!fd Land van fkusden en Altena, de Langstraat en de Boniinelenvaard.
Md den
w èo slri
FEUILLETON,
je
M I486.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusüen.
WOENSDAG 13 MEI.
1896
Ijlt gjüölwJhi. aall Ö0WI] S naar een verhaal van menschelijke zwakheid j
^11
er land van altena-
voob
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
allen geworden is. En hoever zijn wij daar
van verwijderd?
Hondt men dit beginsel vast, dan zal
Slot. 1 niemand kunnen beweren, dat het kiesrecht-
Wat de strjjd over het kiesrechten!werp ontwerp, welks behandeling wij met be-
in de Tweede Kamer der Volksvertegen- langstelling wachten, en dat verschillende
woordiging ons te aanschouwen za! geven, feiten als kenmerken van geschiktheid en jen waarin toch niet voorzien kan worden
dit is niet moeiljjk te raden. Dat men daar- welstand aanneemt, zooals het betalen van i vóór de beslissing over het groote vraagstuk
bjj zijne eigene gevoelens en die zijner belasting, het bezit van een zeker inkomen, der kiesrechthervorming.
hebben van eenig vermogen, niet!
verstrekken. Van hen, die er toe behooren, het bankje der beschuldigden op en met één
mogen wij omgekeerd zeggen van welke enkele beweging, men begreep niet hoe, trok
partjj zij deel uitmaken, tot welke richting hg zijn handen uit de boeien. Rinkelend
zij zich rekenen, dat hunne oogeu gericht vielen die ten gronde en met een triomfeerend
mogen wezen op zoovel groote vragen van lachje riep Prasler:
volksbelang, die dringend voorziening eischen 5 >Mijnentwege veroordeelt ge mg tot hon
derd jaren. Ik zit ze toch niet uit, ik zal er
wel uit komen
zgne eigene
eigene partjj niet geheel buiten rekening het hebben van eenig vermogen, niet! Na zóóveel voorbereiding, na zóóveel ge
laat, het is billijk en verklaarbaar. Maar eene aanmerkelijke uitbreiding aan het kie- legenheid tot studie, is geen maandenlange
onbilljjk en onverstandig zou het zjjn, het zerscorps zal geven. Niet minder onweer- parlementaire strijd noodig. De volksver-
ontwerp geheel onaannemelijk te achten,sprekeljjk is het, dat het zich zuiver op den tegen woordiging bezit alle gegevens om de
omdat het niet alleen geen algemeen stem- j bodem der grondwet beweegt en stellige zaak te beoordeelenzg heeft, na de treurige
recht kan geven, maar zelf3 niet als een'eischen van geschiktheid en welstand stelt; ervaring met bet ontwerp-Tak, alle aan-
beperkt algemeen stemrecht kan worden be- j wat de eerste betreft, voorai de leeftjjd van leiding om de taak met bescheidenheid te
schouwd. Zich niet te plaatsen op den hel-25 jaren. Met de grondwet in de hand kan aanvaardenwant elke zoogenaamde poging
ligen bodem der constitutie, eerst b.v. nog men verder gaan, kan men de eischen ver-,tot verbetering is meestal slechts een onwil-
minderen; maar met het beginsel voor lekeurig middel om de leidende gedaehte van
oogen dat wjj boven bespraken, met den een wetsontwerp te verbreken, terwijl het
weer eens grondwetsherziening te verlangen,
met een algemeen en een vrouwen stem
recht, dit zouden we onvaderlandslievend
kunnen noemen. Wij kunnen het ons wel
verklaren, dat iemand deze dingen wenscht,
maar wij kunnen het ons niet verklaren dat
iemand, om het thans stellig onbereikbare,
het bereikbare versmaadt.
Trouwens, zgn de teekenen van den tjjd
ons duideljjk, dan zgn deze onverzoenlgken
niet vele in getal en wordt meer en meer
het besef levendig, dat, bij eene uitbreiding
van het kiesrecht, een gaan, zoover de tegen
woordige grondwet dit toelaat, de uiterste
grens zou kunnen wezen. Maar ook beeft
meer en meer het gevoelen veld gewonnen,
dat het verstandig is niet terstond zoover
te gaan.
Het wezen van den constitutioneelen re-
geeringsvorm is gelegen in de harmonische
samenwerking tusschen kroon en volk. De
kroon regeert naar wettelijke beginselen,
die, in overeenstemming met den volkswil,
worden aangenomen. Daarom neemt het
Tolk deel aan de regsering, door middel
der wetgeving en rechtstreeks door het kiezen
wensch bezield om het volk staatkundig op meermalen is opgemerkt, dat het recht van
te leiden, alle schokkende overgangen te amendement de beste wetten bederft,
vermijden, de orde tot eiken prjjs te hand-Bescheidenheid, matiging,zelfbeheersching,
haven en den krachtigen voortgang der die drie deugden zullen moeten vormen de
hervorming onzer wetgeving te verzekeren, zinspreuk in haar wapenschild, zal de volks-
zal men het toch niet kunnen.
En daarom is thans aller oog op de volks
vertegenwoordiging gevestigd, thans aas den
vooravond van den strgd, na den verstan-
digen wenk door de Eerste Kamer gegeven.
Men heeft onze armoede op wetgevend ge
bied
vertegenwoordiging in 1896 de natie ver
lossen uit de pjjnljjke onzekerheid, waarin
zg verkeert.
Buitenland.
in
In geheel Thuringen geniet de inbreker
Prasler een groote vermsardheid. Men heeft
het jaar 1895 sterk gegispt. Men;er een zekere achting voor den misdadiger,
heeft de staatkundige geschiedenis van dat want hoewel hij inbreekt en steelt, waar
jaar, terecht, beschamend genoemd. Zij is 't hem goeddunkt, bezit hij een ridderlijkheid,
bovendien gevaarljjk. Gevaarljjk is de op-j die nimmer nalaat indruk te maken, vooral
vatting van den wetgevenden arbeid, zooals op dames.
die bleek uit de beraadslaging over het; Wordt niet in de gescbiedboeken der lijf
kiesrecht-ontwerp, dat den naam van ont- straffelijke rechtspleging herhaaldelijk mel-
werp-Tak draagt. Gevaarlijk is het de zaken ding gemaakt van ridderlijke boeven, die
op de lange baan te schuiven, altjjd uit tede gunst bezaten van dames uit de eerste gevangeniskleeren
stellen, een toestand van malaise es onze- standen?
kerheid te doen voortduren, een toestand
van wantrouwen en vrees, een toestand, die
Prasler had in zjjn veeljarig inbrekers
leven nimmer een moord begaan. Hg bond,
▼an hen, die geacht worden het te ver- minachting kweekt jegens hen, aan wie de als hij ergens gesnapt werd, zgn overvaller
tsgenwoordigen. Maar de staatkundige rech- hoogste belangen van den Staat en van het vast, hij sloeg hem het pistool uit de hand
ten van het volk moeten gelijken tred houden volk zjjn toevertrouwd. en knevelde hem, maar bjj moordde niet.
met zgne staatkundige ontwikkeling. Zg Daarom genoot Prasler in het Thuringer-
kunnen slechts geschonken worden aan hen, Dat dan ditmaal de strgd bjj uitzon- land achting, bij de lieden waar hg nog niet
van wie het met eenigen grond kan ver- dering kort, kalm, ernstig, waardig zijingebroken had, natuurljjk
wacht worden, dat zjj een zelfstandig, rede- Hoe men ook denken moge over onzen j Herhaaldeljjk was hg gevangen genomen,
ljjk oordeel kunnen hebben over de publieke politieken toestand, tot welke partg men doch telkens wist hg uit de gevangenis te
zaak. Daarvoor moeten althans eenige waar- zich rekene, van iederen weldenkende zijn ontkomen.
borgen zjjn. In dien zin kan voor een wer- de oogen op het aanstaande schouwspel ge- Vjjf jaren geleden stond hg geboeid voor
keljjk algemeen stemrecht plaats wezen in richt; misschien wel omdat, helaas, nog kort de rechtbank te Rudolstad terecht. De eisch
eene samenleving, waar een zeker normaal geleden, een dergelijk schouwspel onze volks- van het openbaar ministerie luidde tien jaren
peil van beschaving het gemeen goed van vertegenwoordiging tot spot der natie deed zware tuchthuisstraf. Toen stond Prasler uit
i Een herinnering aan een rechtzaal en een toen zjj met graaf Adalbert trouwde, nog
'gevangenis kwam bij haar op, en joeg een niet dood was, al was hg sedert gestorven.
gloeienden blos naar haar gelaat. Wie was
TTvF rvflKvnl no 1-* 'z0i die hjj voor te rein hield om te luisteren XXXVII.
In het tuchthuis te Untermarsszfeld bouwde
men voor Prasler een bjjzonder zware cel,
die 1800 mark kostte
En nu is Prasler op een bepaald raadsel
achtige wjjze uitgebroken, daarmede alle
voorzorgsmaatregelen van den cipier te
schande makend. In de dik-steenen cel kon
hij zich niet verder bewegen dan zjjn enorme
ketenen reikten. Hjj wist zieh daarvan te
ontdoen, rukte steenen uit den celwand, groef
holen en gangen, kortom hjj ontwikkelde
een genialiteit, die denken doet aan den
graaf De Monte Christo op het kasteel Iff
in den roman van Dumas.
Reeds vroeger had hij kans gezien uit
deze cel te breken. Hjj was al tot op het dak
geklommen, toen de wacht hem ontdekte.
Een andermaal was hjj in de wachtkamer
doorgedrongen, had er een cipiersuniform
aangetrokken en den sleutel gestolen. Juist
toen kwam er een cipier binnen en Prasler
riep hem toe; »Ik zou je kunnen doodslaan
en vrjj zgn, maar ik wil geen moord op mjjn
geweten laden !c
Nu is hg ontsnapt. In zgn cel vond men
vijlen en zagen; hoe hg er aan gekomen is,
begrijpt men niet. Evenmin hoe hij de wacht
verschalken kon.
Yoor de boef de gevangenis verliet, zocht
hij de kamer op waarin de burgerkleederen
der gevangenen bewaard worden. Hij nam
zjjn pak uit een kast, trok het aan, liet zjjn
liggen en ging het ge
bouw uit.
teruggekregen.
Het is mij een behoefte en een plicht om
mjjn dankbaarheid en vereering uit te
spreken voor de onvergeteljjke verdiensten,
welke gjj, mjjn waarde vorst, hierbjj hebt
verworven. Naast den naam van den grooten
keizer Wilhelm zal de naam van den grooten
kanselier te allen tjjde schitteren in de ge
schiedenis. In mjjn hart zal steeds een gevoel
van onuitwischbare dankbaarheid voor u
leven. Wilhelm.
De Duitsche keizer en de keizerin zjjn
te Frankfort a/M. aangekomen ter viering
van den dag, waarop vóór 25 jaar de vrede
aldaar werd gesloten.
De keizer heeft het volgende telegram
gezonden aan vorst Bismarck
De Frankfurter vrede, welke voor 25
jaren gesloten werd, en welks herdenking
zoo even plechtig is gevierd door de ont
hulling van een ruiterstandbeeld van keizer
Wilhelm den Groote, vormt het slot van den
machtigen tjjd, waarin Duitschland zgn een
heid, zgn grootheid en de plaats, welke het
in den raad der volkeren toekwam, heeft
Dooa
CHARLOTTE BRAEME.
(34
En nog jaren later droomde hg van haar,
zooals zij daar voor hem stond, met haar
stralend gelaat en haar heerljjke gestalte in
het wit zjjden ochtendgewaad.
En zij genoot van de reis. Het was of zjj
een stad bezocht. Een gansche reeks van
kamers ging zjj door en elke had eene ge^
schiedeniseen breede corridor door tal van
vensters verlicht en de vloer bedekt met een
dik rood tapjjt dat elk geluid dempte, en
met tal van standbeelden. Er lag iets vorste
lijks over deze corridor, waarvan overigens
weinig gebruik scheen gemaakt te worden.
»Het is hier nog mooier, dan in den Ooste-
ljjken vleugel 1" riep zjj in bewondering.
»Dit gedeelte van het huis wordt weinig
gebruikt. Het is den corridor van Lady
Öibilla. Die deuren daar waren haar kamers."
»Wie was Lady Sybilla?*
>Ik spreek liever niet over haar.«
Waarom niet, Leo?* vroeg zjj verbaasd.
»Mjjn liefste ge kunt evengoed vragen
waarom ik geen zwarte vlek wil zien op een
schitterend witte lelie. Gjj Alice, zgt de edelste
en reinste van alle vrouwen en de geschie
denis van Lady Sybilla is eene, zooals ik niet
gaarne aan u verhalen zou.«
bracht Alice in een kleine, fraaie kamer. Zjj
was ongemeubeld, alleen hing een schilderjj
omgekeerd tegen den muur.
»Ik ben hier sedert mjjn kinderjaren niet
geweest,* zei hjj Dit was de kamer van
Lady Sybilla. En dit is haar portret,* ging
hg voort, het schilderjj omkeerende, »is het
geen schoon gelaat?*
»Kjjk Leo, het scbjjnt tegen mjj te
glimlachen.*
»Zeg dat niet, Alice, ik zou niet willen
dat zjj dit deed.*
»Zjj is zoo jong en kinderljjk."
»Ik zal u zeggen wat zjj gedaan heeft,
Alice, dan zult ge begrjjpen waarom haar
man haar portret omkeerde. Zjj was inder
daad nog jong. Haar man graaf Adalbert
leefde onder de regeering van George den
Tweede. Hjj was betrekkeijjk een oud man
toen hg haar ontmoette en vatte vurige liefde
voor haar op. Zjj was de jongste dochter van
een Engelsch baron, maar arm en graaf
Adalbert omringde haar met rjjkdom. Hjj
schonk haar zgn volste vertrouwen, zgn
volste liefde. Maar hg was met haar niet
gelukkig. Zjj hield van alles dat hg veraf
schuwde en vond behagen in niets, wat
hem aangenaam was. Nog geen jaar na zgn
huweljjk ontdekte hjj, dat zjj hem schriklgk
had bedrogen, dat zjj in het geheim getrouwd
was, een kind had en dat haar eerste man,
Graaf Adalbert was geen hardvochtig
man,* ging Lord Arden voort. »Als zjj hem
de waarheid gezegd had vóór haar huweljjk,
zou hjj haar vergeven en voor haar gezorgd
hebben. Zelfs als zjj het hem gezegd had na
den dood van haar eersten man, zou hg
haar vergeven en tot zgn vrouw gehouden
hebben. Maar zjj verzweeg alles. Mjjn erva
ring omtrent het menacheljjk karakter is,
dat ieder man of vrouw een zonde vergeeft,
als zjj openhartig bekend wordt, maar niet,
als zjj verborgen gehouden is.<
Hij merkte niet op hoe zjj ontstelde, hoe
zjj hevig bloosde en toen doodsbleek werd.
>Zjjn verdriet en verontwaardiging is
niet te bascbrjjven. Hjj zond haar weg, gaf
haar een ruim jaargeld, al haar kleederen,
juweelen en de meubelen uit haar kamers,
keerde haar portret naar den muur en
noemde haar naam nooit meer.*
»Dat was een harde straf," zeide zjj
die men voor mjj verborgen houdt, nimmer!"
»Ook niet als gjj haar lief had?" vroeg
zjj zacht.
»Hoe kan ik iemand liefhebben die ik
niet acht? hernam Lord Arden fier. >Ware
Lady Sybilla mjjne vrouw geweest, dan
zou ik haar evenzoo verstoten hebben, als
zjj een vroeger huwelijk voor mjj ver
zwegen had.*
Maar toen zweeg hjj verwonderd en
ontsteld. De witte gestalte zjjner vrouw
wankelde, zij stak een hand uit en hjj had
te nauwernood den tgd om haar voor val
len te behoeden. Hjj nam haar in zgn
armen en drukte haar aan zgn borst, hg
bedekte haar gelaat met kussen, teedere
hartstochtelijke kussen en verweet zich zelf,
dat hjj te veel van hare krachten gevergd
had, dat zjj zich te veel vermoeid had.
Bezorgd leidde hg haar naar haar boudoir
en liet haar rusten, terwjjl hg naast haar
zat, want hjj had haar innig liefl
De herfst verstreekKerstmis naderde en
Lord Arden had het zeer druk. Alice was
gezond, gelukkig en, zooals zij dikwjjls
huiverend tot zich zelve zeide, veilig. Veilig
tegen dat noodlottig verledenEn zjj vergat
nooit den hemel daarvoor te danken, zjj
zacht, misschien durfde zjj het hem niet voelde zich als een schipbreukeling die gered
te zeggen."
»Een harde straf!* riep hjj woester, dan
zij hem ooit gezien had, »een rechtvaardige
straf. Zjj die oprecht liefhebben kunnen
nimmer bedrog vergeven. Ik gelijk hierin
op mjjn voorvader Adalbert. Ik zal alles
vergeven dat mjj vrjj willig en openhartig
is en haar grenzenlooze dankbaarheid deed
haar goedertieren en vergevensgezind zgn
jegens anderen. Hoe te nauwernood was zij
aan gevaar en schande ontkomen
»Nimmer heeft iemand zulk een lots
wisseling gekend,* dacht zjj vaak. >Van
iemand die alleen op de wereld stond, ge-
bekend wordt, maar een zonde of misstap, smaad en vergruisd werd, ben ik de vrouw
De >Hanoversche Courier* houdt vol, dat
prins Hohenlohe wegens zjjn hoogen leeftijd
verlangt af te treden als rjjkskanselier. De
keizer moet hem echter verzocht hebben,
op zjjn post te big ven tot na het einde der
parlementaire zitting.
De overwinningen der Spanjaarden op
Cuba zgn bjjna niet meer te tellen. De
kolonel de Savoie heeft verschillende benden
onder bevel van Marion verslagen.
De vjjand, die een aanval deed op de
linie van Mariel, is teruggeslagen.
De hoofden der opstandelingen Ricardo
Borges, Regino Sanchez en anderen hebben
zich onderworpen.
Mevrouw Stambuloff, de weduwe van den
Bulgaarschen dictator, moet tegenwoordig
in zeer bekrompen omstandigheden leven.
Al haar pogingen, om in het bezit te ge
raken van de goederen van wjjlen haar
fifiht.gAnnnt, waarop beolag gologci ia, sgu
tot nog toe vruchteloos gebleven.
Sir Philipp Cnrrie, de Engelsche gezant
te Constantinopel, heeft weer een bezoek
afgelegd aan de Verheven Porte, om deze
te bewegen tot het invoeren vaa hervor
mingen, die de verschillende mogendheden
wenscheljjk of noodzakeljjk achten. Vóór
de gezant dezen stap deed, heeft hjj zich
verzekerd van den steua en de goedkeuring
der overige gezanten.
Zijn optreden geldt thans het invoeren
van hervormingen ten bate der 1500 Ame-
niërs van Biredjik, die tjjdens de jongste
ongeregeldheden gedwongen werden huu
godsdienst af te zweren en over te gaan
tot den Islam.
Sir Philipp Currie eischt: dat onmiddel-
ljjk de troepen zullen worden teruggeroepen
dat een gouverneur zal worden benoemd,
die het vertrouwen heeft van de Armeniërs
en die hun zal toestaan, langzamerhand
weer over te gaan tot het Christendom. De
mogendheden durven niet aandringen op
geworden van een der aanzienlijkste mannen
in Engeland en wat meer is, ik bemin en
word bemind! Wat kan ik doen voor hem,
die zooveel voor mjj gedaan heeft? Hem
liefhebben, hem altjjd liefhebben,* zei haar
hart, en zij deed het, maar ook had zjj oogen-
blikken van gewetenswroeging, al werden
die zeldzamer.
Kerstmis kwam, maar tusschen al het
schoone en gelakkige, bracht het Lord Arden
ook iets, dat hem hinderde. Het was eigen-
ljjk iets onbeduidends: de heropening van
een oud proces betreffende het recht op een
weg buiten het Park. Zeven jaren had het
gerust, maar de erfgenamen van dengene,
die het begonnen had, wenschten het geding
te heropenen. Lord Arden had dadeljjk
willen toegeven, maar zgn advocaten raadden
hem dit sterk af; er zouden later allerlei
moeielgkheden voor hem uit voortspruiten,
zeiden zjj, hjj moest den strgd tot het eind
volhouden. En toen de graaf opmerkte, dat
hjj weinig meer van het proces wist, beloofde
de advocaat hem de oude nummers van de
Times,* van Juni en Juli 18**, waarin
het proces beschreven werd, te zullen toe
zenden.
Lord Arden had geen geheimen voor zjjn
vrouw en zoo spraken zjj ook dikwjjls over
dit rechtsgeding.
»Gjj moet bet eens lezen,* zei hjj, »en mjj
zeggen wat gjj er van denkt.*
>Met genoegen. In welke couranten staat
het?*
>Juni en Juli 18**.*
vs.
j Lord Arden opende een der deuren en
in dun oostelijken vleugel.
(Wordt vervolgd./