Hel Land van Heiden en Altena, tie Langstraat en de Bomnielervvaard.
EERSTE BLAD.
De positie der Yrouw.
FEUILLETON.
.AS 1459.
ZATERDAGr 30 NOV.
1895.
VOOR
Advertentdën van 16 regels SO ct. Elke regel
meer 71/, ct. Greote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
GEORG BARON VAN OMPTEDA.
VIL
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
franco per post zonder prjjs vei hooging. Afzonderlijke
Jammers 5 cent.
Uitgever: Lt. J. VKUrsJvlAli, Heusden.
»De aanhouder wint* is een gewoon ge
zegde, en men ziet het nog al eens bewaar
heid. Hoeveel is reeds gezegd en geschreven
over de positie der vrouw in onze maat
schappij bonden zjjn opgericht, om daarin
verandering te brengen, of de publieke
opinie daarvoor gunstig te stemmen.
Nog heeft mon weinig succes gehad en
bij de minste poging om die positie slechts
eenigszins t« verbeteren, worden terstond
alle oude gegevens opgerakeld om het voor
gestelde te bestrjjdeii en zoo mogeljjk tegen
te houden.
Weder heeft de minister Van Honten de
vrouwenqnaestie aan de orde gesteld en aan
bestrijding ontbreekt het volstrekt niet.
Op de begrooting van binnenlandsche
zaken zjjn eenige posten uitgetrokken om
het onderwps voor de meisjes te verbeteren.
De minister wil ook een rijkskweekschool
voor onderwjjzeressen oprichten; hg wil
subsidie geven aan de kweekschool voor
bewaarschoolhouderessen te Leiden, evenals
aan eenige andere inrichtingen, uitsluitend
bestemd voor de ontwikkeling van het
vrouwelijk geslacht, en nu is tegen dien
bewindsmannen een storm losgebroken, die
met het oog op de kieswet wel een storm
in een glas water zal zjjn. Het zou toch
te gewaagd zjjn de kieswet door weigering
van die crediet&anvragen in gevaar te
brengen, of is misschien die geheele bewe
ging meer tegen de kieswet dan tegen die
credietaanvragen gerieht Zou men misschien
de kieswet willen treffen, door den minister
ten val te brengen?
Men is niet tegen die uitgaven, volstrekt
niet, men wil goed onderwps, maar deze
regeering is geroepen om de kieswet tot
stand te brengen, in alle andere zaken moet
het status quo gehandhaafd worden, zoo
redeneert men, alsof dat ministerie niet
reeds verschillende andere zaken, geheel
vreemd aan de kieswet, heeft tot stand ge
bracht. Die uitvlucht, want anders zal het
wel niet zjjn, is niet geldig, de credietaan
vragen moeten op zich zelf beschouwd wor
den, vrjj van de hoogere politiek en vrjj
van partjjgekibbel. De vraag moet gesteld
3.
EEN VROOLIJKE GESCHIEDENIS,
Naar het Duitsch
"VAN
(13
Nu verloor
zijn geduld
Yon Deyner toch eindeljjk
en woedend riep hjj»ik heb
toch, voor den duivel, gedaan wat mogelijk
was! En Ada is toch zoo goed als opge
ruimd, niet waar papa? Dat moet ge toch
toestemmen, 't is vlug genoeg in zjjn werk
gegaanU
>Maar 'tis de verkeerde1.*
Jammer genoeg1.*
De heer Gernop trok de schouders op.
Zich omkeerende, zei hjj »het doet me leed,
beste Egon, maar je treft het ongelukkig.*
Nu nam hg zjjn toekomstigen schoonzoon
vriendeljjk aan den arm, pinkte hem met de
oogen toe en sprak hem moed in. Het kon
niet missen, zei hg, dat de andere zussen
spoedig volgen zonden, dat was eenvoudig
een kwestie van tjjd en hg moest nog een
klein beetje geduld oefenen, de zaak zou
spoedig zjjn beslag krjjgen. Een gravin was
een mooie aanvang, op deze zon spoedig de
rest volgen; wanneer er in 't regiment maar
één getrouwd was, zou dat voorbeeld aan
stekelijk werken en de anderen ook gauw
hun intrede in 't regiment doendat zon
worden zjjn de voorstellen in bet belang
van de vrouw, van de maatschappij De
kieswet staat daar geheel buiten en dan
moet men onomwonden partjj kiezen vóór
of tegen de ontwikkeling en het onderwjjs
voor de vrouwelgke jeugd.
Het is volstrekt geen onderwjjs-quaestie,
het is de vraag, of de vrouw in staat moet
gesteld worden den strijd om het bestaan
te kunnen voeren met geljjke wapenen.
Opent bet ontwerp tot regeling der arbeids
raden haar gelegenheid om haar stem uit
te brengen, is dit een stap op den weg van
de toekomstige gelijkheid, voor verder kan
gegaan worden moet het onderwjjs aan
meisjes nog beter worden.
Veel wordt in dit opzicht reeds gedaan,
veel is in de laatste jaren op dit gebied
reeds anders geworden, doch wjj kunnen
niet stilstaan, daar nog zeer veel te doen
is. De minister Van Houten doet met zijn
voorstellen slechts een zeer beseheiden stap;
belet men hem zjjn plannen ten uitvoer te
brengen, dan zal men spoedig verplicht zjjn
daarop terug te komen en met de tegen
woordige voorstellen zal men niet tevreden
zijn-
In vroeger tijd was men vrjj algemeen
het gevoelen toegedaan, dat do vrouw voor
niets anders geschikt is dan om voor huis
moeder te fungeeren. De meisjes zagen uit
naar hun verlosser, in het huweljjk was
de eenige uitkomst voor minder gegoede
meisjes. Dienstmeisjes, kinderjuffers, bonnes,
dat ging, doch een zelfstandige positie was
iets vreemds, iets onnatuurlijks; daardoor
trad de vrouw ia de rechten van den man
en daartegen verzette zich zoowel maat
schappelijke als kerkeljjke wetten. Tal van
wegen voor den man geopend om zich een
bestaan te verzekeren, waren voor de vrouw
gesloten.
Thans is dit anders geworden. De sta
tistiek heeft de oogen geopend. Toen bleek,
dat in de beschaafde landen het getal
vrouwen dat der mannen overtrof, was van
zelf een eind gemaakt aan de legende, dat
de vrouw alleen geschikt is om als huis
moeder op te treden. Er moest raad ge
schaft worden, en een gevolg daarvan is,
dat tal van vrouwen nu op allerlei wjjzen
in de gelegenheid gesteld worden, zelf in
hun behoeften te voorzien en gretig wordt
van die gelegenheden gebruik gemaakt. Ver
meerdering dier gelegenheden is het doel
van den minister, en allen die de vrouw in
vanzelf gaas. Daarop zeide hg Von Deyner
nog allerlei vleierijen om hem te kalmeeren.
tot de jonge officier zuchtend sprak: »nu
dan, papa, wanneer u niet wilt, dan is er
niets aan te doen. Alzoo voorwaarts, storten
we ons in den stroom maar papa, bjj de
volgende verloving krjjg ik Liesbet of ik ga
er eenvoudig met haar van door. Denk
daaraan
»Egon, werkeljjk en waarachtig, je bent
een juweel van kerel!* riep Gernop uiten
daarop traden de heeren den salon binnen.
»Waar heb je gezeten August?* vroeg
mevrouw.
»Sigaren gehaald, Emilie!*
Hjj had ze echter vergeten en moest zich
nogmaals omkeeren, terwjjl Egon zjjn rit
meester terzjjde nam. »Joachim, ga terstond
bjj den oude en vraag hem wanneer ge
trouwen kunt. Ik heb Ada en u geholpen,
help nu mg. Hij heeft gezegd dat we niet
trouwen kunnen voor gjj beiden een be
hoorlijke tijd het huis hebt verlaten.*
Lachend stond Westerbrant op, want de
dikke Ada had hem een stomp gegeven van
louter geluk. Zij verheugde zich reeds in de
rust op het land in de Marken, dat ze na de
bruiloft betrekken zouden, daar Joachim be
sloten had den dienst vaarwel te zeggen
Die geheime conferenties hadden mevrouw
zeer nieuwsgierig gemaakt. Ook zjj wilde
in familieaangelegenheden het hare zeggen,
daarom stond ze op en volgde snel de beide
heeren.
Natuurljjk wilden de overigen gaarne
weten wat daar in vaders kamer zoo al ver
handeld werdvooral de radjjsjes waren op
dit punt in zeer gespannen verwachting.
de gelegenheid willen stellen den levensstrijd
te kannen voeren, zullen dit moeten toe- j
juichen. Men moge het betreuren, dat de
vrouw op die wjjze van haar bestemming,
zooals men wel eens gelieft te zeggen, wordt
afgetrokken, de omstandigheden dringen,
met den toestand moet rekening gehouden
worden. De tjjd is voorbjj, dat de vrouw
de mindere, de ondergeschikte, de slavin
van den man was. Langzaam maar zeker
zal de gelijkheid van man en vrouw voor
de wet in de wetgeving worden opgenomen
de vrijheid, de rechten, die de man zich als
wetgever heeft aangematigd, moeten ver
dwijnen, aan de vrouw moeten dezelfde
rechten geschonken worden, het eeuwenoude
verschil moet verdwjjnen.
Men heeft wel eens gezegd, dat de positie
die de vrouw in de maatschappij inneemt,
een goede maat is om de meerdere of min
dere beschaving te bepalen, welnu, moge
het ons gegeven zjjn, een goed voorbeeld
aan het beschaafde Europa te geven, door
alle slagboomen op te ruimen, die de vrouw
verhinderen zich een weg te banen. Gelijk
heid voor de wet van allen, mannen en
vrouwen, moet de lenze zjjn Maar vooraf
moet gaan, dat de vrouw in de gelegenheid
gesteld wordt, zich die kennis te verwerven,
die zjj noodig heeft, niet als gunst, maar
als recht.
Zjjn er zes kweekscholen tot opleiding
van jongelingen, voor het onderwjjs, één
kweekschool voor onderwijzeressen is waar-
ljjk geen weelde-artikel. Wil men bewaar
scholen, dan is het van het hoogste belang
goede onderwijzeressen aan te kweeken, en
dit kan zeker niet goedkooper geschieden
dan door het geven van een subsidie aan
een gunstig bekende inrichting.
Zjjn er vakscholen voor jongelingen, ook
de meisjes moéten in de gelegenheid gesteld
worden zich te bekwamen, en daarom moeten
niet slechts de voorstellen van dezen mi
nister aangenomen worden, maar men moet
ze beschouwen als een zeer bescheiden stap
op den weg dia tot volledige geljjkheid leidt.
Zal men dit ook bjj de behandeling der
kieswet ter sprake brengen, nu de regeering
in een bjj zonder geval aan de vrouw het
kiesrecht wil verleenen Zal de zelfstandige
vrouw uitgesloten big ven, hoewel zjj even
veel belang heeft bg een goede wetgeving
rals ieder burger? Wil men een afdoende
kiesregeling, dan dient men de vrouw ook
het kiesrecht te gevenmen kan zich met
tal van drogredenen van de zaak afmaken;
men kan wjjzen op het rerledene; men kan
zich beroepen op langverleden toestanden
in het verre oostenmen zal altjjd het ant
woord schaldig moeten bljjven op de vraag;
Waarom moet de vrouw als een minder
wezen beschouwd worden, waarom moet zjj
uitgesloten bljjven, omdat op die vraag geen
afdoend antwoord te geven is. Toen de leeaw
als wetgever optrad, steunende op zjjn
lichaamskracht, noemde hg zich den koning
der dieren; is het recht van den man wel
op hechtere grondslagen gebouwd dan bet
recht van den leeuw? En toch, de tjjd van
het vuistrecht is reeds lang voorbjj, mogen
de bepalingen die in onze wetgeving daaraan
herinneren, spoedig tot het verledene be-
hooren en algemeen erkead worden, dat de
rechten van man en vrouw op maatschap
pelijk gebied volkomen dezelfde zjjn.
jBuitenland.
Sedert eenigen tjjd wordt te Brussel veel
gesproken over het zonderlinge verdwjjnen
van eene vrouw uit den goeden burgerstand,
welke met hare vjjf kinderen en eene vrouw,
die boven haar woonde, sedert 20 September
niet meer gezien zjjn.
Haar echtgenoot, de heer Van Cntsem,
heeft op eigen kosten een der beste politie
agenten naar verschillende groote steden
gezonden, nameljjk naar Londen, Parjjs,
Amsterdam, doch alle nasporingen bljjven
tot nu toe vruchteloos.
Twee vragen worden gedaan: Heeft mevr.
Van C. geld meegenomen? Of was de andere
vrouw van voldoende geld voorzien, om met
zeven personen sedert 20 Sept., den dag
der verdwjjning, te kunnen leven?
De heer Van Cutsem mist geen geld of
geldswaardige papieren. Meer dan een hon
derd franks en voor omtrent 500 frs. ju-
weelen kunnen de vluchtelingen niet bg
zich hebben.
De andere vrouw is de weduwe van den
commissaris van politie Lemoine, die een
pensioen geniet van 3000 frs.
De vorige drie maanden is zjj haar pen
sioen niet komen halen.
De portretten der vermisten zjjn in alle
richtingen rondgezonden.
Donderdagochtend is er een verzakking
geweest in een kolenmjjn te La Louvière
(België). Verscheiden werklui werden geheel
bedolven, en pas 's middags waren zjj aan
't daglicht gebracht. Twee zjjn dood, van
de overige spreekt het bericht niet meer.
De Fransche Minister van justitie heeft
een gerechtelgk onderzoek bevolen tegen
Arthur Souligoux, die in de Panama-zaak
een dergeljjke rol zou gespeeld hebben als
Arton. Mag men de geruchten gelooven,
dan zonden door het chèqueboek van Sou
ligoux de oud-Ministers Thévenet, d'Hérédia
en Granet gecompromitteerd zjjn.
Uit Berljjn wordt het volgende tragische
voorval gemeld:
De jonge architect George Vité werd als
't ware opgevoed in de woning der Kruse's,
en tusschen hem en de dochter der Kruse's
ontstond een verhouding, die beetemd was
om met een verloving te eindigen. Daar
kwam de Italiaan Clemente Sherry tusschen-
beide; omstreeks 4 jaar geleden wist hjj de
hand van het jonge meisje te verkrjjgen en
huwde haar, Bertha kon eehter haar eerste
liefde niet vergetenVité kwam bg de
jonggehuwden veel aan huis, en ofschoon
de echtgenoot wel bemerkte dat zjjn vrouw
en Vité meer dan gewone vriendschap voor
elkaar koesterden, en het dientengevolge
dikwjjls tot scènes kwam, kon hjj toch niet
beletten dat die twee samenkomsten hielden
zoodra hjj zjjn hielen gelicht had. Dezer
dagen was Sherry voor zjjn zaken uit-
jhuizig. Bertha en haar vroegere geliefde
zagen elkander verscheidene malen, maar
•daar er toch geen kans bestond dat zjj
elkaar ooit weer zouden toebehooren, kwam
langzamerhand het plan bjj hen tot rjjp-
heid, zich het leven te benemen, en het
i kleine kind, dat de moeder niet wilde achter-
laten, »mede te nemen in den dood."
En zoo geschiedde. Toen Sherry Zondag
Ivan een reis thuiskwam, was de huisdeur
gesloten, en, nadat hjj het slot had laten
openbreken, vond hg de ljjken van zjjn
vrouw, zjjn kind en George Vité in de
slaapkamer. Zjj hadden het kind en zichzelf
met cyaankalium vergiftigd.
Zaterdagmiddag omstreeks vier uur hoor
den de dalbewoners in de buurt van de
stad Zürich op den top van een der bergen
een schot. Onmiddelljjk gingen eenigen hun
ner naar boven, en daar vonden zjj een
mooi, jong meisje, zeer elegant gekleed,
stervende. De jonge dame had een diepe
wonde in het voorhoofd, waaruit het bloed
gudste. Zjj had een pistool in de hand ge
klemd, nog met vjjf patronen er op. Naast
Egon wilde een grap hebben. »Denk eens
aan,* zei hij geheimzinnig fluisterend en
schuw om zich heen blikkend, »de heer, die
het krakende Röhnsdorf gekocht heeft, is
zevenvoudig millionair en zoekt een vrouw.
Bovendien is 't een pracht van een man en
heeft papa om raad gevraagd, dewjjl ze toch
buren worden en uw papa den heelen omtrek
kent, welk meisje hg de hand vragen zou.*
Gespannen hoorden allen toe, zelfs Stephanie
zette groote oogen op en de tweelingen
leefden van opwinding.
»Wie is het dan?*
»Hoe heet hjj dan?*
Heeft papa u dat verteld?* ging het
door elkaar.
Egon zette een ernstig gezicht en drukte
Liesbet de hand, opdat ze 't begrjjpen zou.
Hij wist in 't geheel niets van den kooper
van Röhnsdorf, zelfs niet den naam, dus
kon hg ook Diet antwoorden. Doch Bertha,
die den gansehen avond geen woord ge
sproken en slechts haar groote neus voort
durend op haar breiwerk gericht gehouden
had, hief plotseling het hoofd op, terwijl
een blos haar wangen kleurde. »Ik ken
hem,* zeide ze bescheiden.
Verbaasd staarden allen haar aan en
drongen om haar heen met allerlei vragen,
waarop ze geen antwoord wist. Ook Egon
was zeer verbaasd.
Vanwaar kent gjj hem?* vroeg hg.
»Van de Pellbecks,* antwoordde zjj, »daar
ontmoette ik hem, toen ik er van middag was.
>Hoe heet bjj?«
PellbeckMgnheer von Pellbeck is zjjn
broeder en heeft hem aangeraden zich hier
te vestigen.*
»Is hg is hjj beschaafd?* wilde eere ingericht, dus konden zjj in geen geval
Stephanie weten en Bertha antwoordde een-thuis gelaten worden. Marie had van begin
voudig: »hjj is mjj goed bevallen.*
Nu was de verbazing groot. De radjjsjes
vroegen geljjk, terwjjl ze haar zuster om
ringden: waarom heb je dat niet vroeger
verteld, Bertha?*
De leeljjke Bertha blikte haar in de oogen
»Je hebt me nog in 't geheel niet gevraagd
hoe 't bg de familie Pellbeck was,* ant
woordde ze kalm.
De heer Gernop stelde het koopen van
een omnibus nog wat uit, want, nu het een
uitgemaakte zaak was dat Egon niet eer
met Liesbet trouwen zou voor nog een der
dochters geëngageerd was, kon men als zeker
aannemen dat er drie onder dak gebracht
waren. Deyners hernieuwde bemoeiingen
zonden spoedig tot een goed resultaat leiden
en dan bleven er nog slechts vier dochters
benevens de ouders over en voor zes per
sonen was geen omnibus noodig.
Intusschen hadden ze hem nu goed kannen
inschikken, want het officierenkorps der
Zevenbachsche huzaren gaf een feest ter
eere hunner verloofde kameraden Wester
brant en Von Deyner. De heeren wilden
zich verzekeren uitgenoodigd te worden op
Ada's bruiloft, die nog vóór de groote
manoeuvres zou plaats hebben.
Nu was het de groote vraag voor deu
heer en mevrouw Gernop hoeveel en welke
van hunne dochters ze zouden meenemen.
Over Lieabet on Ada behoefde niet gedele-i klaarde hij.
bereerd te worden, het feest was ter harer]
af verklaard te bedaakenmevrouw berustte
daarin, doch Gernop geenszins.
»Men mag geen zjjner kinderen bevoor-
deelen,* zei hjj, »eer zou ik een andere thuis
laten dan juist Marie. De oudste heeft er
bovendien 't meeste recht op, vind ik, zjj
vertegenwoordigt om zoo te zeggen, het
majoraat, dat toch den oudste toevalt.*
Alleen met dit verschil, August, dat ze
't niet krjjgt.*
Zulke toespelingen op zjjn instelling van
het majoraat kon hjj niet verdragen en
daarom besloot hjj, voor deze maal krachtig
optredend, Stephanie ging mee, met de
overigen moest zjj het maar schikken. Het
gevolg was dat ze besloot van haar eigen
kinderen geen enkel thuis te laten.
Zoo trok dan de familie met zes dochters
naar Zeven bach.
De oude Mevrouw Koolstein, die voorbjj
kwam rjjden, nam de beide radgsjes bij zich.
Vandaar behoefde alleen de landauer dienst
te doen, gelukkig, want voor den jachtwagen
had men werkpaarden moeten gebruiken.
Het was mooi, warm weer, das kon de heer
Gernop bjj den ouden Hendrik op den bok
zitten. Zijn vrouw en Ada de omvang
rijksten namen op de achterbank, Liesbet,
Bertha en Stephanie aan de voorzij plaats;
de eerste moest vaders cylinder op de knieën
houden, want de oude heer droeg tot bjj
Zevenbach zjjn jachtmuts, »opdat ze me in
injjn zwarten rok, witte das en hoogen hoed
niet voor een bediende houden,* ver-
Wordt vervolg dj