Hel Land van lleusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
EERSTE BLAD.
Kinderspeelgoed.
FEUILLETON.
At. 1461
ZATERDAG 7 DEC.
1895.
VOOR
Uitgever' L.. J. VEERMAN., Heusden.
GEORG BARON VAN 0MPTE0A.
Buitenland.
«5*
HWSB1AD
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco por post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/. ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
«■a——iPCTtmfc jmiag» c—tew—
»Mjjn jongen* klaagt een rjjke dame,
»is een merkwaardig kind; gisteren heeft
hjj op zjjn verjaardag zulke allerliefste
dingen gekregen en nu reeds kjjkt hg er
niet naar om, maar speelt weer met zjjn
oud, vuil, gebroken speelgoed.*
Dat is een lastig ietsmen hoort er over
klagen door allen, wier kinderen in over
vloed baden. Misschien zal uw blik op die
massa het raadsel oplossen. Al aanstonds
ontdekken we een groote feut: er ligt te
veel, veel te veel, dan dat het kind dit
alles lief krjjgen kan. De ontvangst van die
massa heeft hem in een roes gebracht, zjjn
wangen gloeien, zijn oogen glansen, maar
op de roes volgt ontnuchtering en moe van
al dat nieuw en vreemde, wend hg zich
weer tot zjjn oud, beproefd speelgoed. Ja,
zoo'n enkel nieuwmodisch stuk mag hg wel.
Er is een spoorwagen bjj, die, door een veer
opgewonden, de kamer doorloopt. Maar als
de jongen het voor de derde maal opwindt,
springt het mechaniek en »'t gaat kapot*.
Zooals overbekend is, wordt in de kinder
kamer zoomin als in de keuken ooit iets
gebrokendaarvoor zjjn kinderen en dienst
boden veel te voorzichtig. Kopjes en borden
gaan »in tweeën*, speelgoed ook. Dan is
er ook een koets bg, met twee paarden er
voor, een koetsier op den bok. Maar alles
zit vast: het tuig aan de paarden, de
koetsier op den bok. Het geheel zit keurig
in de verf, 't glanst tegen u aan maar
wat zal het kind daarmee beginnen? Het
bekjjken Dat duurt hoogstens vjjf minuten.
Er mee spelen? Maar het ding met de hand
op de tafel heen en weer trekken, is toch
geen spelen? En op den grond mag het
niet gezet, daar 't dan in een ommezien stuk
is. Neen, dan neemt hjj liever het voeten
bankje, keert het om, met de drie pooten
omhoog de vierde is gebroken zet
den schoen zijner zuster als koetsier op den
bok, twee blokken, pa en moe, in den wagen,
bindt een touwtje aan een der drie heele
pooten, spant zich zelf voor den wagen en
doet, al rondrjjdende om de tafel, heele
reizen naar Afrika en de Oost en alle
plaatsen, waar hij weet dat familie woont.
Uit een en ander trekken we deze drie
lessen: lo. geef een kind niet veel speelgoed
te geljjk; 2o. wat ge hem geeft moet een
voudig, maar solied zijn, liefst onbreekbaar;
3o. het moet zoo gekozen worden, dat het
den bezitter tot zelfwerkzaamheid opwekt.
Een kind moet zjjn eigendommen kunnen
overzien, eerst dan wordt hij er eigen mee.
Wanneer hij het ongeluk heeft een massa
liefhebbende tantes te bezitten, die hem op
feestdagen allen bedenken, verdient bet aan
beveling, een deel op te bergen tot later.
Het hart eens kinds kan zoo hangen
aan oud speelgoed. We mogen daarmee
de ver8tandeljjke ontwikkeling?*
Geljjk hierboven gemeld wordt, bljjven de
Welzeker kan dat, alle spel ontwikkeld gezanten overeenkomstig de instructies, hun
het verstand, scherpt de zinnen, verfijnt de fan hooger hand gegeven, er op aandringen,
EEN VROOLIJKE GESCHIEDENIS,
Naar het Duiisch
VAN
(15
Egon brak in een harteljjken lach uit
terwijl hg aan de radjjsjes dacht. Hjj ont
hield zich echter van elke opmerking over
haar miniatuurfiguurtje en noemde ook niet
haar botanischen naam, uit vrees ze be-
lacheljjk te maken en zijn kameraad af te
schrikken. Juist vloog Fips voorbij, aan
den arm van een huzaar. »Kjjk,« zei Deyner,
>deze bedoel ik!«
»Die? O zoo, ja met die graag!* Ter
stond ging hjj op Fips toe, die, daar de
dans ten eiode was, alleen stond en naar
haar tweelingradjjsje omzag.
»Hebt u nog een dans voor me, juffrouw
Zjj lachte een weinig verlegen, zocht haar
danskaart op en reikte ze Zundt I toe, die
ze opende. Bjj den cotillon vond hg reeds
staan Zundt, dus zjjn broeder. Hij plaatste
achter diens naam een >11* en schreef zjjn
naam in voor de souperwals. Daar ze voor
den eerst volgen den dans niet geëngageerd
was, vroeg hij ook daarom, als extra-tour.
>Dans ik te zwaar!* vroeg Fips toen ze
eeu oogenblik pauze hielden.
>0 juffrouw, als een nimf!*
later een trouw vriend,
genoot.
Geeft men het speelgoed, dat als een
ééndagvlieg heden prjjkt met schitterende
kleuren en morgen in duigen ligt, dan zjjn
we vooreerst duur uit, doch dat is niet het
ergste. Het kind echter verliest daardoor
alle achting voor zijn bezitting. Wanneer
hg 't nauwlgks aanroeren kan zonder gevaar
te loopen het te breken, dan zal hjj zijn
hart er aftrekken, het kan hem niet schelen,
hjj wordt onverschillig, het vernielen en
afbreken wordt hem een lust.
Geen nieuwmodische nesterjjen dus, maar
solied, eenvoudig speelgoed, liefst eigenge
maakt. Een ou.de klomp, een stevige houten
wagen, een hobbelpaard, kegels, poppen
enz. enz., maar de pop moet uit- en aan
gekleed, het paard voor den wagen aan-
en afgespannen kunnen worden, 't materiaal
moet niet dood, maar handelbaar zjjn.
Moet het ook sierljjk zjjn, moet het vol
doen aan de eischen der kunst? Bepaald
afzichteljjk behoeft de pop niet te wezen
en evenmin het paard, maar dat het kin
derspeelgoed kunstwerk zou moeten zjjn,
noemen we een overdreven eisch. Tot be
wonderen wordt het niet geschonken, alleen
tot spelen; tot bewonderen van schoone
vormen heeft het kind ook geen oog.
Een der meest geliefde speelzaken is de
bouwdoos; al is 't maar een doos van 30
ct., daarvan trekt het kind voor den tien-
dubbelen prjjs genoegen. Die balken en
blokken schikken zich naar alle luimen der
kinderlijke verbeelding en behouden hun
aantrekkelijkheid al is er nog maar een
klein deel van over.
>Maar hoe staat het met leeren vraagt
een bezorgde moeder, »kan het kinderljjke
spel niet dienstbaar gemaakt worden aan
gave van opmerken, maar ge moet daarbjj
niet aan lezen* denken, aan letters en
cjjfers, geljjk ouders gewoonljjk doen, wan- i een
neer verstandsontwikkeling ter sprake komt.
Wanneer uw kind letterkastjes en letter-
blokken die zjjn er wezenljjk nog in
onze dagenpresent krjjgt, maak er dan
de kachel mee aan of krab althans de let-
terwjjsheid er af en geef ze als gewone
houten blokken in handen.
Wanneer een kind speelt en daarbjj niets
leert, dan leert hjj ongemerkt
vriendin of echt- het meest gewichtige wat hij ooit leeren
kan, n.l. jjverig en met vreugde, met in
spanning en nadenken arbeiden!
nooit den spot drjjven; zulk een kind wordt j opzetteljjks
zg keerde beschaamd het hoofd af en hjj
wilde weten waarom ze dat geloofde.
De oplossing der Oostersche quaestie be
gint nu toch te vorderen.
De zes groote mogendheden hebben al
thans besloten, de nu aan de orde zjjnde
vraag betreffende de toelating van nog één
oorlogsschip door de straat der Dardanellen
zoo spoedig mogeljjk uit te maken. Over
eenkomstig de instructies hunner regeeringen
hebben de gezanten te Konstantinopel Sir
Philip Currie, den Engelschen gezant, ge
machtigd namens hen allen ter kennis te
brengen van den Sultan, dat binnen drie
dagen een beslist antwoord van de Porte
wordt verwacht, of zjj het verzoek der
mogendheden al dan niet zal inwilligen.
Mocht binnen dezen termijn het antwoord
des Sultans niet zgn ontvangen, dan zullen |dat ^et" Turksche Rjjk nog in stand moet
de Europeesche regeeringen eene andere j WQrden gehouden>
houding jegens Turkjje aannemen. j
J ij De Engelsche kapitein James heeft uit-
De Dardanellen-quaestie, welke voor het'
oogenblik de vermoedeljjke oplossing der
vraag, wat verder in het Oosten zal gebeuren,
geheel beheerscht, is nog niet uitgemaakt.
Sultan Abdoel Hamid bljjft uitvluchten
zoeken. De Turksche minister van buiten-
landsche zaken, Tewfik-Pacha, door den
correspondent van een der Weener bladen
geïntervieuwd, verklaarde, dat de Porte het
voorstel der mogendheden nog steeds in
overweging houdt. Dit is zeer natuurljjk.
De Sultan zou het liefst het verzoek der
mogendheden, om haar wachtschepen in de'
zee van Marmora te mogen versterken, ten
eeuwigen dage in overweging houden, maar
de Europeesche regeeringen zgn daarmede
niet gediend.
in het huweljjk verbonden met de »kunst-
sehuttere8« miss Diana, die hem geruimen
tjjd op zgn reizen heeft vergezeldhg heeft
haar het geheim zjjaer vinding medegedeeld.
Albert en Pilot, twee olifanten, werden
aan boord van de »Persia« van Hamburg
naar New-York vervoerd. Onderweg braken
zij los van hunne kettingen en gingen elkaar
te ljjf. Na een vervaarljjk getoeter omklemden
zjj elkaar met hun trompen en trachtten
elkaar met de tanden te doorboren. Al wat
op het schip met de verwoede beesten in
aanraking kwam werd vernield. Eens vielen
zjj met zoo'n smak aan een boord, dat het
geheele schip trilde. Over en weer troffen de
stooten. Eindeljjk richtte Albert zich op zjjne
achterpooten op en liet zich op Pilot vallen.
Deze kwam onder te liggen en de tanden
van Albert drongen in zgn lichaam. Het
bloed stroomde uit beider ljjven. Dit ver
zwakte hen bljjkbaar, en zoo dorsten de
schepelingen de beesten eindeljjk te naderen
en konden zjj hen door een ruim gebruik
van mestvorken en gloeiende jjzers van
elkander scheiden. Het gevecht had twee
uren geduurd.
Naar uit Berljjn gemeld wordt, doet daar
het gerucht de rondte, dat het in de laatste
dagen met de gezondheid van de Engelsche
Koningin niet te best gaat.
In Engelsche bladen vinden wjj van dat
slechte nieuws geen bevestiging. Zondag
middag is de Koningin uitgereden en ook
Maandagmorgen is zjj in haar rolstoel nog
uit geweest. Gisterenavond is bovendien de
Koming van België voor een bezoek aan de
Koningin op Windsor Castle aangekomen.
Eenigen tjjd geleden lazen wjj wel iets
van eene ongesteldheid.
gerekend wat een oorlog tusschen Duitsch- Uit Rome komt ongunstig nieuws. In de
land en Frankrjjk zou moeten kosten. Hjj Italiaanse he arsenalen heerscht groote be
komt tot de conclusie dat de onkosten on- 1 drjjvigheid. De pantserschepen te Gaeta en
geveer 38 millioen francs per dag zouden te Spezzi» liggen gereed om te vertrekken,
bedragen. j De kruiser Piemonte gaat het Italiaansch
In militaire kringen in Duitschland be- j eskader in de Levant versterken,
schouwt men de berekening van den heer
dat de Sultan spoedig een beslissing neme.
De Sultan antwoordde op dit verzoek met
herhaling van zgn wensch, dat de
mogendheden haar eisch zouden opgeven.
De Turksche gezanten te St. Petersburg
en te Weenen hadden daarover een onder
houd met de Russische en Oostenrjjksche
ministers van buitenlandsche zaken. De ant
woorden, door beide ministers gegeven,
strookten geheel met elkaar. Zjj verklaarden,
dat zjj niet voornemens zjjn, zich ten op
zichte van hetgeen in het Oosten moet worden
gedaan, af te scheiden van de andere Euro
peesche regeeringen.
Men kan derhalve aannemen, dat er nog
geen gevaar bestaat voor de verstoring van de
eensgezindheid onder degroote mogendheden.
Indien deze eendracht wordt gehandhaafd,
zal natuurljjk de Sultan wel genoodzaakt
worden de Dardanellen-quaestie overeen
komstig den wensch der mogendheden op
te lossen.
Zoodra ook deze quaestie tot eene beslissing
is gekomen, zal waarschjjnljjk de Oostersche
quaestie voorloopig weer op den achtergrond
geraken, want het is reeds voldoende ge
bleken, dat geen der mogendheden roeping
gevoelt, om nu reeds op zoodanige wjjze in
het oosten op te treden, dat daarvan eene
verbrokkeling van het Turksche rjjk het
gevolg zou kunnen zgn. Zoowel Rusland
en Frankrjjk, als Duitschland, Oostenrjjk,
Hongarge en Italië zjjn het er over eens,
De onderaardsche vulkanen der Aleoe-
James niet te hoog. Officieel staat vast, dat;,. D
B tische eilanden in de Beringzee, meer dan
in den oorlog van 1866 de onkosten van
20
in getal, zgn tegenwoordig in volle
het Pruisische leger gemiddeld 2 millioen i-j.-o-.i- u j. vr j
werking, naar kapitein bmith van het Noord
francs per dag bedroegen; en het leger van i
i f amenkaansche gouvernements - stoomschip
I860 was klein, vergeleken bg dat, hetwelk;^ n
s Commodore Perry bericht. De bemanning
nu in het veld zou worden gebracht.
j van dat vaartuig genoot op de terugreis
De kleermaker Hermann Dowe, de uit-1 gedurende geruimen tjjd des nachts het
vinder van het kogelvrjje pantser, ligt te j merkwaardig schouwspel, door reusachtige
Wiesbaden zwaar ziek. Op het ziekbed is hg vuurzuilen omgeven te zjjn.
Haar moeder maakte haar lot nog zwaarder. j Daarbjj lachte bjj Bertha vriendeljjk toe leid, alsof er maar een begin noodig geweest
»Ik vind, Bertha, dat Egon en Joachim zich en wierp een snellen blik over haar niet j was om haar in 't vaarwater te brengen.
»Ik heb nooit les gehad,* antwoordde zjj. jweinig aan ons laten gelegen liggen, anders leeljjke figuur, waaraan alleen de lange; Onderwjjl spraken de ouders over den
»U is ook nooit uitgeweest en van den hadden ze wel een danser hier gezonden.* - armen misplaatst waren, waarmee ze altjjd heer Yon Pellbeck. »Wie Röhnsdorf koopt*
zomer zal er weinig gelegenheid meer zgn. j Bertha antwoordde niet, maar de danser 1 verlegen was. Hjj vroeg haar ten dans en j herhaalde Gernop verscheidene malen, moet
t n m 1*1 wnl -M a A r*n M Lil lr non li now n n lnrrrln rlnn <1 vm r\ m linrtw I<nlln J non nfMonln rl n m lm n rrnn 1-» 4- non In n rl hmohnnn
>0, maar op de bruiloft van mjjn zuster kwam in 't zelfde oogenblik: een heer op legde den arm om haar taille.
zal gedanst worden
Wanneer is die?*
»0ver veertien dagen
>0 ja, we zgn allen geïnviteerd.* En
daarop vroeg hjj of er ook nog voor dien
zou gedanst worden en toen bij hoorde op
j een groote domkop zjjn of een landhuishoud-
leeftjjd met grjjzende haren en diepe, in j Terwjjl het paar zich onder de dansers kundig genie, of hjj moet millionair zjjn. Nu
'toog vallende litteekens rechts en links mengde, kwam mevrouw Koolstein aange-
aan den hals, van een operatie. Hij lachte j trippeld. Wie is toch dat afschuweljjk heer,
vriendeljjk toen hjj Bertha zag. »Ha,« zeidat met uw Bertha danst?*
hjj, terwjjl hg 6nel nader kwam, »zit uMevrouw Gernop nam de handschoen
daarDenk eens aan, ik heb al den tjjd voor den ridder harer dochter op en ant-
den volgenden Zondag in Groot-Schiemig jnaar u gezocht!* woordde gepikeerd: »Die afschuweljjke
was hjj plotseling vuur en vlam, hjj vatte Terwjjl hjj nog sprak, fluisterde mevrouwmensch is de rjjke heer Yon Pellbeck, die
haar aan en zweefde met haar voort. Voor;»wie is dat toch?* jRöhnsdorf gekocht heeft.*
den a.s. Zondag vroeg hij om den eersten' De vreemdeling hielp Bertha uit de ver- 1 Nu verscheen ook de heer Gernop: »Emilie,
galop en Fips was in de wolken. Terstondlegenheid en stelde zichzelven voor als Yon dat mankeert er nog maar aan, zoo'n
zocht ze Clara op en deelde haar met hoog-
roode wangen het groote nieuws mee.
Pellbeck. Terstond werden mevrouws trekken I leeljjkert! Die brutale das, die Heidrich, zei
vriendeljjkerze had van zjjn vermogen ge-daareven achter mijn rug: soort bg soort.
Liesbet had met Egon gedanst, Ada met hoord en wist dat hjj Röhnsdorf gekocht had. 1 Als vader moet men zich houden als hoorde
Joachim, Stephanie met luitenant Heydrich, j »We zijn immers buren geworden, mijn- men zoo'n onbeschaamde opmerking niet,
die als altjjd in den besten luim was. War- j heer Von Pellbt?ck?« maar ons kind moest begrjjpen dat men
nitz was door Stephanie opgegeven, daar j »Wjj worden het, mevrouwik ben eerst met zulke lui niet danst. Wie is toch die uil?*
't hem niet gelukte met haar in gesprek te
komen.
Alleen de leeljjke Bertha was zonder
danser gebleven, na den eersten wals mee
gedaan te hebben. Zjj zat naast haar moeder,
getroost in haar lot, volkomen kalm, zonder j
een zweem van schaamte. Zij gaf weinig
om dansen, ofschoon ze 't nog zelden ge
daan had. Zjj wist, dat ze leeljjk was, dat
ze geen toekomst had, geen veroveringen
maken zou en ze was dan ook uitsluitend
meegegaan nit plichtgevoel, dewjjl haar
ouders het weuschten. Alleen vreesde ze nu
heden uit Berljjn gekomen om voorloopig
bjj mjjn familie te blgven. Daar heb ik
mejuffrouw uw dochter leeren kennen.*
Mevrouw was bgzonder vriendeljjk. »Zoo
zoo, en hebt u mjjn dochter terstond her
kend?*
»Uil? In 't geheel geen uil. Dat is de
heer Von Pellbeck?*
»Van Röhnsdorf?*
»Ja.«
Wel heb ik van mjjn leven 0, dan
Juist bracht Von Pelbeek Bertha naar
is de vraag eenvoudig wie van deze drie is
Von Pelbeek?*
Daar kwam Egon met Liesbet en mevrouw
riep hem tot zich om iets naders van den
man in kwestie te weten te komen. Egon
wist echter niets meer dan dat hjj een
broeder van den ritmeester Yon Pellbeck was.
Mamalief* zei hjj, »heb geen zorg. Ik zal
er alles uitkrjjgen, wat u weten wil, als 't
noodig is zelfs hoeveel haren hjj op 't hoofd
heeft. Kom Liesje, wa willen geen maat
verzuimen.* En terstond zweefde hjj met
Liesbet wsg, zonder mevrouws vermaning te
hooren, Liesbet een weinig rust te gunnen.
Toen 't souper naderde zocht de kleine
luitenant Zundt I overal naar Fips, die hjj
voor den souperwals geëugageerd haf, doch
vond haar niet. Graaf* riep bij tot Wes-
terbrant, die juist met de dikke Ada voorbjj-
kwam, »waar zit toch uw schoonzuster? Ik
bedoel de kleine
>Clara?« vroeg Ada, zich vooroverbuigend.
In stilte gevoelde ze zich ter wille van haar plaats terug, liet zich vluchtig den heer Zundt I meende, de kleine kon slechts Clara
ik ze Gernop
voorstellen, vroeg tegen den vol-zgn en ging toen men hem haar gewezen
Bertha zeer gestreeld. Zeker heb
herkend, mevrouw, bg den eersten blik.genden dag de eer zjjn opwachting te mogen had, op het radijsje af, dat alleen stond en
Doch een groote kunst was dat nietmjjnmwken en scheidde daarna, om ook met de J hulpeloos om zich heen blikte, daar luite-
broeder heeft me geholpen en haar ine ge-andere dames en beeren kennis te maken, nant Zandt II, die sprekend op zgn broeder
wezen. Ik heb n.l. een slecht geheugen voor »Moe is hij,* vroeg de heer Gernop zijnjgeleek, haar voor 't souper geëngageerd had
phisionomieën en zou ze zeker niet terug- dochter. Zij antwoordde eenvoudig dat hij en niet opdaagde,
maar h ar moeder lastig te zijn, dewijl dezegevonden hebben onder zoovele menseden, haar goed beviel en daarna werd ze door de,
zich schamen zou dat men haar zitten liet. van welke ik trouwens geen een ken.* officieren, de een na den ander ten dans ge- (Wordt vervolgd^