Hel Land van Hensden en Allena, de ngslraal en •waard. Een overwinning. Keurvorst en Geldvorst. FEUILLETON. M 1361. Uitgever: L.. J. YEERMAK, Heusden. ZATERDAG 24 NOV. 1894. VOOR Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. franco prr post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. v Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel meei 7*/a ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Het atgeloopen seizoen is getuige geweest van een vergeefschen aanval der cholera. Ofschoon wjj menschen ons niet te hoog mogen verheffen, kunnen we toch veilig aannemen dat de goede voorzorgsmaatregelen daartoe het hunne op bescheiden wjjze heb ben bijgedragen. Ofschoon we nog niet kunn°n zeggen: »we hebben gedaan wat we konden*, eenmaal zal de tjjd komen dat we tegenover een vjjand als de cholera niet rusten kunnen voor we dit met gerust geweten durven verklaren. Wjj menschen moeten doen wat we kunnen, niets meer, want dat is boven onze macht, niets minder, want in dat geval zjjn we niet verantwoord. Erger echter dan de cholera woeden onder ons diphteritis en croup, keelziekten, die jaar op jaar tal van slachtoffers eischen. Besmettelijk? Ja, zegt de wetenschap. Neen, zegt onze wet en dat die elkaar tegen spreken is minder aangenaam te constateeren. Toen de wet op de besmettelijke ziekten in wording was is door een college van geneeskundigen den dringenden raad ge geven niet alleun de diphteritis, maar ook de croup op te nemen. Het heeft echter niet mogen baten, de croup is onder de be smettelg ke ziekten niet opgenomen. Dat, is te meer te bejammeren omdat, aangenomen voor een oogenblik dat croup niet besmettelg k is, het onderscheid tusschen de eene en de andere zelfs voor genees kundigen niet altjjd mogelgk is. In 1883, toen Amsterdam door een hevige epidemie, zoowel van croup als van diphteritis be- zoeht werd, schjjnen de geneesheeren als oorzaak van den doo l geheel naar wille keur öf de eene öf de andere ingevuld te hebben. In ééne buurt werd alleen croup genoemd, in een andere uitsluitend diphteritis. Wat is nu het gevaarljjke van dit wet- teljjk onderscheid, nog altgd aangenomen dat alleen diphteritis besmetteljjk is? Het is dit: de groote overeenkomst van beide ziekten kan een oorzaak zgn en is dat ook wel degel jjk, dat de geneesheer, ter wille van neringdoenden, de diphteritis voor croup aanziet. In dit geval behoeft er geen melding van gemaakt te worden, er komt geen papier op den gevel en de klandisie loopt geen gevaar te verloopen. I En intusschen bljjft zoowel de eene als de andere voortwoeden, eischt jaar op jaar slachtoffers en berusten we door elkaar 1 zuchtend toe te knikkener is toch niets aan te doen. Of we maken het nog erger, geljjk in 't noorden van ons land te Stads kanaal, waar men met de keelziekte schijnt te spotten. Drie jaren lang woedt ze daar reeds, er bestaat bjj de geneesheeren geen verschil van opvatting, het woord diphte ritis stond en staat nog voor vele ramen maar desniettemin loopt dat onbevreesd bjj elkaar in en uit, legt bezoeken af en be zoekt zelfs herbergen in welker gelagkamer een patient verpleegd wordt. Zulke menschen zal het koud laten, dat we op het punt staan een groote over winning te behalen. Maar alle ouders, die hun bloeiend kroost aanziende, niet dan met rilling denken aan de moordende ziekte, die tot heden slechts haar hand behoefd# uit te steken om het krachtigste kind in enkele uren te dooden, zjj zullen met ge juich de pogingen begroeten, aangewend om die overwinning ook ons ten zegen te doen worden. Sedert jaren heeft men gezocht naar de bacil, die de diphteritis veroorzaakt. Er werden verschillende gevonden, doch do ware, de eigenljjke is eerst in '84 door Loeffler ontdekt. Pransche doctoren hebben die gekweekt in bouillon en aldus een ver gif geproduceerd dat ingespoten in het bloed van kleine dieren, biggetjes, konjjnen enz. binnen 24 uren den dood ten gevolge had. De verschijnselen waren dezelfde als bjj aan diphteritis ljjdende kinderen. Nu was het niet de vraag, hoe deze bacil te dooden, maar hoe het menschel jjk lickaam onvatbaar te maken tot opneming en voort planting Dit is het doel van alle inenting. Wan neer wjj kinderen inenten met bloed van 't rund, dat Ijjdt aan pokken, dan, de ondervinding heeft het bewezen, bewaren we ze voor besmetting. De pokstof, de pok- kenbacil vindt dan in hun bloed geen onder komen, ze zgn ongevoelig geworden. Wanneer Pasteur zgn patiënten inent, heeft op deze het vergif van den hondsbeet geen uitwerking. Zoo ook heeft men nu paarden en scha pen door inenting onvatbaar gemaakt voor het diphteritisch vergif en met de bloed- wei serum genaamd ljjders ingeënt, waardoor hun bloed de eigenschap verloor van een vruchtbaar veld te zgn tot voort- teeling der bacil. In de verschillende ziekenhuizen is men met dit serum, in de hoop op een goeden uitslag, reeds heilserum geheeten, zeer in genomen. Te Triëst is de sterfte aan diph- teritus van ongeveer 50 op 11 percent gedaald. Nog altgd toch 11 percent. Men moet echter niet vergeten, dat lgdertjes aan de ziekte ook sterven kunnen aan beko mende omstandigheden. Men is thans te Utrecht en te Amsterdam doende paarden in te enten en ze aldus onvatbaar te maken voor het doodend ver gif. De arme dieren zullen geofferd worden tot beho ud van menschenlevens. Men zal j hun hst bloed aftappen en dit ter beschik king stellen van de geneesheeren. Wanneer j uw kind klaagt over de keelwanneer het '8 avonds naar bed gebracht is en hoestende wakker wordt, met dien gevreesden, korten, drogen blaf hoest; wanneer het met een gloeiend hoofdje in zware koorts ligt en piepend ademhaalt verzuim dan geen eogenblik, maar roep den geneesheer. Tot voor kort stond hg in zulk geval even hopeloos als wjj, angstige ouders. Middelen had hg bjj de vleet, maar 't is altgd een slecht teeken, wanneer tegen een ziektege val tal van middelen ten dienste staan. Thans echter heeft hg een wapen, dat zoo niet onfeilbaar, toch groote kans heeft op succes. Men moet kleine kinderen bezitten en men moet om zich heen of in eigen kring de vreeseljjke uitwerking der diphteritis heb ben gageslagen, om te gevoelen wat het zegt, tegen deze ziekte een middel te be zitten. Eere daarom aan alle gegoeden, die van 't hunne iets afstaan om de groote kosten te dekken, noodig om het heilserum te be reiden en te brengen tot die ljjders, die 't niet bekostigen kunnen. Ieder, die daaraan iets bjjdraagt, kan verzekerd zgn een goed werk te doen want wat is schooner dan een bedroefd ouderpaar een kind terug te geren dat op den rand van 't graf ligt? TAM LOUISE MüHLBACH. (16 >Gjj hebt waarljjk geljjk, Gudula,* zei Meyer Anselm nadenkend, >hjj is een slechte landsvader, die zjjne landskinderen voor geld aan Engeland verkoopt. Maar zie, bjj heeft toch ook aanleiding gegeven tot het ontstaan van een grootsch en heerljjk kunst gewrocht. Was er geen keurvorst van Hes sen geweest, dan had Friedrich Schiller zgn treurspel »Kabale und Liebe* niet ge schreven, dat gjj nog kort geleden met mjj in 't theater hebt zien vertoonen en waarl g gjj zoo harteljjk mee geweend hebt.* Heeft hg dan met den slechten land- vorst den keurvorst van Hessen bedoeld?* vroeg Gudula levendig. >Dat heeft hg, Gudula,* gaf Meyer An selm lachend ten antwoord, en 't heeft alleen aan u gelegen, dut Schiller, onder den naam van lady Miliord, Gudula Schnap- p-r niet heeft ten tooneele gebracht.* Guuüia kieuiue zoo hevig, ais ware ze ou nog even als toen een meisje van acht tien jaren. »De God onzer vaderen zg geprezen* sprak ze, >dat ik niets gemeens heb met die arme lady Milford, met welke ik toen zulk een diep medeljjden had. Maar, ja! 't is een heerlgk stuk, dat Schiller gemaakt heeft over den keurvorst van Hessen en zjjne gemeene huishouding. Om Schillers wil zjj 't hem dus vergeven en wjj zullen hem dan daarover nu verder maar geen rekenschap van hem vragen. Doe gjj hem dan de eer aan, om den titel aan te nemen En dan kan 't misschien wel gebeuren, dat, als gjj al zjjne millioenen beheert, de vloek, die er kleeft aan dat geld, in zegen ver anderd wordt.* Meyer Anselm deed dus wat Gudula hem veroorloofd hadhjj nam den titel aan, werd hofagent van den rjjken keurvorst van Hessen-Kassei en bestuurde de hem toe vertrouwde schatten met zooveel nauw keurigheid en trouw, dat de anders zoo benauwde en wantrouwige keurvorst aan Meyer Anselm het meest onbepaald ver trouwen schonk, daar hjj zag, dat zgn kapitaal met den dag aangroeide en al grooter werd onder de handen van den verstandigen en voorzichtigen handelsman. Doch terwijl Meyer Anselm in zijn kleine, maar gezellige woning in de jodenbuurt te Frankfort een gelukkig huiselijk leven leidde en aan de Franktorter beurs immer hooger aanzien genoot, was daar buiten Frankfort de geheele wereld in rep en roer gekomen. Krggsgeschreeuw en kanongedonder klonk door gansch Europa en de naam van Napo leon, den overwinnaar van Marengo en Austeriitz, gierde als een wervelwind over dit werelddeel en vervulde de harten aller vorsten met angst en schrik en de harten Buitenland. Uit Weimar ontvingen wjj de droevige tjjding, dat de Erfgroothertog van Saksen- Weimar-Eisenach, wiens ziektetoestand in de laatste dagen zeer was verergerd, heden overleden is. Prins Carl August was geboren op 31 Juli 1844 uit den toenmaligen Erfgroot hertog en Prinses Sophia der Nederlanden, (dochter van Koning Willem II). Hg was sedert 26 Augustus 1873 gehuwd met Prin ses Pauline, dochter van prins Hermann van Saksen-Weimar. Uit dit huweljjk laat da prins twee zoons na, van welke de oudste, prins Wilhelm Ernst, thans Erfgroothertog, op 10 Juni 1876 geboren werd. Naar de Times* uit Rome verneemt, 1 zjjn volgens nadere berichten aangaande de j aardbeving op Sicilië de verwoestingen nog erger dan men eerst dacht. Men rekent i uit dat voor vele millioenen verloren is ge gaan. Gedood zjju er ruim 400 menschen, van wie 200 in het stadje San Procopio, dat nu geheel in puin ligt. Uit Reggio komt bericht, dat Woensdag ochtend weer duideljjk eene golvende bewe ging van den grond is waargenomen; zoo ook te Messina, maar kort. Schade ver wekte die aardbeving echter niet. Op Sardinië hebben de roovers weer duch tig huis gehouden, en ditmaal traden zjj niet in troepjes van vjjf of tien op, neen, eene geheele horde van meer dan honderd bandieten viel op het stadje Tortoli aan. Gelegen t# midden van dichte, op sommige punten ondoordringbare wouden, in het dal van een kaal rotsgebergte, was dit plaatsje meer dan eenig ander een geschikte prooi der »bravi«. Geljjk een vjjandig leger stort ten dezen zich op de stad, openden een ge regeld vuur en waren weldra meester van het terrein, want het geringe aantal karabi- niers was niet in staat hun voldoenden weer stand te bieden. Aan beide zjj den vielen in dezen veldtocht dooden en gewonden, doch de roovers zegevierden en konden on- gestoort hun rooflust, misschien ook hun wraakzucht, botvieren. Vooral moest het de vroegere burgemeester ontgelden. Daar aan huis werden eerst twee knechten doodge schoten en vervolgens alles omvergehaald en de dingen van waarde meegenomen. En zoo ging het verder. Zjj waren bjjna allen gemaskerd en droe gen de zonderlingste kleederdrachten. Mis schien wel heeft ieder troepje zjjne afzon- derljjke uniform en had daarom dit regiment van roovers zulk een bont voorkomen. De veldslag en het schieten duurden 21/, uur. Hoelang zjj plunderden, wordt niet gemeld, wel dat zjj het op hun gemak deden. Voor eenigen tjjd is gemeld, dat Prinses Waldemar van Denemarken het Hof heeft verlaten en er niet meer wederkeeren wil. aller volken met haat en afgrjjzen. En ten laatste werd ook die naam als 't romme len van een naderend onweer in de oude rjjksstad Frankfort vernomen, en met doods- bleeke aangezichten klaagde de een 't den anderende Franschen komenZg zjjn in aantocht onder Mortier! Reeds hebben ze in Hanau en Kassei en 't gansche erfland van den keurvorst in bezit genomen en hem zeiven uit zjjne staten verdreven. Wel dra zullen zjj ook Frankfort in bezit nemen en dan is 't met de oude rjjksstad en hare vrjjheden en rechten voor goed gedaan Aan den avond van dien dag vol schrik en ontsteltenis, toen Mejjer Anselm reeds lang zgn kantoor gesloten had en naar huis was gegaan, om in den stillen huise- ljjken kring uit te rusten van de vermoeie nissen van den dag, werd hem medegedeeld, dat een vreemdeling zich had aangemeld, die dringend verlangde hem te spreken. »De zon is reeds onder,* zei Meyer Anselm ontevreden,* en heden worden er geene zaken meer gedaan.* >De zon is onder, maar ik hoop dat ze weêr zal opgaan,* sprak een treurige stem in zijne nabijheid en toen Meyer Anselm zich omkeerde, zag bij daar in de openstaande deur een manneljjk wezen, van 't hoofd tot de voeten in een mantel gewikkeld. »Wie zjjt gjj luidde Meyer Anselm's vraag, terwijl hg opstond en den man in dien langen mantel tegentrad. »Wat geeft u recht om zonder mijn verlof hier binnen te komen, en mij te beluisteren »Laat uwen knecht heengaan, heer hof- Het schjjnt, dat de Prinses scheiding zoekt van haren echtgenoot. Zjj huwde den jong- sten zoon des Konings in 1885; het was een huweljjk uit genegenheid. Aanvankeljjk nam Prinses Marie deel aan alles waarin de hofkringen belang stelden. Doch voor eenige jaren stootte men zich reeds aan haar herhaalde vergrjjpen tegen de etiquette. Als er brand uitbrak ging zjj er heen, bemoeide zich met het blusschingswerk, deelde sigaren uit aan de manschappen en liet zich zelfs in brandweercostuum r>hoto«r,,o?<o ,u portret ia de kazerne der brandweer werd opgehangen. Ook andere excentriciteiten be ging de Prinses en niet het minst nam men agent, ik moet u spreken,* antwoordde de vreemdeling op plechtigen, bevelenden toon, terwjjl hjj de kamer binnentrad. Meyer Anselm had gewisseljjk die stem herkend. Althans hjj maakte verder geen bedenkingen, maar beval den dienaar zich te verwjjderen en sloot de deHr achter hem toe. Toen naderde hg den vreemdeling weer, die zich luid zuchtend op den arm stoel des huisvaders had laten nedervallen. »Hoe is 't mogelgk, genadige heer, zjjt gjj het, en dat zoo alleen en te voet?* vroeg Meyer Anselm met smart en ver bazing. »Ja, alleen en te voet als vluchteling,* hernam de vreemde, terwjjl hjj zgn hoofd op de rugleuning liet nederzinken. >Ik heb honger, ik ben moe, ik heb den langen lieven dag te voet moeten gaan! Laat mjj dus wat te eten geven, Meyer Anselm Rothschild.* Meyer Anselm gaf geen antwoord, maar verliet jjlings de kamer, fluisterde zjjne vrouw iets in het oor en aanstonds waren zjj beiden in keuken en kelder jjverig aan het werk. Meyer Anselm droeg met eig§n hand, als ware hg des vreemdelings lijf knecht, de spijzen i-n 'o eetgereedsehap in de huiskamer en bediende de tafel, terwjjl de vreemdeling met geslsoten oogen en half slapend, halt wakend in den leunstoel bleef zitten. Genadige heer!* sprak Meyer Anselm goedig, »als uwe hoogheid belieft, 't is alles gereed,* en hjj schoof de tafel nader bjj. De vreemdeling dronk een glas wjjn en haar kwalijk, dat zj sich ook met politiek bemoeide. Daarbjj kwam nog, dat de Prinses het niet al te best met Koningin Louise vinden kon. Men beweert dat de Prinses naar haar vader land wilde teragkeeren, omdat zjj den Prins eenige g geval weigerde zg de zilveren bruiloft van het Kroonprinselijk paar, in Juli, bjj te wonen, ofschoon zg te Fanö, een badplaats in Denemarken, vertoefde. Twee dagen na het feest kwam zg te Kopenhagen, regeld# er eenige particuliere zaken en vertrok naar Frankrjjk (zg is een Prinses van Orleans). Haar drie kinderen liet zjj achter. Het verbljjf der Prinses te Fanö was haar voorgeschreven wegens een geschokt zenuw gestel. De Prinses is nameljjk naar be weerd wordt morphiniste. De kuur schjjnt evenwel niet de gewenschte uitwerking ta hebben gehad. Het dagboek en de documenten van Emin Pacha, die door kapitein Dhanis te Kassong en Nyanyme gevonden zgn, moeten zeer groote wetenschappelijke waarde hebben. Zg zgn thans aan het Duitsche gouverne ment toegewezen. Volgens berichten uit Sjanghai stieten de Japanners Zondag op sterke stellingen, welke de Chineezen ten noorden van Port Arthur hadden opgeworpen. Na eene verkenning trokken de Japanners terug. Maandag her haalden zg echter den aanval. De Chinee zen werden toen op Port Arthur terugge worpen, ofschoon zjj dapper vochten. Aan beide zjjden waren de verliezen dan ook zwaar. Vier leden van het >Roode Kruis* onder wie vier vrouwen, vertrokken onlangs naar het oorlogstooneel. De vrouweljjke leden zgn nu echter te Sjanghai teruggekeerd, aangezien de Chineezen weigerden haar toe at een stuk brood, terwjjl Meyer Anselm tegenover hem bleef staan en als in ge dachten verdiept hem op 't droevige, bleeke gelaat staarde. Op eens zag de vreemdeling op en beide mannen ontmoetten elkanders blik. Meyer Anselm, ik dacht daar lang aan vervlogen dagen.* i >Ik ook, genadige keurvorst!* gaf hem da aangesprokene ten antwoord. J >Ik dacht eraan, hoe wjj elkander 't eerst als jongens ontmoet hebben. Dat is 'nu drie-en-vjjftig jaar geleden, maar toch I zie ik u nog duideljjk voor mjj staan met uw eren verstandig als zelfgenoegzaam aan- gezicht, waardoor ik, hoogmoedige knaap die ik was, mij toen zoo diep gekrenkt ge- 1 voelde, 't Is mjj thans nog alsof ik uwe j stem hoor, tosn gjj bjj 't afscheid nemen zeidet: >En ik ben Meyer Anselm Roth- J schild en resideer met mevrouw rngne moeder in de jodenbuurt te Frankfort. Als gjj mij noodig hebt, kom dan maar naar mij toe.* »Ja, ik was destjjds een onbeschaamde jongen,* hernam de bankier glimlachend, j »Ik geloof veeleer, dat ik dat was,* ant woordde de keurvorst, en 'cis misschen ook daarom dat mjjn noodlot heeft gewild, dat 't woord, toen door u gesproken, vervuld worden zou. Meyer Anselm R >thschild, ik ben herwaarts gekomen, om uwe hulp te vragen.* >En uwe hoogheid weet zeer goed, dat zjj op mjju diens tg ver staat maken kan.* /Uit het Duitsch (Wordt vervolgd/

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1