el Land van ileusilen en Altena. de Langstraat en de Bonnnelerwaard. SYLVIE. Voor 100 jaren Uitgever: G. J. VEERMAN, Heusaen. 1392. ZATERDAG 9 MAART. L895. '^ÊÊ£- VOOR Dit blad versciignt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Prhqüo. per post zonder prjjsve.hooging. Afzonderlijke Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrgdagavend ingewacht. Buitenland. (28 Maarschalk Martinez Campos, die te Ma drid is teruggekeerd, is onmiddellgk na zjjn terugkomst door de koningin-regentes Chris tine ontvangen. Waarschjjnljjk zal de maar schalk benoemd worden tot gouverneur van Cuba en reeds spoedig daarheen vertrekken, ten einde er de orde te herstellen. Volgens de berichten, welke de Spaansche regeering van den gouverneur heeft ont vangen, behielden de regeeringstroepen tot dusver de overhand. In de provincie San tiago zjjn de opstandelingen weer geslagen en uiteengedreven. De correspondent van de »New-York Herald* te Havanna had een onderhoud met den gouverneur. De gouverneur verklaarde, dat de beweging wel j degeljjk een revolutionnair karakter heeft, maar hjj achtte deze niet gevaarljjk en meende, dat hg wel meester van den toestand zou big ven. Te Madrid verwacht men veel van het zenden van maarschalk Martinez Campos naar Cuba. Men vertrouwt daar, dat het den ouden maarschalk, die onlangs den vrede met Marokko herstelde, ook wel zal gelukken, een einde te maken aan den strgd op bet eiland Cuba, waardoor de parel der Antillen voor Spanje dreigt verloren te gaan. In een der provinciën vau Cuba is de opstand gedempt, doordat velen daar de wapens hebben neergelegd om nog te vallen binnen den terrngn van begenadiging, door den gouverneur gestold. Zgu de rebellen van Buira vrg sterk en hebben zg thans een afwachtende houding aaugenomen om te zien wat hun verder het voordesligst zal zijn de Spaansche macht, die naar het eiland is en wordt afgezonden, is geducüt. Generaal Lachambre trekt de rebeiien tegemoet. Don Marcos Garcia, vroeger een der separatistische hoofden, heeft zich bt- keerd en in een manifest de aanstokers van den opstand aan de kaak gesteld. De Spaansche zeemacht bg Cuba is groot genoeg en bestaat uit 8 kruisers, 4 torpedo- booten en 9 kanonneerbooten. De Koningin-Regentes van Spanje is zoo goed als hersteld van de mazelen. Zjj had veel verdriet van de scheiding van haar kinderen en er was een telephoon van haar slaapvertrek naar de kamer van den jongen haar handschoenen uit en legde ze met haar hoed op de tafel neer, waarna zjj zich, zonder een woord te spreken, voor de piano neerzette. Zjj speelde de ouverture en het eerste koor met eene buitengewone geestdrift: de ziel van den componist scheen met haar vereenzelvigd te zjjnen zjj wendde hare blikken dan ook geene enkele maal van de muziek, die voor haar lag, af. Toen zjj op hield en een ander stuk wilde beginnen, leunde Jacques op de piano tegenover haar. »Neemt ge het mij nu niet kwaljjk, dat ik u zoo van uw plan heb afgebracht?* zeide hij op een vriendelgken toon. JÜr.'Jè •1§&V££ '^Éè.S numtiivrs 5 cent. Ad verten tien van 1b regels SO ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. I 1795! Tal van herinneringen wekt dit jaartal op. De rep >bli-k der Vereenitjde Nederlanden, eenmaal de toongeefster op politiek gebied in Europa, wier admiraal driemalen in ééi jaar twee trotsche ko- ninkryken de vlag bal doen strijken, die als machthebbende over vrede en oorlog beschikt had; zij viel na jaren van een roemloos bestaan door eigen schulddoor weelde en verdeeldheid krachteloos geworden bezweek zij; m-m danste bij haar val ora den vrijheidsboom; betreurd werd zg slechts door de weinigen, die belang hadden bjj haar voortdunrden 17en Januari vroeg Willem Y ontslag en reeds den volgenden dag scheepte hij zich in naar Engeland het was hoog tijd want drie dagen daarna werden de Franschen te Amsterdam inge haald en vi-rde Holland het teest, der ver lossing 1795! Hoeveel veranderingen in weinig tjjds De oude republiek met hare stadhouders- gezinden en staatsgezindenmet haar pa- triotteu en haar familieregeeringen, met haar staatskerk en heerljjke rechten viel, en onder de leuze van vrijheid, geljjkheid en broederschapwerd zij vervangen door de ééne en ondeelbare Bataafsche republiek, die een tiental jaren een treurig bestaan heeft voortgesleept onder de hoede en de leiding der Franschen, onze verlossers van het stadhouderlijk dwangjuk! 1795. Hoe dikwijls is getreurd over zoo veel wat eerst toegejuicht werd! Wel was men toen vrjj, maar die vrijheid was ge kocht voor een zwaarder juk; wel werd toen de stadhouder verdreven en met hem zijn bondgenooten,deEngelschen en Pruisen, die hun zijn waardigheden gewaarborgd hadden, maar de heerschappij der Franschen begon en niet de wil van het Bataafsche volk besliste over wel en wee; Parijs gaf bevelen en die bevelen moesten opgevolgd worden; onze bondgenooten werden heer- schers, met 1795 begon de Fransche tijd Zeker stelde men zich in 1795 niet voor wat de toekomst zou baren, toen men vrij- heidsboomen oprichtte om de Fransche broeders feestelijk te ontvangen, men dacht aan het heden en was onbezorgd over de toekomst, die toch zooveel leeds in haar schoot verborgen hield. Geen eeuwfeest kunnen wij vieren, te veel wordt ons herinnerd wat, tot treuren stemt, maar toch mogen wij niet vergeten dat dit verleden den grond gelegd heeft van ons hedeu. Zonder 1795 zouden wij nooit een Vereenigd Konickrjjk gekregen hebben. De zegeningen der groote revolutie uit het la-vist -'er vorige eeuw ontvingen wij met ve-1 verkeerds; hebben onze voorouders veel zeer veel door het verkeerde geleden, de zegeningen zijn geblevenwas van de rech ten des volks vóór dien tijd geen sprake, ook niet in de republiek, door die om wenteling hebben de volken, het een vroe ger, hot andere later, kostbare rechten en vrjjheden verkregen, is de grond gelegd voor ons tegenwoordig bestaan. Hebben de planters der vrijheidsboomen later misschien die dagen van opwinding betreurd, hebben verkorenen, maakten die mannen van hun macht en invloed sedert jaren een schro melijk misbruik, geen wonder dat men zich daartegen krachtig verzette, en velen partij kozen tegen de toenmalige heerschers. Die verdeeldheid is de oorzaak geweest van den valEene les ook voor onzen tjj >1 Kunnen wij nu niet over wanbestuur kla gen, nemen thans velen deel aan de regeering die toen waren uitgesloten, toch zijn nog vele burgers uitgesloten, toch achter zich velen nog verongelijkt door die uitsluiting en dringen op geljjkstelling aan. Aan dien eisch moet zoo spoedig mogeljjk voldaan worden, uitstel is gevaarlijk. Wat ruim 100 jaren geleden, gebeurd is, moge een ernstige les voor onze staatslieden zijnMaar ook aan de burgers geeft het aan de partijhoofden, niet aan de overtuiging der burgers te danken hebben. Eendracht maakt macht* moge meer en meer de leuze worden, niet afgebeeld op wanden en stoelen, maar moge zij gegrift worden in de harten der burgersmoge dat bljjken niet uit woorden, maar door daden •iw in ti r~T—rrmrrr—twtui i om »i<rTrTs>r~iia»rnnr»rirnrimTrtwi»T~Tnmunr vrjn (Naar het FranschJ Zij schudde niet het hoofd, als wilde zjj zeggen, dat geene symphonie haar zou kunnen genezenuiaar zij begon toch te spelen, en langzamerhand werd de uitdruk king van haar gekat minder somber. Niet ver van haar in een grooten fauteuil ge zeten, luisterde Jacques naar haar en trachtte den indruk, dien de muziek op baar maakte, jb- 'P haar gelaat te lezen. »Welnu, wat heb ik u gezegd?* zeide oij, toen het stuk ten einde was en zij hem TliHilachende aankeek. »Ge ziet er nu veel ft- /roolijker uit! Ik ben een beter geneesheer ck ian uw dokter, moet ik zeggen. Maar nu h nebken wij genoeg muziek gehad. Laat rnii r maar begaanik zal u al uwe vreugde wel eruggeven. Weet ge, wat wij dezer dagen ^ens doen zullen? Ik zal met u naar Ville- l'Avray gaan. Ja, ja, midden in den winter; r maar dat doet er niet toe: wij zullen ons i, warm kleeden; dat. zal heerlijk zijn; wij zullen er tegen niemand iets van zeggen, en wij zullen daar eens recht gezellig bij elkaar zjjn Hij lachte, en Amélie begon ook te lachen. »Daar die domkop van een Clermont ge heel in zijne zaken opgaat, hij moet er wel tot over zgne ooren in zitten, dat hij zjj misschien het jaar 1795 met een zwarte verledene een ernstige les. Wel was het] kool aangeteekend, hun nakomelingen kun- devies der republiek: Eendracht maakt' nen niet betreuren wat toen gebeurd is alsmacht.,* wel prijkte die spreuk in de staten- zjj het oog slaan op de gevolgen die de zaal maar hoe weinig bracht men haar in val der republiek had. Na jaren ljjdene j toepassing. Verdeeldheid heerschte alom in J kregen wij den zoon des gevluchten stad-: kerk en staat is het nu anders, is het; houders terug, maar nu als regent over het'beter? Ach! ware het zoo; wij weten beter vereenigd koninkrijk, xoodat men niet meerverdeeldheid heerscht op allerlei gebied, j behoefde te vreezen dat de oude twisten Tal van partjjen in staat en kerk betwisten en verdeeldheden, die den ondergang der;elkander de heerschappij, evenals voor 100 republiek grootendeels veroorzaakt hadden, I jaarvan eenheid is geen sprake, integen- zouden herleven. Sedert 1813 verheugen j deel de verdeeldheid neemt meer en meer wij ons in ons vernieuwd volksbestaan, bet toe, nu alk partijen in zichzelf verdeeld oude is voorbijgegaan en niemand wenschtzjjn. Op het einde der vorige eeuw viel de het terug; men moge tegen de revolutierepubliek door die verdeeldheid, moet dit uitvaren, wat zij ons geschonken heeft; voor ons geen ernstige les zijn? Zeker, waardeert zelfs haar heftigste bestrjjdGr. partgen zjju noodig, niemand behoeft zjjn l Vrjjheid van godsdienst, vrghuid van druk- beginselen, zjjn denkbeelden te verloochenen, j pers, vrjjheid om zich te vereenigen en te maar die beginselen doen geen schade, veel vergaderen, die rechten zal niemand ons meer is dit het geval met de personen-] durven ontnemen, zjj zjjn in ons volksbestaan quaestiëu, die te dikwjjls de oorzaak zjjnj opgenomen eu worden door allen gewaar- van scheiding en verdeeldheid. Niet de be-1 deerd, ook al zjjn zjj ons door revolutie ge-ginselen geldt het, het is veel meer een worden. Het revolutiejaar moge wjj niet quaestie van personen die monsterverbonden herdenken, wjj mogen geen feesten vieren tengevolge hebben. ter gedachtenis van wat vóór 100 jaren ge-; »Ga heen opdat ik kan zitten* is te dik- beurd is, toch mogeu wjj ons wel herinneren wjjls de oorzaak van een strijd, die men wat die tjjd van opgewondenheid ons ge- tracht te vermommen door over beginselen geven heeft, wat de oorzaak dier opwinding te spreken en te twisten, en van haar jammerljjke gevolgen was. Laat die las niet voor ons verloren gaan Loven wjj het goede, trachten wij het ver- is twist en verdeeldheid voor honderd jaren keerde te vermijden, want vergeten wij toch de oorzaak geweest van onzen diepen val, niet: In 't verleden ligt het heden, in't geen zijn wg thans wjjzer, en trachten wjj ver is, wat wezen zaleend de welvaart des lands te bevorderen. De oude republiek viel hoofdzakeljjk door Laat dit ons herinneringsfeest zjjn, dat wjj de verdeeldheid, die een gevolg was van voordeel trekken van de toen ontvangen het regeeringstelsel. Berustte toch de re- les en naar eenheid streven, bedenkende geering bjj slecbts enkele familiën en uit- dat de partgen hoofdzakelijk hun ontstaan bjjna altijd onzichtbaar is, hebben wjj hem niet noodig om ons te auiuseeren. Kijk mg maar niet met zulk een somberen blik aan. Ik zeg u, dat wij ons zonder hem wel zullen weten te vermakeDen als hjj ziet, dat wj; vrooljjker zgu dan bjj, zal hjj ons vragen, waaraan dit toe te schrjjven is en dan zullen wjj zien, of hjj verdient, dat wjj het hem zeggen. Bljjft dat afgespro ken?.... Neen? Waarom niet?* »Mjjn man zou het niet goedvinden,* zeide Amélie. Denkt ge dat? Welnu, dan zullen wjj wel wat anders bedenken. Intussehen zal ik u morgen om vier uur met rjjtuig komen afhalen, en dan zullen wij naar het Bois de Boulogne gaun. Wjj zullen daar een tijdje rondwandelen, en dan zal ik u hierheen terugbrengen maar dan moet ge mij ook te dineeren vragen en zorgen, dat het diner goed is. Ge zult eens zien, welk een eetlust wjj zullen meebrengen. Zeg nu niet neen want ik zou toch komen. Ik ben erg stijf hoofdig uitgevallen; reken niet op de wis pelturigheid van een man, die bjj de Groote Meren i> Afrika is geweest en die daarvan is teruggekomen, want het moeiljjke be stond niet hierin, er heen te gaan!« Amélie zeide niets. Sedert een geruimen tjjd ging zij niet meer uit, omdat zjj nooit gewoon geweest was, alleen uit te gaan, en haar echtgenoot dacht er niet meer aan, haar deze afleiding te verschaffen. Terwjjl zjj bij zich zelf d cht, dat zjj er misschen beter aan zou doen, als zij weigerde, gaf zjj hare zwjjgende toestemming. Het rjjtoertje had plaats. Toon Clermont voor het diner thuis kwaci, was hg ver wonderd over de vrooljjkheid en de levendig heid, die Amélie en Jacques aan den dag legden. Daar het hem genoegen deed, Amélie vroolgker dan gewoonlijk aan te treffen, vergat hjj zijne courant, die hjj meestal onder het diner las, en bracht een groot gedeelte van den avond in hun gezelschap door. Zjjue vrouw had een onbestemd ge voel, dat zjj hem liever niet in hun midden had gezien. Waarom? Zjj wilde geene poging doen om dit te weten te komen. Da tr zij aan zijn bijzija ontwend was, gevoelde zjj, dat er tusschen hen niet meer die punten van aanraking bestouden, welke het leven veraangenamen; dat was zonder twjjfel vol doende om het gevoel van gedwongenheid, dat zjj had, te verklaren. Tegen tien uur verliet Clermont het salon en ging zich aankleeden Amélie en Jacqu-s bleven alleen I uehter, maar het gesprek wilde dien avond niet meer vlottenal praatten zij ook over duizend dingen, die huu een levendig belang inboezemden, het mocht huu niet gelukken, die hartelijke overeenstemming te doen ont staan, die zelfs verschil van meening over algemeene onderwerpen toelaat, zonder dat de goede verstandhouding daaronder Ijjdt. Zij scheidden aan ook spoedig van elkauder. XVIII. Er verliepen twee dagen zonder dat de gelegenheid zich voordeed om elkaar weer te zien. Den volgenden Zondag, juist toen Amélie klaarstond om eenige bezoeken, die zij al lang had uitgesteld, af te leggen, trap Jacqu<-8 binnen. »Ik heb Clermont zoo aanstonds vóór De Fransche bladen spreken nog steeds over het besluit der regeering, om zich bjj de feesteljjke opening van het Noord-Oost zeekanaal door een eskader te laten ver tegenwoordigen. Over het algemeen is het oordeel der toongevende organen gunstig en keuren zij het goed, dat Frankrjjk op deze wijze medewerkt om de verhouding tusschen Franschen en Duitschers te ver beteren. De Duitsche regeering zal nu liet ant woord wel niet schuldig bljjven. Men ver wacht althans te Parjjs nu weldra van den Duitschen gezant, graaf Von Munster, de mededeeling, dat de Duitsche regeering officieel haar mededeeling zal verleenen bjj de internationale tentoonstelling, die in 1900 te Parijs zal worden gehouden. De betrekkingen tusschen Duitschland en Frank rjjk beloven derhalve gunstiger te zullen worden, dan in jaren het geval is geweest. Het aantal der personen, die te Berlijn door de influenza is aangetast, wordt op 30.000 geschat. Evenals te Londen, is de epidemie ook te Berljjn zeer goedaardig. Toch maakt de ziekte vele slachtoffers, vooral onder de bejaarden. Alle hospitalen zjjn vol en de meeste scholen zgu gesloten. Ingdjjks hebben eenige der rechtbanken reeds den arbeid moeten stakeu wegens ge brek aan rechters. Ook te Londen bljjft de ziekte in hevige mate heerschen. In de afgeloopen week steeg het sterftecjjfer tot 38.50, te Liverpool tot 55.50. Het normale cjjfer voor Londen is 18.50. Aan influenza stierven omstreeks 300 menschen. Te Rome heerscht deze ziekte eveneens in ontzettende mate. Zondag telde men er 50.000 patiënten. Aan de Ministeriën en andere openbare instellingen ontbreekt een derde gedeelde van het personeel. Dergeljjke berichten komen ook uit St. Pe tersburg, München, Frankfort en Bern. Overal is het aantal zieken zeer groot, maar het sterftecjjfer, hoewel natuurlijk grooter het Gymnase zien staan,* zeide hg; »hjj sluit zich daarin op voor eene matinée. i Men moet wel met Scribe dwepen, als men zulke dingen doetMaar men zegt, dat de hartstocht eene verontschuldiging voor alles As.... Verontschuldigen wil ik hem wel onder voorwaarde dat men niet tegenover mjj volhoudt, dat de hartstocht rechtvaar digt Maar dat is de zaak van Clermont Zoo gekleed en gereed? Ge wilt toch niet naar de vesper toe, denk ik?« »Neen,« zeide Amélie lach-mie; >ik ga eenige bezoeken afleggen.* »Is daar haast bjj »Mij duukt van wel; want ik heb ze al zes maanden uitgesteld.* Welnu, dan kunnen ze nog wel wat wachten Kjjk eens, wat ik meegebracht heb.* Hij haalde uit een papier de partituur van eene opera-comique, die nog pas op gevoerd was, en legde deze bjj haar neer. Amélie keek de eerste bladzjjden door en glimlachte van genoegen. Komaan, trek die handschoenen gauw uit, zet dien hoed af, en neem plaats voor de piano. Wjj zullen aan d-m namiddag niet te veel hebben om dat alles te genieten.* »Maar ik moet de denr uit,* zeide Me vrouw Clermont aarzelende. »Ik heb aan mjjne bediende vrjjaf gegeven: er is nie mand thuis.* »Dat is eene reden te meer! Men zal ons dan niet storen.* «Maar als er gescheld wordt?* >Dan zullen we eenvoudig niet opendoen. Wat kunt ge toch tegenstribbelen!* Amélie liet zich eindelgk overhalen, trok dan in gewone tjjden, bljjft gering. De toestand op het eiland Cuba geeft te Madrid neg steeds aanleiding tot ernstige ongerustheid. I Hg keek haar schroomvallig aan, en zjjue stem verried eene lichte aandoening. Amélie zag hem aan, des te kalmer naar mate hjj gejaagd was. Volstrekt niet!* zeide zjj. »Hoe zoudt ge het vinden, als ik de tenorpartij eens zong?* »Dat zou wel aardig zjjn.* Zjj doorbladerden alzoo de partituur tot aan het einde bg het afnemende licüt vau dezen bewolkten namiddag. Zg konden niet meer zien, het vuur ging uit ea over de bladen heengebogen, trachten zg de noten te ouderscheiden. Eindelgk nield Amélie er mee op. »Ga nu heen,* zeide zjj op een fluisterenden toon. Waarom?* antwoordde hg. »Wilt ge mg niet te dineeren houden >Neen Sylvie komt bjj ons dineeren.* (Wordt vervolgd./

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1895 | | pagina 1