Land van flensde» en
aiifslraal
en (Ic
onimelenvaard.
KONINGIN VICTORIA,
Ui
FEUILLETON»
Uitgever: R. J. VEERMAN, Heusden.
M 1601. WOENSDAG 23 JUNI. 1807.
E3B1V KU
altena-
voos
O
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprjjs: per 3 maanden 1.00.
Franco per post zonder prjjsveihoogmg. Afzonderljjke
liammers 5 cent.
Advertentien van 1tS regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» c*« Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
18)7-JUi\I-1897,
Na de vorige week een algemeen over
wicht te hebben ontvangen vau haar leven
en regeering zal het onzen lezers aan
genaam zjjn ook iets te vernemen uit het
persoonlijk leven der Engelscbe Koningin.
Engeland moge trotsch zijn op dit diamanten
feest, door niet een zijner vroegere heer-
gchers gevierd, op de kolossale uitbreiding
die het rjjk in ïndië gekregen heeft, op
de welvaart in handel en njjverheid
waarop bet vooral trotsch zjjn mag, is,
dat zjjn Koningin hoog staat als vrouw
op wier privaat leven geen vlekje rust, die
als gade en moeder een voorbeeld is voor
ieder Engelsch gezin in stad en land. In
haar 78-jarig leven is geen enkele periode,
geen dag, geen uur, waar over de geschied-
Bchrjjver een slukr behoeft te werpen, of
waarvoor Victoria de oogen moet neerslaan.
Het moest zoo niet zijn, maar dat is een
lofspraak voor Koninginnen en Koningen
Op 20 Juni 1837 was ze een klein,
gezond, vrooljjk meisje, toen ze in den
vroegen morgen op een ongewoon uur ge
wekt werd. De aartsbisschop vau Canterbury
en de Lord kamerheer hadden na lang klop
pen en hameren toegang gekregen tot haar
woning. De bedienden hadden geen lust
de jonge dame uit haar sluimer te wekken,
doch de hofbeambten drongen aan de
»Koningin« te spreken. Na enkele minuten
wachten verscheen Victoria in ochtendjapon
en pantoffels. Haar werd den dood van
Willem IV gemeld. Ze begreep terstond
den toestand, verzocht den bisschop voor
baar te bidden en bepaalde het uur voor de
eerste kabinetszitting.
Niet onvoorbereid nam ze haar hooge
plaats in. Acht maanden oud, had ze haar
vader verloren en was de moeder met haar
>de hoope Engelands* naar Duitschland
teruggekeerd. Geen oogenblik liet ze haar
kind aan anderen overhet bed der dochter
stond naast dat der moeder. Zeer eenvoudig
werd ze opgevoed en eerst op haar 12de
jaar werd haar meegedeeld dat ze waar
schijnlijk eenmaal den troon van Engeland
beklimmen zou. »lk sta den troon veel
nader, dan ik meende zeide ze en in later
jaren bekende ze: »ik heb lang geschreid,
Vrij naar het Duitsch.
6
»Ziet gij, lieve vriend, in zulk eene stem
ming verkeer ik nu tegenwoordig. Gij vraagt
mg of ik die zalige oogenblikken onder den
beuk al heb vergeten? Neen, ik heb ze niet
vergeten. Hoe zou ik dat kunne»? Maar
ik smeek u, gun mg nog «enigen tjjd, voor
ik u weer zie, laat mij eerst wat over mijn
verdriet heen zjjn. Den hemel zij dank, dat
Hij ons bjj al onze ellende en beproevingen
nog zulk een grooten troost achtergelaten
heeft, namelijk dien ran te kunnen ver
geten Ach, lieve vriend, mjjn hart ver
langt toch zoo innig naar u. Wat zou ik
het heerljjk vinden om u slechts één oogen
blik te zien, en toch mag het niet! Hoe
kan ik in dit treurhuis u lachend tegemoet
snellen? Hoe kan ik mjjn vader, die nu
meer dan ooit aan mijne zorgen toevertrouwd
is, mjjn zwager en de kleine Thérèsina, die
mjj vooreerst zoozeer noodig hebben, zeggen,
dat ik mjj de toekomst zoo heel anders
vcorstel? We zullen wachten, Lodewjjk, tot
dat er betere dagen voor ons zullen aan
breken, en de zon weer schijnt, in wier
stralen niet onze harten want die hoor
den elkander reeds lang toe maar onze
lippen elkaar voor de eerste maal gevonden
hebben!.... En nu ik weer, terwjjl ik deze
woorden schrjjf, mjj in de zalige herinne-
ïingen verdiepen wil, grijpt wjj weer de
toen bet mij verteld was.« Van toen af werd
ze als Kroonpriuaes behandeld.
Met grooten ijver wjjdde ze zich aan de
staatszaken j ze wilde niet alleen Koningin
heeten, maar ook zijn. Lord Melbourne,
de ministerpresident, kreeg de opdracht haar
in de regeeringszaken in te wjjden. Dat
was geen lichte taak, want zijn hooge leer
linge teekende niets, zonder nauwkeurig
den inhoud te kennen en Lord Melbourne
moet eens gezegd hebben: liever dien ik
tien koningen, dan een jon/ meisje. Niette
min bestond er tussclien Koningin en minis
ter da beste overeenstemming, geljjk ook
tussc'nen haar en baron Stokmar, lijfarts
en vertrouwde van Leopold, Koning van
België, haar oom. Alleen de laatste werd
toegestaan in gewone kleeding aan 't hof
te verschijnen. Voor 't overige heerschte
aan het hof strenge etiquette en de grootste
stiptheid.
Van het oogenblik af dat Victoria den
troon beklom, werd geheel Engeland be
wogen door de vraag: wie zal haar hand
verwerven? Zooals wa reeds verleden week
aanstiptenze volgde haar eigen zin en
koos zich tot echtgenoot een der speel
kameraden uit haar jeugd, prins Albert
van Coburg. Op 10 Febr. 1840 werd het
hu weljjk gesloten. Uitdrukkeljjk had Victoria
verzocht niet te schrappen de woorden uit
het formuliershem, den man, onderdanig
te zgn, zjj wilde als vrouw en niet als
Koningin huwen.
Van den aanvang af nam Albert deel
aan de zaken van staat, woonde hjj de ver
gaderingen der ministers hjj en de Koningin
deed niets zonder zgn raad in to winnen
Zjjn invloed was derhalve groot, grooter
dan de trotsche Engelsche ministers wel
wenschten. Aan het hof ging het vrooljjk
toe. Het jonge paar bezocht bals en Con
certen, reed en maakte korte uitstapjes en
langere naar Schotland, Frankrjjk, Duitsch
land enz. In den zomer trok het hof naar
Wight, in het najaar naar de Schotsche
hooglanden. Een rijke kinderzegen viel hun
ten deel. De kinderen werden eenvoudig
en streng opgevoed. Eens liet Vicky*
(Victoria, de moeder van Wilhelm van
Duitschland) onder het rjjden met opzet
haar zakdoek op den weg vallen, om het
zoete genot te smaken, dien uit de handen
van een der hofkeereu weer iu ontvangst
te nemen. Maar de strenge mama liet
terstond halt houden en Vicky moest zelf
uitstjjgen en den doek oprapen.
beu wjj dan eigenlijk misdreven, dat ons
jong geluk zoo gauw verduisterd moest
worden? Het was geen goed voorteeken,
waaronder wjj elkaar het e*rst gekust heb
ben aan onze zjjde stond de dood
>Gij ziet, dat ik nog steeds zeer droef
geestig gestemd ben, maar het zal metter
tijd weer beter worden. Als die neerslachtige
stemming voorbij is, dan zal ik u weer
schrijven en dan eerst naoogt gij bjj mij
komen, maar niet eerder, liefste, vooral niet
eerderGij zoudt mg anders zoo veranderd
vinden, zoo treurig en raoê, en ik zou zoo
gaarne gedurende onze naar ik hoop zeer
korte scheiding, steeds als de lachende Karita
met de fonkelende oogen, zooals gij mjj
altjjd tmbt genoemd, in uwe herinnering
blijven. Ach, nu fonkelen mijne oogen nog
maar door de tranen, die er voortdurend
in komen! Er is zooveel waardoor ik lijd,
dat ik nu toch niet kan zeggen. Maar laat
ons moed houden, laat ons op betere dagen
hopen
In innige liefde, Uwe
KARITA. c
Reeds lang was advocaat Steiuer klaar
met het lezen van den brief, maar nog
steeds gleden zjjne oogen werktuigelijk over
de zooeven gelezen woorden. De inhoud was
lief en vriendeljjk lief en vriendeljjk als
de bekoorljjke schrjjfster, maar toch
drongen hem de woorden als dolksteken in
het hart. Wachten moest hjj, wachten,
zonder haar ook maar even te mogen zien.
Zjj, die zich als een geschenk vrjjwillig in
zgne armen had geworpen, zij weigerde
Daarop zij a tjjden gevolgd, waarin de
politiek donkere schaluw.-.n op het huiselijk
geluk wierp. De Krimoorlog en de groote
opstand in Indid veroorzaakten vele zorgen.
AL monarchin en vrouw trad toen Victoria
op, troosten ie de hodro-fden en hulp schen
kende aan behoeftigen. Op zekeren dag
werd de gouvernante der kinderen naar
huis geroepen dewijl haar moader ziek was.
Zjj sprak er van haar betrekking neer te
leggen, maar daarvan wille Victoria niet
weten. >Ga direct naar je moedert zei ze,
blijf zoolang nis noodig is en kom dan
terug. Wjj zullen de betrekking opeu houden,
Prins Albert en ik zullen u bjj de lessen
zoolang vervangen, heb dus geen zorg.*
Op 14 Dec. 1861 trof haar tu8t dan dood
van Prins Albert, de ontzettende slag, die
ze nooit te boven gekomen is. Een tjjd
lang vreemde men voor haar leven, doch
haar krachtig gestel overwon de zwakte.
»Nu zegt me niemand meer, wat ik doen
moet,« klaagde zij, »nu is er niemand meer
die mjj Victoria noemt.* En al legde ook
de groote toovenaar, de tjjd, balsem op de
wonde, ze heeft de rouwkleeding nimmer af
gelegd, De kamer van haar echtgenoot bleef
gesloten en in den toestand waarin ze bjj zgn
dood geweest was. Muziek kon ze in de
oerate jaren niet hooren, het snorrende
spinrad was een tijd lang haar eenige uit
spanning. Langzaam echter leefde de liefde
voor de kunst weer in haar op en zocht
ze weer den omgang met dichters en schrij
vers als Elliot, Dickens, Browning, Ten
nyson en Carlyle.
De teugels der regeering, die ze als
20-jarig meisje ter hand nam, voert ze
thans nog even vast en zeker. Nog is ze de
werkelijke Koningin, verheven boven aan
merkingen van allerlei aard. Waartoe ben
ik Koningin,* heeft ze eens gezegd, >als
ik niet doen mag, wat ik wil.* Zoo heeft
ze zich niet gestoord aan de vale stemmen,
die haar aanspoorden meer deel te nemen
aan 't publieke leven.
Reizen naar 't buitenland, vooral naar
Italië wisselden af met bezoeken van voor
name gasten, die ze iu Engeland ontving.
Wat een wisseling der tjjden spreekt uit
deze laatste! Iu den aanvang harer regee
ring vertoefde Louis Philip mat zjju gj-
rualiu in koninkljjke pracht te Windsor;
eenige jaren later kwam hij terug als vluch
teling, zonder vaderland. Met Napoleon en
Eugenie herhaalde zich dezelfde scène en
later rustte op Victoria de zware taak de
hebben om naar zulk een prjjs mede te
dingen, als hem niet van zelf de prjjs was
aangeboden! En nu, nu hjj voor het eerst
van het heerljjke voorrecht van den man,
om de geliefde vrouw bjj te staan en haar
het verdriet te helpen dragen, gebruik kon
maken, nu keerde zij zich in haar verdriet
van hem af en zeide: »Gij moogt mij slechts
laehend zien, lachend gelijk gij mjj bemind
hebt!* Was dit rechtvaardig? Neen, dui
zendmaal neen! Zjj moest mjj niet kunnen
missen, en in haar suiart met heel haar hart
evenzeer naar mg verlangen als ik naar
haar!*
Terwjjl advocaat Steiner dien dag Karita's
brief telkens weer herlas, totdat hem de
woorden als lieve bekenden aankeken, en
de allertreurigste en toch vriendeljjke regels
geen spoor van bitterheid of wrok meer
nalieten, zat Karita op dienzelfden dag,
in de eenzame kamer van haren zwager.
De kleine vjjfjarige Théièsina speelde aan
hare voeten op den grond. Zy was een stil.
zacht kind en sedert het sterve» harer
moeder was ze neg stiller geworden; ze
had niets van hare levenslustige tante.
Zonder een woord te spreken kleedde zjj
hare pop uit en aan, slechts af en toe klonk
een zacht hoesten, dat in weerwil van alle
zorgen en verpleging niet wilde wjjken.
Karita trommelde met hare vingers tegen
de vensterruiten en zuchtte daarbjj diep en
ongelukkig.
>Kom Thérèsina,* sprak zjj plotseling,
zich tot bet kind wendende, >we zullen
samen eens wat prettig gaan spelen, maar
laat na je pop maar liggen, en kom eens
eens zoo stralende Keizerin der Fransohen
te moeten troosten ever den dood baars
eenigen zoons.
Onder de mannen van beteekenis in
Europa, die met haar jong waren en oud
werden, zjjn nog twee in leven: Gladstone
en »de verschrikkeljjke kanrelier,* geljjk ze
eenmaal Bismarck noemde. Ojk over haar
eigen familiekring heeft de dood meer dun
eenmaal zijn zwarte schaduw geworpen;
toch staat Victoria in haar foestweek niet
als een afgehouwen stam. Integendeel, een
massa kinderen, behuwdkinderen, klein
kinderen en aohterkleinkin leren omgeven
ze. Alle trappen des ouderdoms zjjn hier
vertegenwoordigd, evenzoo bjjna alle vor
stengeslachten van Europa doch een
zeer oade dame in rouwgewaad en in
weduwensluier vangt toch den eersten blik
op het is de Koningin Victoria van
Engeland,
53tiitenlan<i-
Vrjjdagavond heeft een cycloon de Fran-
sche gemeenten Asnières, Bois-Colombns,
Rond-Poiut en Garenne-Bezon geteisterd.
Er viel een ware waterhoos, die dikke
boomen, tuinmuren en telegraafpalen om
sloeg. Zelfs is een huis onder het gewicht
van het water ingestort en verscheiden per
sonen werden ernstig gekwetst. De cycloon,
die nauwelijks enkele seconden duurde, doch
zeer hevig was, bestreek een zeer smalle
uitgestrektheid. Ook is de cycloon neerge
vallen op Saint-Denis, waar aanzienlijke
schade toegebracht is vooral aan de piano-
fabriek Pleyel-Wolff en verscheidene houten
huizen door den wind meegevoerd zjjn. Te
Asnières, waar het kermis was, zjjn de
tenten geheel vernield. Te Courbevoie is de
vuurwerk-fabriek vernieldhet dak werd er
af geslagen en de stoomketel is gesprongen
met het gevolg dat vele personen gewond
en twee gedood zgn. Op het Voltaireplein
te Courbevoie is een koffiehuis verwoest. Te
Bois-Colombes zgn twintig gewonden, te
Asnières een twintigtal en te Courbevoie
tien. Zjjn grootste kracht ontwikkelde de
cycloon in de vlakten van Nanterre en Saint-
Denis, waar in enkele minuten 50 centi
meter water is gevallenalle lage gedeelten
zgn er onder^eloopen. De trein, die uit
Maisons-L&fitte kwam, moest stoppen en
naar La Garenne-Bezon terugkeeren. Hjj
kwam anderhalf uur te laat in Parijs. De
lichting van den cycloon was zuid-noord
oost.
»0, ja tante,* antwoordde de kleine meid,
terwijl zjj zich geduldig op de schoot van
hare tante liet tillen.
>Wat kunnen we nu het beste in de
schemering spelen, liefste? Zal ik kaarten
huisjes voor je bouwen, of wat anders?*
>Neen tante,* fluisterde het kind zachtjes,
>U moet uw arm om mjju hals slaan, zooals
mama dat altjjcl d«ed, en dan moet gjj voor
mjj zingen, wat mama zoo dikwijls voor
mjj heeft gezongen.*
»Maar, lieveling,» antwoordde Karita,
terwjjl zjj haar nichtje de dunne verwarde
krullen uit het gezicht streek, >dat is een
wiegeliedje, je wilt toch nu nog niet naar
bed gaan?*
»Och toe tante, zing het toch, zing het
toch,* zei het kind op zacht vleienden toon,
»ik doe dan mjjne oogen toe en dan is het
juist alsof ik op mama's schoot zat.*
Karita's oogen vulden zich met tranen.
»Mjjn arm lief kind!* antwoordde zij met
trillende stem, en omhelsde met beide armen
het moederlooze schepseltje, dat op haar
schoot zat, »wat zou ik het graag voor je
doen, maar ik kan net heusch niet, of heb
je mg ooit hooren zingen?*
Waarom kunt u dan niet zingen, tante
Karita? en mama kon het toch zoogoed!
U moet het dan maar gauw leeren, tante!
Want nu bent a mjjne mama, en Kathrine,
{Ljaji wortel d
Een hevige storm heeft te Sun-U lefonso
bjj de Spaansohe stal Sagovia gewoed; er
vielen hagelsteenen zoo groot als noten vele
buizeH liepen onder water en de oog3t is
verwoest. Er ontstond een ware paniek
huisraad au vee werden door het water mee
gesleept en verscheidene personen zgn door
hagelsteenen gekwetst.
Tengevolge van de herige regens der
laatste dagen is het verkeer op den zijtak
van de St. Gotthar.lbaan tusschen Maccuquo
en Piuo aan het Lago M&ggiore gestremd.
Op de hoofdljju bg Maroggia aan het Lu-
ganomeer zgn vier goederenwagens van een
trein uit de rails geworpen.
Ook op de noordkusten van Schotland
ea Ierland hebben hevige stormen, verg*zeld
van regenbuien, gewoe 1.
In 20 jaren steeg de Schelde te Antwer
pen niet zoo hoog als Zaterdag.
De dorpen Schelle, Hemixem en St. Ber
nard staan onder water ten gevolge van een
djjkdoorbraak op twee plaatsen. De schade
is daar belangrijk, zoo ook te Boom, dat
gedeelteljjk onderliep.
Van de vloot te Heyat zjjn 7 sloepen met
man en muis vergaan, Bjj Osteade warden
garnaalbooten vernield, doch de bemanning
werd gered.
Het hof te Naacy heeft «en herbergier,
di« door soldaten en onder-officieren in het
bezit wist te komen van kaarten en plannen
van mobilisatie, om ze daarna aan Duitsch
land over te leveren en die de namen der
Franschen, die in Elzas Lotharingen voor
Frankrjjk spionneeren, had trachten uit te
vorschen, om ze insgeljjks aau Duitschland
te verraden, wegens spionnage tot drie jaar
gevangenisstraf en 500 frs. boete veroor
deeld. Sattler zoo heet do man is
oud-soldaat; hjj heeft den oorlog van 1870
meegemaakt en is daarna Fransch gendarme
geweest.
Te Aries is er tusschen Fransche en Ita-
liaansche fabrieksarbeiders hevig gevochten,
la overleg met den prefect heeft daarop do
directie der fabriek al de Italiaansche werk
lieden, een zestigtal, weggezonden.
De jubileumsfeesten in Engeland zullen
fabelachtige sommen kosten. AHeen de uitga
ven voor de verlichting van de stad Londen
worden op minstens drie millioen gulden
berekend. Het aantal gaspitten of electrische
lampen beloopt 18 of 20 millioen. De koepel
van de St. Paulskerk wordt verlicht door
dat
»Wat heeft Kathrine verteld?* viel het
jonge meisje haar nichtje in de rede; het
gebabbel van het kind had haar zoo'n blos
op het gelaat gejaagd, dat iu weerwil van
de avondschemering hare zooeven nog bleeke
wangen als in vuur en vlam schenen te
staan.
Verschrikt hief Thérèsina het hoofdje tot
de driftige spreekster op, zij wilde ant
woorden, maar eene langdurige hevige hoest
bui verhinderde haar dit. Karita sprong op
om het drankje van de kleine meid van het
buffet te halen, en toen de hoestbui eenigs-
zins bedaard was, en het meisje doodeljjk
vermoeid en moeilijk ademhalend in Karita's
armen lag, had zjj de te voren geuite vraag
reeds laag vergeten. Karita verzocht Thérè
sina nu om vooral wat kalm te big ven
zitten, zjj zon haar dan ondertuaschen
sprookjes vertellen, Doornroosje*, of »Da
zeven zwanen* bjjvoorbeeld.
In het groote vertrek viel de schemering
steeds meer en meer. Slechts Karita's sil
houet met het slaperige kind, dat vol span
ning naar haar luisterde en in hare armen
rustte, bleef nog dnideljjker zichtbaar in den
lichten omtrek van de vensternis. Hare
frissche stem klonk zeldzaam levendig in de
stilte rondom haar; reuzen en dwergen,
goudblonde prinsessen en booze toover-
heksen met ruwe stemmen namen allen
onder het vertellen der jeugdige en levendige
verhaalster hun ware gedaante aan, en het
scheen, dat het jonge meisje en het kind
on ier betoovering van al de in die sprookjes
voorkomende personen geraakten.
Wordt vérvolad.)
LAND VAN
SE
Abusievelijk hebben we daarin den Kroonprins
Albert verdoopt in George.
-I -»
«Als de kinderen slapen gaan, komen de avondsterren.
Vriendelijke engelen zweven aan, we zien ze
[reeds van verre.
En ze houden heel den nacht bij de brave
[kinderen wacht.
Als de kinderen slapen gaan, blijven de engelen
[wakend staan."
1