MiW
Land van flensden en
de
angslraal en de
Realisme en Idealisme.
FEUILLETON,
M 1593.
WOENSDAG 26 MET.
1897.
Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden.
O fel vv
.f^Ls^r^v
Land van
voor
Ui
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00.
franco per post zonder prgsvexhooging. Afzonderlijke
auffliaers 5 cent.
Advertentiën ran 10 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Men hoort in onae dagen veel spreken
ortr ideaal en idealisme, waarover wij
enkele gedachten willen uitspreken.
Idealisme staat tegenover realisme en drukt
den zin uit voor het ideale, het hoogere,
de ongeziene dingen. Een realist is hij, die
nlles met nuchtervn blik beschouwt, alleen
■oog heeft voor het werkelijke, het. alledaag-
sche, het platvloersche. Idealisme is das het
gevoel voor het hoogere, het streven ora de
geheele schepping met een waas van licht
en poëzie te overdekken, het geloof, dat
elk mensch onschatbaare waarde bezit en
tot voortdurende ontwikkeling bestemd is.
In onzen realitiseheu tijd is voorzeker
ertt woord over idealisme niet overbodig.
Oaze eeuw is de eeuw van stoom en
electriciteit. Nooit zjjn er zulke verbazende
uitvindingen op practisch gebied gedaan,
als in het honderdtal jaren, dat weldra achter
ons zal liggen. Met verbazende snelheid
worden wjj door de kracht van den stoom
gevoerd over vlakten en door bergen heen
rivieren en stroomen zjjn overbrugd en door
middel van de electriciteit vliegen onze ge
dachten in seconden ztlfs door zeeën heen,
naar de einden der aardenan de natuur
zjjn hare diepste geheimen ontwrongenniets
zoo juicht de mensch in den overmoed
zjjner kracht is rag te sterk, de geheele
wereld ligt aan mjjne voeten.
Zong reeds de Grieksche"dichter Sophocles,
vjjf eeuwen vóór onze jaartelling, in zjjne
onsterfelijke »Antigone« den lof van den
mensch, wien alles onderdaan wordt, de
dood alleen uitgezonderd, hoeveel te meer
geldt dit thans.
En toch hierdoor wordt het idealisme meer
en me«r gedood en het realisme aangekweekt.
Men begint meer en meer te vragen in de
eerste plaats naar datgene wat practisch
nut en voordeel oplevert, naar batige saldo's
in de kassen, in één woord het zoogenaamde
utiliteits-begiusel treedt sterk op den voor
grond, onverschilligheid omtrent geesteljjke
dingen is er een eerste gevolg van.
Daartegen moet met alle kracht gewaar
schuwd worden, want de mensch kan nu
eenmaal bjj brood alleen niet leven. Hij heeft
behoefte aan bet ideale, evenals de bloem
zich keert naar het licht, het afgejaagde
hert dorst naar de frissche waterstroomen,
het kind zich wendt tot de moeder.
Er worden er echter velen in onzen tjjd
13)
>Jni8t deze beleefde voorkomendheid ie
het, welke mjj zoozeer verbaast,* hernam
Walden, wanneer ik den weldoener kende,
zou ik misschien minder in verzoeking ge
raken zulke voorwerpen van de hand te
wjjzen; maar my van eenen geheel onbe
kende zulke liefdeblijken te laten geven,
brengt mg menigmaal in verlegenheid en
maakt, dat ik er mg als het ware voor
schamen moet.*
Ik verzeker u echter,* hervatte zijne
vrouw, »dat gjj onzen weldadigen gastheer
zeer goed kent, al kunt gg hem u voor
het oogenblik niet meer herinneren.*
Walden wilde juist nog verdere na-
vorschingen doen, toen Anatole met eenige
bedienden binnentrad, die kleedingstukken
op de tafel lagen.
Waarde hter doctor,* begon Anatole,
ik geloof dat uw tegenwoordige gezond
heidstoestand n thans zal veroorloven aan
een familiefeest deel te nemen, hetwelk mjjn
vader heden, bg gelegenheid van den ver
jaardag mjjner moeder, alsmede wegens uwe
herstelling, voornemens is te geven, en
waartoe hg n met uw geheele familie uit-
nooJigt. Daar uw kleedermaker u nog niet
van toereikende kleedingstukken heeft voor
zien, veroorloof ruij a voorloopig een mgner
uniformen aan te bieden, welke gg vroeger
gevonden, die tot levensleus het v»oorl van
Heinrick Heine hebben; Gjj xqlt genieten,
niet ontberen.» Immers, het leven is kort;
morgen sterven wjj; laten wjj zoo reel
mogaljjk van dat leven genieten.
Spreek ons van geen idealen, maar ver
kondig ons liever hoe wij het meeste zin
genot kunnen smaken, hoe wjj in den
kortst mogeljjken tgd, op welke wjjze dan
ook, rjjk kunnen worden, opdat die spreuk
van Heine bewaarheid worde.
Hen, die zoo spreken, zouden wjj in de
eerste plaats er op willen wgzen, hoe diep
rampzalig ten slotte het leven van Heine
geweest is; hij heeft tot zijne bittere smart
moeten ervaren, dat het leven geen voort
durende festjjn is, en ten andere zouden
wij hem in herinnering willen brengen dat
schoone woord, dat nog niet zoo lang geleden
gevloeid is uit den mond van den grjjzen
Duitschen rjjkskanselier Vorst Von Hohen-
lohe tot de studenten te Berljjn, die te
zamen waren om den jjzeren oudrjjkskanse-
lier, prins Otto von Bismarck, den grond
vester der Duitsche eenheid, te huldigen.
Luistert* aoo sprak hij »naar
den raad van een man van ervaring en
kweekt die idealistische levensbeschouwing
aan, zonder welke het leven geen waarde
heeft.*
En een wijsgeerig-ontwikkeld man heeft
er dit aan toegevoegd: »De waarde van
het leven verbleekt, wanneer wjj het niét
bezien met een door idealen verhelderd
oog. Niemand leeft in de wereld, waarin
hg geboren is wij allen leven in de
wereld, die geboren is in ons. Blijft gjj
staan bjj de waarneembare feiten, en gij
ziet mensoben en boomen. Maar kweek
aan een idealistische levensbeschouwing, en
gjj ontdekt in de boomen het woud en in
de menschen de menscheid. En gjj ontdekt
meer. Gjj ontdekt dat, hoe de feiten ook
mogen strjjden met uwe idealen, hoe de
gebeurtenissen van eiken dag ook hen in
't geljjk stellen, die lachten met dingen als
vriendschap, vaderlandsliefde, dankbaarheid,
trouw, vooruitgang gjj ontdekt dat al
deze dingen toch de wereld regeeren, en
dat dezelfde menschen, die met idealen
spolten, leven van de kruimpkens, die
vallen van de tafel der idealisten, want
zonder idealisme geen vertrouwen en geen
perspectief.*
De realist ziet in een vlag slechts een
doek met drie kleuren, maar voor den
echten vaderlander is zij het symbool onzer
en Mademoiselle heeft moeder hier het
noodige bjjgevoegd,* sprak hjj ten slotte
terwijl hjj twee pakken openmaakte, waarin
zich de fraaiste zijden stoffen bevonden
aan Walden echter bood hjj een rok aan
van een arts van den stat, benevens degen
en hoed met pluimen.
»Gjj zjjt al te voorkomend, beste collega,
dien ik zoo gaarne bjj zijn naam wilde
noemen, wanneer ik dien slechts wist,*
hernam Walden lachende.
»Noem mjj voorshands slechts Anatole,
totdat gjj mg een anderen naam kant
geven,* hernam de jonge geneesheer. Haast
u slechts n aan te kleeden, want de tgd
dringt; zoodra het donker wordt kom ik
n afhalen.*
Maar ik heb geen recht meer op dit
eerekleed,* zeide Walden; »ik ben een be
genadigd misdadiger, die door zulk eene
daad den geheelen stand zou outeeren.*
Bedien u om mjjnentwil van dit kleed,
hetwelk gij aet zooveel eer gedragen hebt,*
verzocht Anatole, ♦gave God, dat allen die
dit kleed dragen op u geleken. Ik bid
u dus nogmaals van deze uniform gebruik
te maken.*
Walden, die vermoedde dat Anatole een
bjjzonderen .grond had tot dit verzoek, be
loofde schoorvoetend en Vol verwachting
aan zjju verzoek te zullen voldoen; zijne
vrouw echter weigerde ziöh van deze kost-
bure kleederen te bedienen.
»Üeze staatsiekleederen,* zeide zjj, ♦passen
noch voor onze omstandigheden, noch voor
personen van onzen stand.*
Anatole echter wist hiertegen zooveel in
onafhankelijkheid en vrijh-id, waaronder
een klein troepje heldhaftige mannen, zoo
als iu het schoone In9uliv.de, door honderden
aangevallen, zich schaart en kampten op
dood of overwinning, omdat het hun
symboliseert de tron w aan vaderland en vorst
En zoo is het in het geheele leven. Over
het huweljjksleven b.v. werpt een idealist
een geheel ander, een vriendelijker licht,
dan de realist, die daarin niet veel meer
ziet dan een sociaal contract. Lees eens de
vfijze, waarop Dickens in zjjn meesterlijken
roman David Copperfield" schrijft over de
verhouding tnsschen David en Agnes, en
vooral het slot van dat work, of Allard
Pierson's ♦Eudia* in ♦Intimis,* zoo schoon,
zoo idealistisch en heerljjk geschreven, of
de Genestet's ♦Liefde,* of Vondel's beroemde
reizang in zijn >Gjjsbrecbt van Amstel,*
Waar werd oprechter tron* enz., en gjj
znlt overtuigd zijn van de hooge waarde
van het idealisme en het noch Heine noch
Alfred de Musset toestemmen, dat er slechts
één ding is, dat niet bedriegt, het zingenot.
Ook deze Franscho dichter, schoon van
aanleg, een edele natuur, bewees de on
waarheid van zjjne stelling door-zjjn leven
hjj wierp zich in den maalstroom der ge
nietingen, gevoelde zich diep rampzalig en
ging in de golven der hartstochten te gronde.
En ook Emile Zola, ds profeet van het
realisme onzer dagen, hoeveel schoons hjj
ook moge geschreven hebben, kan ons niet
bevredigen. Wfant het is terecht gezegd
De mensch heeft behoefte aan idealen;
zonder deze kan hjj nu eenmaal niet leven;
zijn beter ik komt telkens in opstand met
de werkeljjkheid, zjj bevredigt hem niet.
Idealen zjjn voor hem zooveel lichtende
sterren, die hem tegeljjk vrede doen hebben
met het tegenwoordige en moed én kracht
schenken voor de toekomst; het zjjn prik
kels, die hem voortlurend aansporen naar
hooger te zien en zich te verheffen boven
het gewone, het alledaagsche. Wel weet hij,
dat hjj ze nooit zü verwekelijken, overtuigd
als hjj is van zjjne vele gebreken en on
deugden wèl zou hjj zelf niet gaarne willen,
dat ze werkeljjkheid werden, omdat dan de
toestand op aarde doodend zou zijn, doch
daarnaast is hjj er diep van overtuigd, dat
in het streven naar een ideaal groote vor
mende waarde en veel heil voor de mensch-
heid gelegen is. Zélk een ideaal is toewijding
voor en met elkander, bescherming van den
zwakke, tot zich trekken van den verwaar
loosde, steuning van den hulpbehoevende.
en dank besluiten moest toe te geven.
Anatole verzocht zich te willen reppen en
nam vervolgens afscheid.
De avondschemering begon reeds te vallen
met de lang ontbeerde feesfckleederen ge
tooid, zaten de drie overgelukkigen en wacht
ten vol verlangen, daar Anatole komen zon
om hen af te halen. Voor Walden was het
eerst een treurige herinnering aan het ver
leden geweest, toen hij zich in de fraaie
uniform in den spiegel bezag, maar het man
nelijke gevoel van eigenwaarde, de militaire
fierheid en de verwachtingsvolle nieuwsgie
righeid, hadden spoedig aau zjjne gedachten
eene andere richting gegeven. Zijne vrouw
voelde zich verlegen in het fraaie atlaskleed,
en het hart der schoone Elizabeth klopte
van ongeduld, toen zjj in den ongekenden
opschik, een schuwen blik in den spiegel
wierp. Angstige schroomvalligheid verhoogde
den bevalligen blos en verlegen wierp zij
den prachtigen Indischen shawl om den
sneenwwitten hals, toen zjj luide voetstappen
op het portaal vernam. Anatole, zjjne moeder
en een eenigzins bejaard heer, in schitterende
generaalsuniform, traden het vertrek binnen;
de vrouw des huizes stelde den laatste als
generaal Biunde voor, en verzocht om de
eer de familie naar beneden te mogen ge
leiden. Op het mannelijk schoone gelaat
van den generaal, door twee groote lid-
teekens ontsierd, werd een diepe ontroering
zichtbaar, toen hij met deelneming den nog
niet ten volle herstelde Walden aanzag, en
ook Walden kwam het voor deze trekken
meer gezien te hebben, al kon hjj ook voor
het oogenblik den persoon zeiven niet her-
lo "'nto.vjd diiaiilAStArdgn. .FW~
Het streven naar een ideaal kost eohter veel
strjjd, in de ee ste plaats met ons zeiven.
Het vereischt °en helder inzicht, een kraeh-
tigen wil en een groot volhardingsvermogen.*
Niet het bereikbare van een doel, maar
het ontbreken van een doel verlamt de vleu
gels. Reeds Lessing verkoos het zoeken
naar de waarheid, boven het vinden daar
van. Streven is leven op elk gebied.
En streven is zich uitstrekken, zich ont
plooien, zich strjjdend oefenen in kracht,
zich harden tot een persoonlijkheid, vast
en hoog.*
Zulk een idealisme is verheffend en ver
sterkend. Het utiliteitsbeginsel is niet het
hoogste. Dan ware /'het gedaan met alle
poëzie, met alle behoorlijkheid in het leven.
Waartoe ons dan met bloemen getooid op
de feest- en hoogtjjaagen, die wjj vieren;
dan alleen gevraagd naar het nuttige en
voordeelige, waardoor batige saldo's, in onze
kassen kannen vloeien. Neen, ook het
liefelijke, ook het zonnige heeft recht in
het leven.
Kweeken wjj dat idealisme aan, bg ons
en onze kinderen, ons leven en dat van
anderen zal er zonniger door worden.
Buitenland-
Volgens de Dépêche Coloniale* hebben
de onderhandelingen, die dr. Leyds voert, ten
doel van de regeeringen te Parjjs, Berlijn en
St. Petersburg gedaan te krijgen, dat aan
de Z. A. Republiek een soortgelijke be
scherming zal worden toegestaan als Grie
kenland geniet, zoodat, in geval van oorlog
tusschen Engeland en de Transvaal, geen
dezer landen zich kan bevoordselen met de
uitbreiding van zijn grondgebied.
De ♦Daily Chronicle* meent, dat indien
dr. Leyds de voorstellen van Chamberlain
voor de oplossing der moeieljjkheden tus
schen Engeland en Transvaal, naar de Z.A.
Republiek overbrengt, er aanmerkeljjk betere
vooruitzichten zjjn voor een gunstige op
lossing.
De ^Standard* deelde mede, dat presi
dent Mc. Kinley zjjn bemiddeling in zake
Cnba* zou aanbieden en verlangde dat
Spanje Cuba aau de opstandelingen zou
verkoopen. Hiertegenover verklaart de te
Madrid verschijnende ♦Agenzia Fabra,* dat
Spanje nooit in een verknop van het eiland
zal toestemmen en ook geen bemiddeling
van het buitenland zal aannemen in eene
zaak, die Spanje alleen aangaat.
zabeth, welker bevalligheid in het fraaie
kleed, den rooden shawl en het met bloemen
gekapt haar zich duizendmaal schooner ver
toonde, daar de onschuld en de uitdrukking
van vrome zielenadel het lieve kind sierden.
Madame Walden aan den arm van den
generaal en de vrouw des huize3 aan dien
van Walden, volgden.
In de feestelgk versierde zaal begroette
de huisheer zjjne gasten.
Hier, mgn beste,* zeide mevrouw La-
frane tegen haar man, ♦hier breng ik u
uwen voormaligen weldoener.*
Welkom, duizendmaal welkom, edele
ljjderl* riep Lafranc, terwjjl hij den ver
baasden met drift aan zjjn borst drukte.
Maar ik heb immers volstrekt de eer
niet n te kennen....* stotterde de verbaasde
Walden.
Hoe?* kent gjj uwen Savoyaard, uwen
Pierre Lafranc niet meer, wien gg eenmaal
eenen reddenden engel waart,* riep de heer
des huizes en sloeg andermaal zjjn arm om
den geneesheer.
♦Gg Gjj Pierre?* was alles wat Wal
den zeggen kon.
♦Ja, ik ben het zelfde lieve God heeft
mg op een wonderdadige wijze in de ge
legenheid gesteld mjjne schuld af te doen,*
riep Lafranc; ♦zie hier de ransel, het inkt-
vaatje en de lier, welke gij mg geschonken
hebt, toen ik, nu drie-en-dertig jaar geleden,
van u afscheid nam!* zeide hij, terwijl hg
een doek van de tafel nam waarop de ge
noemde voorwerpen zóó lagen, als toen
Walden dezelve aan zjjn pleegzoon had ge
schonken.
♦IsuJieL-ninpelhk?* riep de verbaasde
Een onderzoek in het von lclingenhnis van
de ♦Santa Annunziata* te Napels heeft aan
't licht gebraeht, dat van de achthonderd
negentig kinderen, die er sinds twee jaar
ingebracht zjjn, er nog slechts drL gevonden
werden, de overige achthonderd zeven-en
tachtig zijn gestorven of verdwenen. Zekere
politici zjjn bjj deze duistere zaak betrokken,
die groote afmetingen dreigt aan te nemen.
Napelscbe bladen bevestigen het verhaal
zoo wordt door een blad de dageljjksche
sterfte in genoemd vondelingshuis op vjjf-
en-tachtig percent der ingebrachte kinderen
geschat.
Acciarito, de pleger van den aanslag op
koning Humbert, zal den 28sten Mei terecht
staan.
In de laatsto 15 dagen zjjn te Bombay
nog 1105 personen aan de pest overleden
sedert 't begin der epidemie stierven 10,507
van de 12,324 aangetasten.
Andrée en zijne reisgezellen, Strindberg
en Franckei, hebben zich te Göteborg in
gescheept op de ♦Sven8lcsund«, om naar
Spitsbergen te vertrekken. De groote ballon
lag reeds sedert eenige dagen in het ruim
van de boot.
Da ♦Svensksund* moet bjj Danskon
blijven, tot na het vertrek van den ballon.
De ♦Virgo*, voor de expeditie uitgerust,
is reeds vroeger naar 't hooge Noorden ver
trokken, met alles wat voor de reis noodig is.
Andrée hoopt ongeveer den 20n Juni te
vertrekken. Hij neemt een 30-tal Belgische
postduiven mee voor den dienst van het
Stockholmsche blad ♦Aftonbladet*.
De Russische Minister van Justitie heeft
zich naar Irkoetsk begeven om de rechterljjke
organisatie, die Czaar Alexander II in 1864
aan Rusland geschonken heeft, ook in Sibmë
in te voeren en daar de eerste jury te
openen. Daarmede zal veel willekeur in
Siberië ophouden.
In den laatsten tgd zjjn te New-York
een reeks moorden gepleegd, alle op vrou
wen, die juweelen droegen. De slachtoffers
werden geworgd met een strik, die met
een eigenaardigen knoop was gedraaid. Een
strik met een dergelijken knoop wvrd on
langs gevonden in de kamer van een dame,
die in een goedkoop logement haar intrek
had genomen. Zjj was aangevallen door
twee mannen, die beproefd hadden haar te
worgen. Zjj had zich echter krachtig ver
zet en luid om hnlp geroepen, waarop da
Walden, ♦droom ik dan of waak ik?
O, uijjn dierbare vriend, gjj hebt mg en
mgn familie meer dan duizendvoudig de
kleine dienst vergolden, welke ik u bewees.
Moge de hemel n beloonen, daar ik n zelfs
niet genoeg met woorden kan danken!*
♦Niets kan ik u vergelden; volstrekt
niets!* zeide Lafranc; ♦wat ik ben en bezit
heb ik u te danken, u, u alleen, gjj waart
niet slechts mijn lichaam- maar ook mgn
zielverzorger, gij legdet in mg de kiem, welke
zich later zoo gelukkig ontwikkelde.* La-
fraae's vrouw en kinderen traden op een
wenk naderbjj, om den gast hnn dank te
betuigen, voor hetgeen hjj eens aan hun
dierbaren vader had gedaan.
♦Sta mjj toe uwe vreugde nog door eene
verrassing te verhoogec,* zeide generaal
Biunde, toen het kassen, omarmen en dank
zeggen een einde had genomen, tot den van
vreugde schier tot tranen bewogen Walden
Zjj ne Majesteit de Czaar, tot wiens oor het
bericht van uw onverdiend ljjden is door
gedrongen, haast zich door deze ukase het
onrecht weder goed te maken, hetwelk men
n heeft aangedaanhjj zendt u het patent
als staf-arts met den rang van majoor, en
deze gratificatie voor het u zoo lang ont
houden pensioen.* Dit zeggende overhan
digde hjj den hoogst verbaasde drie papieren.
♦O, de vreugde zal mg doodenl* riep
Walden, toen hg een vluchtigen blik op
de papieren had geworpen. ♦Lang leve de
Czaar!* was alles, wat hg nog kon uiten.
De generaal drukte harteLjjk de hand des
doctors en naderde hem eenige schreden.
(Wordt vervolgd./
Af» Kxfc l-vf Q -