Lad van
en Altena, de
Langstraat
en de Bonimelerwaard.
Uit vroeger dagen.
SYLYIE.
FEUILLETON
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 9 FEBRUARI.
VOOR
Buitenland.
(20
XI.
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlj'ke
nummers 5 cent.
M 1384
L895,
Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel
meer 7% ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Rrrnrmw*
Wanneer eenmaal de geschiedenis van
onzen tjjd beschreven wordt, zal die ook
voor hem, die kapitaal bezit, ook al weet j stonden wel onder tucht, maar ook onder ik erkennen. Wanneer ik denk aan de on-
bij van de zaak niets af. Toch zou men'de vaderljjke zorg des meesters en het uit- herstelbare onheilen, waarvan zjj de oor-
zich ver .issen, indien men meende dit 't
in vroeger eeuwen voor den werkenden stand
een hemel op aarde was. Om dit te doen
een hoofdstuk bevatten, getiteld werksta-
zien, hebben we maar even den sluier op
kingen. Het is in onze dagen niet meer
te heffen en in t verledene te staren,
noodig te zeggen wat men daaronder ver-
T Wat we dan zien?
staat. Ieder weet dat ze het laatste middel n
1 Dat eerst in de 11de en 12de eeuw een
zijn, waarnaar de arbeiders grnpen, om t
(arbeidersstand ontstond die zich ontworsteld
hunne eischen tegenover den werkgever door ...P
m had aan de In telgenschap. De steden, wier
te zetter. lerwnl zn hem in massa naart i i
'ontstaan eveneens uit dien tjjd dagteekent,
een weloverlegd plan den arbeid hunner
handen opzeggen en daardoor zjjn machines
tot stilstand brengen, zjjn kapitaal tijdeljjk
renteloos maken, zoeken ze hem hun eischen
te doen inwilligen, die ze op geen andere
manier ingewilligd konden krijgen. De
strikes der Engelsche werklui dagteekenen
reeds van het begin dezer eeuw; van Euge-
oefenden een groote aantrekkings-kracht op
het land uit, zooals dat heden gezien wordt.
Toes was 't ongetwijfeld sterker, dewijl met
den handenarbeid in de stad ook de vrjjheid
werd verworven. Stadslucht maakt vrjj, zeide
een schrijver uit die dagen. Trots dien
stroom was er toeh geen overbevolking,
daar de groote aanwas der steden en het
zicht op een niet moeilijk te bereiken eigen zaak zijnals ik de wanhoop der mijnen
positie onderhield de goede verstandhouding, zie, dan vvrzet mjjn gansche ik zich tegen
Deze gunstige toestand duurde niet lang. het denkbeeld om hen te vergeven, die
Nadat de meester, zooal geen rjjkdom ver-dezen ondergang hebben veroorzaaktdat
worven had, dan toch tot de gezeten lieden zjj denken aan de tranen, die zjj mjj hebben
opgeklommen was en voor zich op Staat- doen vergieten, wanneer ook voor hen het
kundige rechten aanspraak maakte, wilde; uur van verdriet en droefheid zal komen,
hij 't een en ander behouden «n deed dat j Wanneer zjj getroffen worden in het teed«rste
door 't aantal meesterplaatsen tot een zekerdat zjj bezitten, dan mogen zij zich herin
aantal te beperken. Zoo nam in de hand- j neren hoe zij mjj op zekeren dag alles ont-
werkswereld der groote steden sedert het; nomen hebben wat ik lief had, en dat zjj mjj
einde der 14de eenw de afzondering tus- i nooit voor het honderdste deel van het
schen meesters en gezellen meer en meer kwaad, dat zjj mjj hebben berokkend,
toe en treedt in de 15de eeuw als eisch schadeloos kunnen stellen.*
land uit hebben ze zich door de geheele
verlevendigde handelsverkeer de behoeften
wereld verspreid. Ze hebben met alleen de
I vermenigvuldigden en alle beschikbare
indnstneelen eu de mannen van t vak'
krachten in t werk konden gesteld worden
bezig gehouden, maar door naar geheim- ,T
Van organisatie nog geen spoor voorhanden,
zinmg ontstaan, haar geweldige kracat en.
j Eerst langzamerhand ontwikkelde die zich
den storm van hartstochten, door haar te... o
i bn gebreke van een ontwikkeld Staatswezen,
p voorschnn geroepen, de opmerkzaamheid
(Nadat in de lode eeuw wat orde in den
getrokken van groote geesten en haar in-
ichaos gekomen was, begonnen de hand-
toch gehouden in de roman-lectuur van de
,irr- iwerkslieden zelt de organisatie ter hand te
beschaafde wereld. Ze znn een merkteeken i
,,1,1,,. 'nemen. Dat geschiedde vooral om den
geworden van de laatste helft onzer eeuw.
TT grooten toeloop te keeren en men begon in
Vergelnkingen maken is ons als aange- f
'te zien, dat voor elk handwerk een zekeren
boren. Unze moeders herdenken met genot!, rT
p i leeftnd moest gesteld worden. Hoe kunstiger
den tüci toen de boter de helft of het derde i t
f dat handwerk was, des te langer leeftgd,
voor het meesterschappersooalnke bedre- j T,
r i De cholera breidt zich in Konstantinopel
venheid, bezit van kapitaal en familiebe-f
m i weer uit: m de binnenstad znn verscheiden
trekking. En langzamerhand wordt het!
r «nieuwe gevallen. De regeermg heeft in de
handwerk een monopolie van enkele lami-j rr i u
liën en het toetreden van nieuwe leden be
moeilijkt. Die 't geluk mee had, kon door
't huweljjk met een raeestersdochter of
weduwe het meesterrecht verwerven, overi
gens was 't een uitzondering dat een gezel
dat recht verkreeg. Hoe meer nu de meesters
tot welstand kwamen, hoe grooter de kloof
werd tusschen hen en de gezellen. Hunne
corporatie's, welker doel eigenljjk was wel
dadigheid, gezelligheid of godsdienstoefening,
zetten nu hunne palen uit en overwogen
de regeling hunner verhouding tot de mees
ters. Reden tot klagen hadden ze te over.
Het bewustzjjn van hunne door de Staats-
kostto van den tegenwoordigen prns en be-nut
des te meer moest aangedrongen worden macht erkende positie en die, welke het
sluiten daaruit dat t toen heel wat beter. ,i e j t u -ut
op stelselmatige voortschrijding der arbeiders,
was dan heden. En wn, die hooren datr
des te meer behoefte bestond er, de positie
werkstakingen kinderen dezer eeuw znn,
van den meester tegenover gezellen en leer-
trekken daaruit al te spoedig de conclusie;
lingen vast te stellen,
dat dan de arbeidersstand in onze dagen,.
i Tot in de 14de eeuw was die verhouding
schromelnk verwaarloosd is bu dien van
een echt patriarchale. Wel moesten de ge-
vroeger eeuwen vergeleken, toeu men van
al die oneenigheid niet hoorde, en 't mensch-
dom tevreden en gelukkig was.
Zulke geweldige middelen als werkstakin
gen zjjn, zjjn kenteekenen vau grove tegen
stellingen, van onduldbare verhoudingen en
die juist vindt men niet in vroeger eeuwen,
zegt men. En in zeker opzicht is dat on
twijfelbaar juist. Zeker was vroeger de af
stand tusschen de eenen en de anderen
zeilen lang op het meestersehap wachten,
doch zjj bleven niet immer hulpkrachten.
De behoefte aan kapitaal, tot 't oprichten
eener zaak, was bjj den toen maligen stand
der techniek, zeer gering. Nog waren de
gilden niet tot een bepaald aantal meesters
beperkt. Wjjl ieder gezel meester worden
kon, bleven hunne belangen de belangen
geld geeft, dreef den meesters hun overwicht
nadrukkelijk te laten gevoelen. Er ontstonden
misbruiken, die herinneren aan die van onzen
af hankeljjk te maken, loonvernaindering enz.
Slot volgt
overige Turkeche havens een quarantaine
van vjjf dagen voorgeschreven, en de Griek-
sche regetrinsf heeft dat voorbeeld gevolgd.
De volgende bijzonderheden worden mede
gedeeld omtrent strenge winters:
In 1432, 1433 en 1434 waren de winters
buitengewoon streng. Eenmaal sneeuwde
het 40 dagen zonder ophouden, in 1683
was de winter zeer kondhet jjs in den
gesteld voor de ondersteuning der hulpbe
hoevenden. Ook de Minister van Binnen-
landsche Zaken heeft voor de gezinnen der
om xekomen mjjn werkers gelcLn ter beschik
king gesteld en Koning Alexander van Servië
zond 2000 fr. De slachtoffers der ramp
zullen op kosten der maatschappij plechtig
worden begraven. De Minister van Openhar#
Werken, Dnpuy-Dntemps, zal daarbjj de
Regeering vertegenwoordigen. Voor onge
veer 20 jaar heeft reecis in dezelfde mjjn,
waar thans de ontploffing plaats had, een
dergeljjk ongeluk velen mpnwerkers het
leven gekost. Sedert was d? groeve hersteld
en de put St. Eugenie was een der beste
in den omtrek.
Naar de »Times< uit Jokohama verneemt,
luidden de geloofsbrieven dm* Chineesche
vredesirezanten als volgt:
»Wjj besluiten, n als onze gevolmachtig
den aan te wjjzen om de zaak met de ge
volmachtigden, door Japan aangewezen, te
behandelen. Gjj zalt echter aan het Tsoen-
glijamen seinen om onze bevelen te ver
nemen, waaraan gjj n zult. hebben te honden.
Gij zult u van deze opdracht trouw en flink
kwijten en het vertrouwen, dat wij in u
stellen, niet beschamen. Volgt dit op.«
Tbeems, die door rfltuisfen bereden werd,;, <l®fr00.!? r0"Ter,ho°,Hm''0' C":
t I louche van Algerio, is ter dood veroordeeld
minder groot dan thans en de mogelijk-
j eu i i"i i -i n- de andere poorters; van een bnzonderen
heid voor den afhankelpken arbeider zelf- r
standig te worden oneindig veel grooter dan «Wder-tairi met afzonderde belangen,
in onze geheel reranderde industrieele ver- 110,1 "°K "n "Pr*ke Er bMtond toen
houdingen. Toen leidden ook kennis, takt, n0« die Kr00te 'erwipdering tusschen
vljjl en kracht alleen tot een goede positie; de >lMlden en h<!t Pr"liU""!lt 'ormda
heden is die in den regel alleen weggelegd ;lüet e8n ei«en 'tand- Leerlingen en gezellen
In den brief, dien mevrouw Joniaux aan
de »Etoile Beige* heeft geschreven, komt
o. a. het volgende voor:
»Ik zou hun, die mjj veroordeeld heb-
van 't algemeen, en stonden ze, uit een so- ben wel willen toeroepen, dat eenmaal het
ciaal oogpunt bezien, op gelijken rang metuur zal komen waarop hun geweten het
hun zal verwjjten, dat zjj dit hebben ge
had een dikte van 14 duimen. In 1709 jen met hfm gnIkn een aantal bandieten
drong de vorst 9 voet in den grond. In 1716. hunne misdaden met den dood boeten,
werden op den Teems winkels opgeslagenToen hjj zijn vonnis vernam, riep hij uit:
en hield men er marktdag. In 1718 vroorDoodt mij, zooals gij mijn vader gedood
xt. c a j. v li i (hebt.* En met Mahomedaansche kalmte en
het van iSlieuwiaar at tot Lichtmis toe zoo
j nerheid schröu^n do ^obruindo kcrols^ mot
sfcerK, dat men van Pelhvorm en Nordstrand zwar^e baarden en fonkelende oogen, in
naar de Sleeswjjksche kust bjj ilatstadtJe lange witte mantels terug naar den
over het jjs kon gaan. Dit had onmiddelljjk kerker, welks deur zich niet weer voor hen
tijd: betaling in slechte waar in plaats van {plaats na den vreeseljjken stormvloed vanzou opeuen dan om hen door te laten
geld, aanwerving op groote schaal van 1717. In 1744 was in Engeland de sterkstenaa.r sctia70t* n..
li- ,v v, I i Areski was groot in znn land. Hu kende
leerlingen, geld leenen aan gezellen om ze|ale binnen den tpd van 15 minuten met,de geheimen d*r Fransche administratie en
V» duim ijs bedekt. Van 1809 tot 1812^ hjj verfoeide die. Hjj was een Fra Diavolo
had men zeer strenge winters. In 1814 hield in den waren zin des woords, moordenaar
men markt op den Teems en reed men in en weldoener, bandiet-gentilhomme. Al wat
*i j Ui i. u i j i Fransch was, haatte hij met den hartstocht
April dag en nacht met zwaar beladen en y
van den overwonneling. Maar toen hg op
dikwgls met 4 paarden bespanm n wagens een ujooien dag een sukkelig douane-ont-
1 Vs over Ü8* vaugertje alleen tegenkwam op den zonnigen
s weg vaH Azzafoen naar Azazga, toen vroeg
Het wereldkampioenschap op de schaats hjj het mannetje wel om hem den zak met
wordt dit jaar 23 en 24 Februari te Harnar 25.000 francs, dien deze bij zich had, te
in Noorwegen verreden over de afstanden laten dragen, maar hij begeleidde hem naar
500, 1500, 5000 en 10.000 M. Kampioen de stad en *af hem zön Reld terug met de
wordt hg, die in minstens drie nummers
eerste is.
(Naar het Fransch.J
»Zoo was het vroeger, en ik weet, dat ge
j maar al te veel reden hebt om aan hare
ondeugendheid te gelooven, maar zjj schjjnt
mjj al meer en meer ernstig te worden.
De les, die het arme lammetje haar gegeven
heeft, schjjnt duurzame vruchten gedragen
te hebben.*
Mevrouw Ramey schudde met het hoofd,
jzii was niet welbespraakt genoeg om hare
daan zonder bewgzen; ik zoa hun allen
willen toeroepen dat, al gevoel ik thans
niets dan haat, ik God zal bidden mg kracht
te schenken, opdat ik hen niet vervloeke!
Die kracht bezit ik thans niet, dat moet
trouwen,* deed Mevrouw Ramey opmerken;
»ik denk, dat het voorzichtiger zou wezen,
als wjj de calèche namen.*
»Vooreerst, tante, kunnen we niet met
ons vjjven in de calèche, en als ge van plan
zgt, vandaag thuis te blijven, zal ik u niet
Omtrent het ongeluk te Moncean-les-
Mines wordt nog medegedeeld dat President
Faure voorloopig 2000 frs. heeft beschikbaar
■sirnnWit IWBMi i«1M
haar plaats nemen, want anders kon zij
ons wel eens een ongeluk doen krijgen.*
opmerking, dat het onvoorzichtig was met
zooveel geld bjj zich alleen op een zonnigen
landweg te loopen in de streken, waar Areski
huisde.
Toen zjjne landgenooten onder den druk
der Fransche administratie te ljjden hadden,
toen kwam er eens een Kabyl om Flandin
mont zelf, aan een volleerden koetsier eer
zou aangedaan hebben, reed het rgtuig met
eene verbozende snelheid verder. Zjj vlogen
langs de kromgegroeide olmen, die ieder
jaar van hunne takken beroofd worden tot
Een wur later reed de break in vollegroot nadeel van hunne schoonheid, maar
op mjjne bruiloft vragen. Niet waar, Jacques, vaart langs de fraaie belommerde wegen'tot groot voordeel der boeren, die niet aan
wij zullen haar daarop dan niet uitnoodigen.* ïvoorbjj. Sylvie bad de leidsels der vurige het schilderachtige hechten; verder langs
►Natuurljjk niet!* antwoordde de gelnk-jpaarden in hare handen. Jacques, die naast uitgestrekte weiden, verschillend van kleur,
Hg was welgemoed en maakte het niemand gedachten te verkLren, misschien stonden kige minnaar. jhaar zat, genoot met volle t'Ugen va:i de evenals op het palet van een schilder; toen
lastig; zelfs zjjne pleegdochter vond hu ge- deze ^a,4r üiet helder voor d-n geestj Wjj zullen dus den grooten break nemen j frissche Septvmberlucht, die moed en xroo-1 langs den oever der rivier, die nu groen
nade 'in zjjne oo^en. Hg ver»af haar de mHar KÜ bezat eene practische ondervinding, 'met de beide schimmels, en ik zal mennen.* ljjkheid schijnt in te blazen. In het rgtuig was evenals op de schoonste dagen in April,
lichte inbreuken o}" de betamelijkheid, waar- d'e 40 dergeljjke gevallen naltiger is dan de j Maar, Sylvie 1* riep Mevrouw Ramey uit. praatten en lachten de overigen met elkander; >Dat alles is van ons,* zeide Sylvie, ter-
>Of ik ga niet mee! Nu hebt ge maar er zijn dagen, waarop ui; n om alles lacht, wijl zij met het uiteinde van hare zweep
'■zonder eigenljjk te weten waarom; het was j een grooten kring beschreef, om de bosschen
vervolgde de goede.een van die dagen, en allen ondervonden en weilanden aan te wjjzen, die hau toe
behoorden. »Het is mooi, niet waar, pa?«
waar over-1 »Ja,< antwoordde Clermont, het is heel
van zjj zich nbt kon onthouden, en zelfs schoonste theorieën.
lachte hjj er het eerst om. Over deze on- j Tt>cl1 scheen hare nicht haar te willen te kiezen.*
g*wone goedhartigheid verwonderd, had i logenstraffen. Mijnheer en Mevrouw Cler-1 »De schimmels!*
Sylvie hem met groote oogen aangekeken, niorjt maakten aanstalten om met Jacques vronw met een gebaar van schrik. den invloed daarvan,
eerst eenigszins ongerust, daarna ietwatte vertrekken, en allen zonden elkaar veer- j »Zjj zjjn zoo zacht als lammetj-s,* her-; Men reed de boerderjjen langs,
spottend
»Hoenu?« dacht zij. »Is de ontembare
getemd?*
Toch bewaarde zjj eene voorzichtige terug
houdendheid, evenals eene jonge kat, die
zich nocr niet geheel in staat acht om zich
van het voorwerp barer begeerte meester
te maken.
»Wie weet, welke dwaasheid zij nu weer
zal uithalen,* zeide hare tante Ramey op
zekeren dag tegen Mevrouw Clermont, hare
gewone vertrouwelinge. »Ik ken Syl
vie; ik beb daartoe, zooals ge weet, ge
noeg gelegenheid gehad; als hare oogen
zoo guitig staan, als zij van tjjd tot tijd
«en ernstig gezicht zet, dan is dit een be-
wjjs, dat zij het een of ander in haar
schild voert.*
>Dat geloof ik niet,* antwoordde Amélie.
tien dagen later te Parijs terugvinden; de üam Sylvie. j vloed en vreugde heerschten. Tengevolgemooimaar ik raad je, je paarden niet uit
gedachte aan eene scheiding, hoe kort deze) Bij uit antwoord bloosde zij, en haastte vau de gedurige afwisseling van regen enhet oog te verliezen en hun de zweep niet
ook wezen mocht, gaf nog meer bekoorljjks zich, er bjj te voegen: zonneschiju was het een voordeelig jaar; te laten voelen, zooals ji zooeven gedaan
aan de vertrouwelijkheid, die er op het j »lk wen wel, dat ik met lammetjes nietvoor den landbouw. Men dronk melk nithebt.*
kasteel heerschte, al was deze dan ook jgelukkig ben, maar dat is nog geene reden kopjes van grof aardewerk; Sylvie, die eet-j >Zj zijn er wel aan gewend,* antwoordde
met een zweem van leedwezen vermengd, om er van ut te zien, deze mooie beesten te last had gekregen, zette bare tanden in SylvL, terwijl zij hun nogmaals cea tikje
Amélie alleen dacht er met heimelijke
vreugde aaD, dat zij, als zij weder thuis
was, het hart van haar echtgenoot wel
weer zou winnm, dat hier op znlk eene
besturen. Dat bljjft dus afgesproken, de een groot stok brood, dat de paebt-ersvrouw; m«t de zweep gaf.
groote break en de schimmels!*
niet dik genoeg meende te kunnen snijden fl-t bleek echter, dat dit niet het geval
Ciermont had nog niets gezegd; aller om het de juffrouw aan te bieden; toenwas, want zjj namen eensklaps zulk een
oogen waren op hem gevestigd, terwijl zij zij hun tocht zouden voortzetten, gaf zjj!snellen draf aan, dat het niet voel scheelde,
onverklaarbare wijze van haar vervreemdzgne beslissing afwachtten. Eigenlijk was het overschot aan hare paarden, db bet
was geraakt.
»We moesten eens een rijtoertje doen,*
zeide Sylvie op zekeren dag. Zg keek daarbjj
hare tante aaD, die een lichten zucht onder
drukte. »Laat ons met den break gaan,*
vervolgd* zij, »wij kunnen de landstreek
dan beter zien.*
>De groote break is niet best te ver-
hg de Jupiter tonans van dezen kleinen gretig uit hare Land opaten
kring, en somtijds vermaakte hij zich daar- Komaan,* zeide Sylvie, terwijl zij in
mee. Hg liet aan zjjne Olympische lippen het rgtuig stapte, zonder de hulp van Jacques
een sliet zij zool* ontsnappen, hetgeen af te wachten, >wjj zullen nu de groote
een zucht van verademing aan zijne pleeg- reis gaan doen, en dat wel in een flinken
ciocater afperste. draf.*
»Maar,« voegde hij er bij, »men zal een Na een draai genomen te hebben op eene
oogje op je houden. Jacques, gjj moet bij manier, die, volgens de verklaring van Cier-
of zij, die in het rijiuig zaten, werden op
elkander geworpen; nieu zeite zich wat
vaster op de bank neer, men verontschul
digde zich al glimlachende, maar Clermont
glimlachte niet.
/Hor U vervolgd,!