Ilel Land van ileusden en Aliens, dc Langstraal en de Bommelerwaard.
FEUILLETON.
De Klippen van Kitty Hawk.
voor
M 1556. ZATERDAG 16 JANUARI.
1897.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Brieven uit Amsterdam.
UN» VAN ALT ER
Uit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
franco per post zonder prgsvevhooging. Afzonderlijke
nammers 5 cent.
Advertentien van 16 regels SO ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavcnd
ingewacht.
Wanneer ge in deze letteren eenig nieows
omtrent de bekende moordaanslagen zoekt,
komt ge bedrogen uit. Ik weet er niets
meer van dan het overige publiek en de
politie. Wjj tasten allen in 't duister en 't
is den speurders nog niet gelakt één draadje
te vinden waarop ze verder borduren kunnen.
Het bericht dat de vrjjer van een andere
meid sedert den bewasten avond spoorloos
verdwenen is, schijnt onder de vele praat
jes* gerangschikt te moeten worden. In-
tusschen worden deze gevallen druk be
sproken in de woningen, in de keukens
vooral, in bijeenkomsten, op den kansel.
Van een dezer laatste heb ik over den
moord hooren spreken en de inleiding van
den geestigen spreker wil ik hier in 't
kort weergeven.
Ik kom, zei de redenaar, zoo hier en
daar en hoor veel over 't bewuste feit.
Zoo'n moordenaar, zegt men dan, moet
geen rustig uur meer hebben. Een ander
merkte op dat zoo'n onverlaat wel 't »Kaïns-
teeken* op het voorhoofd dragen zou. Wat
is dat, een >Kaïnsteeken« vroeg ik telkens
als men daarover sprak. De meesten wisten
het niet en velen wisten het wel. Ze gaven
er althans eenige verklaring van maar
eigenljjk wisten ze het ook niet. Allen waren
't. echter daarover eens dat 't een teeken
was, waardoor de moordenaar voor zjjn
leven gemerkt was en dat hem in de handen
van 't gerecht drjjven zou.
Nu, dat was de geheele gemeente met
dan spreker eens maar stel u de ont
nuchtering dezer zelfde gemeente voor toen
de spreker Gen. 4 vs. 15 opsloeg en daar
voor las dat het bewuste teeken, het >Kaïns-
teeken*, juist het tegenovergestelde bedoelde
en door den Heer aan den broedermoordenaar
gegeven was om hem te beschermen en te
behoeden tegen mogeljjk gevaar!
Dat genoemde tekst aanleiding gaf verder
te spreken over de overeenkomst tusschen
dit woord uit de eerste bladzjjden van 't
oude bjjbelboek en het evangelie van be
houdenis, stip ik alleen aan. Ik wilde alleen
wjjzen op het verloop van beteekenis, die een
uitdrukking in den loop der tjjden kan
ondergaan.
ROMAN
FRIEDRICH ZIMMERMANN.
24)
>Ï8 master Twysten niet thuis?* onder
brak Raffles den woordenvloed van den
mooien Bob, ik heb nog een schuld af te
doen en zou hem gaarne spreken.*
»L)aar,< zei Bob, terwjjl hg zonder den
vrager aan te zien met zijn duimen over den
schouder wees, »daar is de kamerdeur, mjjn
goede man.*
Vervloekte aap!* bromde Raffles tus
schen de tanden, terwjjl hg den winkel
verliet.
Tegenover zulke lui moeten we onzen
stand ophouden, niet waar luitenant?* ver
volgde de verwaande klerk. »U zult den
man vergeven dat hg zoo onbescheiden
was ons gesprek te onderbreken, hg weet
niet beter. Mag ik thans naar uw speciale
wenschen informeeren?*
>Geet me voor alles een kistje sigaren*
antwoordde Frank, die zich vermaakte met
Bobs manieren.
»In sigaren hebben we een voorraad,
die alle concurrentie onmogeljjk maakt.
Directe verbinding met Havanna. Ziehier
een regalia, direct geimporteerd, negen dol
lars sir, tabelachtig goedkoop.*
Daarvan ben ik overtuigd. Pak me nog
•enige bussen konserven in en geef me
japier en ialt, ik zou gaarne wat schrgven,
Wat ook ia den loop des tijds veran
deren moor*, niet onze liefde voor 't letter-
l kundig gewrocht van den Vorst onzer
j dichters, Joost van den Vondel, voor Gjjs-
bracht van Amstel. Toen in 1637 de schouw
burg herbouwd was die stond toen op
de Keizersgracht werd het gebouw op
S3 Jan. 1638 ingewijd met het treurspel
Gijsbreght van Aemstel, voor deze bijzondere
gelegenheid expresselpk gedicht. Sedert die
dagen heeft van alle stukken onzer oude
lettermannen, zich de Gijsbrecht alleen op
het tooneel kunnen bandhaven. Maar 't
moet gegeven worden op of omstreeks 1
Jan. Wordt het wat later in 't jaar dari
speelt men voor leege zitplaatsen, 't Schijnt
dat alleen bij de geboorte van een nieuwen
jaarkring onze letterlievende maag harde
kost verduwen kan, want die wordt ons
in de Gijsbrecht met volle handen toege
diend.
Wat is dit, zult ge zeggen. Wel, dat is
dood eenvoudig gewoonte, traditie of hoe
ge 't noemen wilt. Onze vooronders zjjn
sinds 1638 gewoon de Gijsbrecht te gaan
zien, onze ouders deden dit ook en namen
ons, kinderen, mee en zoo groeiden we op
in 't vaste geloof dat, bjj het Nienwejaar
de Gijsbrecht behoort, evengoed als de tra-
ditioneele chocolademelk of slemp met soezen.
Zoo ben ik dan niet op 1 Jan. maar
gisterenavond de Gijsbrecht weer eens gaan
zien, met mijn oudste dochter, die 't god
delijk* vond. Nn, 't decoratief is mooi en
de engel, die ten slotte de familie Van
Amstel aanraadt have en goed inhanden
des vjjands te laten, maakte, hoog verheven
en badende in een zee van licht, grooten
indruk met haar profetie:
>A1 leght de stadt verwoest, en wil
[daar niet van jjzen
»Zy zal met grooter glans uit asch
[en stof verrjjzen
»In 't midden van den twist, en 't
[woeden nimmer moe,
Verheft nw stadt haor kroon tot
[aan den hemel toe,
»En gaet door vier en ys een andre
[weerelt vinden,
»En dondert met geschat op alle
[vier de winden.*
een profetie, die 't Amsterdamsche hart goed
doet te hooren.
Maar overigens, 't is een heele toer van
8 tot 11 uur, bjjna zonder pauzen, inge
spannen te zitten luisteren uaar de gespierde
taal van vader Vondel, wjj, die op de
planken handeling willen zien en in de
Gjjsbrecht onthaald worden op ellenlange
verbalen van wat er geschied is. Dat er
naar deze verhalen toch met ingespannen
aandacht geluisterd wordt, mag als een
welverdiend compliment gelden aan de ver
dienstelijke acteurs en actrices van 't Ned.
Tooneel.
Niettemin slaakt het publiek een zucht
van verlichting, als ten slotte de vertellende
Gijsbrecht door den engel Rafaël heenge
zonden is naar »'t vette land van Pruisen*
en 't scherm voor goed daalt. En niet
weinigen verdenk ik van dit zware stuk
te slikken alleen om 't nagerecht, de onde
boeren-operettede Bruiloft van Kloris en
Roosje, waarin, ook alweer naar aloude
gewoonte, de oude lui, Thomasvaer en
Pieternel gelegenheid vinden de voornaamste
gebeurtenissen van 't afgeloopen jaar te
neervallen. De kogel was ham door het
o-iderljjf gegaan. De getroffene voelde, dat
het schot doodelgk was en de laatste woor
den die hij tot zjjn kameraden sprak, luid
den: >Ik zal niet meer in de kazerne komen,
leg mjjn boeltje maar bjj elkaar en stnur
alles naar mijn ouders; zij zullen een on
gelukkig Kerstfeest hebben.* De troostwoor
den van den kapitein vermochten den on
gelukkige niet op te beureu. Op een draag
baar werd hij naar het hospitaal overgebracht.
Onderweg gaf de doodelgk gewonde twee
maal een smartelijken gil, zoodat de dragers
stilhielden. Daarna hoorde men hem niet
meer, hij bleek overleden te zgn, toen men
hem het hospitaal binnendroeg.
Zekere Thomas Haydn, een 57-jarig man,
werd Maandag tot vjjf jaren dwangarbeid
veroordeeld wegens bigamie. Het bleek, dat
de kerel niet alleen een jong vrouwtje had
getrouwd, terwjjl hjj reeds gehuwd was,
met het doel vooral om zich van een
kapitaaltje van 8 a 9 duizend meester te
maken, maar dat hij ook aog zeven andere
gedenken en met een gelnkn-enech aan jvrc,uweil „pdiew0segelflktijdighadtr.cl.ten
Vaderland en Koningin te .latten. bewBgen bem w liefde te
En zoo sluit ik dan ook dit schrijven
)t een gelukwensch aan allen, die dezen w ld ff
met
zulb-n zien of hooren lezen. Saluut
A., 11-1-97. J. L.
F? i ten land.
j sommige ook gelden weten te krjjgen,
i terwjjl hij met enkelen op zoodanigen voet
omging, dat uit hun relatiën ook al kindertjes
waren voortgekomen.
de stieren en koeien bjj voorbeeld waren
zoo groot als een klein veulen, de ezels
als een hond, de schapen als een poedel.
De vrouwen worden als vee verkocht, maar
ze zjjn duureen vrouw weegt op tegen
vijf, zes koeien of vjjftien schapen. Geld is
onbekend.
Op de schietbaan te Colmar heeft dezer Professor Haffkin, die zich tegenwoordig j
da^en een hoogst treurig ongeluk plaats Bombay bevindt, heeft der Indische re-
gehad. Een soldaat van .het 14e jager-ba- gearing den raad gegeven Bombay te om-
tal jon, die langen tjjd wegens ingewands- geven door een cordon troepen, daar anders j
ziekte in het hospitaal werd verpleegd, was de pest zich over geheel Indië zal uit-
sedert een paar dagen als hersteld naar de breiden.
kazerne teruggezonden, toen hij werd ge- u-i.i-4.ur* i
SR w e Volgens een bericht mt Berljjn zon de
Keizer de heropening van het proces-Von
iDgspost bfi Jtat Khgfschieten. Na den Koto hebbej)
commandeerd voor den dienst in den waar-
nemin
schijf in gereedheid te hebben gebracht,
nam hij plaats achter de schanskorven, zoo
dat de officier, belast met het toezicht, bevel
gaf, met het schieten te beginnen. Reeds
stond een schutter met het geweer in den
aanslag gereed om het schot af te drukken,
toen de aanwjjzer plotseling voor den sdhijf
sprong om nog iets te veranderen. Hjj han
delde hiermede geheel in strijd met de voor.
schriften, daar hjj in dat geval eerst met
De D«ensche officieren Olafsen en Filipsen
hebben een reis gedaan naar Midden-Azië
en de hoogvlakte van Pamir onderzocht.
Zjj zjjn op hun moeiljjke en gevaarljjke
reis doorgedrongen in onbekende streken en j
hebben daar vuuraanbidders aangetroffen,
dia tot nog toe of liever in den laatsten tjjd
geen invloed van buiten schjjnen te hebben
zonder gestoord te worden.*
De mooie Bob trok de schouders op ea
wierp den luitenant een blik toe, die zoo
veel zeggen wilde als: »lieve vriend, in
uw beschaving heb ik me ook bedrogen,*
wxarna bij zwijgend deed wat hem opge
dragen was.
In Twysten's kamer was intosschen een
ernstiger onderhond begonnen.
»Wat moet die luitenant?* vroeg de win
kelier, toen Raffles binnentrad.
»lnkoopen, zegt hjj, maar ik vertrouw
hem niet. De schalk neust overal rond,
met een heel onschuldig gezicht. Vandaag
was de kanonneerboot er weer en heeft
hem door signalen aan boord geroepen.*
Het gelaat des winkeliers drukte groote
bezorgheid uit.
»Is de boot er nog?* riep hg, vertwjj-
felend met de hand door zjjn weinige haren
woelend, »wat beginnen we, Raffles, wan
neer die in deze wateren blijft? Die ge
schiedenis is me den heelen nacht niet nit
't hoofd gegaan.*
»Nu, nu, zoo erg is dat niet!* meende
Raffles.
»Je hebt goed praten, jjjviel Twysten
nit, »maar ik ben de verantwoordeljjke
persoon. En dat weer, dat weer! 't Is om
gek van te wordenEiken dag kalme zee
en dan die vermaledijde zuidenwind, die
brengt de Hagedis nog vroeger van de
Havanna thuis, dan we verwacht hadden
en drjjft ze de kanonneerboot in de armen
»Kom, we«s niet bezorgd, kapitein Giles
zal de oogen wel open houden
»De oogen openhouden! Alsof daarmee
't ongeluk te kseren ware!* mompelde de
koopman, de kamer op en af loopend,
zoo'n zwart ding, zonder mast en zeilen,
als die boot is, ziet men eerst ais men er
ondervonden. Die lieden zgn klein en leiden
de roode signaalvlag had moeten zwaaien. een uiterst primitief leven. Het trof de
Ongelukkigerwijze ging het schot af enreizigers dat niet enkel de menschan, maar
onmiddelljjk daarop zag men den soldaat ook de dieren in die streken klein zgn;
j met den neus op stoot,
j >Ja maar, dat gaat zoo maar niet!* wierp
Raffles tegen, »de Hagedis kan honderd
maal de boot passeeren, zonder dat ze elkaar
aanroepen. Er staat toch niet op de zeilen
geschreven dat de Hagedis smokkelwaar
vaart? Staat niet in de declaratie dat ze van
Boston komt? Zoolang alzoo de kapitein
van de Mosquito door verraad geen directe
aanwijzing krjjgt, is er geen geyaar
Houdt jelui wel goede wacht? Ik ben
maar in angat, dat de Hagedis, begunstigd
door 't mooie weer, dat de duivel halen
kan, voor den tjjd binnenkomt, misschien
vandaag of morgen reeds.*
»Wee8 gerost, Twysten, onze mannen
j hebben gezonde oogen en op de duinen
i staat er voertdurend een op post.*
»Zou die luitenant niets gemerkt hebben?*
»Hoe kan dat? Denk je, dat we kame
raadschap met hem drinken?*
sNatuurljjk niet. Maar daar valt me in
Raffles, dat ik je nog niets aangeboden
heb. Wat wil je, rum, waiskey of brandy?*
»Geef waiskey, sir, en laten we in den
winkel gaan, dat de blauwrok geen achter
docht krjjgt.*
Twysten reikte den visseher een waterglas
vol, dat deze met één slok ledigde.
»Ik moet voor Bill kruit meebrengen,
ongeveer vijftien pond* zei Raffles.
>Kruit? Voor Bill? En vjjftien pond?
Wat wil hjj daarmee?*
Dat weet ik niet en 't gaat me ook
niet aan.*
>Hui, ik meen van wel* zei Twysten
bedenkelijk. »Hoor eens, Raffles, 't zou
goed zgn, als je Bill Cunning wat meer
in toom hield. Hjj is te wild en richt nog
eens een ongeluk aan, dat ons allen in 't
verderf stort. Wat was dat laatst een
onzinnigheid met dat station De lui boven
heeft het geen kwaad gedaan en ons heeft
'het de kanoneerboot en den luitenant op
den hals gehaald. Bill met zjjn overjjlde
streken is er de schnld van als we thans
in de klem geraken.*
»Je hebt geljjk. Bell Konks heeft last
gegeven niets meer tegen het station te
ondernemen, zoolang de bewoners zich
rustig houlen. Dat zal Bill wel ter harte
nemen, want Konks is nog de eenige, voor
wien hjj nog respect heeft. Als je hem
echter 't kruit niet verkoopen wilt
>Och ja, dat wel, kom maar, ge kant
het meenemen.*
Een lachje gleed over het gezicht des
koopmans. Hg had in 't magazjjn nog een
hoeveelheid jachtkruit liggen, dat vochtig
en zoo goed als onbrnikbaar was, daarvan
zon hjj Bill vjjftien pond afwegen.
Toen de beide mannen den winkel binnen
traden, was Frank juist bezig zjjn brief te
sluiten. Twysten ging op hem toe en be
groette hem.
»'t Verheugt me kennis te maken, luite
nant,* zei hjj, met gemaakte harteljjkheid,
»ik hoop nog dikwjjls een bezoek van u te
ontvangen. Veel amusement zult u op het
station niet hebben.*
»Dank u« antwoordde Frank, »wanneer
ik niet spoedig verplaatst wordt, zal ik
meermalen de eer bebben. Waar kan ik
dezen brief afgeven?*
>Laat hem hier, luitenant, dan gaat hjj
in den namiddag weg. Ik zelf ben post
meester te Osceola.*
Frank legde den brief neer en betaalde.
Intusschen woog Twysten in een hoek het
kruit af.
»Hier is hst tarwemeel, master Raffles,*
zei hjj en gaf het pakket over. »Tot weder-
Weéf zgn op Korea eenige arrestaties
geschied, en wel van officieren, bataljons
commandanten, die verdacht worden van
samenzwering tegen den koning, dien zjj
naar het Keitoekoe-paleis wilden vervoeren,
zegt men. Onmiddelijk na de ontdekking
van dit plan zgn tachtig Rnssische marine
soldaten, onder aanvoering van drie officieren,
met een kanon Seoel binnengetrokken.
Vele Koreanen, die aanhangers zgn van
de Japansche partg, durven zich niet in
het openbaar vertoonen.
De wraak van een olifant. Het circus
Sanger, op het oogenblik te Dalston, in
Engeland, heeft sedert 31 jaren een olifant,
Charlie, Sanger zegt, de grootste olifant
in Europa, een mak en vreedzaam dier. De
oppasser van Charlie en nog een paar
olifanten was sedert eenigen tijd een zekere
Baker, een man die de beesten wreed be
handelde en daarom reeds met ontslag be
dreigd was, toen hjj tien maanden geleden,
voor een vergrijp, dat niet ter zake doet,
in hechtenis werd genomen. Voor het gerecht
werd hjj weliswaar vrjjgesproken, maar zjjn
plaats als oppasser vas den olifant was
reeds door een ander ingenomen.
Zaterdag meldde Baker zich bij Sanger
aan en deze nam hem weer ia dienst onder
voorwaarde, dat %jj zich niet met de oli
fanten zou bemoeien. Zondagmiddag zou
Baker met den tegenwoordigen oppasser
naar huis gaan en wachtte buiten het
circus, terwjjl deze de olifanten ging voederen.
Toen dit wat lang duurde liep Baker den
stal binnen en riep den oppasser toe, dat
hjj zich wat haasten zon. Het was toen
nagenoeg donker en Baker wist daardoor
misschien niet, dat hjj vlak bjj het hok van
de olifanten was.
Zoodra Charlie de stem van zgn vroegtren
oppasser hoorde, wierp het beest zich op
hem en drong met zgn slagtand Baker's
hoofd tegen den wand. Toen de tegen
woordige oppasser het beest weggetrokken
had zakte Baker in elkaar. Zgn schedel
ziens, luitenant, ik houd u aan uw woord
en hou me gerekommandeerd.*
Toen Frank en Raffles vertrokken waren,
nam Twysten den brief en las het adres.
»Aan Master Henry Robertson Greens
burg, West-Virginia,* opende daarop ge
laten het couvert en wierp een blik op
den inhoud.
»Daar, »Bob« zei hjj, brief en couvert
overreikend, »de brief bevat niets als e«n
berieht van goede aankomst. Schrjjf eeH
nieuw adres en zend hem weg.*
10.
Maggy was op bevel haars vaders in de
kamer teruggekeerd en tuurde door het
raam de zich verwjjderende boot na. Een
gevoel van jubelend gelnk, gewekt door
Franks woorden, vervulde hare borst. Thans
eerst bekende zjj zichzelf, hoe diep haar zjjn
vermeende woordbreuk gewond had. Den
ganschen nacht had ze wakend doorgebracht
en waren hare gedachten uitsluitend met
Franks raadselachtig verschjjnen en de be
loofde ontmoeting bezig geweest. Duizend
maal had zjj overlegd, wat ze hem al
vragen en wat bjj wel antwoorden zon of
kon. Een eigenaardig gevoel dat haar hart
sneller kloppen deed, kwam over haar als
ze bedacht, wat hem wel kon gedreven
hebben hare hand te kassen. Ea toen ze in
den vroegen morgen naar de duinen jjlde en
daar zag hoe hjj in de boot stapte en naar
de Mosqnito voer, had een namelooze smart
zich van haar meester gemaakt en was
't haar geweest, als ware de scboone wereld,
die daar even nog lachend en zonnig voor
haar lag, plotseling in een woestenjj ver
anderd.
(Wordt vervolgd.)
;,«sf
r
- -_r -
mi spi
VAN
i
v i haar trouwbeloften gedaan had en van
V