I
1 Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Boiniuelerwaard.
ritduiking.
M GEMBERPOT,
FEUILLETON.
11
n
Uitgever: Ll. J. VEERMAN., Heusden.
M. 1435.
ZATERDAG 7 SEPT.
I 895,
O
6
VOOR
ff
EIIANK R. STOCKTON.
(Wordt vervolgd<1
NIEUWSBLAD
Dit biad verseb t OENSDAG en ZATERDAG.
4 b o i i ui e n r ij 1 S m&anden f 1.00.
France per post zonder prgsveihooging. Afzonderlijke
■glimmers 5 cent.
Advertentiën van 10 regels SO ct. Elke regel
meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
zijn !c Liever verhaalde men in gezelschappen
allerlei staaltjes hoe de kommiezen gefopt
waren, hoe men het aangelegd had de
1 ijverige ambtenaren te bedripgen en hoe
ten daardoor een paar stuivers verdiend
hadhet was volstrekt niet om die kteinig-
j heid, maar het was de aardigheidmen be-
ln een Nederlaodsche catheehismus die;öefte volstrekt niet, dat dit iets verkeerds,
omstreeks het jaar '48, in den tjjd vanjdftt sLden was! het volksgeweten was
spanning uitkwam, las men r >Ieder Nedep- i« dit opzicht slapende, wat schande was
lander is van nature geneigd alle oi.ivc$-1 werd eere, iets waarvoor men zich had
gers en kommiezeu te haten* en als gevolg jmoeten schamen, deed lof verwerven, en de
ciitA. haat was het een zoo. verdienste] jjk navolgers van een goed gelukte smokkelarjj
werk die ambtenaren in hun werkkring te
bemoeieljjken en zoo dikwijls mogelijk te
bleven niet uit
Zoo was het nog voor 50 jarenhoe is
bedriegen. Nu, toen was daartoe nog vrjjjhet nu? De gelegenheid is veel minder ge-
wat ineer gelegenheid dan thans. Alle ge- worden, de binnenlandsche tolliniën zijn
meenten hieven accjjnzen en inkomende vervallen, de accjjnsen op de eerste en voor
rechten en op de grenzen der gemeenten jUaamste levensbehoeften zjjn afgeschaft en
kon men bordjes vinden met het opschriftt het woord smokkelen wordt alleen nog op
Plaatselijke belasting op brood, vleescb,[de grenzen en aan de grenskantoren ver
wijn en gedistilleerd of iets dergeljjks. De nomen, waar een leger ambtenaren voor de
molenaars hadden voor de opbrengst der betaling der inkomende rechten moet zorgen;
gemaalbelasting te zorgen; geen varken en de strjjd tusschen publiek en ambtenaren
mocht geslacht worden zonder betaling van nog voortduurt.
rechten, de steenkolen waren zwaar belastToch wordt ook in het binnenland nog
er was dus gelegenheid te over om belas
tingen te ontduikenmen behoefde vol-
vrjj wat gesmokkeld, dat wil zeggen, de be
taling van verschuldigde rechten ontdoken.
strekt niet naar de grenzen des lands teDat de opbrengst der nieuwe belastingen
gaan om zijn hart eens op te halen, en op .is tegengevallen, dat de opbrengst verre
het gebied van het smokkelen heldendaden beneden de raming is gebleven, is hoofd-
te bedrjjven. Het smokkelen was geen zeld- zakelijk te wjjten aan de ontduiking, aan
zaamkeid, door jarenlange oefening waren het smokkelenmen is nu niet meer in de
velen knap in dat bedrijf geworden; men. gelegenheid een broodje, een flesch wjjn of
verhief er zich op en beschouwde het vol- iets dergeljjks te smokkelen, men ontduikt
strekt als geen kwaad, waardoor de zede- nu de betaling der verschuldigde rechten
ljjkheid des volks ernstig benadeeld werd. door te lage aangiften, vroeger ontstal men
Tjjdens de republiek werd reeds in de zjjn mede-ingezetenen stuivers, nu guldens
behoeften van stad en land voorzien doorben rjjksdaalders
de heffing van invoerrechtenwerden die Door den Minister van Financiën is
rechten eerst verpacht, na het oproer tegen alweder een wetsontwerp ingediend tot
de pachters in 1749 ging men over tot de wjjziging van het successierecht, hoofd
aanstelling van collecteurs of ontvangers. zakeljjk om te beletten dat bjj de betaling
maar men was nu eenmaal gewoon strjjd^an dat recht ontduiking plaats heeft, wat
te voeren tegen de pachters en daarin kwam volstrekt niet tot de zeldzaamheden schjjnt
geen verandering door de aanstelling van He bebooren. En wordt nu dit recht ont-
ambtenaren; men was aan het smokkelen
gewoon geworden, het behoorde tot de volks
zonden men zou het bespottelijk gevonden
hebben als men gezegd hadsmokkelen is
doken door den minder ontwikkelden burger,
die geen besef heeft dat hjj steelt, door den
behoeftigen ingezetene, die ternauwernood
weet hoe bjj zjjn gezin zal onderhouden, en
stelen, de stad, het land moet inkomsten een dubbeltje tweemaal moet omkeeren voor
heb1 en, berooft gjj den Staat van een ge- hjj het durft uit te geven? Volstrekt niot,
deelte dier inkomsten, dan besteelt gjj uw
mede-ingezetenen, die des te meer zullen
moeten opbrengen, want het geld moet er
Een grappig verhaal
VAN
(35
»Als ik geweten had,* riep Mevr. Ales-
Line opspringend, »dat gjj zoo gauw zoudt
teruggekomen zjjn, had ik de matrozen met
-rjsch gevoed, en ik zelf had gras gegeteD,
'en 'k wil betooverd zjjn als dan 't meel nog
■geen zes dagen langer voor de anderen had
gestrekt, al had ik mjjn eigen handen ook
moeten opeten!* En toen zette ze zich
plechtig neer.
»Toen we terugkeerden,* ging Mjjnh.
Dnsante voort, »verbljjdde 't me de stangen
ongedeerd te vinden en nadat ik ze bad
opengeslcten en de boot van mjjn jacht ons
en onze bedienden aan land bad gebracht,
waren we aangenaam verrast te bemerken,
dat overal orde keerscktc. Op onzen weg
van de landingsbrug naar buis schenen zelfs
'geen afgevallen bladeren en onkruid aan
te duiden, dat we langer dan twee maanden
afwezig waren geweest. Bjj onze thuiskomst
gingen mjjn moedei en zuster dadeljjk naar
haar kamers, en toen ze de vensters geopend
hadden, hoorde ik hoe ze opmerkten dat
de kamers zoo frisch en zindeljjk waren.
Ik ging naar mjjn bibliotheek en toen ik
hier licht had binnengelaten, viel me een
zeer eigenaardige orde op, die 't vertrek
scheen te vullen. De boeken stonden in
wonderljjke regelmatigheid op de planken,
V.
die burgers betalen geen successierecht, de
ontduiking geschiedt door de gegoeden, want
zjj alleen betalen dat recht, kleine kapitaaltjes
W'DJDWIPtgWDW AaagM-H J' Jrat»
en de stoelen en andere meubels waren met
een symetrie geplaatst, die ik niet gewoon
j was. Op dit oogenblik, Mr. Craig, zag ik
uwen aan mij geriehten brief op de tafel.
Hoogst verrast opende en las ik hem.
»Toen ik daa.rmee klaar was, was mijn
verwondering waarljjk groot, maar een
oogenblikkeljjken aandrift volgend, liep ik
naar de eetkamer, die een bediende onderwjjl
geopend had, en nam de gemberpot van
den schoorsteenmantel. Ge kunt u mjjn ge
moedstoestand voorstellen toen ik 't geld
onder 't grauwe papier vond. Ik heb 't niet
geteld noch aangeraakt, maar ging, 't weer
met 't papier bedekkend, waarin geloof ik
vischhaken zjjn, met de pot in de hand
naar de bibliotheek terug, waar ik me neer
zette, om over die wonderlijke zaak na te
denken. Terwjjl ik daar nog zat, kwamen
mjjn moeder en zuster binnen. Lucille be
weerde erg opgewonden, dat ze geloofde,
dat in onze afwezigheid kaboutermannetjes
het huis in orde hadden gehouden. Alles
was minstens zoo netjes als bjj ons ver
trek. Ze bad een licht zomerkleed uit
de kast genomen en ontdekte dat het er
juist zoo uitzag, of 't pas van de wasch-
vrouw kwam, met nette geplooide en ge
streken garneering als 't ooit geweest was.
Albert,'? zei mjjn moeder heel bleek, »er
is iemand in huis geweest!* Toen vertelde
ze me, dat de rumen, die bij onze haastige
afreis niet gewasschen waren, zoo spiegel-
blank en rein waren, of de meid ze net zoo
had gelapt, de vloer en meubels waren zin-
deljjker dan ooit en 't gansche huis zag er
uit of we 't eerst gisteren hadden verla
ten. Waarljjk,* zei ze, »'t i§ bovenna
tuurlijk ziudeljjk.*
zijn vrjjgesteld. Men stelt er evenals vroeger
zija eer in zoo weinig mogeljjk te betalen
en zoekt door spitsvonden zjjn geweten
gerust te stellen. Alle middeltjes zijn goed,
mits de som, die be'aald moet wor len, daar
door slechts geringer wordt. Zal de minister
slagen in zjjn pogingen om door die her
ziening een paar ton voor de schatkist te
redden, die nu ontdoken worden
Veel behoeft de minister zich van die
middeltjes niet voor te stellen, spoedig toch
zal weer iets anders gezocht worden. Ver
mogens- en bedrijfsbelasting zullen hem ten
overvloede wel geleerd hebben, dat in deze
zaken de geest des volks nog volstrekt niet
veranderd is, dat men in het smokkelen, in
het bedriegen van den fiscus nog niet het
minste bezwaar ziet, dat voor velen alle
middelen geoorloofd zjjn, indien men daar
door slechts iets aan den fiscus kan onthouden
wat overeenkomstig de wet verschuldigd is
smokkelen toch is geen stelen!
Wanneer zal het volk gaan beseffen, dat
smokkelen wel degeljjk diefstal is, het be
stelen van de schatkist en dus van zjjn
medeburgers. Drankmisbruik hoort men dik-
wjjls betitelen als een onzer grootste volks
zonden, in Belgie schjjnt dit helaas nog
meer het geval te zjjn, maar het smokkelen,
het ontduiken van verschuldigde rechten,
kan met recht ook een volkszonde genoemd
worden, w««raan rjjk en artn, aanzienlek
en gering zich op verschillende wijzen schul
dig maken.
De pogingen door de regeering in het
werk gesteld om het kwaad te beteugelen,
zullen weinig of niets baten indien het volks
geweten niet wakker wordt geschud. Eeuwen
oud is het gebodGjj zult niet stelenDe
dief wordt veracht, maar dat belastingont
duiking diefstal is, daarvan wil men niet
hooren, daaraan maakt zich ieder schuldig,
zegt mon, als hjj daartoe slechts in de ge
legenheid is.
Hoe daarin verbetering te brengen De
minister hoopt door de wjjzigingen te slagen
Hm ten minste het successierecht door de
belastingschuldigen te doen betalen. Men
zal wel andere middelen zoeken en ook
vinden, want in dit opzicht is men buiten
gewoon slim. Er is slechts één afdoend
middelbelast het geheele volk met de con
trole door alle kohieren openbaar te maken
en die aan te plakken, zooals bjjv. de
kiezerslijsten. Geschiedde dit met de kohieren
Gedurende dit deel van Mjjnh. Dusante's
verhaal, zaten Mevr. Lecks en Mevr. Ales-
hine zeer stil, met een trek van bedaarde
bescheidenheid op haar gezicht; maar men
kon aan 't trotsche flikkeren harer oogen
zien, dat ze heel goed wisten wat ze waard
waren, al roemden ze daar niet op.
»Op dit oogenblik,* ging Mijnh. Dnsante
voort, »kwam de keukenmeid in de kamer
vliegen en berichtte, dat het meel verdwenen
en er volstrekt niets meer in de proviand
kamer was. Mjjn moeder en zuster, die
wisten dat bjj ons vertrek een groote voor-
j raad was achtergebleven, staarden elkander
j sprakeloos aan. Maar vóór ze woorden von-
jden voor haar verrassing, sprak ik baar
aan. Lieve moeder, zei ik, en Lucille, zeker,
er zjjn hier menschen in huis geweest. Deze
brief' meldt me, dat acht personen eenige
weken hier onder dit dak gewoond hebben,
'een trouwplechtigheid is hier voltrokken en
't gelukkige jonge paar is door onze deur
in 't leven getreden. Deze acht menschen
hebben onze levensmiddelen opgebruikt, ze
hebben ons goed gebruikt en dit is een poos
hun woonplaats geweest. Maar 't zjjn goede,
eerljjke, trouwlustige lieden, want ze hebben
't huis in een beteren toestand achterge
laten dan zjj 't gevonden hebben, en meer
geldswaarde dan ze verbruikt hebben is bier
in deze gemberpot. En daarop las ik haar
Mjjnh. Craig's brief voor.*
»Ik ben niet in staat u de verwondering
en hartelijke belangstelling te schilderen,
waarmee den brief ons vervulde. Alle voor
raad, die we noodig hadden, werd uit bet
jacht, dat buiten 't rif voor anker lag, ge
haald, en we begonnen ons gewone leven
op 't eiland, maar geen bezigheden of ge-
der vermogens- en bedrijfsbelasting, werd
maandelijks bekend gemaakt wat aangegeven
was ter voldoening van het successierecht,
dan zouden grove bedriegergen spoedig aan
bet licht komen als het besef algemeen werd,
dat de ontdoken belasting door anderen
moet betaald worden.
Die na eerljjk en oprecht opgeven wat
zij verschuldigd zjjn, zullen niets hebben
tegen die openbaarheid, alleen de bedriegers,
de smokkelaars, zouden daartegen bezwaar
hebben, omdat zjj de contróle hunner mede
burgers schuwen.
Van hoofdeljjke omslagen liggen de ko
hieren ter visie, waarom zou dit ook niet
met de kohieren der rjjksbelastingen kunnen
geschieden, als men overtuigd is dat de
geheimzinnigheid, die daarbij betracht wordt,
bedrog tengevolge heeft?
-miaKsafcT* JI. naeaM i hjwwjuu
13 ui ten land.
De Fransche generaal Munier beschul
digde enkele Duitsche officieren van diefstal
in den oorlog van 1870; de Dnitsche
officieren zjjn woedend en eischen een onder
zoek, vragen bewjjzen. De Fransche generaal
Manier antwoordt nu in de Eclair*
»Ik ontvang uw aangenaam schrijven te
Bayonne, waar ik tot herstel mjjner gezond
heid verbljjf houd. Eventueele bedreigingen
van Duitsche zjjde wacht ik kalm af, want
ik heb nog verschrikkeljjke stukken onder
mjj die, als ik ze openbaar maak, onze ver
bitterde vjjanden met ontzetting zullen ver
vullen. Het is op dit oogenblik helaas nog
noodig, te zwjjgen.*
Berichten in de Parjjsche bladen zeggen,
dat het vaststaat, dat de brief aan baron
De Rotschild te Parjjs is gepost, dat de
ambtenaar die hem afstempelde bekend is
en dat men het spoor van den dader volgt.
De correspondent der Daily Chronicle*
te Weenen maakt melding van het gerucht,
dat een groot nihilistisch komplot tegen het
leven van den Czaar ontdekt zon zjjn. Eenige
leiders werden gevangen genomen en de
politie te Moskou nam bommen, vlugschriften
enz. in beslag.
Te Maragan zjjn tien Marokkanen ge
vangen genomen, die betrokken zijn bjj den
moord op den Duitscber Rockstroh.
Aan de >Agence Havas* wordt uit[
Madagascar bericht, dat de toestand der
I
r--rwr—n.'rrn'T- min ,wmw»i ui.
1 1 -i
noegens, die anders onzen tjjd vulden, be
zaten meer iets aantrekkeljjks voor ons. Ons
gemoed was bezig met de gedachte aan de
menschen, die in zoo eigenaardige betrek
kingen tot ons gekomen waren en ons toch
geheel onbekend waren en onze gesprekken
liepen hoofdzakeljjk over de vraag, welke
menschen 't toch mochten zjjn, of we ze
ooit zouden leeren kennen, en dergelijke.
»Ja, waarljjk,* riep Mejuffr. Lucille, »ik
heb dag en nacht aan u gedacht en u op
verschillende manieren mij voorgesteld, maar
nooit zooals ge werkeljjk zjjt. Dikwijls dacht
ik, dat de boot, waarin ge vertrokken zjjt,
misschien door storm was omgeslagen, dat
gjj verdronken waart, en uwe geesten mis-^
schien zouden wederkeeren en ons huis be
trekken, in onze bedden slapen, onze ramen 1
wasschen, onze wasch doen, en alles in den 1
nacht zouden in orde brengen.*
»Genadige hemel!* riep Mevr. Aleshine,
»spreek toch niet zooDe gedachte, een
koude geest te zjjn en in 't donker te was
schen en te plassen is nog erger dan van
een sneeuwberg af te gigden zelfs al moest
men 't doen op zijn bloote rug.*
»Barb'ra!« zei Mevr. Lecks streng.
»Nu ja, er loopt me een koude rilling
over den rug bjj de gedachte alleen!* ant
woordde haar vriendin zonder verlegen te
worden.
»Twee dingen, die met deze zaak in ver
band staan, hebben me zeer gedrukt,* ging
Mgnhevr Dnsante voort. »En daarom heb
ik reeds vermeld de verschrikkeljjke on-
gastvrjjheid der gesloten stangen.*
Tot nu toe had ik me wel gewacht Mjjnh.
Dusantes verhaal nog vaker af te breken
maar nu voelde ik me verplioht hem ook
troepen nog altijd treurig blijft. Het aantal
zieken bedraagt 40 procent. Het 200ste
regiment is zonder muziek; alle muzikanten
liggen ziek aan koortsen.
Men vermoedt dat de Franschen niet
eerder dan tusschen 15 en 20 September te
Antananarivo zullen zjjn.
Te Laibach is Maandagavond te elf uur
een korte, maar hevige aardbeving gevoeld.
Er gaan geruchten, dat de keizer van
Japan den volgenden zomer in Engeland
zal komen. De Koningin zou er reeds bericht
van gekregen hebben en binnenkort eene
uitnoodiging hiertoe zenden. De mikado zou
met zjjn eigen jacht komen. Dit heet de
eerste maal, dat de mikado, of welke ver
tegenwoordiger van da oudste dynastie op
de wereld ook, buiten Japan gaat.
Te Mefasa op het eiland Cuba is door
de opstandelingen opnieuw de republiek
uitgeroepen en tot president benoemd Santa
Lucia, terwjjl als bevelhebbers zjjn aange
wezen Maceo, Gomez en Roloff. Van eenige
beteekenis is deze vertooning niet, evenmin
als de van de Vereenigde Staten uitgevoerde
beweging tot aankoop van Cuba van Spanje,
voor een som van 200 millioen dollars.
Daar bjj zou Spanje eigenljjk nog wel 't
best varen: de Unie zou met het eiland
ook de vele opstanden koopen en de Cu-
baneezen zouden er weinig of niet op voor
uitgaan.
Er zjjn weer berichten over den toestand
op Formosa, eïl al komen ze over Rusland
heen het Nowoje Wrérnja Qfitviag-eanu
i telegram uit Wladiwostok geheel on-
waarschjjnljjk klinken ze niet. De moeielijk-
i heden, waarmede de Japanners daar te
I kampen hebben, zouden met den aag toe
nemen, en de inlanders moeten groot succes
hebben met hun vechten; de vrouwen doen
zelfs mede. Dat zjjn Maleische stammen, die
op de bergen wonen en zich stil hielden
^zoolang de Chineezen hen met rust lieten,
maar nu uit den hoek zjjn gekomen om de
Japanners te bekampen. Ernstig is het be-
i richt, als het juist is, dat deze, door den
j tegenspoed verbitterd en door ziekte uitge
put, den vjjand geen kwartier geven, zelfs
vrouwen en kinderen niet sparen. Dit wjjst
op een wanhopigen strjjd.
Het is nu hooge ernst geworden met de
toepassing der Zondagswet in New-Vork.
uit naam mijner vrouw te verzekeren, dat
wjj 't geheel met Mevr. Lecks en Mevr.
Aleshine eens waren, dat hjj niet te be
rispen was zoo hij zjjn eigendom op elke
wjjze trachtte te beschermen.
»Dat is zeer beminnenswaardig van u,«
antwoordde hij; »maar ik wil u toch rnee-
deelen, dat thans de stangen zjjn wegge
nomen. Ik heb eenige menschen op 'teiland
gelaten, die op mjjn eigendom passen en
ongelukkige schipbreukelingen, die misschien
daar aankomen, verplegen zullen. Maar de
andere zaak waarop ik zinspeelde, drukt
me veel zwaarder. Dat is 't geld in de gem
berpot. De gedachte, dat de gast vrjj heid,
die ik u, schipbreukelingen, zoo gaarne had
aangeboden, met koud baar geld betaald
wordt, is me onverdrageljjk. Geheel mjjn
gemoed komt daartegen op. Ik was bedroetd
ik schaamde ine. Eindeljjk besloot ik me
van 't verwijt van ongastvrijheid te bevrijden
en met de gemberpot in de hand, als 't
noodig was, de gansche wereld door te
trekken om de lieden, die kostgeld aan me
betaald hadden, te zo?ken en hun de pot
met haar ongetelden, onaangeraakten in
houd ter hand te stellen. Uit uw brief had
ik den naam van 't eiland vernomen, dat
uw eerste doel was, en, als ik u daar niet
meer vond, kon ik hooren naar welken
haven ge afgereisd waart. Daar kon ik
verdere navorschingen instellen en u volgen.
Toen ik uijjn familie met dit voornemen
bekend maakte, stemde ze dadeljjk verheugd
met me in, want haar belangstelling in de
zaak was even groot als de mijne, en na een
dag of twee vingen we onze ontdekkings
reis aan.