Het Land van Heusden en Alleiia. de Langstraat en de Bomnielerwaard. EERSTE BLAD. POLITIE. FEUILLETON. (Jitgever: L.. J. YüIERMAN, Heusden. m 1419. SATERDAG 13 JULI. 1895. LÜL VtlLi.iVlajIIii.i'lAU l vrjjheid, waardoor mjjn verkeer met Mejuf- frouw Ruth tot heden zoo aangenaam was VOOB Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën werden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. WaDneer men een der groote bladen leest, dan staat men dikwijls verwondert over de vele gevallen van inbraak, die daarin in de laatste tjjden vermeld worden. Niet alleen toch op afgelegen plaatsen, neen, onder den rook, ja zelfs midden in de groote steden slaan de inbrekers hun slag en hoever hunne brutaliteit soms wel gaat, bleek onlangs, toen ze het waagden om in te breken in de marechaussees-kazerne te Twelloo. Dat inbrekers en dieven van professie hun ambt met succes uitoefenen op een afgelegen landhuis of boerenhofstede, waar ze door overmacht somwijlen de bewoners totzwjjgen kunnen brengen en allen tegenweer kunnen beletten, is begrjjpeljjk, maar dat ze dat ook doen op plaatsen, waar altijd, dag en nacht, eene sterke politiemacht op de been is, wordt dit door zeer velen geweten aan de slechte activiteit der politie-beambten en wordt er in gedachten menig scheldwoord naar de hoofden der politie geslingerd. In den regel is dit echter onverdiend. Ons is eene stad bekend, waar de nacht- politie geregeld was als volgtTegen tienen des avond, kwamen de nacht-politieagenten, meer bekend onder den naam van kleppers, op het bureau en om 10 uur ging ieder eene vaste ronde doen, die l1/, uur duurde, zoodat ten half 12 het heele corps weer op het bureau was en den dienstdoende in specteur rapport bracht. Een dergeljjke ronde werd nu nog gedaan om 12, 2 en 4 uur en om 6 uur rukten de kleppers in. Een paar inspecteurs en onder-inspecteurs con troleerden de mannen, door hun ronde af te loopen in tegenovergestelde richting, zoo dat zjj ze moesten tegenkomen. Had men nu eene plaats, waar bjjv. om 1 uur in- speeteur en agent elkaar ontmoet hadden, dan was men bjjna zeker, dat vóór drie uur op diezelfde plaats geen politie meer komen zou en werd op die plaats dus in gebroken tegen half twee, dan was de politie ver te zoeken en toch deden die menschen volkomen hun plicht en mocht er over te weinig activiteit volstrekt niet geklaagd worden. Dat dit nu de juiste manier is om nacht- politie uit te oefenen, zal wel niemand toe geven. Men kan dan evengoed terugkeeren tot den alouden klepperman, die nog zoo beleefd is om door zjjn klep vooraf te waar schuwen, dat hg in aantocht is. Het laten loopen van een vaste route en het controleeren door inspecteurs, heeft na tuurlijk geen ander doel, dan om na te gaan, of de agenten hun plicht wel doen en waar de politie, die moet surveilleeren tegen de overtreding der strafwet, tevens deren nacht nachtdienst moet doen, alle dagen dagdienst heeft en eens om de drie of vier weken over een vrijen dag kan be schikken, als ten minste bjjzondere om standigheden, als daar zjjn ziekten van andere agenten, buitengewone drukke enz., dit niet onmogeljjk maken. Zulk een agent heeft vaak een groot huishouden, dat hij moet onderhouden en is het nu wonder, dat, wanneer alles nu niet voor den wind zal de burgerg er op uit zgn om de politiestemmig oordeel is dat de Ching-dynastie bjj te staan en te helpen en is het zoover, hare plichten niet gedaan, noch hare be- zelf gecontroleerd moet worden, of ze haar gaat, hg wrevelig wordt en dit in zgn han- plicht wel doet, is er iets, dat niet geheel j delingen laat merken. Ziet hij kans om als en al in den haak is. De politie moet in den Staat zgn eene macht, waarop de burgerg vertrouwt, waar voor de burgerg respect heeft en die steeds en altjjd op den steun der burgerg kan rekenen. Hoe dikwijls leest men niet, dat, wanneer een politieagent iemand heeft ge arresteerd, deze door de burgerg weer wordt ontzet, dat dus de burgerg partjj trekt tegen de politie. Hiervan nu mag men niet steeds de schuld geven aan de burgerg, maar dikwjjls heeft de politie zelf schuld daaraan. Treedt een politieagent kalm doch vastberaden op, dan zal dat bjj de burgerg een heel anderen indruk maken, dan wan neer hjj woest en onbekookt te werk gaat en in het laatste geval is het licht te be grijpen, dat zulk een handelwijze geen sym pathie bjj de burgerg wekt en nu is het helaas waar, dat onbesuisd optreden van enkelen vaak oorzaak is, dat een geheel politiekorps verkeerd beoordeeld wordt. Hoe loffeljjk echter de pogingen van hoofd-com- missarissen en commissarissen van politie en van gemeentebesturen ook zgn om het politiecorps hunner gemeente tot een model corps te maken en hiertoe druk in de weer zgn met organiseeren en reorganiseeren nog heel wat tjjd zal er moeten verloopen, eerdat bjj ons de politie dezelfde plaats in neemt als zulks het geval is in Engeland, Duitschland en Frankrjjk. Daar heeft men werkeljjk respect voor haar en wanneer een agent zgn stok in de hoogte steekt ten einde bgv. de passage over eene straat tjj- deljjk te stremmen, dan zal het niemand sjouwer of iets dergeljjks wat meer te ver dienen, dan neemt hjj dat en zegt het politiecorps vaarwel, doch dit moet dan weer aangevuld worden en geschiedt dan ge- woonljjk weer door iemand, wiens handen als politieman nog geheel verkeerd staan. Wanneer men echter als vaste regel aan neemt, evenals zulks in Frankrjjk en Duitsch land en ten onzent bjj het kranige korps marechausees het geval is, geene anderen als agent aan te stellen, dan zij, die in het leger den graad van onderofficier hebben bekleed en een gunstigen conduitestaat hebben en hen tevens een tractement gaf, groot genoeg om met een huishouden fat- 80enljjk te kunnen rondkomen, dan ware reeds veel gewonnen, want dan toch zou men krjjgen een corps ontwikkelde mannen, een corps mannen vooral, dat discipline kent en weet te gehoorzamen en het groote voordeel dan is, dat men krjjgt een stabiel korps, zoodat ieder oogenblik mutatien te moeten hebben van zelve zal ophouden. Men beschouwe dan het ambt van politie dienaar niet als een, waarbij een beetje rondwandelen hoofdzaak is, doch als een, waarbjj de man alles moet nagaan om te zien of er iets verdachts is en waarbjj hjj moet leeren op zichzelf te vertrouwen zonder commando's van hooger hand. Het moet hem een eer worden, dat de veiligheid en de rust der burgers aan hem is toevertrouwd en die eer te handhaven moet hjj op hoogen prjjs stellen. Daartoe make men zgn dienst niet te zwaar, opdat, als hjj het noodig oordeelt, hjj tjjd en gelegenheid hebbe, som- dan zullen inbraken en diefstallen zeker verminderen, wat der maatschappjj nist anders dan ten goede kan komen. Buitenland. De oorlog tusschen China en Japan heeft voor eerstgenoemd rjjk toch ook haar voor- deelige zjjde, al ware 't maar alleen, dat deze het in aanraking bracht met de be schaving; en dat zgn achterlijkheid ook in wendig gevoeld wordt, bljjkt uit een inge zonden stuk aan de »N. R. Ct.,« 't welk wij hieronder afschrjjven: Van bevriende zjjde uit China ontvangen wjj de vertaling van een petitie, gericht aan den Keizer van China door de zoogenaamde hervormingspartij, die, naar ons wordt mede gedeeld, vooral in het Zuiden van China zich heeft ontwikkeld en bestaat, niet uit jonge en onervaren heethoofden, maar voor- nameljjk uit mannen, die deels een buiten landse!) e opleiding voor de marine of het leger genoten hebben, of rechtsstudiën vol brachten, deels lang in den vreemde Amerika, Australië, de Straits, Java, Japan, enz. gevestigd waren, en met fortuin zgn teruggekeerd en dus wat te verliezen hebben. Onze berichtgever schrijft ons, dat zjj on getwijfeld veel sympathie bjj de zuideljjke Chiueesche bevolking hebben, zoodat hun stuk te Peking niet eenvoudig kan ter zjjde gelegd worden. China, (naamjaar) »Ur, mie 5de dag v/d 5de maand. D i o o in zjjne gedachte komen om door te loopen, mige plaatsen of personen op zgn gemak voordat het verlof daartoe gegeven is. jop te nemen en voor alle dingen drukke De groote oorzaak, dat dit ten onzentmen het hem als eerste plicht op het hart loften nagekomen heeft. Uwer Majesteits voorvaderen, in plaats van hunne onderdanen door heilzame wetten en wjjs bestuur te verheffen, hebben hen vertreden, en in onkunde gehouden, en het bestaande bestuur is niets dan een vol slagen bedrog en begoocheling. Wat is het resultaat van dat eeuwenlange bedriegeljjke en corrupte bestuur? Het volk is verhinderd geworden gelei del jjk (hand aan hand) vooruit te gaan met de vooruitstrevende natiën van het Westen, en zgn volslagen onkunde van de wereld, en wat daarin omgaat, heeft geleid tot het algeheele verlies van macht en prestige van het keizerrjjk. Uwer Majesteit's voorvaderen wilden niet naar goeden raad luisterenzjj werden mis leid door onervaren en onkundige raads lieden en vleiers; omkooping, corruptie en ambteljjke onbekwaamheid heerschten overal. Eerst toen vreemdelingen de poorten der hoofdstad beschoten begonnen zjj hunne valsche aangematigde positie te begrjjpen. Maar niettegenstaande de onderteekening van zoo vele onteerende en vernederende tractaten en het betalen van zoo menige afge perste en ruïneuse schadeloosstellingen (oor logschattingen) is het bestuur van ons groot rjjk nog niet doordrongen van omkooping, corruptie en ambteljjke onbekwaamheid. In derdaad, het rjjk is heden ten dage in een slechteren staat dan honderd jaar geleden. Hoe bedroevend en schandeljjk is deze waarheid. Conservatisme op elk gebied en in elke richting past niet meer voor het tegen- niet evenzoo het geval is, ligt onzes inziens in de te geringe bezoldiging der politie ambtenaren in vergeljjking met den hun opgedragen arbeid. In de groote steden ont vangt een agent 3de klasse een loon van f 500 a f 550, waarvoor hg om den an- geweest was. Er was niet de minste grond voor de avontuurljjke inbeelding der beide vrouwen, maar dat ze zich zoo iets hadden fpfc fr' 1rk Kfi tl rt ITI tft ingebeeld nam veel weg van de ongedwongen ▼AN geen verandering in mg, want ze praatte FRANK R. STROCKTON. en lachte en toonde, even als van 't begin (19( de onschuldige vreugde, die ze vond in ons vreemd eilandenleven. De beide vrouwen gingen heen en ik bleef half vroclijk, half geërgerd, staan. Ik was volstrekt niet van plan Mejuffrouw j Ruth te vragen. Ja, ze was een lief meisje, v rooi jjk en levendig, en daarbjj ook, zoo ik grond had te gelooven, heel verstandig; maar ik kende haar nog geen veertien dagen, en de gedachte aan een huweljjk met haar was nog volstrekt niet bjj me opgekomen. Hadden Mevr. Lecks en Mevr. Aleshine, of wat meer vnn belang was, bad Mejuffrouw Enderton reden om te gelooven, dat ik haar 't hot maakte? De laatste vraag werd bjjna dadelijk tot m jjn volkomen tevredenheid door Mejuffrouw Ruth's komst opgelostzjj kwam 't pad af, dat naar de landingsbrug leidde en groette me reeds van verre op haar gewone onge dwongen manier, zooals een meisje dat doet als ze een vriend of goeden bekende ont moet. Ze dacht bljjkbaar even weinig aan 't plan der twee vrouwen als den dag, waarop we elkaar voor 't eerst zagen. Maar terwijl ik haar op de lagune rond- roeide, ondervond ik toch een zekere be schroomdheid, die me tot nu toe vreemd Bjj onze terugkomst trad Mevr. Aleshine ons voor 't huis tegemoet. >Ik zal uw avondeten daar onder dien boom klaar zetten,zei ze. »De anderen hebben al gegeten, omdat de matrozenlui honger hadden. Uwe vader heb ik 't in de bibliotheek gebracht, waar hjj nu nog wel zal zitten in de eene hand een boek in de andere 't theelepeltje, waarmee hg zgn thee roert, tot hg 't laatste dropje op den grond heeft geroerdmaar dut hindert niet, want morg- n vroeg zal ik schrobben tot hjj weer heelemaal nieuw is.« Deze schikking deed Mejuffrouw Ruth groot genoegen, maar ik zag er 't begin in van een sluw aangelegd plan. Ik wilde juist gaan zitten, toen Mevr. Aleshine me in fluisterde: bedenk, dat we nu voor 't eerst met drievierde maat per hoofd beginnen. Vindt ge ook niet, dat Mevr. Lecks en Mevr. Aleshine heel lief zjjn?* vroeg Mej. Ruth terwjjl ze thee schonk; »ze schjjnen altgd er alleen om te denken een ander ge noegen te doeD.« Ik stemde dat Mejuffrouw Ruth van harte toe, maar kon toch niet nalaten te denken, om onder welke omstandigheden ook flink en kordaat doch tevens altgd kalm en be daard op te treden. Geschiedt dit, dan ljjdt het geen twjjfel of ook in Nederland zal de politie zich in de sympathie der burgerg gaan verheugen, hoe verrast ze zgn zou, als ze vermoedde welke soort van vriendelgkheid ze thans in den zin hadden. »Hebt ge al een schrede gedaan?* vroeg Mevr. Lecks den volgenden dag; »en toen ik haar antwoordde, dat ik nog geen schrede gedaan had in de richting, die zjj bedoelde, ging ze met een bedenkeljjk ernstig gezicht weg.* Een paar uur later zocht Mevr. Aleshine me op. »Er is nog een reden om de zaak te bespoedigen,* zei ze. »Die matrooslui schjjnen alles ter wereld te kunnen ont beren behalve tabak; en Mevr. Lecks heeft hem telkens uit de groote kist, die ik vond, tabak verkocht voor vijf cents een kopje, wat ik heel goedkoop vind. Maar zjj zegt, dat op de eilanden alles altgd goedkoop is, en ze heeft 't geld in een papier gewikkeld en daarop geschrevengeld, dat de matrozen roor tabak betaald hebben en dat zoo met het kostgeld in de gemberpot gelegd. Maar nu zijn hun dollar drie-en-veertig cents op, en Mevr. Lecks zegt, dat ze geen blaadje van Mr. Dusantes tabak hebben zullen, als ze niet betalen kunnen. En als ze niets meer te rooken hebben, dan worden ze ontevreden en willen 't eiland vast verlaten zoo gauw ze kunnen, zonder te wachten tot het meel op is. Dus werd er nog een andere druk op me geoefend. Niet alleen 't ontbrekende meel, maar ook het tabaksgeld werd als wapen gebruikt om me tot het huwelijk te bewegen, dat Mevr. Lecks en Mevr. Aleshine gesmeed hadden. Ik had echter geen groote haast om 't Sirel De tjjd is nu aangebroken voor de Chineesche dynastie en het groote Ohi- j woordig geslacht. De wereld gaat vooruit, neesche ras om de geleden verliezen goed 1 en wjj moeten aiedegaan. Yreemde machten te maken en de onteerende schande uit te richten hare oogen op ons en worden door wisschen. hare handelsrelatiën tot ons getrokken. Wie moet verantwoordeljjk gehouden Daarom moeten wjj ons huis in goeden worden voor de schandeljjke positie waarin staat hebben, en ons voor latere eventuali- heden ten dage het groote Chineesche rjjk teiten en verwikkelingen voorbereiden. Tal- verkeert? 'men en uitstel zgn groote dwaasheid - Op wie rust in dezen de schuld? 'wjj moeten zoo spoedig mogeljjk de handen De Ching-dynastie heeft nu voor over 200 slaan aan het schip des staats, jaren het oppergezag in handen gehad; maar Wjj zgn een groot ras, en bezitten al de wat is er gedurende die paar eeuwen ten volharding van eenig groot jong ras. De macht onzer voorouders heeft men in Europa bate van het rjjk gedaan, en ten behoeve zjjner vreedzame en hard werkende mil- lioenen arbeiders? Wat had moeten gedaan worden is on gedaan gelaten 1 Wjj richten over de dynastie en ons een eiland te verlaten, en hoopte zeer, dat ons vertrek in een eenigszings geschikter vaar tuig dan een reddingsboot geschieden zou. Om dus een al te sterk verlangen van de matrozen om 't eiland te verlaten te voor komen, gaf ik hun geld genoeg om nog verscheidene kopjes te koopen. Maar ik vreesde door deze handelwijs 't gevoel van Mevr. Lecks en Mevr. Aleshine te zullen kwetsen, hoewel ik natuurljjk niet vooruit zien kon, dat mjjn geschenk dit gevolg zou hebben. Ze zeiden er niets van, maar haar blikken en gedrag tegenover me, toouden duidelijk, dat ze injjn handelwjjs niet ver standig vonden. Twee dagen spraken ze alleen 't noodigste tot me, en toen kwam Mevr. Aleshine om, zoo ik meende, een laatste proef te nemen. »Mevr. Lecks en ik,« zei ze, en daarbij zag ze me zeer treurig en met een voGhtigen glans in de oogen aan, willen beproeven u nog wat meer tijd te geven. We willen den matrooslui meer viseh te eten geven, en ik en zij willen ons bjjna zonder brood be helpen en 't, zoo goed we kunnen, met iets anders vervangen. Gij en Mejuffrouw Ruth en de dominee zult drievierde maat dagelijks hebbenmaar wat we daardoor sparen reikt hoogstens drie of vier dagen langer.* Deze woorden roerden me diep. Ik kon niet toelaten, dat deze twee goedhartige vrouwen bjjna verhongerden om mg meer tjjd te geven, en ik sprak daarom zeer ernstig met Mevr. Aleshine en drong bjj haar aan om 't zonderlinge plan toch op te geven, dat zjj en Mevr. Lecks gevormd hadden. Laten we toch elke gedachte aan deze en door het geheele vasteland van Azië heen gevoeld. Onze beschaving is de oudste die bestaat, en westeljjke natiën zgn gaarne bjj ons ter school gegaan. Helaaswaar is deze macht en roem nu, vereeniging varen laten,* zei ik, »en ge lukkig, zooals tot nu toe, met elkaar leven, 't Is de vreemdste gril, die me ooit is voor gekomen. Als de voorraad op is, vóór de Dusantes terug komen, zullen we wel in de boot moeten vertrekkenmaar tot dien tjjd willen we 't leven hier genieten, zoo goed we kunnen, en zulke goede vrienden bljjven als we tot heden waren.* Maar ik had even goed tot een der palmen kunnen spreken, wier toppen boven ons in de lucht staken. Zooals ik zei,* ging Mevr. Aleshine voort, alsof ze mjjn woorden in 't geheel niet gehoord had, »wat we op mjjn en Mevr. Lecks' en de portie der drib matrooslui besparen, brengt ons drie of vier dagen verder.* En toen ging ze in huis terug. Al dien tjjd had de eerwaarde Mr. Enderton in de bibliotheek gezeten en gelezen of had hij met een boek in de hand in diep na denken verzonken langs 't strand gewandeld. De drie matrozen hadden gevischt, den hun opgedragen arbeid verricht en, als ze niets te doen hadden, in de schaduw gelegen en in vrede hun pjjp gerookt. Mejuffrouw Ruth en ik hadden dageljjks onze roei- en wandel tochtjes gemaakt en ons met aangename gesprekken vermaakt, en alle leden van onze kleine kolonie schenen gelukkig en tevreden, uitgenomen Mevr. Lecks en Aleshine. Deze twee deden treurig en ernstig haar bezig heden en Mevr. Aleshine verlangde niet meer naar 't dansen en zingen der matrozen. lUllWffiLti Een grappig verhaal j geweest. Ze bemerkte overigens, geloof ik, /Wordt v^vol/d-f

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1895 | | pagina 1