Hel Lam! van Heusden en Aliens,
a
ic
LanMraa
en de llomnielerwaaru
SURIM ME.
FEUILLETON.
Op Waltersburg.
UitgeverLl. J. YIERMAK, Heusden.
M 1519.
ZATERDAG 5 SEPT.
1896.
Eerste Elsid.
(2
VOOE
D
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderljjke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7% et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
VASABOttrcftsvr.vy«Mbrtft- V
Wat in tjjden van welvaart en vooruit
gang niet noodig is en zelfs schadelijk kan
zjjn, wordt, wanneer de omstandigheden
zich minder gunstig voordoen, dikwijls een
noodzakelijkheid.
Zoo zal 't zeer nuttig kunnen zjjn, dat
zjj, die in hun geboorteland met moeite het
hoofd boven water kunnen houden, naar
andere gelegenheden uitzien om in het onder
houd van zich en de zjjnen te voorzien, en
een andere woonplaats zoeken.
Zoo hebben in alle landen van tjjd tot
tjjd gezinnen, ja soms geheele gemeenten,
zich elders een woonplaats gekozen.
Maar hoe velen zijn hierbij bitter teleur
gesteld Dikwjjis, ja, door eigen schuld, maar
ook velen, die met den besten wil niet anders
konden, en later het oogenblik verwenschten,
waarop zjj aan een roepstem gehoor gaven
en van hun vaderland afscheid namen.
Toch ligt dit dikwjjis niet aan de toe
standen in den vreemde, maar gewetenlooze
bedriegers hebben door hunne valsche voor
spiegelingen dikwjjis goedgeloovigen van
hunne laatste bezitting ontlast, en aan
armoede en gebrek prjjs gegeven.
Daarom achten wjj een juisten blik op
het land eener nieuwe woning van groot
nut, en waar wjj van vertrouwde en gunstig
bekende mannen inlichtingen kunnen ver
kregen, die op eigen ondervinding gegrond
en onpartjjdig zjjn, achten wjj 't onzen
plicht deze mede te deelen.
De heer E. J. W. Juta, W.-I. Hoofd
ambtenaar, deelde, tijdens zjjn verlof hier
te lande doorgebracht, een en ander over
Suriname mede, waaronder het onderstaande
tot het voornaamste behoort.
Onder het beschaafde en ontwikkelde deel
van ons volk is de kennis van deze Neder
landsche kolonie al bjjster gering. Men kan
zelfs veilig zeggen dat met uitzondering van
hen die er belang in stellen om handels-
of scheepvaartrelatiën, of omdat zjj bezit
tingen aldaar hebben, de Nederlanders in
het algemeen er zich bitter weinig om be
kreunen of het de kolonie welgaat of niet.
Zjj beseffen volstrekt niet dat thans, meer
dan ooit te voren, ons nationaal bestaan
afhankeljjk is van den bloei onzer kolo
niën, en weten evenmin het onloochenbare
voorrecht te waardeeren, dat het bezit eener
i
De boeren,* ging de ander voort, »zjjn
toch reeds sedert van morgen verzameld en
van avond zal 't er op losgaan. Daar moest
men toch wel iets van gewaar worden.*
Als 't er op losgaat, zullen we 't wel
hooren,* antwoordde de Baron.
>Als 't dan maar niet te laat is
De oudste zweeg daarop weer.
»Ja,« vervolgde de jongste, »je bent altijd
zoo kalm, ik kan niet zoo gelaten bljjven
Wees ook kalm, Koert!*
»Bjj het gevaar, dat ons dreigt?*
•Ja, jjj bent de man niet, daarin te han
delen en ik ben het evenmin. We laten alles
aan Emma over en den ouden Baunhart!
Emma is kloek en moedig en onze huis
hofmeester heeft reeds menigen krjjg mee
gemaakt en in bloedige slagen gestreden;
hjj zal het hoofd niet verliezen.*
De Baron zeide dit met energie, die zeer
afstak bjj zjjn gewone Ijjdeljjke houding.
»Wat toch Emma in het park zoekt?*
vroeg baron Koert, »en juist thans?*
Ze zal schikkingen te maken hebben,*
meende de Baron.
Alleen?*
•Met Baunhart, die reeds vroeger het slot
verlaten heeft.*
•Ja, zij bezit moed
•Laten we onze wandeling maar aan-
kolonie als Suriname, in deze tgdeu van
soc'ale woelingen en buitenlandsche kolo
niale politick, voor Nederland heeft.
Men schijnt zich Suriname voor te stellen
als het meest verlorene, verlatene en on
gezondste land onder de zon. Deze onjuiste,
en zelfs lasterljjke opvatting beschouw ik
als een der ernstigste hinderpalen om die
kolonie weder tot bloei te brengen.
Gedurende mjjn ruim 13-jarig verbljjf als
zee-officier, planter en district-commissaris
in Suriname heb ik die kolonie leeren kennen,
leeren liefhebben en hare hooge waarde
voor Nederland leeren inzien.
Een daaraan voorafgaand zevenjarig ver
bljjf in onze Oostindische bezittingen, alwaar
ik door toevallige omstandigheden ruim
schoots in de gelegenheid was op verschil
lende cultuurondernemingen eenige agrono-
mische kennis op te doen, stelde mjj in
staat een vergelijking te maken tusschen
Java en Suriname, en ik verklaar dienten
gevolge, dat, wat gezondheid van klimaat
en vruchtbaarheid van bodem aangaat, Su
riname verre boven Java staat.
Een enkel woord over kolonisatie in
Suriname.
In 1684 kwam de zuster van Aersen van
Sommelsdjjck, vergezeld van een aantal
Labadisten, in Suriname om zich als volks
planters te vestigen. Deze kolonisatie ging
te gronde door verdeeldheid, luiheid en on
kunde.
Die van de Paltzerboeren in 1745 mis
lukte om dezelfde redenen, waarbjj nog kwam
dat deze zich aan eene ongebonden en on
matige levenswjjze overgaven.
In 1845 kwamen, onder leiding van ds.
Van den Brandhoff, 344, hoofdzakeljjk
Groniogsche landbouwers, in Suriname, met
het doel om aan de Saramacca-rivier een
Nederlandsche volksplanting te stichten.
belden is echter eene zaak met grooter
zorgeloosheid en gebrek aan gevoel van
verantwoordelgkheid voorbereid dan deze
poging tot kolonisatie. Aan de voorbereiding
tot hunne komst ontbrak nagenoeg alles
slechts enkele huizen waren gereed ia een
boschachtig terrein, gelegen beneden den
wind, van zwampen en moerassen, terwjjl
van behoorljjke afwatering geen spoor te
ontdekken was. Onder die omstandigheden
kwamen zjj aldaar aan in de maand Juni,
dus in het midden van den grootea regen-
tjjdIs het te verwonderen dat in korten
tjjd 189 hunner, voornameljjk door buik
ziekten, ten grave daalden? j 3e. In 1885 kwam een 24-jarige boer
Door tusschenkorast van den gouverneur j uit Groningen in Suriname om op de on-
baron Van Raders werden de overgeblevenen dernensing »01denburg< werkzaam te zijn.
iu 1854 naar Paramaribo verplaatst, en door Niettegenstaande hjj sedert zijne aankomst,
zijne hulp eu die van vele ingezetenen werd behalve het toezicht op de veestallen, da-
hun toestand allengs gunstiger, terwijl zjj 'geljjks tamelijk zwaren tuinarbeid enz. ver
door vlijt, jjver en goed ordelijk gedrag
langzamerhand in beter doen geraakten.
Ten westen en zuidwestwaarts van Pa-
richtte, liet zjjne gezondheid tot mjjn
vertrek van Suriname niets te wenschen
over. Hjj verklaart ook dat Hollandsche
ramaribo gevestigd, leggen zjj zich voor- boeren zeer goed in Suriname terecht zullen
nameljjk to8 op den kleinen landbouw ens komen en dat zjj in den hooitjjd in het
veeteelt. j vaderland veel meer van de hitte hebben te
Hun getal bedroeg in het begin van 1889: verduren dan in Suriname het geval behoeft
32 mannen, 35 vrouwen, 34 jongens en 33
meisjes.
Dat tot dusverre kolonisaties in de tropen
te zjjn.
4e. De van de Saramacca-kolonisatie
overgeblevene boeren verklaren eenstemmig
mislukten, is volstrekt nog geen bewjjs datdat kolonisatie van Hollandsche boeren in
zjj mislukten ten gevolge van klimaatsin- i Suriname zeer goed mogeljjk is, mits zij zoo
vloeden, want zooals door den hoogleeraarverstandig zjjn te luisteren naar den raad,
Stokvis op het internationaal medisch con-1 die hun omtrent levenswijze, voeding en
gres te Berljjn is aangetoond, kunnen verdeeling van den arbeid zal gegeven
Europeanen, mits de vereischte hygiënische worden. Men behoeft trouwens die nagenoeg
maatregelen in acht nemende, zeer goed inonvermengd gebleven immigranten en hun
de koloniën aarden. afstammelingen, zoowel mannen, vrouwen
Hiermede wil ik volstrekt niet beweren als kinderen, maar aan te zien om over-
dat emigratie van Europeanen naar de tropen j tuigd te worden dat zjj het bjj het rechte
onbepaald is aan te bevelen, maar emigratie eind hebben. En niet alleen zjj, maar zoovsel
naar Suriname acht ik, op grond van de andere Europeanen van beider geslacht zjjn
ondervinding die ik daaromtrent opdeed, daar als levende getuigen, dat Suriname
zeer wel uitvoerbaar. voor Europeanen een gezond klimaat bezit.
Onder de vele voorbeelden, die ik tot Ofschoon de temperatuur in Suriname vari-
staving van dat gevoelen zou kunnen noe- eert tusschen 70 en 90 graden Fahrenheit,
men, slechts de voigendewordt de hitte aan de kust door den veelal
le. Het is een feit d«i de equipages der krachtig doorstaanden N. O. passaatwind
oorlogschepen, na een driejarig verbljjf in zeer getemperd.
Suriname er even gezond uitzien als de equi- De sterfte-cjjfers van de districten, /die
pages der uit Nederland ter hunner aflossing het meest voor kolonisatie in aanmerking
gezonden schepen; de werkzaamheden aan komen, waren in 1889 zeer gering,
boord der in Suriname gestationeerde oor- Bjj het doen eener keuze uit een der
logschepen komen, wat krachtsinspanning districten als eerste vestigingsplaats zal men
aangaat, vrjj wel overeen met die welke in zich moeten laten leiden door het bedrjjf dat
Suriname van een Europeeschen immigrant j de kolonist zich voorstelt uit te oefenen,
zullen gevorderd worden om zich een goed Deze bedrijven bepalen zich:
bestaan te verzekeren. lo. tot de cultuur van cocosnoten, met
2e. Bij de oprichting der centraaltabriek daaraan verbonden olie- en mattenfabricage.
in Suriname gedurende de jaren 1880/1882,1 2o. tot de cultuur van maïs, cassave,
op een terrein dat geheel in bosch was op- arrowroot, sesam, vanille, ananas, boom-
gegroeid en waarvan de draineering sedert vruchten, Liberia koffie en cacao. De rameh-
vangen Jzeide de Baron, maar zjjn broeier
had er bedenking tegen.
Hm, Adalbert, heden gaan wandelen?
Bljjven we liever in 't slot.*
Waarom?*
Er kon gevaar dreigen
Welk gevaar?*
Een aanval der boeren.*
Dien kunnen we beiden toch niet af
wenden, Koert!*
•Neen, maar buiten loopen we grooter
gevaar dan binnen. We kunnen bjj eiken
tred overvallen worden.*
Er lag weinig logica in de tegenwerpingen
des jongeren broeders. De oudste dacht een
oogenblik na.
Laten we toch gaan zei hjj, »Etnma
opzoeken. Zjj kon in gevaar geraken. Zjj
is alleen met Baunhart!*
Kunnen wjj haar helpen,* vroeg Koert.
Wjj dienen er toch den moed toe te
hebben.*
•Ja, Adalbert!* zei de jongste na een
oogenblik nadenkens, »wjj willen den moed
hebben. Het is een ridderdienst jegens een
dame. De kroniek onzes edelen huizes
Laten we gaan,* viel hier baron Adal
bert in.
>Waarhsen?«
Het park in
Maar hoe vinden we ze daar? Het is
te groot!*
»We kunnen zoeken.*
Onderwjjl had de Baron zich in beweging
gezet en Koert kon niet achterbljjven. Op
hen volgde de kamerdienaar Koenraad.
Het slot Waltersburg was een schoon
gebouw. Opgetrokken in de eerste helft der
jaren verwaarloosd was, werden menschen
van allerlei ras en kleur te werk gesteld.
Daaronder bevonden zich een 10-tal
Europeanen, en ofschoon van den vroegen
morgen tot den laten avond in regen en
feilen zonneschjjn hard werd gewerkt, kwa
men onder die Europeanen nagenoeg geen
ziektegevallen voor.
IK&VCSV-ÉÖ 3W3J»
vorige eeuw in den ouden stijl, was het een
eenvoudig, edel, grootsch bouwstuk gewor
den, bestemd voor den duur van eeuwen en
elke eeuw tot een sieraad strekkende. Het
lag op een hoogte, met een vrjjen blik over
het grootste gedeelte van 't park heen, in
een uitgestrekt dal, op het dorp Walters-
hausen, op weiden en akkers, op het groote
woud achter het dorp en op de blauwe
bergen, die boven het woud aan den horizon
opdoken. De drie andere zjjdeu waren door
dicht geboomte omgeven en een traliehek
omsloot het slot en de bjjgebouwen aan alle
zjjden.
De beide broeders hadden 't park be
treden, zjj liepen zwijgend voort, de dienaar
steeds op den afstand van tien schreden
achter hen aan. Rondom heerschte diepe
stilte, zoowel om hen heen, als in de verte,
in het slot achter hen en in het dorp, dat
voor hen in 't dal lag. Stookte daar beneden
de boerenadvocaat, zoo was het tot heden
in stilte, die misschien des te gevaarlijker
was en spoedig dringend gevaar na zich
sleepen kon.
De beide zwjjgende wandelaars naderden
het dorp. Zjj liepen langs lanen, voorbjj
groene grasperken, blauwe vjjvers, donkere
boschjes. Aan het einde eener laan stond
de Baron plotseling stil; een man kwana
daarin het tweetal tegemoet.
Baunhart!* zei de Baron verwonderd.
Alleen? Zonder Emma? Laten we hem op
wachten
Zjj bleven staan. De man liep langzaam,
in gedachten, naar het scheen opeens echter
stond hjj stil, hjj had de beide broeders ge
zien, hjj schrikte.
cultuur, zoodra eene aan de eischen der
practjjk beantwoordende schilmachiue ver-
krjjgbaar zal zjjn, komt dan in de eerste
plaats in aanmerking.
3o. tot de teelt van groot-, klein- en
pluimvee.
Indien men mag aannemen dat èn regee
ring èn het Nederlandsche kapitaal overtuigd
Terwjjl hjj voortgaat, kunnen we hem
opnemen. Baunhart was een eigenaardige
persoonlijkheid. Dat hjj dicht bjj de zeventig
is, kon men hem aanzien, ofschoon niemand,
hjj z-lf wellicht ook niet, zjjn geboortejaar
kende. Bjj het huzarenregiment, waarbjj de
Baron von Waltersbausen, de vader der op
Waltersburg wonende broeders, als luitenant
stond, diende Baunhart als onderofficier.
De bekwame, ervaren man werd de onder-
wjjzer der jonge, onervaren luitenants. In
de vele bloedige veldslagen dier tjjden hadden
ze menig gemeenschappeljjk gevaar door
staan, en menigmaal eikaars leven gered.
De onderofficier werd wachtmeester en de
luitenant avanceerde tot ritmeester zjj
bleven verbonden. De laatste klom op tot
stafofficier, overste, eindelijk tot komman-
dant van 't regiment doch de wacht
meester bleef wat hjj was. Toch bleven ze
bjj elkaar en toen de overste met den titel
generaal zjjn ontslag nam, vroeg hjj ook
voor den wachtmeester Baunhart ontslag uit
den dienst met bevordering tot luitenant,
wat den dapperen en invloedrijken generaal
von Waltershausen niet geweigerd werd.
Hjj trok nu met zjjn luitenant naar den
Walter'ourg en verhief dezen zjjn ouden
wapen- en krijgsmakker tot zjjn hofmeester,
opdat hjj van de moeiten des veeljarigen
krjjgs zou kunnen uitrusten. De luitenant
werd, ook onder het voornaamste gezelschap,
aan tafel en bjj huis- en familiefeesten ge-
noodigd en droeg dan steeds, geljjk de
generaal, zjjn uniform.
De positie des luitenants onderging door
den dood des generaals geen verandering,
want hjj was voor allen een onontbeerlgke
zijn van het noodzakelijke en het nuttige
eener zoodanige kolonisatie naar Suriname,
en zjj ook hun geldeljjken steun daaraan
niet zullen onthouden, dan zal, om tot een
practisch resultaat te komen, de instelling
van een »Kolonisatieraad« noodzakeljjk zjjn.
Die Raad moet de bevoegdheid hebben zich
in verbinding te stellen met het koloniaal
bestuur, voornameljjk tot voorbereiding der
terreinen enz., het kapitaal en de Neder
landsche landverhuizers, en zich ten doel
stellen hulp te verleenen bjj den overtocht
en de eerste vestiging in Suriname, het ver
strekken van inlichtingen en voorschriften
omtrent levenswjjze, voeding enz. en in het
algemeen alles te doen wat bevorderljjk kan
zjjn aan het welslagen dier emigratie en
kolonisatie. Eene kolonisatie in Suriname
zal geen inbreuk behoeven te maken op de
rechten der aldaar aanwezige bevolking, en
de Nederlandsche emigranten kunnen ver
zekerd zjjn van de zjjde dier bevolking de
meeste welwillendheid te zullen ondervinden
die bevolking kan er trouwens niet anders
dan bjj winnen, wanneer een talrijk en
degeljjk Nederlandsch element zich in de
kolonie ontwikkelt.
De Nederlandsche landverhuizers vinden
in Suriname een gezond klimaat, eenen
uiterst vruchtbaren bodem, reeds sedert jaren
gevestigde voorgangers die hen met raad en
daad kunnen helpen, uitstekend lager onder
wijs voor hunne kinderen, behoeven zich
niet ver te verwjjderen van de centra van
bestuur, en leven in eene geordende maat
schappij onder Nederlandsch bestuur.
Zij bljjven Nederlanders, en hunne kennis
en kracht gaan niet voor het moederland
verloren. Zjj zullen de betrekkingen tusschen
de kolonie en het moederland versterken,
onze nationale kracht vergrooten, onze
handels- en scheepvaartbeweging helpen
vermeerderen, het Nederlandsche kapitaal
een uitgestrekter arbeidsveld openen, en den
socialen toestand in het moederland gezonder
helpen maken.
Wat evenwel bjj die emigratie, vooral in
den aanvang, op den voorgrond moet staan,
is, dat de emigranten, zoowel in physieken
als in moreelen zin, gezonde individuen en
bekwame landbouwers of ambachtslieden
moeten zjjn, die tevens genoeg waarborgen
aanbieden, dat zjj later terug zullen geven,
wat hun, indien zjj geholpen zjjn geworden,
geleend is.
Onze kolonie Suriname heeft groote be-
persoon geworden. De oude heer liet drie
zonen na, van welke wij er twee hebben
leeren kennen. Dit tweetal had behoefte aan
krachtigen manneljjken steun, welken zjj in
luitenant Baunhart ook vonden. Er was nog
een derde broeder, de middelste in jaren,
Ottokar. Hij had den soldatenstand gekozen,
geljjk zjjn vader, en de oude Baunhart was
zjjn instructeur geweest.
Keeren we in het park terug!
De hofmeester heeft de beide heeren be
reikt. Hjj had, trots zjjn bpna zeventig jaren,
een krachtige, hoogopgeriebte wachtmees
tersgestalte, de rug ongebogen, het gelaat
breed en knokkig, het korte haar grijs, niet
wit, de houding stram, de gang vast, de
uniform van onder tot boven toegeknoopt.
Er moest heden iets ongewoons aan hem op
te merken zjjn, want Baron Adalbert vroeg
hem terstond: »Wat is jou overkomen,
Baunhart?*
Dat de broeders zoo gemeenzaam tot hem
spreken durfden, was uit gewoonte uit den
jongenstjjd. Voor alle andere bewoners van
het slot was hjj »mjjnheer de luitenant*;
tegenover de barones stond hjj in een bjj-
zondere verhouding.
In het knorrig gelaat des luitenants was
bjj deze vraag eenige verlegenheid te be
speuren hjj sloeg de oogen neer.
•Overkomen is me wel niets, heer Baron,
doch moeten we niet elk oogenblik iets ver
wachten
Hjj sprak verward, de oogen nog steeds
niet opgeheven.
Wordt vervolgd.)
LAND VAN ALTERA-