Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bominelerwaard. FEUILLETON. Uit gebrek aan bewjjs Uitgever L. J. VEERMAN., Heusden. M1478. WOENSDAG 15 APRIL. 1896. VOOB Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prgsve. hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën werden tot Dinsdag- sn Vrijdagavond ingewacht. Buitenland. <r?2rv F|£T LAND VAN ALTENA. Toen werd het den autoriteiten te erg Vijf schepen werden naar de Westkust ge- zonden om hem in zjj n gebied te bestoken We hebben niet het genoegenmaar het maar het eind van deze kostbare geschiedenis verdriet den lezer voor te stellen den heer y?as: Toekoe Oemar zon de gevangenen TOEKOE OEMAR, uitleveren tegen contante betaling van on een der grootste deugnieten, waarmee we geveer 60,000 gulden 1 Geljjk geschiedde, op de onheilvolle noordkust van Sumatra Nu begint het tweede bedrijf, 't welk ge- hebben kennis gemaakt. Wanneer we zeggen heeten wordt: Oemars bekeering. >grooten deugniet*, dan versta men dezens 't Was hem na ware ernst; men ver term van ons standpunt. De tegen Atjeh trouwde hem niet, maar men moest hem oorlogvoerende natie beschouwt natuurlijk! maar eens op de proef stellen, wat geweren, de inlanders met een niet onbevoordeeldkruit en kogels schenken en dan zou men oog. Wanneer een dezer ons beet heeft,'eens zien hoe spoedig in Moekim VI en gevoelig beet, dan zal de Atjeher, in wiens j XXVI de orde hersteld zou zjjn. Kolonel voordeel dat geschiedt, anders oordeelen dan j Deykerhoff gaf aarzelend toe, nadat een wjj, de beetgenomenen, de dupes der historie, j familielid als gjjzelaar te Kota Radja ge- Laat ons echter voortgaan met de voor-'zonden was en 't moet gezegd t Oemar bleek ■telling. i nu werkeljjk het hoofd te buigen onder ons Deze heer dan, toekoe Oemar, een flink,gezag. Hij beloofde den jongen Sultan krachtig gebouwd man, heeft van der jeugd eveneens tot onderwerping te zullen aan- af op den loer gelegen naar het ambt van sporen en zuiverde niet alleen de genoemde Oeloebalang, dat is onbeperkt gebieder over j maar bracht ook nog drie andere Moekims een zeker aantal moekims. De lezer moet 1 tot rust. zich, kcnni? makende met Indië, eenige vreemde woorden getroosten. Een moekim is zooveel ah een district, met één kerk tot middelpunt; de onderdeelen daarvan zjjn dan de kampongs of dorpen. Toekoe Oemar, uit een vorstengeslacht gesproten, heeft door aanhuwelijking zgn gezag herhaaldelijk uit gebreid en stond in den aanvang van den oorlog die reeds dagteekent van 1870 vierkant tegenover ons. Toeko« Oemar was echf<r nog iets meer dan kandidaat naar de heerschappij over de N.-W. kust van Afjeh. Hg was ook koopman en toen wjj in 1883 den vrjjen uitvoer van producten verboden, bleef hij met zgn peper zitten, het voornaamste handelsproduct zjjns lands. Wat deed nu de slimme vos? Hg kwam ueemoedig te Kota Radja, het middelpunt an onze bezitting, vroeg vrjjstelling van d$K uitvoer em beloofde onderwerping. Ja, hjj zou uit dankbaarheid zelfs de behulp zame hand bieden om eenige schipbreuke lingen, door de Atjehers naar 't binnenland gesleept, in vrjjheid te stellen, 't Was hem echter geen ernst, want per stoomschip naar Lombesoi gebracht, vermoordde hg de roeiers, Met weldaden werd de bekeerling over laden. Hij verkreeg schitterende titels, een rjjke hofhouding en werd bevelhebber over een korps Atjehsche marechaussees, dat wjj natuurljjk bekostigden. Zoo stonden de zaken dus niet onvoor- Aats de kust ligt Oleh-leh. Een uur 't land in Kota-Radja. En nu loopt om Kota-Radja als middelpunt een cirkelvormige tramweg, die in 't zuiden en noorden één uur, in 't oosten twee uur van K. R. verwjjderd is. Langs dezen cirkel liggen op een afstand van ongeveer ccn kwur.i.r versterkingen, die in onze macht zijn. Van Kota-Radja uit loopt een tramweg westeljjk naar Oleh-leh, en nog drie in verschillende richtingen naar den omtrek. Doch buiten deze forten liggen tal versterkingen, die thans grootendeels in handen van T. Oemar zjjn en van waaruit hjj ons bestoken zal. Tusschen deze in, dus afgesloten van de boven beschreven linie liggen een 13tal versterkingen waarin wjj bevel voeren. Dit 13tal is bezet door een duizendtal manschappen, die 't heet genoeg zullen krjjgen, omsloten als ze zgn door den vjjand, die kort geleden nog onze vriend en bondgenoot was. Zjj zjjD, dat is althans voorgeschreven, voor een maand van levens middelen voorzien en zullen zich derhalve niet spoedig overgeven. Intusschen daagde er uit Java hulp op en stapte Vetter aan wal, de held van Lombok en we hebben alle hoop dat het volgende bedrijf een voor ons gunstig slot zal te zien geven. Zjj dit bedrjjf dan ook het slot van onzen met de bepalingen dat geschoten zou wor- maakt op dezelfde wijze gebruik van de den op 10 passen afstands, met gelijkt jjdig haverzakken; zelfs de veld-artillerie kan des vuren op commando, en dat er kogels ge- vereisebt hare vuurmonden, natuurljjk ten wisseld zouden worden totdat een der tegen- koste van meer tjjd en moeite, door soort standers geheel buiten gevecht gesteld zougelijke middelen van den eenen naar den zgn. Een der secondanten gaf het teeken door tot drie te tellen, en dadelgk na de eerste losbranding kreeg Freiherr van Schra- der een kogel in het onderlgf, waardoor hem een zware ingewandswond werd toe- 1 gebracht, en hjj natuurljjk buiten staat was, anderen oever overbrengen. van het gevecht voort te zetten. Ook v. Kotze deelig. In Toekoe Oemar, den geboren At- oorlog met Atjeh. Indien 't dit ware, zouden jehschen vorst, hadden we een invloedrjjk j we nog reden hebben den verrader te dankeB bondgenoot, op wien we steunden met onze voor den stoot, dien hjj aan de zaak ge- zwakke mucht. i geven heeft. En nu kom h«t derde bedrijf: Oemars jongste bekeering. Deze Atjeher is n.l. plotseling weer van houding veranderd en in een vjjand her schapen. Met al zjjn door ons betaalde en Eenige kinderen in het gehucht Ten Bossche, België, speelden >rechtbankje«. Er j waren rechters en er was ook een beschul- gewapende manschappen heeft hij ons den djKde> die lot de doodstraf werd veroordeeld, oorlog verklaard, sich verschansende in doorj0j( staand(ffl y0(.t m0(Jst len nil. ons bekostigde forten en blokhuizen. He,'T0M. gebruoht worde„. Vjjf knapen maakten op wien we steunden als een vriend, staat zjoh y(m den ,M00rdeelde me9ster en hiDgen thans tegenover ons met een gosd gewapende h<m boom op He, knaapje toüi macht en met een juiste kennis van onze hjj he(. bcDaQW,j begoa krjjgelJi aiet zwakke ponten. Grooter ongelnk kon ons gpoedig genoeg ]o,gemaakt „otdeüi zoodat al niet treffen en wanneer hjj van zijn hjj inJerdaad hel ley(m cr bjj heeft iag8. macht en kennis spoedig een goed gebruik gcjj0^en maakt, kunnen onze manschappen warme dagen tegemoet zien. Dezer dagen heeft in den omtrek van Ten slotte nog een korte beschrijving Potsdam een duel op leven of dood plaats gehad tusschen twee ceremoniemeesters aan werd getroffen, maar slechts door een on- beteekenend schapschot. Schrader werd in het hospitaal opgenomen waar hjj aan de bekomen verwonding is overleden. f - - e- j Om bjj het overtrekken van rivieren door troepen niet altjjd afhankeljjk te zjjn van ,de pontonniers, hebben in den laatsten tjjd in Duitschland veelvuldige oefeningen plaats gehad met geïmproviseerde middelen, en men is daar thans door die oefeningen tot een practisch resultaat gekomen. Vooral de infanterie is door het doel matig gebruik van de stukken zeildoek der draagbare tenten, welke de man mede voert, in staat om vrjj snel eene rivier over te trekken. Die doeken worden bevochtigd om ze geheel en al waterdicht te maken, daarna op den grond uitgespreid en met een laag stroo, hooi of bladeren bedekt. In het midden daarvan plaatst men de over te brengen kleeding en uitrusting en van het geheel wordt dan een pak gemaakt. Deze pakken drjjven op het water tengevolge van de hoe- veelheid lucht, die zjj bevatten. De geweren worden er boven op bevestigd en zwemmers p, m i s 6 De financieele nood moet in lurkge we- brengen ze door middel van tentmnen naar u jder zeer hoog gestegen zgn. Mooge staats- den anderen oever. Manschappen, die niet* n j ambtenaren en soldaten hebben sedert 0 kunnen zwemmen, nemen plaats op vlotten, r. maanden geen geld ontvangen, ook vreemde gevormd door de samenvoeging van pakkenJ f, [werklieden zgn maanden lang onbetaald gebleven, zoodat zjj de bemiddeling der ge- De reeders van de >Crathie« hebben, in vereeniging met de betrokken verzekering- maatschappjjen, besloten om door een Duit- schen duiker een proef te doen nemen tot berging van een gedeelte der lading van de »Elbe«. Deze proef zal genomen worden door den dniker Oskar Müssig uit Breslau, die voor de gevaarljjke onderneming een vergoeding bedongen heeft van 30 Mk. per uur arbeidens onder water en een derde der opbrengst der geborgen goederen. Op zulk een diepte, in dit geval wel 100 voet, te duiken, mag inderdaad een uiterst moeieljjke onderneming, een waagstuk zelfs, genoemd worden. In sommige gevallen zgn duikers tot op een diepte van 200 Eng. voet afgedaald, maar van een lang verblgf op deze diepte kan geen sprake zjjn, aller minst van het verrichten van zwaren arbeid. Ook op diepten van 150 voet is dit nog het gevalde grens die voor zeer sterke per sonen gesteld wordt, waar het op het uit voeren van betrekkeljjk zwaar werk onder water aankomt, bedraagt 60 a 80 voet. Müssig heeft zich tot duiker gevormd bjj de Duitsche marinehjj behoorde tot de be manning van de Grosser Kurlürst*, toen dit schip verongelukte. Hjj is nu reeds, ver gezeld door nog vjjf Duitsche duikers, uit Breslau vertrokken. die geheel met stroo gevuld zgn. Aan deze pakken kan een vierhoekige vorm gegeven zanten moesten inroepen. diè hem en zgn gevolg aan den wal brachten van ons gebied iu Atjeh. en zette den handel in peper voort alsof I De lezer, die zich gewoonljjk alles wat het Duitsche hof, nl. Freiherr von Kotze en die niet verboden was. 1 Indisch is, grootscheepsch voorstelt, wordt Freiherr v. Schrader. Aanleiding hiertoe was, Op de rtê van Bigas veroverde hjj een verzocht dit thans niet te doen. Atjeh is dat Von Schrader zjjn tegenstander beticht bos later een koopvaardijschip en voerde zeer groot, niemand weet hoe groot, maar had, de schrjjvtr te zgn van de den kapitein benevens diens vrouw naar 't onze >innenland. i klein. au ome me bezitting in 't noorden is zeer, zeer brieven, of ze ten minste te hebben doen schrjjven. Het was een «rustig tweegevecht, worden door er van binnen twee tentstokken kruiselings in te bevestigen, maar dan is ^jj de laatste gruwelen, door de Koerden een tweede stuk zeildoek noodig om het eü Turken te Killis, in het wilajet Aleppo, geneel tegen het indringen van water te gepleegd, zgn er volgens berichten uit Kon- beveiligen. Onderscheidene vlotten kunnen stantinopel via Filippopel 135 gregoriaan- door midddel van stangen, ladders of lanzen sche en vier roomsche Armeniërs en een onderling verbonden worden, en de Linneu- roomsch priester vermoord, en zeven winkels san-schoppen worden als roeispanen ge- geplunderd. Troepen hebben de rust hersteld, bruikt. De manschappen op de vlotten bljj ven gekleed, maar leggen huune ransels naast j zich neer. Op deze wjjz; kan eene afdeeliag Duitsche 'infanterie ten allen tijde onmiddelljjk eene rivier van niet al te groote breedte en stroomsnelheid overtrekken. De cavalerie door CHARLOTTE BRAEME. I of van het schavot, geen gehuil en gejoel van de menigte, die haar moordenaarster schold of van hen die later beweerden, dat S de hemel het schip had laten vergaan, om- i dat zjj aan boord was. Geen geluid trof haar I oor, de blauwe hemel spande zich boven i haar uit, het gouden zonlicht omstraalde j haar, evenals de geur vau honderd bloemen (26 1 baar omringden. Eenmaal, slechts eenmaal dan zeker, mocht zjj haar hart openen en »Als een kruisvaarder,* antwoordde Alice, gelukkig zgn. 3 kent het portret van San Sebastian, een! De geheele dag verstreek zonder dat ïkw, ridderlgke figuur ruet een trotscb, 1 Claire haar wilde verlaten, lu den middag uker gelaat, waarover een hemelsch licht kwam een telegram, meldende, dat de graaf ugnt te stralen. Zoo stel ik mg hem voor.* des avonds om zeven uur komen zou. >Ik herinner mjj dat portret,* zei Alice,? »Ik ben nieuwsgierig, Alice,* had Claire aet hangt in de derde zaal van de »Loavre.c eensklaps gezegd, »wat hij wel van u den- Ik houd het voor het mooist gelaat ter I keü zal, misschien dat wjj een vermomde •ereld.* koningin van Scheba in huis hebben.* »Hoe vreemd, dat wjj beiden dat zoo i >Er is veel kans, dat hij mjj niet zien indenMaar kom Alice, ga mee naar den [zal,* antwoordde Alice, »uwe mama is altjj 1 tuin, er is niets zoo bekoorljjk als een Mei-[zoo vriendeljjk mjj te excuseeren als er morgen; de eerste vogel, dien gjj hoort zingen 'gasten zjjn.* scbgnt uw hart omboog te haffen, en, zingen»Daar ben ik nu niet zeker van,* hernam meer, danmoet ik bjjna gaanClaire, »ik heb papa hooren zeggen, dat gij [juist zulk een aanwinst zijt voor onzen fa- zei miliekring. En mama heeft dan ook ge- höen.« »Ik hoop dat ik dit nDt zal moeten,* lice lachende. Zij lachte, hoewel bet de 25e Mei wit Niemand, tenzg hg in de kaken des dood* ligt, kan zich rampzalig votlen op een schit terenden Meimorgfn, ook wat het verleden, et heden of de toekomst moge wezen. Zg kwamen bg de fraaie fontein in de vraagd ot wij beiden om acht uur aan het diner komen. Maar wilt gij liever niet?* >Neen, liever niet.* »Nu, ik zal het maoua zeggen, en als het baar spjjt kom ik bg u.« >Want ik zou het niet kunnen dragen,* jzei Alice bjj zich zelve. >Elk uur brengt ranjerie, waar de duiven rondfladderden. mjj die schrikijjke gebeurtenis in de ge- Geen schaduw hier van een gevangenisceldachten terug. Het was zevea uur, toen wjj op Colde Feil gingen dineeren en om negen uur was hjj dood. Hoe kan ik praten, lachen of zingen op zulk e?n dag!« En toch verstreek deze dag evenals alle anderen in dit vorsteljjk huis. Alice hielp Claire bjj bet kleeden. Zij hoorde de komst der gasten en toen ging zij naar haar eigen kamer, om da&r haar schoon gelaat en be vallig hoofd te verbergen, hopende, dat nie mand haar storen zou. Zij hoorde de klok zes uur slaan. Op dat zelfde uur, j:u zes jaar geleden, zaten zij allen aas het diner, volkomen onbewust van het lot dat hun boven het hoofd hing. De klok sloeg acht. Dat was het uur waarop zij in het salou kwaru, om de nood lottige koffie te brengen. Zg verborg haar gelaat iu haar handen en huiverde. >0, groote God, schenk mij de genade, dat ik vergeten kan!* Daar ging de deur opeu en Ciaire trad binnen, bleeker dan gewoonijjk en met wjjd- geopende oogen. Hij is er,« riep zij, hij was er reeds voor zessenEn weet ge wat zoo vreemd isbij lijkt sprekend op bet portret van San Sebas tian lang, donker, een gelaat als van een Spaanschen koning.* »Ea dus bevalt hjj u goed?* vroeg Alice, pogend* een opgewekt gelaat te vertoonen. »Üüi u de waarheid te zeggen, ben ik wat bang voor hemAlice, mama beeft mjj gevraagd of gij als een bjjzondere gunst ditmaal beneden wilt komen.* En zoo ging Alice Kent geheel onbewust haar noodlot tegemoet. XXVII. ken gewichtige avond. Er was tusschen Claire en Alice druk gesprokeu over het toilet. De eerste had het afgekeurd, dat haar vriendin altjjd iu het zwwrt gekleed was. »Maar juweelen hebt gij niet noodig,* had zij er lachend bijgevoegd, »gij hebt edelgesteenten van de natuur zelve gekregen, oogeu als safieren, tanden als parelen. Maar ik wil uw kleed tooieu met witte seringen, ik heb reeds aan mijn kamenier Finette ge zegd, dat zij er veel moet brengen. Zg zal u helpen. Ik wil dat Lord Arden verstomd staat, over ui ij was hjj dat niet. Hij scheen wel verheugd mjj te zien en was zeer vrien deljjk, maar meer ook niet. Hij heeft eau trotschen oogopslag en daarom zou ik hom zoo gaarne eens verbaasd zien, eu ais iets hem in verbazing zal brengen, zult gij het zgn. Beloof me, d t gjj Finette haar best zult laten doen. >Om u genoegen te doen zal ik 't,« ant woordde Alice, den kus vau Claire beant woordende. En toen zij gereed was, in haar eenvoulig en toch zoo elegant kleed, stond Alice zeker verbaasd over haar bjjna 7eraeveu schoon heid. Zjj wist, dat zjj op Colde Feil algemeen bewonderd werd, maar Hester Blair kon niet in vergelijking komen mat Alice Kent. Recht op en blozend stond zjj voor den grooten maar in de omstreken van Aleppo heerscht nog groote opgewondenheid. In een kolenmjjn te Villanueva had Don derdag een mgngasontploffiug plaats; vier mannen werden i,e lood, een aantal ernstig gewond. spiegel en Finette verheelde haar bewonde» ring niet. ilit salon was, zooals gewoonljjk als mevrouw de Saint Luce receptie hield, ge heel gevuld. Het was eeu groote zaal met vi«r breede veusters en een licht jjzeren balkou begroeid mot zeldzame bloemen; een zaal zoo groot, dat men alle kunstwerken er bjjna niet in overzien kou. De zoldering was fraai beschilderd en heelde Venus at. De behangsels waren van wit fluweel met goudtn belegsels en hier en daar hing een kostbaar schilderstuk vau moderne meesters. Er waren een groot aantal mooie vrouwen, rjjk gekleed en schitterende van edelge steenten. Alice zag beerau iu avondcoilet, een paar officieren in keizerlijke uniform, zjj herkende den Engelschen gezau' en andere hooggeplautste personen. Zjj poogde de op merkzaamheid te otitgauu en kwam zoo rustig als mogelijk het salon binnen, maar toch maakte haar ver wonderlijke schoon heid grooleu iüdruk. Zg' giug naar een hoek der zaal waar twee prachtige palsueu bij een gemakkelijken stoel stonden en een kleine fontein klaterde. Hier stond zjj een poos alleen en dacht na. Het geluid van zilveren lach, van heldere stemmen drong tot haar door. Groote Hemel, welk een verandering! Zes jaar geleden was hij dood en zjj beschul digd vau moord; thans was zjj de schoonste vrouw ia d-ze vorsteljjke, Parjjsche woning. Claire was de eerste, die haar in haar schuilhoek ontdekte en in een oogwenk was zjj bg haar. I Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1896 | | pagina 1