Hel Laud van lleusden en Allena. de Langstraat en de Bommelerwaard.
LLliSTK BLAD.
FEUILLETON.
M 1455.
ZATERDAG 16 NOV.
1895.
VOOR
Uitgever: Ll. J. YEERMAM, Heusden.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/j ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
GEORG BARON VAN 0MPTEDA.
(9
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prgs vei hooging. Afzonderlijke
t/ummors 5 cent.
Gaarne spreekt men van de verlichte
mgentiende eeuw; op het einde der eeuw
sc^gnt men dat zoo zoetjes aan na te laten,
omdat de feiten niet zelden met de hoog
geroemde verlichting den spot drijven.
Rij na 100 jaren is ons onderwjjs ver
beterd, het heeft een tjjd gehad, dat men
het roemde als het beste van Europa, dat
men. sprak van model-onderwgs, dat men
uit den vreemde hier inlichtingen inwon
omf veranderingen aan te brengen en ver
beteringen in te voeren, maar die tjjd ligt
ee'ds verre achter ons, en al zgn wg nu
juist niet iu de achterhoede geraakt, andere
volken hebben ons ingehaald en zelfs voor
bijgestreefd. Wij zijn dan ook blgkbaar te
arrp om voor het onderwjjs meer geld be-
rehikbaar te stellen, was dit toch het geval,
an zou reeds lang leerplicht ingevoerd
u en had men het voorbereidend of be-
aarschool onderwijs en het voortgezet of
"als het genoemd wordt herhalings onder-
's behoorljjk geregeld, nu zal daarvan
jreerst wel niets komen als men nagaat,
I de voorstellen van den minister ont
vangen zjjn, om iets voor het onderwijs
v,in de meisjes te doen, door de oprichting
ner kweekschool voor onderwijzeressen en
et geven van subsidiën aan inrichtingen
or het onderwijs van meisjes. Geen geld
eer voor het onderwijs, en toch blijkt het
^dikwijls dat ons onderwijs nog geheel
jdoende is. Of waaraan moet het anders
geschreven worden, dat het bjjgeloof nog
ds zjjn slachtoffers maakt onder alle
iden
«s dit geen bewjjs van verregaande on-
Me?
1
an kind is ziek, de middelen, die door
geneesheer worden voorgeschreven baten
ats, de ziekte wil daarvoor niet wijken,
het kind blijft kwjjnen. Gelukkig weet de
«ene of andere buurvrouw raad. Het kind
is niet ziek, het is betooverd, de booze hand
left het aangeraakt, geen raedicjjnmeester
u hulp bieden, de duivelbanner moet het.
id bevrjjden en spoedig is iemand ge
lden die zich met dit werk wil belasten
de toovenaar of toovenares zal dwingen
i het slachtoffer te bevrijden.
Gedurig leest men nog van zulke duivel-
banners, en hoe dikwijls verzwijgt men wat
men wel gedaan heeft om het kind te ver
lossen. Wel schaamt men zich om het
openljjk te erkennen, maar in het geheim
wordt aan de buurpraatjes gehoor gegeven
en bjj zulke bedriegers heil gezocht.
Niet anders is het met de middelen door
tal van kwakzalvers bjj ziekten voorge
schreven. Men gaat op dagblad-advertentiën,
op praatjes van buren en kennissen aan
en neemt dikwjjls de vreemdste zaken in
vertrouwen aan. Het zal misschien wel
helpen denkt men en stoort zich volstrekt
niet aan de raadgevingen van deskundigen.
I)e wereld wil bedrogen worden denken de
kwakzalvers, en maar al te veel menschen
maken die spreuk tot een waarheid. En
nog beter zullen de bedriegers slagen als
zjj hun middelen met den godsdienst in
verband brengen en van het bijgeloof dat
nog steeds heerscht, een behendig gebruik
weten te maken.
Geregeld kan men in een advertentie het
adres vinden van een hoogst bekwaam en
deskundig persoon, die zich tegen een gering
loon beschikbaar stelt om iemands toe
komstig lot op de meest uitvoerige wijze
te voorspellen. Men lacht met de zaak,
maar in het geheim gaat men de waar
zegster opzoeken om het een en ander te
vernemen. Hoe dikwjjls hoort men den raad
geven, als iets is zoek geraakt: kom, ga
eens bjj de waarzegster, helpt het niet, het
schaadt ook niet, om de kosten behoeft gjj
het waarlijk niet te laten, en aangespoord
door de vele gunstige resultaten, die velen
zeggen daardoor verkregen te hebben, ziet
men naar de vuile kaarten of het koffiedik,
waardoor de toekomst zal geopenbaard wor
den. Deze zaken bloeien alleen door de
verregaande onkunde van zoo velen, die
daar heil zoeken. Hun geloof in zwarte
kippen, padden, uilen en ander gedierte
doet hen afdwalen van den goeden weg.
Maar bjj de meer verlichten vindt men
niet zelden iets dergelijks. Van waar zou
het anders mogeljjk zjjn, dat spiritisme,
biologie, hypnose en hoe die zaken meer
heeten, nog door velen in eere gehouden
worden
Van waar het geloof in zaken, die geen
verstandig mensch kan toestemmen? Niet
gaarne zou ik des Vrjjdags op reis gaan;
met dertien menschen aan tafel zitten is
gevaarljjk, hoort men niet zelden, al dit
vroegere bijgeloof, niet zelden uit de Heiden-
sche tjjden afkomstig, bljjft voortleven en
geeft ons geen recht over de verlichte
EEN VROOL1JKE GESCHIEDENIS,
Naar het Duiisch
VAN
Doch Von Deyner was van een andere
mecning. ^Veroorloof mjj, mjjnheer, dat is
van zeer groot gewicht!* En terstond ijlde
bjj van den een tot den ander, ieder der
heeren toefluisterend wie hjj aan tafel ge
leiden zou, altijd met de vaste formule:
sMevrouw Gernop verzoekt u vriendeljjk
en zoo paste hjj paar aan paar samen. Hij
zelf zat naast Liesbet, Graaf AVesterbrant
aast de dikke Ada; de philoscfische Stephanie
as aan luitenant Von Warnitz ten deel ge-
v..lleb, doch 't gelukte die beiden met den
bes'en wil niet in gesprek te komenofschoon
«-.ruk redeneerde over den dienst, paarden
iu.5. werd Stephanie hoe langer hoe stijver.
1 n radijsjes daarentegen amuseerden zich
ko.' ljjk. Ze zaten rondom in de officieren,
eer van welke voortdurend een spottenden
to aansloeg, alsof hij de dingetjes niet
v( vol aanzag. Nadat door den wijn zijn
toog losgekomen was, wat bij hem steeds
'i geval was, vroeg hjj plotseling aan Fips,
dn de schranderste leek der twee: >Mvjuf
rouw, weet ge hoe 't komt dat u 't gras
kunt hooren groeien?* Dat wist Fips niet,
zij bloosde en vroeg, gestreeld over 't voor
uitzicht een vleierij te zullen hooren: »nu,
hoe dan?*
Omdat ge er met het oor zoo dicht bjj
zjjt,« antwoordde luitenant Heydrich droog.
De heele hoek barstte in een schaterlach
uit bg deze toespeling op haar kleine ge
stalte, zoodat zelfs de ouderen nieuwsgierig
werden wat er te doen was.
>Nict zeggen, niet zeggen hoor!* riep
Fips, gloeiend rood geworden.
Natuurlgk prikkelde dat eerst recht de
nieuwsgierigheid en liep de scherts van den
een naar den ander.
Ook ritmeester Von Pellbeck, een bejaarde
stille man, met grgze haren en pokdalig
aangezicht, wilde het weten. Hg wendde zich
tot Bertha, die naast hem zat. Waarom
lachen ze daar zoo, juffrouw?*
Luitenant Heydrch heeft een aardigheid
op mgn arme zuster gezegd.*
»Is dat zoo erg.*
»Over lichamrigke tekortkomingen be
hoort niet gesproken te worden,* meen ik,
»die ze treft, is er slim genoeg aan toe en
kan er toch niets tegen doen.*
Hg blikte haar plotseling deelnemend aan.
»Dat is lief gedacht, boe komt u aan zulke
ernstige gedachten?*
>Ik weet het door mg zei ven,* zei ze een
voudig en zonder bitterheid.
Hij begreep ze, maar deed alsof hg haar
niet verstond.
>Hoezoo dan!*
>Zou iemand dat niet weten, die zoo
Lelijk is als ik?«
negentiende eeuw te sproken. Ochwg zgn
met al ons verbeterd onderwjjs nog zoo
weinig vooruitgegaanVoor spoken vreest
niemand, niemand geloof; er aan, maar
maar wg weten niet alles, er kan toch
wel iets wezen dat spot met al onze wjjs-
heidhet moge dan niet spoken, het is het
best maar, dat men zich met zulke dingen
niet bemoeit, en daarmede erkent men, dat
nog een weinigje bggeloof van vroeger
overgebleven is.
Alleen door verbetering van ons onder-
wgs kan in dit opzicht verandering komen.
Meerdere kennis van de natuur is dringend
aoodig, en toch, hoe weinig wordt daaraan
over het geheel op onze scholen gedaan.
Daarvoor is geen tijd beschikbaar,* zegt
men, >wat beteeken t een paar uren per
week voor dit leervak, dat de heele natuur
met al hare krachten en werkingen omvat*.
En daarin heeft men geen ongelgk; mis
schien zgn ook de kinderen nog te jong
om vele dingen te begrgpen, op de scholen
kan echter in alle gevallen de grond gelegd
worden, waarop anderen verder kunnen
voortbouwen. Zgn wg eenmaal zoo ver dat
in alle gemeenten toynbie-vereenigingen be
staan, waar de leergrage schare in de ge
legenheid wordt gesteld allerlei kennis op
te doen, waar deskundigen onderwgs geven
of liever, spreken over tal van zaken, die
voor den mensch noodig en nuttig zgn tot
het verkrggen van een algemeene kennis,
die nu te veel gemist wordt, dan zal ook
de kennis der natuur behandeld kunnen
worden, vooral met het oog op de bestrgding
van allerlei bggeloof, en zoo zal men eindelgk
slagen om het uit te roeien; maar onze
eeuw zal dat niet meer zien. Zg zal eindigen
en het bggeloof, dat voor 100 jaren reeds
velen ergerde, zal nog welig tieren. Veel
zgn wg in dit opzicht toch niet vooruit
gegaan. Er is veel veranderd, veel ver
beterd, maar het bggeloof is gebleven, al
is het dan ook onder eenigszins andere
vormen. Het is of het na verloop van
eenige jaren weder terugkeert in een nieuw
pakje. Daartegen gewaakt en gegverd zooveel
in ons is; het bestreden waar dit mogelgk
is; bedriegergen en kwakzalvergen zoo
spoedig mogelgk ontmaskerd, opdat de on
kundigen geen slachtoffers worden van hun
lichtgeloovigheid. Wel zgn velen volstrekt
niet te overtuigen van hun dwaling en
volharden zg in hun bggeloof, maar daarom
behoeft men den moed niet op te geven.
»Maar juffroüw en daarna met een
blik op zgn aardig klein vrouwtje, schuins
tegenover hen gezeten»Zie eens hier, ik
ben toch waarachtig ook geen Adonis en ik
heb wel mgn geluk gevonden!*
Zij gaf geen antwoord, maar na het souper
riep de ritmeester zgn vrouw, nam haar bg
den arm en zeide: Alice, haal nu en dan
deze juffr. Gernop met uw ponywagen af,
als ik dienst hebge zult zeer goed bg
elkander passen, 'tis een lief meisje!*
Nu werd afscheid genomen tot grooten
spijt van graaf Westerbrant, die hoe langer
zoo meer tot de overtuiging kwam dat de
dikke Ada volkomen bg hem paste, zoo
zonder eerzucht als ze was en de landelgke
rust beminnend. Hg verzekerde gastheer en
gastvrouw herhaaldelgk zich buitengewoon
goed geamuseerd te hebben en, indien 't ge
oorloofd was, den volgenden bezoekdag terug
te komen. Tot Ada zeide hij fluisterend bg
'tafscheid nemen: wanneer nu de eer-
zuchtlooze toch eens eerzucht had?*
Het antwoord wachtte hg niet af, doch
ze staarde zgn langen golvenden knevel met
hijgenden boezem na en had nauwelgks een
blik voor de anderen, die haar goeden avond
wenschten.
Alleen Von Deyner was nog gebleven;
hg zou alleen rgden en als heimelgk ver
loofde vond iedereen het natuurlgk dat hg
nog een paar minuten verwglde.
»Lk heb u wat gewichtigs te zeggen,*
fluisterde hg Liesbet toe en trok ze op zijde
in de schaduw der boomen. Snel vatte hg
hare hand en vroeg: »zijn we niet eigenlijk
verloofd?*
Jaren lang zgn tal van zaken zonder gunstig
gevolg bestreden, maar toch is de moeite
niet verloren, indien slechts weinigen tot
een beter inzicht komen.
Gaat men na hoeveel kwaad gesticht
wordt door hen, die op het bggeloof en de
lichtgeloovigheid der schare speculeeren, dan
zal men moeten toestemmen dat het ieders
plicht is daartegen zoo veel mogelgk te
strgden
Buitenland.
Te Pargs is een bedelares opgepakt, die
teekenen van waanzin gaf. Bjj onderzoek
bleek, dat zg de markiezin d'Albufera was,
die ten gevolge van groote verliezen op de
Beurs het verstand had verloren. De onge
lukkige is naar een gesticht gezonden.
Uit het oosten van Frankrgk komen be
richten van overstroomingen. De Moezel,
de Vezouze en de Arve zgn buiten hun
oevers getreden en men vreest voor uit
breiding der ramp.
Prins Ferdinand van Bulgarge heeft een
deputatie uit de Sobranje ontvangen, die
hem het Adres van Antwoord op de Troon
rede kwam aanbieden. De Vorst verklaarde,
dat hg de gevoelens van de Sobranje over
de godsdienstige behoeften van Bulgarge
volkomen deelde en dat hg, sedert hg aan
de Regeering gekomen was, had medege
werkt om aan de nationale kerk haar
vroegeren glans terug te geven. Ik ben,
vervolgde de vorst, vast besloten den troon
opvolger in dezelfde gevoelens van eerbied
voor de nationale kerk te doen opvoeden.
De opoffering, die men van mg verlangt,
om Prins Boris onmiddellgk orthodox te
doen doopen, is een smartelgk offer voor
een overtuigd Katholiek; ik zal mg echter
voegen naar dezen wensch, die door de
afgevaardigden is geïnspireerd, zoodra ik
er in geslaagd ben de groote tegenwoordige
moeilgkheden uit den weg te ruimen. Ove
rigens ben ik overtuigd, dat het feit binnen
kort zal plaats hebben.
De redevoering werd met een onbeschrg-
felgke geestdrift ontvangen.
gevecht plaats gehad tusschen Boheemsche,
Poolsche en Italiaansche werklieden, ten
getale van 1500 en de bevolking, die den
vreemdelingen wilde beletten deel te nemen
aan een dorpsfeest. Men maakte een opening
in het dak van 't gebouw, waarin zich de
werklui verschanst hadden en van daar
schoot men op hen met revolvers.
De gendarmes konden het dorp niet
naderen daar de wegen afgesloten waren.
Drie geneesheeren hadden de handen vol
om hulp te verleenen aan de gekwetsten.
Den volgenden dag moesten de fabrieken
stilstaan wegens het groot getal gekwetste
werklieden.
Ganting, die door middel van een uit de
hoogeschool te Bern gestolen stempel, een
groothandel dreef in doctors-bullen, is te
Mainz gearresteerd. Hg hield zgn bureau
te Wiesbaden. Een Duitsch ambtenaar, wien
hg een bul verkoopen wilde, heeft hem aan
de politie aangewezen.
Te Weenen heeft Zondag in een der fijnste
restaurants een eigenaardig tooneel plaats
gehad. In den middag trad een werkman
binnen en vroeg een glas bier, wat de kellner
hem weigerde en ook de eigenaar. Een paar
heeren verzochten den man aan hun tafeltje
plaats te nemen en bestelden toen het bier
voor hun gast. De eigenaar evenwel begon
op allen te schelden en er ontstond een waar
kabaal.
's Avonds kwamen, in kleine groepjes,
ongeveer tweehonderd werklieden de restau
ratie binnen, namen kalm plaats, bestelden
en betaalden elk een glas bier maar bleven
den geheelen avond zitten, zoodat niemand
meer plaats kon vinden. Enorme schade dus
voor den koffiehuishouder.
Deze begaf zich dan ook 's anderen daags
naar het bureau van het werklieden-orgaan
en beod den door hem beleedigden werkman
satisfactie aan.
Te Grenada, in Mexico, is een groote
school door brand vernield, op het oogen-
blik dat zich daarin 150 leerlingen be
vonden, waarvan verscheidene om het leven
zgn gekomen. Men heeft reeds 31 lgkjes
gevonden.
De brand moet te wgten zgn aan kwaad-
De »Pol. Corr.« verneemt uit Petersburg,
dat Rusland geenszins voornemens is zich willigheid. Twee leerlingen, die door den
in de zaken van Turkge te mengen en de onderwgzer gestraft waren, zgn in hechtenis
Oostersche quaestie op te rakelen. Integen-genomen,
deel is Rusland zeer welwillend
Turkge gezind.
jegens ck0iera (jaijcig houdt nog steeds
aan, hoewel zg veel vermindert. Zoo werden
In het dorp Wirgis heeft een vreeselgk den 9en en lOen in de districten Brody,
»In stiltje, ja!« zei ze eenigszins ver- rond terwgl ze het haar in een streng vlocht,
legen, want ze wist niet waar hg heen wilde.
Toen kuste hg ze lachend op beide wangen
zeggende: »nu daar dan!*
Liesbet gilde niet. Vervolgens nam hjj,
in 't licht getreden afscheid van de anderen.
»Ge zgt een lief mensch* zeide Mevrouw
Gernop, toen hg haar de hand kuste, op
moederlgken toon.
De heer Gernop nam hem terzjj en vroeg
»zeg eens, Von Diyner, hebt ge wat gemerkt?*
»En u?«
»Ada« antwoordde de gelukkige vader
trotsch.
»Welnu zgt ge over mg tevreden* vroeg
Von Deyner.
»Je bent een juweel van een kerel* klonk
het terug en daarna reed de jonge officier weg.
De familie verzamelde zich in het salon
om de overschotjes te nuttigen, doch alleen
Liesbet en Ada waren in goeden luim. Zg
zongen en sprongen rond, trokken vader
aan het haar en lachten onophoudelgk. De
laatste verheugde zich over de uitgelatenheid
der anders zoo bedaarde Ada; hg trok ze
tot zich, kuste haar en sprak: >mgn lieve
dikkert, je zult ons allen nog gelukkig
maken. Het was een heerlgke dag!*
Stephanie trok de neus op. »Ik heb me
gruwelgk verveeld* zei ze, »die Von War
nitz is een kama^L*
Na die uitspraak ging ze te bed, gevolgd
door de radgsjes, die nog verslagen waren
van luitenant Heydrichs aardigheid.
Boven echter in de kamer, waar de beide
jongsten, Liesbet en Bertha samen sliepen,lachte haar uit.
danste de in 't geheim verloofde vroolgk
V.
Daar de eerste gezelschapsdag zoo flink
van stapel geloopen was, werden groote
maatregelen genomen om zich in de wereld
te vertoonen.
Allereerst kwam het onderwerp »rgtuig«
aan de orde. Om negen personen te ver
voeren waren wagens noch paarden voor
handen. Er was slechts een oude jachtwagen
voor vier personen en een dito landauer
eveneens voor vier, terwgl in den nood de
heer des huizes op den bok klimmen kon.
Edoch, bg regen en slecht weer was dat
niet te doen en zouden zelfs de binnenin-
zittenden geheel doorweekt worden.
>Maar op den bok zitten, dat gaat wel,
August* meende mevrouw, »als ge uw
regenjas aantrekt!*
Het stond den heer Gernop in 't geheel
niet aan. »Ik heb nu eenmaal aanleg voor
rheumatiek* zei hg, »en regen zal daar
wel geen goed aan doen en bovendien meen
ik dat van de heele familie ik wel het
meest verschoond mag worden, want kom
ik te sterven, dan is 't met al de heerlgk-
'heid gedaan en moet ge Groot-Sehiemig
verlaten. Het is derhalve in uw voordeel,
dat ik zoolang mogelgk gezond blgf.«
»Och manlief, ik zal wel vóór u sterven!
Zeven kinderen groot brengen, dat is waar
achtig geen kleinigheid!* antwoordde in
theatralen toon Mevr. Gernop, maar hij
/Wordt vervolgd^
i