Land van de Langstraat en dc Unnimelerwaai'd. veeziekten, FEUILLETON. Uitgever: U. J. YESRMAN, Heusden. M 1007. W0ENSDA3 14 JULI. 1807. I TT T Und van altena- YOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel meer 7*/, ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentie worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht; In 1894 is een rapport verschenen van -de maatschappij ter bevordering der veeart senijkunde omtrent de vleeschkeuring in ons vaderland. Het bestuur had een onder zoek ingesteld over 1121 gemeenten en bevonden dat voldoende keuring plaats vond m slechts vijftien gemeenten. In slechts vjjftien gemeenten is de bur gerij dus verzekerd vleesch te eten, door oen deskundige ongevaarlijk verklaard voor de gezondheid. Ja, er waren nog wel meer gemeenten waarin keuring van geslachte beesten voorgeschreven is, vooral wanneer noodslacbting plaats heeft, maar de wjjze waarop die keuring uitgeoefend wordt, geeft niet de minste zekerheid en is in vele ge vallen niets meer dan een belachelijke ver tooning. Zoo vindt men b.v. onder de keur meesters opgenoemd een winkelier, een zadelmaker, een slager, een bloemkweeker, een schoenmaker enz., altemaal menschen in hun vak misschien uitstekend op de hoogte, doch tot keuring van vleesch, een hoogst moeilijken arbeid, totaal onbekwaam. Het voormelde rapport zegt zelfs dat de Haagsche keurmeesters niet eens een micros coop ter beschikking hadden om in varkens- vleeBch trichinen na te sporen. En dat waar het geldt een voedings middel van zoo hoog belang als vleesch en dat terwijl onze veestapel lijdt aan zeer ernstige besmettelijke ziekten, die ook den mensch belagen! Toch laat de regeering zich wel gelegen liggen aan de welvaart van onzen veestapel en slaat ze krachtdadig de hand aan den ploeg wanneer de laatste bedreigd wordt. Aangestipt zjj hier dat, dank ook de tusschenkomst van den wetgever, in de laatste jaren de veepest zich niet ra^er ver toond heeft. Hetzelfde is het geval met de longziekte, sedert 1887 geheel geweken. Minder gelukkig zijn we in den strijd tegen het mond- en klauwzeer, dat spook onzer Doitsche naburen. Ofschoon nl. die ziekte in de aan ons land grenzende Duit- sche provinciën erger woedt dan hier en ons vee in 1896 van uit Duitschland besmet is, gaan er over den Rjjn gedurig stemmen op, de grenzen voor ons vee te sluiten, na- tuurljjk met het oog op stijging der vleesch- prjjzen. De regeering doet wat ze kan ter beteugeling: ze schrijft voor afzondering der vordachte dieren, ontsmetting der stallen en vergoeding tot de volle waarde van ont eigende zieke runderen. 1) Op zekeren winteravond zaten wij broe ders en zusters, allen om den haard, en luisterden naar onzen vader, die eene 'ge schiedenis uit zjjne j^ugd vertelde. Vader was reeds oud en had veel gezien, wat nn sedert langen tjjd niet meer bestaat. »Ja, ja lieve kinderen,* zeide hg, >er was een tgd, toen het wond van Orkeine zich nog aan dat van Bekeel aansloot, en in de wouden van de Karpethen overging, de ploeg echter trok in de voren slechts over enkele weiden in het woud, of over de vlakten langs de stroomende waters. Toen waren er geen rjjks-, noch gebaande wegen, en de menschen kwamen rijdend lan het eene dorp naar het andere en van stad tot stad; als zjj echter een langeren weg te maken hadden, staken zjj hunne pistolen in den zadel en verzamelden zich op een bepaalde plaats, omdat niemand zich alleen door het woud waagde, waar het lied der roovers onophoudeljjk wêer- klonk. Ik zelf heb deze tijden nog beleefd, en het waren overigens goede tjjden, want men had van alles genoeg, en kende de dageljjkeche zorgen nietmaar van tjjd tot tgd kwamen ur ook moeieljjke ureiij Het lijstje vaq veeziekten is hiermee niet dnarmee de tering zou overwonnen worden, nitgepuL Daar is het miltvuur, een der d0ch aangezien tuberculeuze rnn leren in meest doodeljjke,, waarvan maar één enkel dier op de honderd geueest, dat ook ge lukkig maar zelden voorkomt, dank zjj de wet, waardoor de besmette dieren kunnen afgezonderd en tegen verkoeling onteigend worden. Tn het buitenland heeft men zeer gelukkige uitkomsten verkregen in den strijd tegvn het miltvuur met inenting, uitge vonden door Pasteur. In Frankrjjk b.v. is de sterfte daardoor aanmerkeljjk afgenomen. En nu volgt, ten slotte, de parelziekte, met een wetenschappelijken term tubercu lose geheeten. Misschien is deze, van alle veeziekten, de meest gevaarljjke, omdat ze le moeilyjk te constateeren is bjj levend vee en 2e omdat deze ziekte overerfelijk is ook voor den m nsch. Tuberkels zjjn knobbels, die zich vooral in de longen vertoonen, maar ook in de melk en het vleesch overgaan en aldus ge vaarlijk worden. Ook bjj deze ziekte blijkt hoever het buitenland ons steeds vooruit is. Parelziekte nl. is, zooals we opmerkten, bjj levend vee moeiljjk te herkenneneerst wanneer het dier geslacht wordt, bljjkt de ziekte, doch hoeveel slachtoffers kan het dan reeds gemaakt hebben onder hen, die een afkeer hebben van gekookte melk. In België en Frankrijk nu is bepaald dat alle in te voeren runderen onderworpen worden aan een inspuiting met tuberculine, een vloeistof door prof. Koch uitgevonden. Alle dieren, die aan parelziekte ljjden, vertoonen na de inspuiting koortsverschijnselen en worden geweerd. In Denemarken verricht prof. Bang deze inspuiting op de inlandsche runderen. Van ruim 50-000, die hjj onder zocht had, bleek ongeveer een 20.000 tal aan die ziekte te lijden. 't Is hieruit duidelijk, dat er gevaar dreigt voor den veestapel, voornamelijk door deze ziekte, die nota bene niet opgenomen is onder do besmettelijke veeziekten. Nu terugkomende tot ons punt van uit gang, zal 't niet minder duideljjk zijn, dat de regeering den vleesehgebruiker in be scherming behoort te nemen tegen gevaren, waarvoor de laatste zich absoluut niet be sehutten kan. Merkwaardig is het, dat de Israëlieten alle geslacht vee aan een uiterst nauwkeurig onderzoek onderwerpen, 't welk hun door do Schrift is opgelegd en dat onder ben, volgens een Amsterdamsch geneesheer, zeer zelden de zoo gevreesde longtering voorkomt Nu willen we daarmee niet zeggen, dat wanneer overal nauwlettend gekeurd werd, aangezien den mensch tering kunnen verwekken, zou 't zeer wenscheljjk zjju dat ons land ook op dit stuk zich epiegelde aan 't buitenland. België heefteen rjjkekeuring, in Frankrijk vindt, men ii allo gemeenten boven 10,000 zielen een openbaar slachthuis. Die vindt men zelfs in Spanje. Ook Engeland en Italië zijn ons voor. Langzamerhand toch begint de drang naar deugdelijk toezicht op het slachten van runderen toe te nemen. Amsterdam en Rot terdam zijn voorgegaan, Groningen, Arn hem, Roermond, Maastricht volgden. Zoo'n abattoir is duur, dat te Amsterdam kostte 2 millioen, te Rotterdam bjjna 1 millioen, maar toch maken ze goede zakendaar gemiddeld 3 percent rente behaald wordt. Wanneer alle plaatsen van eenige be- teekenis dergeljjke slachtgelegenheden op richten, de kleine zich vereenigen en de landeljjke gemeenten in de naastbjj liggende steden slachten, dan kunnen we rgks toe zicht missen, want deze abattoirs komen natuurlijk onder directie van een rgks-vee- art». Hierop bestaat echter weinig uitzicht, tenzjj de wet tusschenbeide kome en bepale dat iedere gemeente boven de zóóveel zielen veilplicht is een algemeone slachtplaats in te richten. Koolang 't niet zoover komt, zjjn de vl aeschverbruikers van runderen, varkens en püarden aan gevaar blootgesteld. Buitenland. Wat heeft Turkije te vreezen van de mogendheden? De groote kracht van den sultan ligt in de waarschjjölijkheid, dat de mogendheden, zoo ze *t nog eens zjjn, niet eensgezind blijven. Abdul Hamid heeft haar onmacht openlijk aan de kaak gesteld in een gesprek, dat de ^Standard* mededeelt. Hij sprak: »Wat heb ik te vreezen? De zes mogend heden hebben Vassos met twee duizend vrij buiters niet eens kunnen dwingen, wat zullen zjj dan uitrichten tegen driemaal honderdduizend zegevierende soldaten in Roemenië. En onderstellen wij eens dat zjj mij willen dwingen, wie zal dat doen? Ik heb berichten uit alle hoofdsteden vai; Eu ropa. Toen werd voorgesteld dwang uit te oefenen, zeide de een dat hg genoeg had gedaaneen ander wilde zich niet verder wagen in het duister, een derde zou alleen handelen met de overigen, maar weigerde om een druppel bloed te vergieten voor Griekenland.... en zoo voort. Ik herhaal deze vraag. Ik ben er en zal er bljjven.* 'c Is de vraag of Abdul Hamid deze woorden werkeljjk heeft gesproken, doch feitelijk komt 't er minder op aan de vraag is alleen wat Turkije doen zal en wat Europa eventueel zou vermogen wan neer Turkjje's doen niet was conform aan de gemeenschappeljjke inzichten. Voor een uitdrijving der Turken uit Thes- salië zouden alleen of ten minste in de eerste plaats ia aanmerking ko nen Rusland en Engeland. Rusland nu heeft zich juist in den laatsten tjjd weinig gezind getoond op den Balkan slaags te geraken en En geland moet altijd rekening houden met zjjn 80 millioen Mohammedaansehe onder danen, voor wie de Sultan heilig en onaan tastbaar is, doorleefd.* »Wat hebt gjj dan ondervonden?* vraag den wij hem ongeduldig. Zooals ik u reeds heb verteld, ging het toenmaals niet zooals thans. Ieder moest zjjn have en goed zelf beschermen, daar in het land geene andere soldaten waren, dan een hoopje, dat van de andere zijde der Donau gekomen was, o <i voor de persoon lijke zekerheid van den vorst te waken de zekerheid van het land lag alleen in God3 bescherming. Ik herinner mij dat in dien tjjd een Turk, Ali genaamd, in ons huis kwam, die in het leger der Turken, dat door ons land trok, had gediend, en omdat het hem bjj ons beviel, waar hjj een goede tafel en een open huis vond, kon hg niet besluiten, om weêr heen te gaan. Hjj leerde onze taal, en maakte zich in ons huis allen tot vriend, zoodat wjj hem den vleienden naam gaven van Aliutza. Het is waar, dat, toen wjj Aliutza voor het eerst zjjne Turksche teekenen zagen maken, en zijne in het oog vullende klee ding, met den krommen sabel aan den gordel, en den gekrulden dichten baard, die reeds begon te grjjzen, en zjjne borst bedekte, wjj kinderen eenigszins voor hem vreesden. Hij zag er voor ons verschrik kelijk uit, maar langzamerhand raakten wjj a&n hem gewoon, omdat hjj vriendelijk was en ons gaarne genoegen deed. Hjj ver telde ons geschiedenissen uit de duizend en één nachten van zjjne ondervindingen in oorlof/, ook maakte hn strUcj,H0 vliegers oplaten, nam ons mede op de jacht, en om te hengelen. Na eenigen tijd kon Aliutza zich niet meer zonder stok bewegen, en zjjne wande lingen bepaalden zich tot de plaats en in den tuin. Vijftien jaren lang bleef hij in ons huis, zag al mijne broeders en zusters groot worden, en hield van ons allen even veel. Wjj waren gaarne bjj hem, sprongen hem op de knieën, speelden met zijn witten baard, of met zjjn Fez, die hem als een ronde koek op het hoofd zat, en als hjj ons zeide: »Hé, gg Christengebroed, gjj mijne lieven dan lachten wjj zoo luid, dat het den armen Aliutza iu de ooren gonsde. Alleen 's morgens als hjj bad, waagde geen onzer het, om hem te storen, zoo ernstig en zoo verdiept scheen hjj dan in zjjn gebed. Op de knieën liggende, met over de borst gekruiste armen, sprak hjj nu eens luider, dan weder zachter de verzen van den Koran uit, sloeg met het voorhoofd op den grond, bleef dan een vol uur stil en onbe weeglijk met de oogen naar het oosten ge richt, staan, in de verte turende, en met zjjne gedachten wjjlende in het land zjjner jeugd, en daarbjj werd zgn gezicht zoo vroo- ijjk en schitterde het zoo, als ware hg daar werkeljjk aangekomen. »Niet waar, gjj zult niet weêr van ons heengaan, Alinlza?* vroeg ik hem dikwijls zgn baard strgkende. Zooals het geschreven staat,* ant woordde hjj. De paden van Johannesburg naar Ljjder- burg en Pelgrimsrust zjjn voor verkeer ge sloten wegens de runderpest. De plaag is eveneens uitgebroken nabjj Heidelberg en groote ontsteltenis is hierdoor onder de boeren verwekt. Hit Bloemfontein wórdt de Volks stem* geschreven Ongeveer 30 spoorwegbeatrtbten zjjn te Kroonstad (O. V.) gearresteerd op een aan klacht van goederen te hebb en gestolen v-^ het transito verkeer. Deze dingen ^«oeurden reeds sinds geruimen +iij<3 en Ik geloof dat de spoorweg-autoriteit» m wagens opzonden, die er op waren inge richt om de dieven te betrappen, met het ge volg d>t de schuldigen in de val liepen. >Men verwacht sensatie ei &ke n d e ont hullingen.* In de groote it«deE worden gedurende den winter dui-ienden uitgegeven, om de groote verkeerswegen van sneeuw te ont doen en bega ajurbssY te houden. Toch bljjkt het niet zeide a, de arbeidskrachten tekort schieten er^ de toegestane gelden niet vol doende jtija, om het beoogde doel te be reiken.. Men moet dus wel het oog vestigen op Letere technische hulpmiddelen. In New-York is in den vorigen winter eene door de »Snow Ice Liquefyin Com pany* te Paterson geconstrueerde sneeuw- sineltmachine met g®öd gevolg bij de op ruiming der sneeuw gebruikt. Het Duitsche tijdschrift »Die Technik*, 1897, pag. 181, geeft hiervan «en korte beschrgving, waar aan het volgende is ontleend. De <>oor naphtha verwarmde sneeuw- smetenachine bestaat uit een wagen op vier wielen, welke onder den bok van d«n koetsier een reservoir heeft om een ton naphtha te bergen, waardoor de daarachter aangebrachte stoommachine mot het smélt- apparaat verhit wordt. Het smelttoestel bestaat uit een groote jjzeren kast, onder welker bodem zich twee buizen berinden, die langs de zijwanden loopen. Door d-.'ze buizen wordt de in gas veranderde naphtha gevoerd en op een 24- tal openingen in de buizen brandt het gas met groote vlammen. Deze vlammen worden dan in aanraking gebracht met do sneeuw die in de jjzeren least wordt geworpen, en het sneeuwwater, dat door de smelting ont staat, wordt door lederen buizen afgevoerd naar de riolen. De sneeuw moet door mensehenhanden in de machine geworpen worden; een 14- tal personen zgn hiervopr noodig. Doch het groote voordeel bestaat hierin, dat de sneeuw direct verwjjderd wordt door de smelting. Deze machine smelt 0.8 kub. M..sneeuw per minuut, en het smeltwater wordt dc-- een temperatuur van meer dan 17 hoed tegen bevriezing, zoodr* fee, loopt. De kosten belr vrjj af- medegerekend, or»' .«pêis, het personeel afgebroken -gereer f 210, bg een on- het arbeid van 10 uren, doch mets oog op de groote hoeveelheid sneeuw was dit voordeeliger dan de opruiming op andere wjjze. Er komen uit verschillende streken van de Vereen. Staten berichten van groote hitte. Honderden inwoners van St. Louis hebben den nacht van Zaterdag op de Eads-brug over de Mississippi doorgebracht. In Chicago en New-York bozwjjken velen door de buitengewone warmte. Te Liverpool zjjn de schipbreukelingen aangekomen van de >Traveller«. Dit scbip had juist Java verlaten, toen de gele koorts aan boord uitbrak, waardoor de gansche equipage werd aangegrepen en waaraan verscheiden personen bezweken, o. a. de kapitein. Door groote krachtsinspanning van de matrozen, zelf door de ziekte aan getast, doch in lichten graad, werd het anker geworpen tegenover het eiland Ro driguez. De sloep werd door deze manschappen in zee gebracht, doch de Creoolscho Frau- schen weigerden hen te landen; zelfs hulp werd geweigerd. De gouverneur en de aanwezige genees heer, van oorsprong Franschen, verzetten zich krachtig tegen elke gemeenschap tus- schen het schip en het land. De koorts geweest, dat hjj gewond en bjj ons ge komen was, dat alles stond geschreven. Of hjj nog langen of korten tjjd leven, of hij ooit in zgn land zou terugkeeren, dat stond reeds lang geschreven, daarom had hjj altjjd een vrooljjk gezicht en de zielerust van een mensch, die niet de zorg voor den dag van morgen bad te dragen. Op zekeren dag zag ik op onze plaats eene groote ongewone beweging. Vader was bezorgd, en de bedienden verschrikt. Eene menigte met dorschvlegels en bjjlen gewapende beeren, plaatsten zich als wach ters voor de deur, en omgaven het huis; het was een wanorde zooals nog nooit ge weest was. Wat is er gebeurd? vroeg ik Aliutza. Niets antwoordde tig. Bujor heeft een brief gezonden, dat hjj morgenmiddag het huis zal overvallen. En wat gebeurt dan Alintza? Wat geschreven staat, antwoordde hjj met een kalm gezicht. Yader vertelde van hem en wjj drongen allen om het vHur heen, en wachtten vol ongeduld, met wjjd geopende oogen naar het einde van de geschiedenis. Bnjor, ging vader voort, was een der beruchtste roovers van het land. De oude vrouwen vertellen nu nog van hem bjj hun spinnewiel, en zingt men het liedje van hem: Groen blad van wilde kruiden, Bujor trekt het land steeds door; Sedert hem den knevel groeide, had het verlangen naar heldendaden hem verteert, en kon zijne moeder hem niet meer terug houden. Tevergeefs schreidv zij, en ging tevergeefs naar de kerken, om voor hem te biddden dat hjj zjjne neiging mocht op geven. Op zekeren lentedag nam hij zgn buks op de schouders, zette zgn muts op en zeide zjjne moeder vaarwel. >Ween niet meer, moeder, ik ga om gerechtigheid in het land te brengen, om van de rjjken te nemen, en aan de armen te geven, om de slechte wetten, die van den troon komen, uit de wereld te helpen.* Toen sloeg hg juichend en zingend, den weg in naar het hoogwoud, dat hem naar het vrjje leven voerde, en spoedig daarna, hoorde men in het land Bnjor's naam. Twaalf genooten, broeders op leven en dood, die den ploeg ontvloden, schaarden zich om hem heen, en hunne messen met het zjjne kruisende, legden zij den eed af vaü onder werping en gehoorzaamheid zonder grenzen, en gaven hem het recht over leven en dood. Van dien tgd af werden vele reizigers op den weg aangehouden, vele kasteelen overvallen, vele reizigers werden geplunderd, maar ook veel geld onder de armen ver deeld en vele koeien en kalveren naar de hutten van weduwen en weezon gedreven, zoodat, terwjjl de eene hem vloekte, anderen hem zegenden, Bujor heerschte echter on bepaald over de goederen en wegen en wouden, en ver in de naburige landen Rumeensche vertelling, K11..M—la.HIIHIIB I.MI Uil» Illll III I II

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1897 | | pagina 1