Fel Land van tiensden en Allena, de Lansstraat en de Bommelerwaard. De Gemeente-financiën. eurvorst en Geldvorst. FEUILLETON. Uitgever: Li. J. VEERMAN, Heusden. M 1346. WOENSDAG 3 OCT. 1894. VOOR k Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. "anco per post zonder prjjsveihoogmg. Afzonderlpke immers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7l/j ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land van Altena. Gaan wij eenige tientallen van jaren rug dan vinden wjj een zeer eenvoudige itneente-huishouding en de uitgaven voor gemeente waren daaraan everredig. Een voor onderwijs, het onderhoud van hooi- en onderwijzerswoningen, een som- je vau f 60 of f 100 voor het onderwjjs een vast getal kinderen van onver- i. genden een subsidie aan het kerkelijk mbestnur, het onderhoud van een brand spuit, daarmede was men in vele gemeenten «oldoende ingericht en de gelden voor die itgaven noodig, konden gemakkelijk op bracht worden. Die toestand is in den op der jaren geheel veranderd. De kosten fft onderwijs en armverzorging zijn aan gek hooger geworden, tal van uitgaven en »u op een gemeente-begrooting voor, irover vroeger niet gedacht werd. Was •et toen een zeldzaamheid, als een gemeente oor schulden bezwaard was, nu is het I ,'el geworden dat de gemeente het voor- .eld van den Staat volgt en zich in schulden «ekt. Men lost op zjjn tjjd af, maar nadert at oogenblik dat men vrij komt, dan wordt ioedig de een of andere noodzakelijke ver tering opgezocht waarvoor weder geld Iet opgenomen worden. Zoo zijn de gemeente-uitgaven aamerke- k hooger geworden, terwijl de inkomsten or de afschaffing der plaatseljjke accjjnsen a verminderd. Wel is een gedeelte van opbrengst der personeele belasting aan gemeenten afgestaan, maar daarmede n de meeste gemeenten niet genoeg ge- at, men moet een eigen belasting hebben, u in de behoeften te voorzien. In vele ge- eenten is die hoofdeljjke omslag, of hoe jen die belasting noemt, een ergernis zoo- /el voor de raadsleden als voor de inge- etenen. Het gaat toch zoo moeilijk bjj de ststelling de billjjkheid in acht te nemen, •e raadsleden moeten zoo dikwjjls raden, de ingezetenen vinden zich, in verge- jking met anderen, zoo dikwijls te hoog ss.geslagen. Gelukkig nog, indien dit de tge klacht is en niet geklaagd wordt, die belasting de draagkracht der inge- aen overtreft, zooals in verschillende ienten van Friesland het geval is. Een ïentebelasting van 7 of 8 pCt. van het men is waarljjk geen gezonde toestand c zelfs waar niet zooveel noodig is, fdt geklaagd over drukkende belasting, een onhoudbaren toestand, en vrij al- gemeen wordt aangedrongen op een wijzi ging der bepalingen omtrent de belastingen en de gemeentewet. In Friesland doet zich het verschijnsel voor, dat de rijke grondbezitters de gemeente verlaten en hun verbljjf over brengen naar een andere gemeente. De een betrekt een villa iD de omstreken van Arnhem, een ander vestigt zich te Amsterdam of te 's-Gravenhage. Men ontvangt de pacht sommen, verteert die buiten de gemeente, en draagt niets bjj in de vole uitgaven die ook voor een deel gedaan worden ten be hoeve der goederen. De pachter geniet daar van, maar tevens ook de eigenaar. Hoe kunnen die afwezige eigenaars getroffen worden Men heeft op die vraag nog geen antwoord gevonden, en dringt daarom op wijziging der bepalingen aan. In groote gemeenten heeft men weder iets anders. Tal van ingezetenen vestigen zich in na burige gemeenten, waar de lasten minder zijn. Zjj hebben hun werkzaamheden, hun fabrieken, hun kantoor, hun zaken in de groote gemeente, zij brengen daar den werk dag door, maar des avonds vertrekken zij naar buiten, waar hun gezin verblijft, of waar zjj kamers hebben. Amsterdam weet daarvan mede te spreken Nieuwer-A matei, Bussum, Haarlem huisvesten tal van ge zinnen die hun middel van bestaan in de hoofdstad hebben, en dair genieten van velerlei zaken van openbaar nut, waartoe zjj niets bijdragen. Vele Rotterdammers zjjn te Kralingen gevestigd, waardoor zjj niet slechts de hoo- gere gemeentelasten maar, wat jongeren be treft, ook den dienst bjj de schutterjj ont- loopen. In Amsterdam beproeft men nu die zoogenaamde forenzen te treffen, maar om daartoe te komen moet men de wetsbe palingen geweld aandoen; het gaat toch niet aan, iemand op twee of meer plaatsen aan te slaan en hoogstwaarschjjnljjk zal dan ook de hoog# regeering geen genoegen nemen met die Amsterdamsche wetsver- klaring, hoe billjjk het moge zjjn, dat zjj, die de lusten genieten ook in de lasten bjjdragen. Alleen door wetsherziening zal men die onbilljjkheid kunnen doen ophouden. Die herziening wordt reeds lang verwacht. De tegenwoordige regeering heeft haar in uitzicht gesteld. En gaat men de gemeentewet herzien, dan zal het ook noodig zjjn de gemeente- begrootingen van alles te ontlasten, wat rjjkszaak is, en wat dan ook door het rjjk LOUISE MüHLBACH. Thans zjjn wij klaar, is het zoo niet '.•tns keeren wjj immers naar ons hotel ig, om te dineeren?* Neen, prins, nog niet. Nog hebben we alle merkwaardigheden der rjjksstad ;,nkfort in oogenschouw genomen en ;.r wjj na den afloop van ons middag- al aanstonds de reis voortzetten moeten, het noodzakeljjk, dat wjj vooraf alles oen, wat nog geschieden moet.« j .laar wat is er dan toch hier nog meer U ien?« vroeg de prins zuchtend. Ik geef de verzekering, heer hofmeester, dat ik helft van 't geen ik reeds gezien heb h weer vergeten zal, want. 't is te vee. mjjne moeder zal heel boos op mjj zjjn, nneer ik alles vergeten zal hebben wat mij hebt laten zien.* »Eene reden te meer om uw geheugen oefenen, mjjn prins,* zeide de opperhof- psjer, baron von Emptich op hoog ernsti- toon. »Een goed geheugen is een kost- e eigenschap, vooral voor een vorstcn *r het noodlot u nu eenmaal bestemd heeft om te regeeren, moet gjj er voor alles op uit zjjn om'uw geheugen te oefenen. Een vorst mag nooit iets vergeten. Zoowel het grootste als het kleinste moet hjj nauw keurig in aandenken houden.* Meent gjj dat, heer hofmeester?* vroeg de knaap, terwjjl hjj zjjne blauwe oogen met een scherpen spotachtigen blik naar zjjnen leidsman opsloeg. »Maar hebt gjj zelf mjj dan kort geleden niet gezegd, dat een vorst de beleedigingen, die zjjne onder danen hem aandoen, volstrekt niet in aan denken mag houden: dat hjj grootmoedig moet zjjn en zich nooit mag wreken, maar dat hjj het onrecht, hetwelk men hem aan doet, vergeten moet?* »lk heb niet gezegd: vergeten, maar ver geven moet, prins,* antwoordde de baron glimlachend. »Maar ik bemerk, dat gjj in derdaad een goed geheugen hebt en ik twijfel er daarom ook volstrekt niet aan of gjj zult u later alles wel herinneren, wat wij hier in Frankfort hebben gezien en houd mjj verzekerd dat uw eerste reis niet nutte loos voor u blijven zal.* j>Maur zeg mjj eens, heer baron, waar brengt gjj mjj toch heen,« viel hem de prins in de rede, »en wat zjjn dat dan toch voor nauwe afschuweljjke stegen, die wjj thans doorgaan? Zie eens aan, daar staat zelfs een groot jjzeren hek midden in de straat. En wat ziet het er aan de andere zjjde van dat hek ellendig uit! Zeg mjj toch, baron, waar zjjn wjj nu en wat zijn er toch voor merkwaardigheden in deze smerige straten te zien?* »Iets zeer merkwaardigs: menscheljjke moet betaald worden. In vele dingen bestaat thans verwarring de gemeente moet 't bekostigen en de Staat gelast en heeft het toezicht op de uitvoering. Is het onderwijs een algemeen belang, laat de Staat toezicht houden, verplicht dat toezicht de gemeentebesturen dikwjjls tot uitgaven, daar moet de Staat het geheel in beheer nemen. Hoeveel moet niet door de gemeentepolitie gedaan worden in het belang der justitie. Rondtrekkende bedelaars en sedert de afschaffing der patentwet is hun aantal aanmerkeljjk toegenomenmoeten door de gemeente-politie gesurveilleerd wor den, hoewel die in de gemeente reeds ge noeg te doen heeft. Schutterjj en militie vorderen uitgaven, die niet door de gemeente maar door het rjjk moeten gedragen worden en zoo is er meer wat het rjjk aan de gemeenten heeft opgelegd om zichzelf te ontlasten en de gemeenten te bezwaren. Nam het rjjk weer op zich, wat rjjkszaak moet zjjn, dan zullen de geldmiddelen van vele gemeenten in beteren toestand komen en de klachten zullen vrjj wat verminderen. Herziening is in alle gevallen dringend noodig. Het stelsel van subsidie geven aan noodlydende gemeenten, die niet in haar behoeften kunnen voorzien is een verkeerd stelsel, waartoe men, alleen door den nood gedrongen, is overgegaan, en waarmede zoo spoedig mogeljjk moet gebroken worden. Iedere gemeente moet in haar eigen be hoeften kunnen voorzie», maar men moet dan ook aan de gemeentebesturen, die toch door de burgers gekozen worden, overlaten om te bepalen wat behoeften zjjn. Die be sturen moeten niet tot uitgaven gedwongen worden, die zjj onnoodig achten. Zjjn zjj te karig of te vrjjgevend, de periodieke aftreding der gemeenteraadsleden stelt de burgers in staat hun wil of liever dien der meerderheid kenbaar te maken. In alle ge vallen moet hun veel meer vrjjheid van handelen gegeven worden. Een wjjzigiiig van de gemeentewet in dien geest zou een weldaad zjjn en een einde maken aan velerlei geschillen. Het wordt nu na 40 proefjaren tjjd, dat de gemeentebesturen mondig verklaard en van een drukkende voogdjj ontslagen wordenDe kiezers kun nen de voogdjj uitoefenen, zjj toch hebben het meeste belang bjj den bloei en de wel vaart der gemeente, en kunnen het best weten wat in aller belang is. Zjjn dan de belastingen te hoog naar het gevoelen der meerderheid, dan heeft ellende,* zeide de baron op ernstigen toon. En bjj het jjzeren hek, welks beide open staande vleugels aan twee grjjze bemorschte pjjlers hingen, vatte hjj des prinsen hand en zag hjj hem met een ernstigen, maar liefderjj ken blik in het aangezicht, waarop verwondering en nieuwsgierigheid te lezen stonden. Prins,* zei hjj, »gjj zult heden een tweede belangrjjke les ontvangen. In de keizerszaal kreegt gjj de eerste. Daar hebt gjj gestaan op het hooge balkon, waarop de keizers van het heilige roomsche rjjk zich vertoonen in al den luister hunner heerlijkheid, waar zjj, die boven de gansche menschheid verheven zjjn en die van niemand bevelen ontvangen dan van God en hun geweten, zich voor 't volk vertoonen om met luide jnbelklankeu begroet te worden. Daar op dat balkon staande en u de groot heid, de heerljjkheid en de pracht van den Duitschen keizer voorstellende, zeide ik totu: wees er toch altijd indachtig aan, dat ook de keizer slechts een mensch, een zwakke, dwalende mensch is, al draagt hjj een pur peren mantel en een kroon.* Maar thans, terwijl wjj voor den donkeren ingang van dit deel der stad staan en den voet zullen zetten in morsige stegen met zwarte, on- oogeljjke huizen, thans nu wjj juist het tegenovergestelde zullen zien van 't gsen de Römer ons te aanschouwen gaf, hoor thans ook mjjn woord: herinner u steeds, dat ook de bedelaar mensch is en dat ook de armste en ongelukkigste voor God even veel is en evenveel beteekent als de mach tigste heer en de trotschste keizer. Thans men het middel in de hand om te bezui nigen; nu met de vele verplichte uitgaven is dat niet wel mogeljjk en het dageljjks bestuar kan zich verschuilen achter het staatsgezag, dat tot uitgaven dwingt. Zal deze regeering aan dien toestand een einde maken en een ontwerp tot herziening der gemeentewet met het oog op de kiesre geling, aan de Staten-Generaal aanbieden? Het zou zeker geen onnoodig werk zjjn! Buitenland. De »Kurjjer Poznanski* zegt, naar aan leiding der redevoering van den Duitschen keizer te Thorn: »Wjj verklaren openljjk ons geheel als Pruisische onderdanen te beschouwen; wjj zijn bereid alle daaruit voortvloeiende gevolgen te aanvaardenen wjj zullen zonder schroom de orde verdedi gen tegen de revolutie. Doch wjj zullen nooit aflaten van hetgeen wjj erfden van onze vaderen, en wat wjj als een heiligen plicht zullen nalaten aan onze kinderen: het geloof en de moedertaal. Zoo vaak wy op dat gebied worden aangevallen, zal men ons tot afweer bereid vinden.* De ziekte waardoor Czaar Alexander is aangetast, blijft uit den aard der zaak in de geheele Europeesche pers het onderwerp van den dag, want natuurljjk is het voor alle landen van groot belang, wie de teugels in handen heeft in Rusland, waar de keizer q0^. deze b( Hjj deelde hi Door de rechtbank te Manchen werd zekeren Harrer uit Karpfsee, een zware straf opgelegd. H. was in 1866 te Heilbrunn in het huweljjk getreden en had zjjn jonge vrouw doen gelooven, dat hjj landeigenaar en bezitter eener villa was, doch dat hjj zjjn bezittingen eerst later in handen kreeg. Hjj bracht zjj a jonge vrouw in een onbewoonde villa, die behalve een bed, een tafel en een paar stoelen niets bevatte en liet haar nog geen elf maanden later hulpeloos en ziek aan haar lot over. In 1891 kwam hjj na verschillende wederwaardigheden te Mun- chen, waar hjj zjjn intrek nam bjj de weduwe van een leeraar, die met haar dochter en haar zoon woonde. Harrer, die zich als ongehuwd ingenieur voordeed wist zich het vertrouwen der familie waardig te maken, verloofde zich met de dochter en verkreeg van de moeder kost en in woning op crediet. Nu volvoerde hjj een zwendelarjj, die moeieljjk haars geljjke vindt. Hjj gaf voor, dat hjj een huis wilde bou wen en dat hjj een uitvinding had gedaan, die geld waard was, waardoor hjj een spoor wegbeambte wist te bewegen tot de afgifte aan hem van 1000 mark en later nog van 560 mark, terwjjl de weduwe 60 en de zuster zjjner bruid ook 60 mark leenden. Toen hjj gei zag hjj naar a p.m om, door met een boekhout J aan te knoopan. hjj te zullen huwen, ede ingenieur te zijn, sh een nieuwe earners te hebben uit gevonden, om haar waarvoor hji gold nóodrg had te fis de eer der uitvinding te het meisje voor van haar geheel® lijk bedrag rm M a bewoö} afgifte een onbeperkte macht bezit. Czaar Alexander III, die na den moord, op zjjn vader keizer Alexander II gepleegd in 1880 de regeering aanvaardde, is 49 jaar oud en derhalve nog in de volle krachtl00fde haar des levens. In den vorigen winter werd dezu|ien geve j Czaar aangetast door influenza, de bekendeen na I ziekte, op zich zelve niet bjjzonder gevaar- j rermogen, t ljjk, maar des te gevaarljjker door haar ge- 500 mark volgen. De geneesheeren althans beweren, gpecie of papieren geld, totdat zjj vernam dat de nierziekte, waaraan de keizer nugjj ha slachtoffer .van ecu gemeenen lgdt, het gevolg is der influenza. oplichter Hoe dit ook zjjn moge, in elk geval o0jc zjjn de Russische regeeriug heeft het nu zelve |met de bo, erkend geeft de toestand van den Czaar oplichterg aanleiding tot ernstige ongerustheid. Behalvehoorde g professor Sacharin uit Moskou is ook de be- jjarrer g kende Berlynsche hoogleeraar Ley den naar door die ueiu cuuioi opwuig wouo. Spala ontboden. De uitslag van het consult daa]f zjj door de leeraarsweduwe werd in- >3* was, dat de geneesheeren een onmiddelljjk vertrek des keizers naar het zuiden noodig achtten. Zoo spoedig mogeljjk zal de Czaar nu naar Livadia vertrekken, ten einde den winter in het zachte klimaat der Krim door te brengen. zult gjj het Ghette, de onaanzienljjke joden buurt van Frankfort zien.* »De jodenbuurt!* riep de knaap, terwjjl '.hjj onwillekeurig een stap achteruit deed. Zonder zich t ,v *4 voorname uite h r aG hjj zich dwart in w u jrwjjl fcjja blik vuurpeilea sche a te f-,,hiefc n, hield kg j »Maar die wil ik niet zien, baron! en er zal;zjjne zwarte - ..y-b aid e- de gelicht. In April 189° H. de leeraars- weduwe, terstond ranselde hjj haar met een stok af, om na deze heldendaad de vlucht te flemen en eeret in gevat te worden. Ter tereohtzitfeg wierp hg de ook wel zooveel bjjzonders niet te zien zijn aan die vuile huizen, waarin die afgrjjse lijke schacheraars wonen. Ik kan de ellen dige Joden niet uitstaan, want ik weet, dat beide vreemde ng 't Is geheel >anoo !ig,« zei hjj ia het ge- meene, nauwsljjks verstaanbare bargoen» van de Frank for ter jodenbuurt, »dat gjj her. alle slechte, gemeene lui zjjn, door hier heen ko welker aanraking men reeds onteerd wordt en die daarom niet in dezelfde straten en in gelijke huizen als de Christenen wonen i mogen. Alle Joden zjjn bedelaars, gierig aards, schacheraars en bedriegers.* prins om hem de iodenetad te laten zien. Dat prinsman netje beeft al genoeg van Frankfort gezien, nu hjj de heerlijkheden van den Romer en wat duarbg hoort, heeft gezien. Daar heeft hij naar hartelust zich Wilhelm, Wilhelm,* hernam de baron'kunnen opblaz. 9rwjjl tea wei op berispenden toon, »bedenk toch dat dej zeker nog wel :e- m Heiland van zondaren, dat Jezus Christus om eenmaal e- 40rmachtig zelf een Jood is geweest. Doch volg mij te worden, daar hji o e."i vorst van. slechts, dan zult gij de jodenstad zien engeboorte is. va! te zal u leeren mededoogeii tejodenbuurt .-en! dit gezicht hebben en doen zien hoe het. vooroordeel een geheelen volkstam aan 't ongeluk, de vernedering, de schande zelfs heeft prijs gegeven. Volg mjj dus.* Dit zeggende nam hjj den jongen prins bij de hand en overschreed met hem den 1 hoogen, jjzeren drempel, die dwars over de straat den eenen pijler van btt hek met den anderen verbond. In dat zelfde oogenblik sprong plotseling een knaapje te veorschyn, dat zich tot nog toe achter een dier twee pjjlers had ver borgen gehouden. De kleeren, die hjj droeg, waren gesehenrd en vuil. Zijn dik krullend haar was met een zwart mutsje bedekt. tehoeft by niet te f. zachtmoedig te zijn't zal u j ziendaar heett de iueine mosjeu locii geeu begrip vandaaruit kan hjj met zjjn dom, hoogmoedig vorstenhartjs toch niets leeren. Kijk, die begint al om ons aan den ingang van onze eigen stad bedelaars en bedriegers te noemen en toch wordt hij hierheen ge bracht door zjjn leermeester om van ons nog iets te leeren. Luistert eens jongens, luistert eens Baruch, Veilchen,Schmuël,Eva, luistert allemaal, Adam en Rachel, Jacob en Abraham, Roosjj en Laban, hier komt een jong heertje, dat ons bedelaars en be driegers durft te noemen!* MIDWSIBlil (Uit het DuitschJ VAN Je kleine Prins en de Jodenjongen. Wordt vervolgdJ

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1