, eer hg werd uitgegeven, maar die tjjd van de batige saldo's is lang voorbjj, nu moet wel nauwkeurig acht gegeven worden, niet alleen op de guldens maar zelfs op de stuivers, want de tekorten zjjn kwade zaken zoowel in het huisgezin als in de groote huishouding van den Staat, j Een goed huisvader bezuinigt zooveel mogeljjk als dit noodig bljjkt, waarom zal de Staat anders handelen? Spoedig zullen standen wil breken en de behoeften van de pretendent Louis Philippe Robert, is 25 het tegenwoordige in het oog houdt. jaar oud en nog ongehuwd. De Graaf van Yoor nuttige, noodzakeljjke uitgaven Parjjs bood in 1870 aan om tegen Duitsch- moet geld beschikbaar zjjn, en daarvoor land te strgden, maar het aanbod werd niet zal het ook gaarne opgebracht worden, aangenomen. Na den vrede echter werd het maar onnutte uitgaven of uitgaven van verbanningsbesluit herroepen en werden de weelde moeten niet meer geduld worden om in 1852 verbeurd verklaarde goederen terug- over des te meer g»ld voor noodzakeljjke gegeven. Toen leefden de Orleansen weder uitgaven te kunnen beschikken. Acht ton in Frankrijk, waar de Graat van Parijs zich is zeker niet veel op een begrooting van aanvankelijk zeer rustig gedroeg. Langzamer- honderd millioen, maar het is om het be ginsel te doen; schrapping van alles wat geen nut doet moet streng toegepast worden de begrootingen voor 1895 aan de orde dat moet het beginsel zjjn, waavan men OSSIP SOHUBIN. Uit het Franscli door B. 1) is gesteld worden. Veel tjjd zal zoek gemaakt worden om de verschillende uitgaven te onderzoekenmisschien zal men hier of daar een klerks-traktement schrappen, maar ^de vermindering zal, op het voorbeeld van andere jaren, gering zjjnweder zal men wien 't eeuwigschoone vooral zwaar viel. Eu uit de verte, diep onder 't in de blauwe lucht zwevende eiland, zag bij iets donkers, dat door vlammen doorwoeld was en waar heen hij zich onweerstaanbaar getrokken voelde. 't Was de aarde, zei men, toen hij er naar vroeg. Steeds sterker trok hem 't verlangen naar de geheimzinnige verte, tot bij den Almachtige smeekte voor een enke len maal daarheen te mogen gaan, om 't van nabij te beschouwen. Niet zonder verdriet hoorde de Almachtige het verzoek van den engel. Hij stond 't hem wel toe maar ouder een voorwaarde: »Ga waarheen 't verlangen u trekt,zei Hij, »maar weet, dat als ook maar een enkel smetje uw vleugels bezoedelt, gij nooit we«-*r in 't Paradijs terug moogt komen!* De engel was niet bevreesd; vroolijk dankte bij den Almachtige voor diens goed heid, nam afscheid van zijn door licht om straalde makkers, breidde de witte vleugels uit, en zonk door den reinen eter langzaam neer op de aarde. Nauwlijks had hij deze bereikt, of hjj voelde zich van een nieuw smarteljjk leven doordrongen. De bloemen geurden hier sterker men kon hier niet tot op den bodem der wateren zien, en sterke, smartljjk zoete stemmen klaagden en zongen uit de diepte naar bovtn. Wat hem echter 't vreemdst scheen, was dat grauwe wolken den hemel uitgaat bjj de beoordeeling der begrooting en doet men dat dan zal wel geen bezwaar bestaan om de personeele belasting als Rijksbelasting te doen verdwijnen. Moet gewacht worden met deze bezui nigingen tot de nieuwe kiezers hun afge- bevlekten, en dat naast ieder voorwerp, dat door de zon beschenen werd, een leelijke, zwarte vlek zich uitbreidde, waarvoor hij bang was. En overal zag hij zonderling onrustige schepselen, die er uitzagen als engelen, die hunne vleugels hadden ver loren, en die allen groeten haast hadden, zender dat voor zoover hij 't waarnemen kon daar veel anders uit voortkwam, dan dat de een dm ander steeds meer licht be nam en hem wat dieper in 't zwart drukte. Wie 't sterkst was overwon voor een oogenblik, en dan begon 't koorstachtig heen en weer draven opnieuw. De engel vroeg wat dat zwarte ding toch was. De menschen antwoordden hem dat het schaduw was. De engel gruwde van 't donkere ding, dat zich overal tusschen 't licht en de aarde drong, en vroeg: »Is er dan niets op aarde dat niet door schaduw wordt verduisterd?* Toen antwoordde men bjjua spottend: »Ja 't geluk!* Wat is geluk?« vroeg de engel. »Dat is moeilijk te zeggen,* antwoordden hein de menschen ieder ziet het anders.* »Fn waaro vroeg de engel, die met de aarde zoo onbekend was,« waarom gaat ge dan niet uit om 't geluk te zoeken, in plaats van elkander al maar weer 't licht te ontrooven en in de schaduw te dringen?* De ten trok de schouders op eu meende, »'t is zoo heel ver De ander lachte spottend en zei, >'t is een spreukje!* hand echter drongen zijn vrienden hem zich meer en meer als pretendent te doen gelden. Terwjjl zjjn ooms, vooral Aumale en Joinville, zich voor de Republiek verdiensteljjk tracht ten te maken, wierp hjj zich in de armen der clericalen en verzoende hij zich in 1882 met den Graaf van Chambord, ten einde als diens opvolger in het pretendentschap te worden erkend. Toch hield hg zich voldoende op den achtergrond om ongemoeid te kunnen trein 115 Midden tusschen de heen en weer draven- den zat er een, die niets deed en ieder 't licht gunde, zoolang hem zelf maar zoo veel licht bleef, als hjj voor 't leven noodig had. Hij zat aan den kant van den weg van de anderen afgekeerd en geheel in 't beschouwen zjjner voeten verloren. De engel vroeg, wie dat was. Men antwoordde hem »dat is een filosoof* en voegde er spottend bij: »hy zal u 't beste kannen antwoorden.* De engel nam alles ernstig op, en wendde zich tot den filosoof met de vraag: waar om zoekt geen van u 't geluk?* »'t Ontvlucht hem, die 't naloopt,* zei de filosoof eri zag den engel uit de hoogte aan om te zien welken indruk zijne woorden maakte. Maar deze antwoordde overmoedig »Ik heb vleugels ik haal 't. iu zeg me maar, waaraan het te herkennen is.« »'t Licht zoader te verbiiuden en warmt zonder te branden!* antwoordde de filosoof. Op dit oogenblik bemerkte de engtl een met schitterende kleuren glanzendeu boog, die zich uls een verheven triomfpoort over de aarde uitspande. »Is dat bet geluk?* vroeg hjj. Menigeen houdt het er voor,* ant woordde de filosoof kortweg, en hij ver zonk opnieuw in 't beschouwen vau zijn voeten. Zooals de meeste wijsgeeren gaf hij. zjjn wjjshei i liefst ongevraagd, en had hij 't met van Parjjs naar Keulen geheel zjjn verpletterd door eene locomotief. De stationchef sprong met een roode vlag op den weg, teneinde de botsing, die hij zag aankomen, te verhinderen. Hg werd ter stond gedood. De schok was ontzettend. Het laatste ge deelte van den trein, bestemd naar Brussel en Nederland, bleef ongedeerd. Het aantal der dooden bedraagt tien. Tevens werden twintig reizigers gekwetst. De nationaliteit d^r dooden en gewonden is niet bekend. Zaterdagmorgen is professor Von Helm- holtz, een der grootste geleerden van onzen tjjd, op 73-jarigen leeftjjd overleden. In 1851 vond hjj een nieuwen oogspiegel uit, die een nieuw tjjdperk op het gebied der oogheelkunde opende. Zijn »leer over de geluidsindrukken« werd in alle talen over gezet. Gewichtige waarnemingen heeft hij gedaan in zake de warmte als beweegkracht, zonder nog te spreken van een groot aantal graag, dat men hem met wjjsgeerige vragen al te na kwam. De engel echter breidde zijn machtige vleugels uit en zweefde, door luwe windjes gedragen, naar 't stralende wonder. De weg was ver, verder dan hjj had gedacht, en inderdaad scheen de kleurige boog voor hem te vluchten eu wel te sneller, naar hij zich meer haastte. Üe moede zwerver kon zich nauwelijks meer iu de lucht houden, toen de schitterende triomlpoort eenklaps stil stond. Een laatste vlucht nemend, ijlde de engel er op toe. Maar nauwlijks had hij 't sprookjesachtig kleurgeschitter met zijn vleugels beroerd, of het loste zich op in kouden grauwen nevel. Toen overviel den engel een vreeslijke vermoeidheid, zoo dat h;j als 6en doodde op de aarde viel. Hjj viel uit den hemel op de aarde, viel uit reinen eter iu zwart kleverig slijk. Toen verloor hij het bewustzijn. Toen hij weer tot zich zelf kwam, dacht hij met smartelijk heim wee aan zijn hemels ibe woonplaats en wilde naar 't Paradijs terug. Maar toen hjj beproefde op te staan, ontzegden zjjn vleugels hem hun dienst. Vol angst bezag hij zich zelf en bemerkte met ontzetting, dat leelijke zwarte vlekken zijn wit vederkleed be smetten. Toen wist hij, dat de weg naar zijn geboortegrond gesloten was, en een ontzettend barteleed bemeesterde hein. Kade- loos steunend wrong hy de hauden. imiiwnui VaN «I II IIIIP II» Slot volgt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1