Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en4 de Bommelerwaard. Kaart van KROOT-AT JEU. Humaniteit. FEUILLETON. Uit gebrek aan bewjjs E Ést.V Het Un^alten' ZATERDAG 11 APRIL. 1896. voor H. B MaSDJID-/// ASOJW KAJA YM]rr//ï/"'/ïï - x» oi r»* r W////'A\\*\ TJiWEH gv*mcmtnt XXVI. if oirt* H B. W l| mJSS ADAHG üedrb Vi'' Nv Sfi 8 B jr. MIMM 11» «*31» M— L 4 nuai •OUlOfT1 lnr.rcEi.Jj IIUUM til rmA.li IjpoMC AfvL Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. franco per post zonder prfive» hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7J/i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën werden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. OM *CEUT» tits its 60E*c\ *AFOET LiStOfT vWffi-'j'ï9 tjst P «-5 Tjot fitflfl RA MC tjitbwV.W w» L ^TJCT ttlTOt tjot Ttn»*fi 111- Tto ut. as ti Wjj bieden onzen lezers in dit nummer een kaart aan van het terrein, waar het drama der laatste dagen is afgespeeld en waar, naar te vreezen staat, nog heel wat gevochten zal moeten worden. Binnen den halven cirkel, door den stoomtramweg afgesloten, ligt onze geconcentreerde stelling. Aan den tramweg zjjn de verschillende posten aangewezen, die bij de concentratie door onze troepen zjjn bezet. Daaromheen bevindt zich de 1000 M. breede opengekapte strook. Hierbuiten licht de tweede tjjdeljjke linie, waarvan de posten onderling deels door een rjjweg, deels door een patrouilleweg verbonden zjjn, terwjjl de meeste daarvan ook door patrouillewegen met de posten der geconcentreerde linie in gemeenschap staan. Dertien buitenposten zouden successievelijk door onze eigen troepen worden bezet, waarmede men nog niet geheel gereed was. Het zijn van het N. O. af Tjot Rang, Ketapang Meot (ten O. van dezen post) Tjot Made, Kroeng Gloempang, Senelop, een tusschenpost tusschen Senelop en Lamsoet, Anak Galoeng, Lam Soet, Boekloet, Tjot Goé, een tus- schenpost tusschen dezen en Biboel, Biboel zelf en Lamkoenjit. Volgens de kaart, bjj het laatste Koloniaal Verslag gevoegd, waren door ons bezet: Toengkoep, Pasra Tjoet Rang, Kroeng Gloengpang, Senelop, Analak Galoeng, Blang-Tjoet, Lamsoet, Lambarih, Biloel, Lamkoenjit en Tjot Goé. Het hoofdkwartier van Toekoe Oemar moet te Lam Pisang zjjn in de sagi der XXV Moekims, die ligt ten Z.-W. der geconcentreerde stelling. Ten O. ligt de sagi der XXVI Moekims, terwjjl zich ten Z. naar het binnenland uitstrekt de sagi der XXII Moekims, dat steeds het brandpunt was van het verzet. Het gearceerde is de 1000 Meter breede van hout schoongelcapte strook. De met een vlaggetje geteekende stippen zijn versterkte plaatsen, waarvan, buiten de gearceerde strook, de groote door onre troepen, de kleine door onze vroegere bondgenooten, thans vijanden, bezet zijn. De stoomtrambaan loopt aan de binnenzijde van het opengekapte terrein en eveneens daarbinnen kruislings door Groot-Atjeh. De zwarte lijnen dniden de rijwegen en de stippellijnen de patrouillewegen aan. DOOR CHARLOTTE BRAEME. Zjjn terugweg liep over Parjjs en met sympathie zich den heer en mevrouw de Saint. Luce herinnerende, verzocht hjj verlof tot een bezoek. Zjj beiden gaven dat gaarne en Claire was nooit uitgevraagd omtreut de avonturen van den reiziger. Er was nog geen Claire toen de heer van >Arlen Towers* zjjn laatste bezoek brackt aan »Les Fontaines.* Eerst zes jaren later ïou zij geboren worden. Lord Arden toonde an zjjn brieven dan ook groot verlangen om de jonge ertgenam# te ontmoeten, van wier i schoonheid hjj zooveel gehoord had. Eu Claire was verrukt toen zij die regels las en sprak er dadeljjk met Alice Kent over. »Een Engelsche graaf!* riep zjj, »juistj de adel die mjj het meest bevalt. Prinsen en hertogen zjjn mjj te hoogIk ben zoo ver heugd, dat wij een Engeisch bloedverwant hebben, die graaf is. Al de beroemde mannen, die ik mjj uit de geschiedenis van Engeland herinner, waren graven.* Daarin vergist ge u, Claire,* antwoordde Alice Kent met een glimlach. »De beroemdste j Engelschman is Richard Leeuwenhart.* >Maar mama zegt het toch ook, en dat; al die Engelsche graven trotsche mannen zjjn. Ik houd van trotsehe mannen, gjj niet? Ik bedoel den trots, die een man edel en verheven maakt.* »Lieve Claire,* antwoordde Alice Kent droogjes, »ik heb weinig gelegenheid gehad om het karakter der mannen tebestudeeren.* En met bitterheid herinnerde zij zich, dat zjj er slechts twee gekend hadhaar arme vader, die te zwak was om haar te be schermen en de man, die haar tegen haar wil getrouwd en toen beschuldigd had, hem te hebben vermoord. >Ik houd van den naam van mjjn neef mama zegt dat ik hem neef mag noemen Leopold, de naam van een vorst, vindt gjj niet? Ik denk altjjd aan een keizer van Oostenrjjk, als ik hem hoor.* En zoo kon de jonge erfgename geen ander onderwerp van gesprek vinden dan graaf Leopold Arden. »Wjj zjjn een der oudste en aanzienlijkste geslachten van Frankrjjk,* zei zjj eens, »en toch hebben wjj maar twee huizen, dit in Parijs en dan >Les Fontaines,* Lord Arden heeft er vier, zegt mama. Zjjn eigenlgk huis, de Arden Towers* ligt in Kent, nabjj de zee; dan heeft hjj nog een huis in Picca dilly in Londen, verder nog een landgoed in Schotland: »Loch Foyle* heet het, het ligt op de hei, en mama zegt, dat die heiden daar zoo prachtig zjjn als purper en goud. Eu dan heeft bjj nog een villa in Cowes. Ik weet hoe het. er daar nitziet, mama heeft er photograptneën van.* »Hjj is dus rgk,« zei Alice Kent met ten Hebben wjj in ons vorig artikel in 't kort de parabel der drie ringen verhaald, waarin zoo duideljjk verdraagzaamheid en humaniteit gepredikt wordt, thans zullen wjj hieraan eenige beschouwingen vastknoopen. Een eerste gedachte, die zich aan ons opdringt, is deze: Een uitvloeisel van waarachtige humaniteit is, dat wjj trachten moeten ons een fijnheid van gevoel eigen te maken, die ons in staat stelt ons te ver plaatsen in den toestand van anderen, om alzoo te voorkomen, wat door woord of daad onzen medemensch grieven of kwetsen kan. Die humaniteit bedekt zorgvuldig, maar onmerkbaar datgene, wat aan het oog ont trokken en uit de gedachte verbannen moet worden en raadt aanstonds wat deze of gene op het oogenblik behoeft. Haar groote een voud bljjft volstrekt vreemd aan elke ge dachte van te schitteren, evenals aan eiken dwang of gedwongenheid. In »Het verlaten huis* van Dickens toont de heldin Hesther zich verwonderd als een dorp° meisje, dat zij als goed onderwezen kent, als bruid in plaats van hare naam teekening een kruisje zet, alsof zjj niet schrjjven kan. »Och«, herneemt het bruidje, »bjj had als jongen zoo geen gelegenheid, ziet u, om wat te leeren, maar hjj heeft beloofd dezen winter van mjj schrjjven te zullen leeren. En nu kan ik hem toch niet beschaamd maken.* Dat was fijn gevoeld, dat was humaan gehandeld. Evenzoo is het gedrag van den profeet Eliza in het Boek der Koningen. zacht. »En meer dan dat, hjj is ridder van de van Indië.* Maar waaraan denkt ge, >Ster Alice »Ik verbaas me, lieveling. Ik weet wel dat het alles zoo goed is; maar toch is het vreemd, dat de een zooveel en de ander zoo weinig heeft.* »Dat mag zjjn,* antwoordde Claire, >maar ik heb eens een geleerde hooren zeggen, dat ieder schepsel op aarde een gel jjk deel genot en leed heeftEn al die voorname en rjjke Engelsche graven, misschien treft hun den een of anderen dag wel zulk een gioot verdriet, dat al hun rjjkdommen er bjj ver- dwjjnen.* Onbewust woord van voorspelling »Ik hoop van niet, Claire,* zei Alice Kent. »Ik denk ook lang niet zooals gjj. Ik geloof lang niet, dat alles in de wereld geljjkeljjk verdeeld is, maar wel ben ik overtuigd dat alles hiernamaals hersteld zal worden. Zjj die nu ljjden, zullen dan genietenzjj die nu schreien zullen dan geen tranen hebben.* En het liet gelaat straalde alsof het de aardsche verwachting nog niet had opge geven. »Neef Leopold komt Dinsdag,* zei Claire, hare gedachten uitsprekende. »Het is de mooiste maand, die bjj kiezen kon om Parijs te bezoekt-n, Mei, Bloeimaand. Mama zegt dat er niets zoo bekoorlijk is als een En gelsche Meidag, maar ik geloof dat zjj in Parijs even mooi zjjn.* Zoo praatte zjj opgewekt voort, zonder te zien, dat het lief gelaat harer vriendin feet houdt hem terug, zeggen »L..a' n» begaan, want hare ziel is bitterLjjk in haar bedroefd.* Dat was een daad van humaniteit. Onmi ldelljjk volgt de profeet de moeder, begeeft zich naar een kamer, waar het kind lag en strekt er zich over uit, leggende zjjn mond op den mond van het knaapje, zjjne oogen op diens oogen en zjjne hauden op die van het kind en het vleesch van den knaap werd warm. Toen hjj geheel tot het leven was teruggekeerd, liet Eliza de moeder roepenzjj drukte haar kind aan haar boe zem en overgelukkig verwjjderde zjj zich met hem. Welk een schoonheid spreekt er uit dit verhaal, welke liefljjke bladzjjden heeft de gewjjde schrijver hier ter neer geschreven. Treffende voorbeelden van humaniteit zjjn de volgende De Pharizeeën brachten eene vrouw, in overspel gegrepen, tot Jezus, die de Hem omringenden vroeg»Heeft iemand u ver oordeeld?* en zjj antwoordde: »Neen, Heer!* waarop Hjj sprak: »Zoo veroordeel Ik u ook nietga heen en zondig niet meer en tot de Pharizeeën: »Wie van u zonder zonden is, werpe den eersten steen op haar!* En in het huis vau Simon dea Pharzeeër gedoogde Hjj, dat een zondares Zjjne voeten kustte, ze nat maakte met hare tranen, ze zalfde eu afdroogde met heur haren en Hjj vergaf haar hare zonden, omdat zg veel had liefgehad. Ook de houding van Jezus Maria in Bethanië, die zjjn voeten zalfde en wie door Judas verweten werd, dat het geld, voor de olie besteed, beter aan de j armen gegeven ware, is een treffende proeve van Otp.lif.ft nnma.nif.Aif. wurif .Tftvna rrmrlü f/*f. tegenC?©)^ ten zalfde Eliza bevond zich op den Karmel, nadat van ®ctite humaniteitwant Jezus zeide tot hjj te Sunem een vrouw, in den naam van Judas: >Laat af van haar: zjj heeft dit Jozua, beloofd had, dat haar een zoon zou i bewaard voor den dag Mjjner begrafenis geboren worden. Die voorspelling was ver- waQt da armen hebt gjj altjjd met u, maar vuld. Een leven van ongekend geluk was Mjj hebt gjj niet altjjd.* voor haar aangebroken. Het kind was haar In de wereld komen wjj menigmaal in afgod. Doch, ziet, op zekeren dag, dat hjj aanraking met volslagen gemis aan kiesch- naar de maaiers in het veld was gegaan, heid en medegevoel; laten wjj zorgen daar- werd hjj plotseling ziek en naar huis ge- door niet verbitterd te worden, maar kweeken bracht, stierf hjj weldra in de armen zjjner wjj aan die heerljjke eigenschap der hu- moeder. maniteit, die opwelt uit de bron der liefde. Radeloos van smart begeeft de vrouw En hoe meer ons dageljjksch leven door die zich onmiddelljjk naar Eliza, den man Gods. liefde wordt bezield en gewjjd, des te minder Bjj hem gekomen, valt zjj in stomme smart zal het ons aan fijngevoeligheid ontbreken, voor hem neder, omklemt zjjne knieën, deelt Er zal van ons iets weldadigs uitgaan} hem haar ongeluk mede, smeekende om wonden zullen wjj heelen en steenen des zjjne hulp. Doch Gehazi, zjjn dienaar, ver- aanstoots opruimen, zwakken steunen en j stoord over deze gemeenzaamheid jegens zijn gevallenen oprichten, om alzoo te brengen meester, wil haar wegstooten, maar de pro- in de maatschappjj meer en meer den geest j è.iseew al bleeker werd en de bekoorlijke gestalte voor dat schrikljjkste van alle diners, en als «-en riet sidderde. Enkele minuten later eindeljjk hoe hjj gestorven was, naar haar ging Alice Kent naar hare kamer. Haar wjjzende met de uitroep, dat zjj hem ver- hart klopte hevig. Maar Lord Arden was giftigd had. O schrikljjke jaardag eener immers niets voor haar! Hjj mocht komen schrikljjke gebeurtenis! of gaan. Hij kon wel een jaar in huis wonen Claire kwam in haar kamer, zooals zjj zonder haar wellicht te zien, maar hjj zou altjjd deed, en legde een frisch geplukten komen op Dinsdag 25 Mei, juist den dag ruiker witte leliën naast haar. Maar toen van haar mans dood. Wat gaf het of de zjj Alice had aangezien, riep zjj: lelie's en de rozen al bloeiden, de laburnums' »Gjj zjjt niet wel, wat scheelt er aan, reeds knoppen hadden! Voor haar was het ge hebt zulk een echt onderwjjzeressen-ge- de schrikljjkste dag van het jaar. »Het iszicht!* toeval* dacht zjj, maar niettemin wekte het: >Heb ik,« zei Alice Keut, met een flauwe de vreesljjkste herinnering aan het verleden bjj haar op. poging om te glimlachen, toch moest ik vrooljjk zien als gjj voor mjj staat, mjju lieve.* »Maar waarom sidderen uwe handen dan? »Het is huiverig van morgen.* »Kom, gekheid. Bedenk, hjj komt van daag, de veelbesproken graaf. Ik ben nieuws gierig hoe hjj er uit ziet.* Eu ik ben nieuwsgierig, dacht Alice, of 25 HEI. Een lieflgke dag, die 25e M«i, die jaardag der schrikljjke tragedie; een dag zoo schitte rend schoon als zes jaar te voren toen Angus dit lieve, enthousiaste kind verliefd op hem Graham Blair dien vrees!jj ken dood stierf,1 zal worden, ik ben zoo bang dat zjj het wil. die de aandacht trok van geheel Eugeland. j »Mama weet niet holaat hjj komt, maar »Dinsdag 25 Mei.* Die woorden kwamen waarsc'ajjnljjk van avond. Lach mjj niet uit tot baar met den gouden dageraad. Zes Alice, maar ik ben wezenljjk onrustig. Eq jaren vroeger hadden de vogels haar ge- ik ben werkeljjk nieuwsgierig of ik teleur- wekt, die in den tuin van Colde Feil zongen gesteld zal worden. Misschien is hjj een en zjj had de oogen geopend in haar eigen klein, onbeduidend mannetje, heel iets anders kamer, zoo volkomen onbewust van hetgeen als de edele graaf vau mijn droomen.* baar boven bet hoofd hing. Zij herinnerde' Alice lachte en zei: zich elke bijzonderheid van dien dag; hoe' >Dat zou al te vreessljjk zjjn! Hoe stelt zjj was opgestaan en zich gekleed had, hoe gjj hem u dan voor zjj in den tuin gegaan was om den Mei-j dauw te zien, hoe zjj bloemen geplakt had Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1896 | | pagina 1