Hel Land van lleusfle en de Langstraat en <le Boininelenvaard o FEUILLETON Uit gebrek aan bewjjs mm M 1498. Uitgever: L. J. YHURMAU, Heusden. WOENSDAG 21 JUNI. 1896. VOOE En juist omdat de dusgenaamde vierdü stand zich in vele opzichten geplaatst ziet in eene stelling, die zich niet gunstig van die der andere standen onderscheidt, daarom ZÖ Wjj wenschen van ond*r op te beginnen, het hoogere, zonder ridderlijkheid voor het 'UT UNO VAN ALTENA- Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsve* hooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- Gn Vrjjdagavond ingewacht. II. Wjj moeten ons tweede opstel aanvangen met eene opmerking, die schijnbaar eene onbillijkheid beva\ dat namelijk driest ge weld, baldadigheid en brutaliteit, in onze dagen de groote plaag van den rustigen burger en van het openbaar gezag, vooral voorkomen in die lagen der samenleving, die men gewoon is het volk* te noemen, en waarvan de zoogenaamde werkmansstand een voornaam deel uitmaakt. Het is echter niets dan scbjjn. De werk mansstand is het talrjjkst; zij deelt het minst in de voorrechten van onderwijs en opvoe ding; bjj haar is de strijd ora een voldoend bestaan het hardstonder haar wordt het meest armoede geleden, die vijandschap kweekt tegenover de bezittende klassenbjj haar kunnen de zoogenaamde volksleiders, tot bereiking hunner vaak onedele bedoe lingen, gemakkeljjk een invloed ten kwade uitoefenen. Wij willen vooral den eerbied voor het ge zag opzetteljjk aan de jeogd inprenten. Wjj zouden de onderwjjzers iti het algemeen niet gaarne van nalatigheid beschuldigen. Wjj zouden ons alleen de vraag willen veroor loven of zij altijd genoeg doordrong\n zijn van de waarheid, dat in de jeugd de toe- zwakkere, zonder gevoel van orde, zonder schuldig te hebban cretnaakC Er is beweerd, diepe overtuiging van de weBsch'.dijkheid dat de Belgische ambtenaren niets ontzien, om matig te zjjn, vlijtig, eerlijk, beleefd, om ia het bezit van ivoor enz. te komen, kalm, ernstig, om al die eenvoudige maar om maar geld te verdienen, onschatbare deugden en dengdjes onver-De »Köluische Zeitung* staaft dat thans mengd en onvervalscht te bewaren weer met het volgende feitEen vreedzame Niet dat de geheele zwaarte van de plicht karavaan van Arabische kooplieden van de komst van een volgend geslacht reeds voor <jer opvoeding rusten zou op den onderwijzer, kust van Oost-Afrika is aan den Zuid-Oos een groot deel verscholen ligtof zjj welIntegendeelhij komt slechts in de tweede steeds bedenken, dat de tjjd zich kenmerkt1 plaats in aanmerking. Maar de schoollucht, door buitengewone verschijnselen en dat hetjg jn den regel geestelijk zuiverder dan die letten op de teekenen van den tijd vooral (je woonkamer. En, wat zullen we er den opvoeder steeds eigen moet zijn Im i van zeggen In het gezin van den werkman mers, de lagere school is een plaats van js hot niet altijd onvermijdelijk, dat het kind volksopvoeding bij uitnemendheid. Daar be- anes z[et en hoort, van de twisten met de hooren die eenvoudigheid en die gemoede- buurvrouwen af tot de staatkundigequaesties lijke en tevens big moedige ernst tehuis, die toe, zooals vader ze hoort verhandelen in het jeugdig hart zoo aantrekken en die mende club, waar zijn vader niet heenging, of zegt dat maar wij gelooven het niet j zooals vader ze leest in een partjjhlad, dat langzamerhand in de oudheidkamer worden jn zijns vaders tijd er nog niet bovenop was. bjjgezet. Wèl, dubbel wèl, die brave, degeljjke, Trouwens, er wordt veel vereischt, ook echt-Hollandsche werklieden want ze zijn op de lagere school, veel dat voor sommigen er nog die vasthouden aan de bron, wel eens ballast is op den levensweg. Op waaruit zij zeiven hebben geput, en die in het hoofd komt het aan er moet geleerd, den moeieljjken tjjd, dien wjj allen door- veel geleerd worden, altijd en overal. Schiet leven, hun lievelingen weten te bewaren er wel tjjd over om wat meer werk te ma- voor het kwade zaad def maatschappelijk» ken van wat hart en gemoed behoeven zonden* en di0 bet beseffen, dat opvoeden Menig onderwjjzer weet met zijn tjjd in het huisgezin, voor het grootere gezin hebben wjj een open oog voor zjjne belangenden zjjne gaven heerlijk te woekeren. Maar dat allen omvat, de eerste en beste hunner daarom waardeeren wjj dubbel het goede, j toch, de richting van het hedendaagsche plichten is. (Slot volgt), dat ook in den werkmansstand bij velen onderwijs leidt vooral naar zoogenaamde wordt gevonden. jalgemeene ontwikkeling, die dikwijls eene O <n i f on T ga r» <rï Het is er dan ook ver van verwijder#, j veelweterij mag heeten. We hebben veel,' jya eea stormachtige discussie heeft de dat wij bet toenemend misbruik der jsrfeer wjjze, dan lieve en verstandige kinderen.£amer van Belo-ië het wetsontwerp tot eoonlfjke vrijheid, de toenemende verstoring j De natuur komt niet tot zijn recht. Devoorloopi^e wijziging van de invoerrechten 1 van orde en veiligheid, dat wij den geest j stelling van den toekomstigen Staatsburger en accjjnzen 0p het gedistilleerd, teneindef doorbracht in onoogelijke vuile kamers, vol teljjken oever van het Tanganjika-me^r over vallen door troepen van den Congo-staat. en beroofd van haar ivoor en haar wapenen. De Arabieren stonden onder Duitsche be scherming, afkomstig nit Bagamoyo, en geenszins rijke lieden, doch kleine hande laars, die na den overval, welke hen arm had gemaakt, niet meer naar de Oostkust durfden terngkeeren; omdat zij niet in staat waren de voorschotten terug te geven, die zij op de opbrengst van de karavaan van rijke Indische kooplieden ontvangen hadden. De Fransche Kamer heett het artikel goedgekeurd der wet, waarbjj Madagascar tot eene Fransche kolonie wordt verklaard. De moordenaars van Barones de Valley in de Rue Penthièvre te Parijs zijn in hechtenis genomen. Het zijn drie knapen, ♦opgeschoten jongens,* als helers zoo vaak een rol spelend bjj misdaden in den tegen- woordigen tijd. Een van hen is de 17-jarige boodschaplooper der Barones, de zoon eener vroegere huishoudster van de oude dame. Hij bracht zijn twee makkers bij haar. Zij hebben alle drie reeds bekend. Diefstal was het doel van de misdaad. De oude Barones, die hare laatste jaren Het laatste deed zij van zich spreken in 1870 toen zjj aan de table d'höte in de Kursaal te Wiesbaden, eon oud Duitseh officier, die daar naar aanleiding van den val van Metz, een toast instelde op de glorie van het Duitsche leger, een oorveeg gaf. En de elegante, groote dame, die met de eersten des lands had verkeerd, werd op haar ouden dag een gierige woekeraarster, die bare slachtoffers uitzoog, alleen om geld dacht, rondliep als een bedelaarster en in vuil en ongedierte leefde, omdat zij te gierig was, het noodige uit te geven voor kleeding en bediening. Zoo trok zjj de aandacht van de jonge boeven wier slachtoffer zjj werd en die haar op klaarlichten dag in haar eigen woning vermoordden. Hare treurige geschiedenis is een roman uit het werkelijke leven, waarbij vele sensatie romans het moeten afleggen. Het verbljjf van den Chineeschen onder koning Li-Hung-Tsjang te Berljjn heeft zoo wel in Duitschland als daarbuiten algemeene belangstelling verwekt en zijn gangen wor den in politieke kringen met groote aan dacht gevolgd. In 't bjjzonder wordt als iets zekers aangenomen, dat het bezoek van den hooggeplantsten Chineeschen waardigheids bekleder met de drieöogige pauweveer en het gele vest in verband staat met aanzien lijk bestellingen der regeering van het He- melsche rijk aan de Duitsche industrieelen. China heeft nog een schold van dankbaar heid af te doen voor de vriendelijke be middeling door Duitschland geboden bij het t i s i. i n i i i.i - - i -.sluiten van den vrede met Japan. De Chi- van ontevredenheid en verzet, die schier]wordt verwaarloosd. En toch kan men het!g00 heet het althans het alcoholisme tejbedorven overblijfsels van pracht en weelde,!neesche Bismarck wordt intosschan op alle overal maar dan toch in hoofdzaak onder J kind zoo gemakkeljjk, als het ware spelende' bestrijden, aangenomen. Volgens dit ontwerp i WftS a'3 j°nge eJQ scboone dame zeer gevierd de volksklasse worden waargenomen, geheelleerende en leerende spelende, gezonde be- WOrdt van brandewijn van 50 gr. in fast hoogste kringen te Parijs. Vorst op rekening vaa hen, die daartoe behooren, j grippen inprenten omtrent de maatschappij,j5Q francg per JJ.L. geheven en voor iederen J Metternich, bij wien zij als jong meisje dik- zouden stellen. Integendeel zjjn wjj vast over tuigd, dat de schuld ia hoofdzaak elders ligtdat men te weinig let op de bjjzctn^ere behoeften ran hen, die in bijzonders om standigheden zjjn geplaatst. Het is niet genoeg aan te dringen op het tot stand komen eener volledige sociale wet geving, dat wil zeggen van wetten, die in het persoonlijk belang der werkende klassen worden gemaakt. Zeker is tot dusver in die die het omringt en eenmaal ontvangen zal,graa(] sterker 3 francs; van likeuren in omtrent al die verschijnselen die haar ken-j flessehen 300 francs per H.L. merken, de wanbegrippen die 6r heerschen, j de ondeugden die haar ondermijnen. Zal j Toen de Belgische kapitein Lothaire den het kind eens een gelukkig lid der bur- i Engelschen handelaar Stokes liet ophangen, gerljjke samenleving zijn, dan is weten on-j naar het heette omdat deze heulde met de misbaar, maar het besef van plichten nog I Arabieren en hem van wapenen voorzag, meer. Dat kind zal eens zelfstandig optreden zijn van Duitsche zijde de Belgen er op- in een maatschappelijk bedrijf, in huisgezin, j merkzaam op gemaakt, dat zij beter deden in staat en kerk. Wat zal die zelfstandig- j eerst eens de hand in eigen boezem te steken mogelijke wijzen gefêteerd en met eerbe- wjjzen overladen. De keiier begiftigde hem met het grootkruis van de orde van den Rooden Adeluar en heeft te zjjner eere een feestmaal gegeven. Tr Dit bezoek zal den praktischeu Duitschers schatrnk diplomaat, den Baron De Valley.'! fwel geen windeieren leggen. Deen wonder, schitterde onder de Regeering vani idat de h ranschen jaloersch kjjken en spgtig wijls logeerde met haren oom, den Minister De Montbel, wilde haar uithuweljjken aan een Vorst Esterhazy. Zjj trouwde met een Louis Philippe in alle salons en was een er aan herinneren, dat ook Frankrijk in het der toongeefsters in legitimistische kringen. Tr- 1 D sten een handje meegeholpen heeft! Ook richtte zjj het tydschrifr, »la Violette* j op, dat George Sand onder zijn medewerkers j Gelukkiger dan indertijd Koning Midas telde. eea smdsVnwdd Ve Nïeenea vsm lijn ichting veel te weinig tot stand gebracht; heid beteekenen zonder een innig besei van\en ie onAerzoeVen we\k door \ran\ Ti'q Vewees indertijd Vr&nkrijk een dienstlooren, die kern \ee\qk in den weg stonden, maar ook in andere mkiing kan, en wel- ket noodzakelijke der wederkeerige vrqkeid,\eigen dandgenooten wordt bedreven. "En dan6 door van kaar connecties met het kof van p 11 i dickt nog met meer vruckt, worden gewerkt, zonder recktsgevoel, zonder eerbied voor «zouden zij zien, dat dit minstons evenaarde ■WMnttirmh i LII. ZUSTER TERESA. DOOR CHARLOTTE BRAEME. (46 En dat hebt ge na ook,* was het ernstige antwoord. »Maar voor zoover ik uwe ge schiedenis kan beoordeelen, is uw eenige fout dit: dat gjj hem uw verleden verzwegen hebt.* Ik dank God voor die woorden riep Lady Arden. Gjj hebt mjj nieuwen levens moed gegeven. Gjj gelooft mjj en gjj zult mjj toestaan u te helpen in uw edele levenstaak.* >Ja,< zei Monica Grey, »dat wil zeggen, ik zeg ja, maar eerst moet ik den Bisschop spreken. Gjj zjjt een getrouwde vrouw en al kunt gjj werk en een schuilplaats bjj ons vinden, tot onze zusters zult gjj nooit behooren.* >En zou de Bisschop dan tegenwerpin gen maken.* Neen, dat geloof ik niet, maar ik moet hem spreken. Kom terug Lady Arden, dan zal alles voor u gereed gemaakt zjjn.* fin Lady Arden kwam terug en werd vriendeljjk ontvangen. De Bisschop had zjjn toestemming gegeven. ♦Een bekommerde ziel te helpen,* zei bjj, ♦was meer dan een ziek lichaum te genezen.* Zoo kwam Lady Arden in het klooster en werd de meest geliefde van alle zusters. f i »De wereld vergeten en door de wereld vergeten,* die woorden dacht Lady Arden |nu zij eindeljjk rust cn vrede vinden kon. jZoo werd zij in het klooster opgenomen en kreeg den naam van zuster Teresa. Zjj werd de toevlucht en troost voor alle ljjden- den en ongelnkkiyen. Nog niet lang was zij er of Monica Grei vertrouwde haar en had kaar lief mek haar gansche hart; zjj werden oprechte ea trouwe vriendinnen. Ik vraag mjj wel eens af,« zeide zjj, die vroeger Hester Blair heette, ♦waarom ik zoo ongelukkig moet zjjn.« Het geheim van elk menschenleven kan eerst hiernamaals worden opgelost,* ant woordde Monica Grey. ♦Elk leven heeft zjjn verborgenheden, wjj worden hier en daar geleid, maar zien de hand niet, die ons be stuurt. Wjj begrjjpen niet welken weg wjj gaan, maar aan het eind daarvan is elke stap ons helder. De tijd zal komen, mjjn beste, dat het ook voor n niet langer een geheim isl* Ik zon het kunnen begrjjpen,* hervatte zjj droomerig, ♦als ik schuldig was. Maar niemand heeft meer geleden dan ik. Waarom Geduld!* zei Monica. »Is de eeuwig heid zult gjj dit alles weten, misschien reeds in dit aardsche leven. Gaan wjj ieder ons eigen leven na,« vervolgde zjj ernstig, >dan zullen wjj vinden, dat elke zorg, elke kom mer, toch ten slotte aan onze eigen fouten te wjjten is. Bjj u zelve ook. Al uwe rampen begonnen, omdat gjj met een man getrouwd zijt, dien gjj niet liefhadt.* datgene, waaraan de heer Stokes heette zich Duizenden meisjes doen dat, maar wor den er niet voor gestraft.* Mjjn beste, gjj kunt niet beoordeelen of anderen gestraft zjjri. Gjj zeidet, dat gjj het deed om uw vader te redden, maar zou Hg, die de musschen voedt en de leliën kleedt, ook voor hem niet gezorgd hebben? Kom, als gjj uw leven nagaat, uwe ge- lukkigo meisjesjaren vergeljjkt met de'latere, dan is er evenwicht, dan is er lang niet overal ellende. Gij moet inzien, dat de oorsprong van uw zorg ligt in uw eigen fout: iemand te trouwen, dien gjj niet liof- hadt-, dien gjj zelfs verafschuwde 1 Welnu, goud kan worden gezuiverd door het vuur, groote zielen worden alleen volmaakt door loutering. Maar mjjn leven i3 vwrwoest!* kreet zjj. ♦Het is niets als schande.* Gij weet niet wat het leven u nog bieden kan.* Veel arbeid hoop ik en het geluk dat vrede geeft.* Hebt gjj wel gehoord van de vrouw, die den rechter eene gunst te vragen had? Hjj weigerde het herhaalde malen, maar zjj hield niet op. En eindeljjk gaf hjj toe. Doe als zjjBid 1 Bid 's morgens, en op dew dag en in den avond en den nacht. God, die de kinderen Israëls behouden thuis bracht, zal ook u redden.* Maar ik heb gebeden, zuster, lang en veel gebeden in de gevangenis.* God weet Zjjn tjjd, mjjn beste en het uur voor u was n -g niet gekomen.* Lang ën ernstig dacht zustor Teresa over deze woorden na. Kon zij haar onschuld be- wjjzen Gesteld dit, dan was het immers te iaat! Hester Blair was reeds zoo lang dood, wie deerde het of zjj schuldig of onschuldig Marokko gebruik te maken tot het in orda brengen vaa een lastige quaestie. was! Maar toch, zjj zou bidden. Er waren zelfs nu nog tjjden, dat zjj aan die schrikke lijke gebeurtenis dacht, zich afvroeg: wie heeft het gedaan en waarom? Dan ging zij in haar herinnering alles na, maar kon geen oplossing viuden. Maar ten slotte kwam toch over haar een groote, weldadige kalmte. Haar gansche leven werd arbeid en plicht. Zjj hoorde niets van haren echtgenoot, maar het ruime jaar geld werd haar regelmatig door zjjn zaak gelastigde uitgekeerd. Veel had zjj reeds in het klooster ervaren, van menscheljjke boos heid, maar ook van schijn die bedriegt. En thans, nu zjj bjj den haard zat te mymeren en het schjjnsel van het vuur op haar gelaat speelde, kwam de boodschap, dat zjj naar de ziekenzaal moest gaan. LIII. EEN BEKEND OBLAAT. Een kleine, vierkante, reine kamer, met een bed met zindeljjke gordjjnen, een kleine waschtafel, drie of vier stoelen, een paar boeken, en een crucific aan den muur. Zuster Teresa zag dit alles met één oog- opslag. De patiënt, wiens gelaat zjj niet zien i' kon, lag stil en rustig, maar als hjj sprak, klonk zjjn stem vreemd. Er waren twee doktersde een was de s geneesheer van het hospitaalin den ander I herkende zij Sir James Carlingford, een der i bekwaamste geneesheeren van dien tjjd. Zij spraken met elkander, zachtjes en op een eigenaardige wijze, die haar, zjj kon niet zeggen waarom, aan Colde Feil herinnerde. Sir James Carlingford wendde zich eindeljjk om en zei tot haar: afgekomen. De man had van jongsaf door den verkeerden stand van zjjn ooren ge leden zelfs bjj sollicitaties naar baantjes ♦Ik moet sen paar minuten met u spreken, zuster, gjj hebt weinig te doen, maar toch zal uw taak zwaar zijn. Da patiënt gelooft niet dat hij in gevaar verkeert, het is dan ook waar, dat hjj weinig of geen pjjn heeft bij heeft den ruggegraat gebroken, en hulp voor hem is er niet meer. Er valt voor u niets te doen, dan bjj hem te waken, hem toe te spreken, hem te troosten, tot hjj sterft. Geaf hem wjjn, of cognac, wat gjj wilt, maar maak het hem duideljjk, dat hij sterven moet. Zjj hooren dit liever uit een mond als de uwe, dan van ons.* Ik zal mijn best doen,* zei zuster Teresa. Zijn dood zal kalm zijn,* ging Sir James Carlingford voort, >het is nu elf uur, vóór de zon opgaat is het afgeloopen.* Zóó is het menschelgk leven gemeten! De geneesheeren vertrokken en zjj bleef alleen bjj den patiënt. Zjj verzette de lamp, opdat het licht haar niet zou beschjjnen, maar hjj lachte. Neen znster,* zei hjj, ♦laat het licht zoo lang mogeljjk bjj mjj. Ik heb vreemde woorden in mjjn hoofd, zooiets als eeuwige duisternis. Wat kannen die beteekenen?* Zjj zette de lamp weer neder. Zij bescheen het gelaat, en toen dacht zjj eensklaps, dat zjj die stem herkende. Ik moet toch lachen,* ging de patiënt voort, ♦al is het achriklijk thans. Eu toch, het paard viel over mjj heen en heeft mjj volstrekt niet gekwetst. Ik had al mjjn beenderen kunuen breken, maar dat deed ik gelukkig niet! En die dokters kjjken alsof ik doodelijk gewond ben. Wat een onzin 1 Ik heb volstrekt geen pjjn! Er is hoegenaamd geen gevaar, vindt gjj wel?* (Wordt vervolgd,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1896 | | pagina 1