!!el Land van
en Allena, de
Langstraat
en de Bominelerwaard.
SYLVIE.
FEUILLETON
Uitgever: L.. J. YEElRMAM, Heusden.
M 1397
VOENfSDAG 27 MAART.
I «95.
VOOR
O
Dit blad verichjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abenneaentsprja: per S maanden f 1.00.
Franca per post zonder prpsrej. hooging. Afzonderlijke
■imntrt 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels SO ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën werden tot Dinsdag- en Yqjdaguvend
ingewacht.
Rriovon lilt Amctor/lom «®hond*a- 's Morgens priemtgd, zegt de
UI IC f CU Uil fnillulul Uulll* krnniekschrjjver van 1639 stond de
schoondochter op, kleedde haar kind, haalde
Amsterdam heeft een rjjke geschiedenis,'t bed af en rakelde het vuur op, daar ze
ofschoon 't eerst laat in de rjj der Holland- 't vrg koud had. En zie, de vlam verhief
sche steden is opgenomen. Zelfs nadat graaf
Floris V, der keerlen God, aan Amstelle-
damme algeheels vrijheid van tol geschonken denzelfden Torm en dezelfde klenr als toen
had voor de vaart binnen Hollands gebied,, ze handen des priesters kwam. De
duurde het nog een goede kwarteeuw voor vrouw schrikte, maar een oogenblik later
zich en in 't midden daarvan bevond zich
de hostie of heilige ouwel. Ze had nog
de plaats opgenomen werd onder de vgoede
steden van het gewest. Dit waren in het
jaar 1300 Middelburg, Zieriksee, Dordrecht,
Geertruidenberg, Leiden, Delft, Haarlem en
Alkmaar. Omstreeks dat jaar ontvingen
>die van den damtne* van graaf Jan van
Henegouwen verlof ook >e»n poorter jj« te
vormen, zoodat Amsterdam de negende der
steden is.
Ge zult terstond vernemen waarom ik in
dezen brief een geschiedkundigen aanloop
>de Heilige Stede* gtheeten. Na 1360 werden
jaarlijks plechtige processiën gehouden langs
de straten van Amstelreuam en terwille van
de toestroomende buitenlieden een weg aan
gelegd, de Heilige weg, geheeten. Een deel
van den ouden weg draagt thans nog dien
naam.
Vermelding verdient nog, dat ten jare
1452, toen Amsterdam geteisterd werd door
een ontzaglijken braad, waarbjj een derde
stak ze de hand onbevreesd in de vlam envan de stad vernietigd werd, de heilige
hostie wonderbaarlijk gespaard gebleven is,
ofschoon de kapel der H. Stede totaal ver
haalde de hostie er uit, zonder dat de hand
ook maar eenigszins beschadigd werd. Het
heilige voorwerp in de hand houdende, riep j brandde.
ze een andere vrouw die het in een scboonenj Ofschoon men van overtuiging verschillen
doek wikkelde en in de sshrjjn (kast) weg- kan omtrent 't geen ik hier verhaald heb,
borg. (De protestantsche lezer zal weten dat zeker is het dat het mirakel Amsterdam
de Kath. Kerk de woorden »dit is mjjn ten goede gekomen is. De wonderen door
lichaam* letterlijk opvat). Het werd ook de h. hostie gewrocht, deden van heinde
vertoond aan den man, den zoon van den'en ver volk toestroomen en dat dit niet
lijder, die het in de hand nam, waarbij de alleen armlastigen waren bewijst het feit
neem, wanmer ge nog een oogenblik met i toeschouwers bemerkten, dat het trilde, dat ook Maximiliaan van Oostenrijk, door
me vertoeven wilt in de 14de eeuw. »geljjk het hart van een snoek, nadat het- een ongeneeslijke ziekte aangetast, zjjn heil
In het jaar 1345 bestond Amsterdam uit izelve uit het lichaam genomen is.« Daarop te Amsterdam kwam zoeken. En hjj had
Kalverstraat (toen geheeten de Laan) en een'werd de pastoor der parochie ontboden, die er geen spjjt van, want hjj herstelde. Uit
«tuk Nieuwendijk (het kasteel der heerenter versteld stond en het H. Sacrament dankbaarheid overlaadde hij de H. Stede
Van Amstel was reeds geslecht) aan de eene, j in een doos sloot. Een poos later de doos met prachtige, gouden geschenken en schonk
de nieuwe zjjde en de Nes en Warmoesstraatopenende, was de hostie verdwenen maar hjj de stad het voorrecht boven het wapen
aan de andere, de oude zjjde van den Amstel- J den volgenden dag vond men ze in een (rood schild met balk, waarop 3 witte kruisen)
stroom. De twee zijden waren door een damanderen schoonen doek gewikkeld, in de de keizerlijke kroon t.e voeren, waarop we
verbonden; aan de oude stond een kerk,'kast op een kussen liggen. Ze werd daarop nu nog niet weinig trotsch zijn. Dat de
de tegenwoordige oude kerk, aan den pa- door den priester naar de parochiekerk goede man in het jaar 1459 nog evenmin
overgebracht. recht had dit geschenk te vereeren als gij
Ik kan u geen plaats vragen voor al de of ik. zullen we stilzwijgend passeeren.
de geloovigen met groote devotie gevierd,
in het kerkje op het Bagijnehof, geljjk ge
bruikelijk is, met tentoonstelling der schoone
zaken, door Maximiliaan en anderen ge
schonken.
Dat de feestviering dit jaar opgeluisterd
werd door een poëtische ontboezeming va*
onzen letterkundige Schaepman, moge ten
bewjjze strekkeu, dat de gebeurtenis van
1345 in de Kath. Kerk hoog aangeschreven
staat en mij verontschuldigen, dat ik mjjn
heelen brief hieraan gewijd heb.
Amsterdam, 25 Maart '95.
I uitenland.
De Keizer verklaart openlijk den oorlog
aan de Volksvertegenwoordiging en beweert
dat hij in dien oorlog aan de zjjde van het
volk staat. Logisch volgt uit deze verkla
ring de noodzakelijkheid van Rijksdag-ont
binding. Zoodra de Keizer, die geweldig*
macht in den Duitschen Staat, verklaard
heeft dat de volksvertegenwoordiging het
volk niet meer vertegenwoordigt, moet er
natuurljjk een nieuwe vertegenwoordiging
gekozen worden.
Toen Bismarck op 1 April 1885 zjjn
i70sten verjaardag vierde, waren er zeven
70-jarigen uit het Wurtemberg«che dorpje
Mergelstetten, die op dienzelfden dag jarig
troon der stad St. Nicolaas gewjjd.
We zijn in Maart 1345, thans juist zes-
dehalve eeuw geleden. De Laan behoorde
toen ter tijde in eigendom aan zekeren
IJsbrant van der Zuiderwind, die er een
touwslagerjj had. Waarschjjnljjk bedoelt de
historie hem, wanneer ze schrjjft dat in
wonderen door deze hostie verwekt. Alleen Toen de hervorming doordrong, te Am-
nog dit: een paar dagen later vond men sterdam zeer laat, vreesde men voor het be
de hostie alweer op dezelfde plaats in de houd der h. hostie. In 1566, het jaar der
kast terug en dit was, zegt de kroniek- beeldstormerij, had ze 't dan ook zwaar te
schrjjver, een teeken van boven, om het verantwoorden. De H. stede werd bestormd
genoemde maand een bejaard man zwaar mirakel wereldkundig te maken. De hostie en alle» vernield, maar het altaar met de
ziek lag en de familie, vreezende dat hjj i werd vervolgens in plechtigen optocht naar hostie werd door tal van edele vrouwen
sterven zou, den priester ontbood. Deze
De Duitsche Rijksdag heeft Zaterdag met waren en den vorst gemeenschapp*ljjk geluk
163 tegen 146 stemmen het voorstel om wenschten. Van die zeven zijn er nog 4 in
Bismarck met. zijn verjaardag geluk te leven, die dus 1 April 80 jaar worden,
wenschen, verworpen. Levetzow (president) Een van hen heeft nu, uit naam van h*n
en Bürklin (2de vice-president) legden on- vieren, aan Bismarck het volgende telegram
middellijk hun ambt nader. gezonden: Tien jaar geleden veroorloofden
Er heerschte in do zaal en op de tribune zich zeven zeventig-jarigen van een dorpje
groote opgewondenheid. uit Schwaben u hun gelukwensch toe t*
De Keizer zond hierop een telegram van zenden en ontvingen daarop van uwe door
dezen inhoud: »Aan prins Bismarck, hertog luchtigheid het bigde antwoord, dat. zij hun
van Lauenburg, Friedrichsrub. Ik betuig geluk wensch mochten herhalen, wanneer
Uw Doorluchtigheid mjjn diepe verontwaar- wij met ons achten tachtig zgu.«
diging over het besluit zoo even door den Deze profetische wensch is Goddank in
Rjjksdag genomen. Dat besluit is ljjnrecht zoover vervuld, dat er nog vier van onze
in tegenspraak met, de gevoelens van alle zeven in leven zjjn, die heden met ontroerd
Duitsehe vorsten en volkeren. Wilhelm.* en gelukkig hart uwe doorluchtigheid ook
Waarop Bis narek antwoordde: »Aan Zijn als tachtigjarig- hun innigste g-lukwenschen
Majesteit den Keizer en Koning, Berljjn. aanbieden.*
Ik verzoek Uw Majesteit mjjn eerbiedige Bismarck antwoordde hierop per telegraaf:
dankbetuiging te aanvaarden voor zjjn hooge >Ik dank u harteljjk voor uw volharding
manifestatie, door welke Uw Majesteit elke,gedurende tien jaren, doch heb den moed
mjj nog onbekende, onaangenaamheid mjj niet mjj voor nog tien jaar te binden.*
door mjjn oude politieke tegenstanders aan-
gedaan verandert in een heerlijke voldoening
voor mg.
Bismarck.*
diende hem het H. Sacrament toe en dewjjl
de St. Nicolaaskerk teruggebracht. bewaakt en voor deze schjjnen de beeld-
Van hoogerhand werd een onderzoek in- stormers zooveel respect gehad te hebben,
hjj vernomen had dat de ljjder van tjjd totgesteld naar de geloofwaardigheid der ge- dat ze aftrokken. Met de processiën was
tjjd braakte, gaf hg bjj het heengaan last, j tuigen en aldus de waarheid van bovenbe- het evonwel gedaan. De H. stede werd tot
indien dit mocht geschieden, de uitwerp- j schreven feiten gestaafd en te boek gesteld, paardenstal, later tot turfpakhuis gedegra-
selen in het vuur te storten. Te drie uur j voorzien van het zegel van Floris van Boeck- deerd en nog later in een protestantsch
was de man bediend en eerst na zonson- j horst, baljuw in den lande van Amstel. Ook bedehuis herschapende Nieuwezjjds-kapel,
dergang, dus circa te 6 uur, braakte hjj j de bisschop van Utrecht, Jan van Arkel, zooals ze nog heet.
voor de eerste maal. Stipt volgens des gaf, na een jaar van onderzoek, verlof dit De h. hostie schjjnt verloren geraakt te
priesters ordening werden de uitwerpselen mirakel alom te verkondigen. zjjn, wat wel jammer is, daar hare wonder-
in het helder brandende vuur geworpen en Niet lang daarna werd de woning, waarin dadige kracht een bron van welvaart voor
dit men lette bier wel op werd den de wonderen hadden plaats gehad, afge- de stad wezen kon. Het feest van het
heelen nacht door de waakster brandende broken en op de plek een kapel gesticht, H. Sacrament van mirakel is dit jaar door
De Duitsche Keizer heeft bjj gelegenheid
van den verjaardag van Keizer Wilhelm I,
die Zaterdag herdacht werd, een bevelschrift
uitgevaardigd, waarin hg den Rijkskanselier
opdraagt voorstellen te doen om de pen
sioenen van militairen, die in den oorlog
van '70 gewond zjjn, te verhoogen en gel-
deljjken bjjstand te verleenen aan die onder
officieren en soldaten, die in dien oorlog
Algemeen wordt te Berljjn erkend, dat
het telegram, door keizer Wilhelm aan
prins Bismarck gezonden, ten einde zjjne
afkeuring te betuigen over het besluit van
den Rjjksdag om geen deputatie naar Frie-
drichsruhe te zenden, aanleiding kan geven
tot eene ernstige crisis. Nu de keizer aldus zjjn uitgetrokken en nu broodgebrek ljjden.
openljjk tegen de meerderheid, die zich tegen Over het algemeen wordt deze daad van
het voorstel van den heer Von Levetzow'den Keizer in de Duitsche pers levendig
verklaarde, is opgetreden, is eene ontbinding j toegejuicht.
van den Rijksdag waarschjjnljjk. Dit is al- f Neemt men echter in aanmerking, dat
thans de slotsom van de beschouwingen der'volgens de verklaringen van generaal Yon
meeste bladen over het incident. Spitz bjj de behandeling der oorlogsbe-
(33
houdenterwjjl hg met Amélie voortwan- blik de poëzie van den winter aanvan j
delde, praatte hg over allerlei dingen be- de ontbladerde boomen, die hunne takken
halve over haar. Zjj bereikten de woning tegen het blauw der lucht afteekenen, zoo
van Mevrouw Clermont en zaten al spoedig dat men zou zeggen, dat zjj met de pen
aan tafel in de groote eetzaal, die slechts geschetst zjjnvan de boulevards, die door
verlicht werd door ééne lamp, die op het den heerljjken zonneschjjn verhelderd wor-
hagelwitte tafellaken stond. den, waar men onvergeljjkeljjke pleeg-
De Oosterlingen hebben niet zoo geheel moeders ontmoet, die alleen wandelen, in
ongelj'k? als zjj zooveel gewicht hechten! bont gehuld...*
-aan bet gemeenschappelijk gebruik vani Amélie glimlachte weder; zjj was al
»Er is toch niets met hem gebeurd?* brood en zout; zonder dat het mogeljjk is, nieuwsgierig, wat daarop zou volgen,
vroeg Amélie eenigszins verschrikt. j daarvan eene reden op te geven, ligt er »Ik houd van den winter,* vervolgde
»Wat zou er met tem gebeurd zjjn? Er toch in den gemeenschappeljjken maaltjjdJacques»waut hjj geeft ons alles, waar
was met mg ook niets gebeurd, toen ik iets meer dan eenvoudig in een vriendschap- wjj veel van houdende muziek, de schilder-
naar de Groote Meren vertrok. Het behoeft peljjk gesprek. Het was niet voor de eerstekunst, het gezelschap van menschen, die
immers niet, dat er iets gebeurt om ons temaal, dat Jacques bjj Mevrouw Clermont
doen heengaan. Het is het gevolg van een ^dineerdemaar nooit hadden zjj beiden in
geestestoestand, waarin men zich bevindt, zulk eene mate de vreugde gesmaakt, het
als men op zich en op anderen ontevreden met elkander eens te zjjn, esn paar uren
is, meer bepaald op zich zelf.Zoo- te leven in eene volmaakte overeenstemming
als ge mg vandaag ziet, heb ik niet den van gedachten en gevoelens.
Toen zjj zich na het diner naar het kleine
salon begaven, dat geljjkmatig verwarmd
en verlicht was, kwam hun een glimlach
op de lippen, terwjjl zjj een blik met elkander
wisselden. Daar hadden zjj weinige dagen
te voren een der gelukkigste uren huns
levens doorgebracht; de herinnering van
eenige woorden, op een fluisterenden toon
in de schemering uitgesproken, kon hun
geene wroeging veroorzakenhet was een
van die dingen, welke in de ziel een on-
uitwisehbaar spoor achterlaten, en die in
de schipbreuk der jaren bovendrjjven, even
als roze bladeren, die in een stroom zjjn ge
worpen
»Zullen we eens wat muziek maken?*
vroeg Mevrouw Clermont.
»Neen,« antwoordde Jacques, vanavond
vriendschap.
Denkt Clermont lang weg te big ven?*
minsten lust om ergens anders heen te
gaan, of het moest zjjn, dat ge weigerdet,
mg te dineer en te houden.*
»Dat weiger ik niet,* zeide Mevrouw
Clermont.
Zjj sloegen den weg naar de woning van
Amélie in, en terwjjl zij over allerlei dingen
praatten, vroeg zjj zich af: Wat zal ik
tegen hem zeggen, als hjj mjj naar Sylvie
vraagt? Tot dusverre was de gedachte, dat
Clermont de oorzaak van het afspringen
van zjjn huweljjk met haar was, bljjkbaar
nooit bjj hem opgekomenAmélie bezat te
veel scherpzinnigheid, dan dat zjj niet zou
begrjjpen, hoe gewichtig het in alle op
zichten was, er hem niet aan te doen denken
bovendien onlbrak het aan bewjjzen, het
geen voorzichtigheid nog noodzakeljjker
maakte. Maar Jacques scheen niet geneigd nietik ben niet muzikaal, maar veeleer
om zjjne gedachten met Sylvie bezig te'poëtisch gestemd; mjj trekt op dit oogen-
wjj liefhebben Eu al schjjnt de natuur
ook karig, als men zich de moeite maar
geeft om haar te gaan zoeken, dan vindt
men haar welWjj zullen morgen naar
het Bote de Boulogne gaan, niet waar?
Als ge eens wist, hoe mooi het er in dit
jaargetjjde is! De boomen zjjn als van zwart
fluweel, de knoppen beginnen te zwellen,
het gras is reeds groen en als er een
straaltje der zon doorbreekt, is het een
hoekje van het paradjjs voor hen, die niet
kouweljjk zjjn, en dat gjj immers niet?*
>Ik weet niet,* vervolgde Jacques, »hoe
de menschen het maken, die het leven ver-
wenschenHst leven heeft zooveel godde-
ljjks; men heeft slechts een blik rondom zich
te slaanToch ben ik, evenals ieder
ander, somber en gemeljjk geweest; ik
had verdrietwelnu, dat gebeurt ieder
een wel. Ik weet echter niet, welke vreugde
zich eensklaps van mij heeft meester gemaakt.
Misschien heeft die grillige godin, die onze
levens in hare handen houdt, wel geoor
deeld, dat ik recht op eenige vergoeding
hadwant eensklaps is het licht in mjjne
ziel gedaagd. Ge kent die glazen koepels
wel, die men boven aau de trappen plaatst gezegd heb,* zeide Jacques glimlachende,
en die een zacht licht verspreiden, een licht, j »Ik geloof, dat ge zoo slecht zjjt, als ga
dat in alle hoeken doordringt, en bjjna maar wilt, maar ondanks dat alles zjjt ge
geene schaduwen geeft. Zoo gevoel ik mg, jtoch goed; anders kon ik niet zooveel van
en op zulke dagen ben ik niet op muziek 'u houden.*
gesteldik ben bjjna bang om te spreken, j Amélie riep al haar krachten te hulp en
zoozeer komt het mg voor, dat het een keek Debrancy strak aanhg liet zich daar-
droom is.« i door echter niet ontmoedigen, en zjj las in
Amélie sloeg de oogen op Jacquesmaar zjjne oogen niets anders dan een* teedere
hg vermeed haar blik. Met de oogen voor
zich uit starende, seheen hg eene onzicht
bare gestalte te volgen, die voor hem heen t vroeg hij eensklaps,
zweefde. j »Ik weet het niet. Ik denk het niet:
Een langdurig stilzwjjgen heerschte er veertien dagen misschien,*
in het salon, zóó langdurig, dat het moeiljjk »Nu, dan hoop ik, dat ge mjj tjjdens zijne
werd om het te verbreken. Amélie gevoelde afwezigheid het genoegen zult doen, niet
het onaangename daarvan en wilde haar te schreien I*
werkmandje krjjgen. j »Dat behoort tot het verledene,* zeide
»Kom, laat uw werk vandaag nu maar Amélie onvoorzichtig,
eens liggen,* zeide Jacques. j »Zoo,« zeide Jacques. »Heeft hjj dus met
Zjj legde het borduurwerk, dat zjj reeds'den Satan en zjjne werken gebroken?*
in de hand had genomen, neer en ging »Ik weet het, niet,zeide 4 ->éte; »m-ij.r
op haar gemak in een fauteuil zitten, zonder het komt mg voor, dat, deze reis te n v-t
de oogen op te slaan. wat tot andere gedachten zal brengen. Ge
»Het is mij hier zoo wel te moede,* hebt misschien wel opgemerkt, dat hg in
hernam Jacques. »Het is trouwens overal den laatsten tjjd al wat veranderd was....*
goed, waar gjj zjjt: gjj geeft aan alles, Dat zal waar wezen zeide Jacques met
wat met u ia aanraking komt, eene on in- een zweem van ironie onder een v> .n< m ei
dige bekoorlijkheid Dat komt, geloof ik, van diepen ernst verborgen. v..-. m a
omdat ge zelf goed zjjt.* alleen wat, maar gen eel -era ,i--r i. As
»Daarin kondt ge u wel eens vergissen,* ik mjj van zulk eene oneerotedige uiUruü
zeide Amélie. king durfde bedienen, als ik spreek van
>Ge verbeeldt u dat maar, omdat ge u een vriend, den beschermer mg <er jeugd,
van tjjd tot tjjd, als men u bjjt, omkeert dan zou ik zeggen, dat njj in den laatsten
zonder te bjjtenWaag het eens, te zeggen, tjjd ongenietbaar was. Er zat niets anders
dat dit niet waar is.« op dan maar eens op reis te gaan. N en mg
»lk ben somtijds alles bebalve goed, dat niet kwalgk, dat ik dit maar zoo tegen u zeg.*
verzeker ik u!« beweerde Amélie, die zich
haar vroeger ljjden en hare opwellingen van
toorn herinnerde.
»Maak u maar niet boos, omdat ik dit
/Worcff vervolad.
wii 11«—liiwaii—BaaawiH inuwga—pwMjpsMwuiWiun.awMBa»
(Naar hst FranschJ