Het Land van Heusden en Altena. de Langstraat
ne Homme
(Me Ttpls laten ziet moeiljjl platten.
FEUILLETON
De Klippen van Kitty Hawk.
M
Uitgever: U. J. YEEEMAN, Heusasn.
1545.
ZATERDAG 5 DECEMBER.
1896
VOOR
Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel
meer 71/, et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Trots alle voorzichtigheidsmaatregelen en
kunstgrepen laat zich wei ook een ervaren
keukenprinces een enkele maal beetnemen
•u koopen een oude kip voor een jonge.
Bedrogen haar snavel en pooten, zoo maken
haar de veeren en 't vleesch wjjzer, de eerste
doordat ze zich moeiljjk laten uittrekken,
het laatste, doordat het niet gaar te krjjgen
is. Of de schrijver van een oud boekje, Flo-
rilegium politicumwaarin bovenstaande
keukenwjjsheid voorkomt, door zjjn weder
helft, meer dan voor de huiseljjke vrede
goed was, op een overjarig hoentje op tafel
getrakteerd is? Wie zal het zeggen, in elk
geval zal den kundigen man naast de letter
lijke beteekenis, de figuurljjke zin van zjjn
spreekwoord niet ontgaan zijn.
Want gelijk oude vogels hun veeren
vasthouden als wilden ze zeggenze zjjn mijn
onaantastbaar eigendom, mjjn kleed, mijn
tooi, met mjjn vleesch zeer innig verbonden,
en ik kan en wil niet van ze scheiden, daar
ik geen nieuwe in de plaats meer krjjg
zoo geven bejaarde menschen niet gaarne
prjjs, wat hun in den loop van een lang
leven aan 't hart gegroeid is, hun eigen
dom, hun inzichten, hun beginselen, hun
gewoonten, hun zwakheden en hun eigen
aardigheden.
Hun eigendom. Ze mogen het verkregen
hebben door erfenis, gekocht, verdiend of
gewonnen hebben, met geen of bijna geen
moeite verworven of met harden arbeid ge
spaard hebben, genoeg, dit huis, dat stuk
land, deze kast, deze boeken zjjn door toe-
eigening en gebruik een stuk huns levens
geworden en ze zjjn niet licht geneigd, hun
have en goed zonder gewichtige redenen
van de hand te doen. Ze zjjn hierin anders
dan kinderen, onder wie, als 't niet tegen
gegaan wordt, een voortdurendea ruilhandel
van appels en poppen, messen en tollen ge
dreven wordt en wien de centen in den zak
onverdrageljjk heet branden tot ze in speel
goed of lekkers omgezet zjjn. Onze ouden
daarentegen hebben de waarde van het geld
te zeer leeren op prjjs stellen als dat ze, eer
de dood het hun uit de handen neemt, het
vrjjwillig en lichtzinnig uitgeven zullen,
zonder te weten, hoe lang ze er nog ge
noegen van kunnen beleven. Spaarzaamheid
is de deugd van den ouderdom en waar ze
niet in zelfkwellende gisrigheid ontaardt, is
ze niets anders dan de uitoefening van een
onaantastbaar recht en een maatregel van
voorzichtige wjjsheid.
Hun inzichten. Ja, men hoort ook de
jeugd dikwjjls van haar inzicht spreken,
maar die is van evengroote waarde als haar
ervaring. Wat de jeugd haar inzichten be
lieft te noemen, zijn in 't licht bezien slechts
indrukken, die zoo dikwjjls en zoo snel wis
selen als de wolken in April. Daarentegen
hebben de ouden werkelijk inzichten, die op
langdurige, veelzijdige beschouwing der we
reld berusten. Zjj zjjn niet bedrogen door
den schjjn, tot het wezen der dingen door
gedrongen; zjj hebben de dingen voor hun
oogen zien ontwikkelen, veranderingen zien
plaats grjjpen, raadsels opgelost. Zjj hebben
gelegenheid gehad hun oordeel te vestigen,
zoodat zij, ook wonende ver van bibliotheken
en hoogescholen, tot een vaste en zekere
levensbeschouwing gekomen zjjn, die zjj als
meening of raadgeving niet ongaarne aan
anderen ten dienste stellen. Loopen zjj op
dezen weg gevaar door zekerder inzichten
achterhaald te worden, ze hebban aan de
andere zjj de het voorrecht, niet meer door
elke dwaling heen en weer geslingerd te
worden.
Hun beginselen. Geleerden noemen ze
principes, een heel deftig woord voor een
doodgewone zaak. Bjj zulke geleerde termen
denken we altjjd aan de apotheek. Daarl
staan op boorden witte bussan en elk draagt
ean latjjusch opschrift, b.v. Adeps suil
lus en Flor. pyrethri rosei pulv. en
Flor. Chamom. rom. enz. Vraagt men
den bevrienden apotheker naar de betee
kenis dezer teekens of kan men met zjjn
eigen latyn zoo ver komen, dan bljjkt het
eerste varkensreuzel, het tweede insakten-
poeder, het derde kamillen te zijn. Welke
voorname termen en welke eenvoudige
dingenOude lieden plegen van apothekers
middelen noch van principes te houden.
Maar hun huismiddeltjes hebben ze steeds
bjj de hand en niet enkel bjj lichameljjke
ongesteldheden, maar voor alle denkbare
aangelegenheden in de zaak, in ambt, dienst,
staat, school en kerk. Het zjjn de oude,
beproefdearbeidzaamheid, stiptheid, eer-
ljjkheid, barmhartigheid. Die praat hun geen
sterveling uit het hoofd, ook al worden in
staatkundige en kerkeljjke vereenigingen
I nog zooveel nagelnieuwe recepten klaarge- onder een voorwendsel den knecht we
maakt, welker bestanddeelen dikwjjls vanen vroeg zjjn tante otn een borrel. De
Adeps suillas, Flor. pyrethri en Flor. Cha- oude vrouw ging naar binnen om daar op
mom niet veel verschillen. j haar beurt geslacht te worden. Zij gaf een
Volgens ban gewoonten. Bij «nze be- gil en de knecht kwam terug. De moor-
jaarden krijgt de indeeling van den dag denaar dien Ie ook bem een messteek toe
iets van de vastheid eener onverbrekeljjke
natuurwet. Laat ze op hun gewoon uur
opstaan en zich neerleggen, op hun gewone
plaats zitten, vergunt hnn de gewone rust,
maar ook de gewone gemoedsbeweging en
ergeruissen Waarom overleven betrekkeljjk
zoo weinig bedaagden de intrede in het
tijdperk van rust? Omdat hun de dage-
ljjksche wrijving ontbreekt, met collega's,
met meerderen of ondergeschikten, met
scholieren, met stof en hitte, sneeuw en
koude.
En zullen we dan niet ook de zwak
heden en eigenaardigheden op den koop toe
nemen, die, geljjk oudmodische hoeden en
nachtmutsen de met zilver getooide, eer
waardige hoofden sieren? Laat gerust de
kleindochter ginnegappen dat grootmoeder
en toen de knecht op de vlucht ging, liep
hjj hem na, haalde hem in en gaf hem
nog twee steken, waarop de knecht neer
viel en zich doodhield. Pacotte sleepte hem
in een greppel en ging heen, maar de
knecht sleepte zich bloedend naar een
woning in de buurt, waar men hem opnam.
Nu is Pacotte (27 jaar oud) gevangen
genomen en de knecht, Redon, is een ge
duchte getuige. Ook heeft de beklaagde
dingen gezegd, die, in verband met den
moord gebracht, zeer bezwarend voor hem
zijn; maar men weet hoe voorzichtig men
daarmee zijn moet. 's Morgens voor den
moord heeft de beklaagde een schaap op
bijzondere wjjze geslacht, om zich te oefenen,
zegt de beschuldiging. Pacotte evenwel ont
kent hardnekkig en hondt vol dat Redon
die een der msest ellendige daden gedaan
hebben, die men zich vooistellen kan, een
zeer treurigen indruk gaven; maar wat
zegt men van de bezoeksters der publieke
tribune, een groot aantal zesr elegant ge-
deede dames, die kwamen om toe fe zien
en toe te luisteren?
baar onmetelijke werkmand aan den arm hem uit haat valsch beschuldigt. Toch ziet
draagt, dageljjks twee trappen op en af en j het er niet naar uit alsof hjj aan de guil-
overal meeneemt tot naar 't buitenland, de jlotine zal ontkomen,
goede oude laat zich door het lachen harer Later wordt bericht, dat Pacotte ter dood
kleinkinderen niet boos maken, want ze denkt j veroordeeld is.
met welgevallen aan al de gebreide kousen, j
genaaide schorten, aangezette knoopen, ge- f Dinsdag stonden in het groote gerechts-
stopte scheuren in allerlei klejderen, waartoe gebouw te Berlijn, de twee zestiesjarige
deze mand der manden haar de materialen j°Bgeri8 terecht, die in October het huis
en werktuigen geleverd heeft. j ™n Jen ouden advocaat Levy binnenge-
sssssssrs'drongen met het doel om te stelen, den
B nitenland.
Leer Levy met messteken vermoordden en
Voor het assisenhof van Dyon is het zjjn vrouw zwaar verwondden,
proces begonnen tegen den slagersknecht De twee jongens, die vrjjwel alles bekend
Pacotte, die beschuldigd wordt in den nacht j hebben, waren tjjdens de terechtzitting zeer
van 11 op 12 September een driedubbelen kalm, antwoordden stipt en eenvoudig op
moord en een poging tot moord te hebben j de vragen van de rechters, bijna alsof over
gepleegd. Het is een afschnweljjke zaak. een derde werd gesproken en hoorden zich
Volgens het openbaar ministerie heeft Pacotte tot vjjftien jaar gevangenisstraf veroordeelen
uit njjd, omdat de achttienjarige Anaïs en dit klinkt alsof men in een operette
Méot niet met hem trouwen wilde, de daad hoorde recht spreken verbeurdverkla
ring van het me», waarmede de misdaad
gepleegd is en dat aan Werner toebehoorde*
Grosse, de andere moordenaar, beweerde
dat hjj door Werner verleid was, 't geen
deze echter tegensprak.
Beiden hebben te voren geweten wat bjj
gepleegd, 's Avonds om 10 uur heeft hjj
zich naar het huis der weduwe Méot be
geven en om een paard gevraagd. Terwjjl
de knecht dit met de weduwe in erde
1' maakte, heeft hjj Fólicien Méot, die lag
te slapen, met een slag van zjjn slagersmes
het hoefd bjjna afgehakt. Op dezelfde wjjs ontdekking hun straf zou zjjn «onthoofd
vermoordde hij Anaïs, die hjj daarna nog
met messteken doorboorde en de linkerborst
afsneed. Toen ging hjj naar den stal, zond
ROMAN
FRIEDRICH ZIMMERMANN.
(13
Konks richtte zich overeind en wierp een
vorschenden blik op den binnentredende.
Zjjn gelaat vertrok, hjj deed een stap nader
en opende wjjd de oogen. Iets in de phyaio-
nomie des jongen mans scheen hem te tref
fen en een onaangename herinnering op te
wekken, want zjjne wenkbrauwen trokken
zich samen. Deze aandoening ging echter
evensnel voorbjj als ze gekomen was. Ter
stond daarop Bchudde hij het hoofd en
woelde met de hand door zjjn lange witte
haren.
>Wien moet ge hebben?* vroeg hjj kortaf.
»Den sheriff.*
«Dat ben ik. Bell Konks, sheriff van
Naghead.*
«Frank Robertson, luitenant bij de kust
wacht der Vereenigde Staten.*
«Goed, zet u; ik vermoed, dat ge me
spreken wilt.* Hjj schoof zjjn gast een
stoel toe en nam tegenover hem plaats.
Frank beschouwde den grjjtaard met ver
wondering. Zjjn gelaat, hoewel niet tot ver
trouwen uitnoodigend, had iets eerbied
waardigs, en zjjn houding eea zekere rnwe
waardigheid, die den jongen man imponeerde.
Konks scheen iets dergeljjks te gevoelen
voor Frank. Hjj mat diens statige gestalte
met de oogen en staarde hem een wjjle aan,
zoo vast en scherp als bestudeerde hjj iederen
trek. De beide mannen bleven een poos
zwijgend tegenover elkaar zitten, als wilde
ieder voor zich de krachten des tegen
standers meten.
«Ik neem aan dat ge het doel van mjjn
komst weet en kan dus een lange inleiding
sparen,* begon Frank eindeljjk.
Konks schudde het hoofd. «Volstrekt
geen vermoeden, meester Robertson.*
«Dan vraag ik u, als sheriff van dit
oord, kunt ge me een der daders noemen,
die laatst den signaalmast hebben door
gezaagd en het station getracht in brand te
steken?*
«Neen, Sir,* was het korte antwoord,
«en in wiens naam stelt ge die vraag
tot mp?<
«In naam van den Signaaldienst te
Washington.*
«Ken ik niet. Ik ben slechts verantwoor
ding schuldig aan de regeering van Carolina.
Bovendien nog aan mjjn medeburgers, anders
niemand.*
«En voor allen aan de Bondsregeering*
vulde Frank scherp aan. «Het congres aan
u oogenblikkelijk aanklagen.*
«Wanneer het de noodige bewijzen heeft*
zei Konks en een spotlach vergezelde de
j woorden, «het congres is voorzichtig en
zal op vermoedens geen aanklacht gronden.*
Frank moest toegeven dat de sluwe oude
geijjk had. Op deze wjjze vorderde hjj niet.
«Gjj weigert dus mg bjj te staan?*
«Waarbjj?* vroeg Konks verwonderd,
«wanneer uw uitnoodiging strookt met onze
wetten, wü ik u gaarne behulpzaam zjjn.*
«Hebt ge ook eenig vermoeden wie ge
tracht heeft brand te stichten?*
«Ik zeide u reedsneen. Geloof er boven
dien niets van. Wat gaat ons het station
aan? Van wien weet ge eigenljjk dat men
dit geprobeerd heeft?*
De sergeant Meyers heeft het naar
Washington geseind, geljjk zijn plicht was.*
«En wie zegt u, dat da sergeant de
waarheid gemeld heeft?*
«Deze ambtenaar is een vertrouwd per
soon en als zoodanig geloofwaardig.
«Ja voorden Signaaldienst te Washington,
doch mjj, den sheriff van Nagshead zjjn
mjjn buren geloofswaardig en zjj verzeker
den mij nimmer iets tegen het station
ondernomen te hebben. Ge ziet, getuigenis
tegenover getuigenis en ge kunt niet ver
langen dat ik beslissen zal wie onrecht heeft,
wat ook niet tot mjjn ambt behoort. Wan
neer ik met eigen oogen zie dat iemand
pogingen aanwend tot brandstichting of
ge noemt me een man, op wien ge ver
moedens hebt, zoo wil ik hem doen vatten
en naar Raleigh zenden, indien uw ver
moedens bewaarheid worden. Doe de oogen
open, sir, daartoe heeft het signaalambt te
Washington u hierheen gezonden.
Frank kookte van toorn over den hoon,
dien de oude aan zjjn weigering nog toe
voegde.
«En wanneer naar uw meening de be
wijzen ontoereikend zjjn?* vroeg hjj, zich
met moeite kalm houdende.
Konks trok onverschillig de schouders
op. «Dan kan ik natuurljjk niets doen. Ge
kunt toch niet eischen dat ik uit vriend
schap voor u onrechtvaardig tegenover mjjn
t medeturgers optreed, die mjj hun vertrouwen
worden we toch niet, we zijn onder den
leeftjjd* hadden ze tot elkaar gezegd.
-jj
Het is waar, dat de beide jongelieden,
schenken?*
«Zoo zal ik mjj zelf reeht verschaffen,*
zei Frank. «Komt weer zoo iets voor en ge
weigert mij bjj te staan, zoo geef ik u mjjn
woord, ik vat met eigen hand den kerel en
zet hem vast, zoo waar ik Frank Robertsen
heet.*
De grjjze visscher verhief zich, in zjjn
oogen glinsterde een onheilspellende gloed
en dicht op Frank toetredend riep hjj«en
dit zeg ik u, dat ik de hand verpletter, die
het waagt, zonder recht een burger van
Nagshead aan te tasten zoo waar ik
Bell Konks heet en ik heb nog nooit mjjn
woord gebroken!*
Daarbjj strekte hjj de beenige hand, waarop
spieren als strengen zich verhieven, als tot
bekrachtiging zijner woorden, Frank tegen.
«Probeer het,* riep Frank met veraehte-
ljjken lach, terwjjl hjj zonder aarzeling zjjn
rechterhand in die zjjns tegenstanders legda.
Op Konks gelaat verscheen een trek van
honenden triomf. Hjj vatte de hand der
voor hem staanden met jjzeren greep en
kneep ze sterk, steeds sterker, ais wilde hjj
ze vermorzelen.
Maar Frank stond onbewogen; hg ver
droeg den vreeseljjken greep des visschers,
zonder een spier te vertrekken. Voor de
eerste maal sprak er verbazing uit het gelaat
des grjjsaards, hij staarde den jongeling vast
in de oogen daarop gleed zjjn blik zjj-
waarts af, als de blik van een getemd roofdier
voor zjjn meester. Beschaamd liet hjj de
hand los, de triomfeerende lach was van
zjjn gezicht verdwenen, hjj gevoelde zjjn
meester gevonden te hebben.
»Wjj spreken elkaar nog, Bell Konks,*
zeide Frank, die zjjn kalmte geheel her
Als een bewjjs wat soms ook in het bui
tenland van één persoon voor weinig geld
gevergd wordt, diene 't volgende:
Te Schraplau (Duitschland) wordt iemand
gevraagd voor de betrekking vanstadhuis
bode, nachtwacht, doodgraver, school- en
kerkbode, wegwerker, lantaarnopsteker en
straatveger. De gelukkige moet zijngezond,
flink van postuur, vrjj van sterken drank,
vertrouwbaar en bekwaam in lezen en schrjj-
ven. Tot aanbeveling zal strekken kennis
van boomteelt en tuinbouw. Vast salaris van
f 240 en losse bijverdiensten pl.m. f 200.
Aan deze betrekking is geen pensioen ver
bonden.
En toch zullen aan deze oproeping zeer
waarschjjnljjk tal van sollicitanten gehoor
geven.
Op een door 3000 werklieden bezochte
vergadering te Hamburg verklaarde de af
gevaardigde van den Rjjksdag Von Elua,
dat hjj van het voorgestelde scheidsgerecht
geen beëindiging van de werkstaking ver
wachtte. Hjj spoorde de arbeiders aan,
zoolang de strijd duurde, de stakers ter
zijde te staan. Op een vergadering van
machinisten is met 100 stemmen meerder
heid besloten om Woensdag 1.1. het werk
te staken. De toevoer van vreemde werk
lieden neemt steeds toe. Op een door on
geveer 300 schuitenvoerders bezochte ver
gadering is medegedeeld, dat de staati-
kaaiarbeiders besloten hebben het werk neer
te leggen, zoodra zjj daartoe uitgenoodigd
zijn. Volgens «de Echo* bedraagt het aan
tal werkstakers 14500. Dinsdag is aan 7000
sjouwer», kolen werkers en kadearbeiders de
eerste onderstand verleend. Aan onderstands-
gelden is ontvangen een bedrag van 75000
mark. Ook te Hamburg en te Bremen duurt
de werkstaking onveranderd voort.
Uit Hamburg wordt gemeld dat de werk
staker» het voorstel om het geschil aau een
scheidsrechterlijke uitspraak te onderwerpen,
aangenomen hebben.
Twaalf aanzienljjke inwoners van Pir-
wonnen had, knikte den oude toe en verliet
de woning.
De grjjsaard kromp te ramen en een dof
geluid, geljjk het brullen van een gewonde
leeuw, ontsnapte zjjn borat. Wild
hjj de vuiat tegen den zich verwjjdere:
officier en zonk afgemat op een atoel neer.
Hjj gevoelde zich vernederd, want hjj had
een bedreiging geuit, die, dat wist hjj tnaus,
niet uit te voeren was. De hand, die hg
verzekerd had ie zullen verpletteren, was
sterker dan de zijne.
Plotseling sprong hg tandenknarsend van
onmachtige woede overeind, greep een roei
spaan, die tegen den wand stond, brak hein
met een ruk midden door en wierp yle
brokken heftig tegen den grond. Op dit
oogenblik werd de deur geopend en trad
een meiije van ongeveer zeventien jaren het
vertrek binnen. Ze had een slanke gestalte
met regelmatige, zachte gelaatstrekken en
donkere oogen. Het zwarte haar droeg zjj
in twee prachtiga viecnten in een krans om
het hoofd gewonden. Verwonderd blaef zjj
staan, de oogen vragend op Koaks gericht,
als zocht zij in zjjn van toorn gloeiend aan
gezicht een verklaring. Daarna jjlde zjj op
hem toe en sloeg de armen om zjjn hals.
«Wat is er oom, zjjt ge boos?*
De oude scheen haar thans eerst te zien.
«Ben jjj het Maggy?* Hjj streek met de
hand zacht over het donkere haar, en scheen
nu eenigszins te kalmeeren. «Wees maar
stil, kind, maak je niet ongerust, het heeft
niets te bedaiden. Een jonge kwant waagde
het tegen mjj op te treden, maar de oude
Bell Kouks is nog niet ontzenuwd, hjj neemt
het nog tegen iedereen op, tegen iedereen!*
Wordt vervolgd,)
LAND VAN ALTENA.
v. wrjui-zto -.tm*«w •.rtit&ems
TAS